Het recht van verzet
(ingekorte versie)
door Klaus Opitz [Dld]
1. Een zeer goede en correcte vraag
2. Dieven, rovers en moordenaars vangen en in de
gevangenis opsluiten!
3. Doodstraf?
4. Wees gehoorzaam aan de autoriteiten
5. Wie gevallen is, til die op
1. Een heel goede en juiste vraag
Jezus: „'Je hebt een heel goede en juiste vraag gesteld…[8]
Het is op zichzelf heel
duidelijk dat men een door en door slecht mens door een te vriendschappelijke
houding niet nog meer gelegenheid moet bieden om zijn boosaardigheid te laten
groeien en steeds slechter te worden dan hij voorheen was. [9]
In dat geval zou het volhouden
van een toegeeflijke houding niets anders zijn dan een ware ondersteuning van
de te sterk groeiende boosaardigheid van de vijand; maar daarvoor heb Ik in
deze wereld te allen tijde strenge rechters aangesteld en hun het recht
verleend om de mensen die te slecht en boosaardig zijn geworden, te tuchtigen en te straffen al
naargelang ze dat verdiend hebben, en Ik heb jullie daarom ook het gebod
gegeven, dat jullie onderworpen moeten
zijn aan de wereldse overheid, of die nu zachtmoedig of streng is. *) [10]
*) Zie
hiervoor onder 4., Wees de overheid gehoorzaam
Wie dus
zo'n erge vijand heeft, moet naar een wereldse
rechter gaan en het bij hem aangeven, dan zal die bij degene die door en
door slecht is geworden zijn boosaardigheid uitdrijven. [11]
Als dat niet lukt met alleen lichamelijke tuchtiging, dan lukt het tenslotte wel met het zwaard.
En zo is dat ook met die
oorveeg. Als je die krijgt van een minder boosaardig mens, die daartoe verleid werd door een
plotselinge opwelling van zijn gemoed, verweer je dan niet, opdat hij milder
gestemd wordt door het feit dat je hem geen oorveeg teruggeeft, dan zullen
jullie daarna zonder wereldse rechter gemakkelijk weer goede vrienden worden. [12]
Als iemand in volle woede
met een moorddadige oorveeg op je afkomt, dan heb je ook het volste recht om je
teweer te stellen; kijk, als het niet zo was, zou Ik jullie niet gezegd hebben
dat jullie ook het stof van je voeten moeten afschudden over die mensen in een
plaats, die jullie niet alleen niet opnemen, maar jullie bovendien nog
bespotten en met allerlei vervolging bedreigen. [13]
O, wees er zeker van dat
Ik met Mijn prediking over de naastenliefde de macht en het gezag van het
zwaard niet in het minst heb opgeheven, maar wel verzacht, zolang de
vijandigheid onder de mensen niet die graad heeft bereikt die men met het
volste recht hels kan noemen! [14]
Bij de ouden die volgens de wet van Mozes leefden en bij
de meeste oude richters werd gezegd: 'Leven
voor een leven, oog om oog, tand om tand!', maar het moet bij jullie niet
zo zijn dat je dergelijke wetten al te
letterlijk neemt, en dat je je vijanden niet vaker dan zeven keer moet vergeven waarover Ik jullie al
herhaalde malen een verklaring heb gegeven, die jullie ook goed hebben
begrepen! [15]
Maar, zoals gezegd, daarmee
heb Ik de wet van Mozes, de richters en de profeten niet opgeheven, maar alleen verzacht; want zij namen de wet al
te letterlijk en straften met dezelfde strengheid ook diegene, die vaak
meer toevallig dan als gevolg van zijn kwade wil zijn medemens een of andere
schade had berokkend.’ [16] (GJE.10_215,08
e.v.)
2. Dieven, rovers en moordenaars vangen en ze in de kooi doen
‘Het spreekt vanzelf, dat men de dieven,
rovers en moordenaars moet pakken en opsluiten; want zij zijn net als de
wilde verscheurende beesten, die als spiegelbeelden
van de hel in holen van de aarde leven en dag en nacht op de loer liggen om
te roven. Het is zelfs een plicht van de engelen in de hemel om daarop een
rechtvaardige jacht te maken; maar niemand
mag ze vernietigen, men moet ze in de gevangenis
onderbrengen en daar kalmeren en temmen!
Alleen in geval van gewelddadige
weerstand moeten ze gekortwiekt en
bij hardnekkige weerstand ook lichamelijk gedood worden! Want dan is een dode
hel beter dan een hel, waarin leven is. [5]
Maar wie ooit een opgesloten dief, rover of moordenaar nog
verder berecht of doodt, die zal Ik eenmaal met toornige ogen aanzien. Want hoe
zwaarder de mensen hun boosdoeners berechten en straffen, des te onmenselijker,
voorzichtiger, stiekemer en hardnekkiger zullen de zich nog in vrijheid
bevindende boosdoeners worden; en als ze dan 's nachts in een huis
inbreken, zullen ze niet alleen alles nemen wat ze vinden, maar ze zullen ook
allen vermoorden en alles vernietigen, wat hen misschien zou kunnen verraden.
[6]
Als je echter het strenge recht wegneemt en alle
mensen de wijze raad geeft, dat ze
degene, die van iemand een rok vraagt, ook de mantel erbij moeten geven,
dan zullen de dieven weliswaar nog wel komen en het een en ander van jullie
eisen, maar roven en moorden zullen ze niet! [7]
Als echter de mensen uit ware liefde tot hun broeders en
zusters door hun liefde tot Mij de vergankelijke goederen van deze aarde niet
meer zullen bijeen garen en zullen leven zoals Ik, dan zullen er al gauw geen
dieven en nog minder rovers en moordenaars zijn! [8]
Wie meent,
dat de boosdoeners door strenge wetten
en steeds zwaardere veroordelingen
ooit nog eens uitgeroeid zullen worden, die vergist zich heel erg! In de hel is
nog nooit een tekort geweest. Wat heb je
er aan, als je één duivel doodt, en de hel stuurt er meteen tien voor in de
plaats, die stuk voor stuk tienmaal erger zijn dan de eerste?! Als de boze bij zijn komst tegenover een
andere boze komt te staan, dan wordt hij woedend en verandert in een complete
satan; als hij echter bij zijn komst slechts liefde, zachtmoedigheid en geduld
vindt, dan Iaat hij zijn boosheid varen en gaat verder’. [9] - (GJE.01_075,05 e.v.)
3. Doodstraf?
Jezus: 'Vriend, als
je Mijn leer zo uitlegt en begrijpt, ben je nog erg kortzichtig! Jonaël heeft
je toch ook al gezegd dat een gevecht
met een slechte vijand op bevel van God, of een niet te voorkomen geval van
noodweer, door Mij zo geregeld is, dat mensen die in die gevechten gedood worden, ofwel hun zielen, direct onder een streng
oordeel vallen en noch hun rechtvaardige overwinnaar, noch ergens op de Aarde met
terugwerkende kracht schade kunnen berokkenen. Als dit nu een onwrikbare waarheid is, waaruit je
duidelijk kunt zien wat de kern van deze zaak is; hoe kun je dan zo
twijfelachtig over Mijn leer praten?! [1]
Wie heeft je dan verteld dat men echte misdadigers, die vaak erger zijn dan alle wilde beesten, niet moet gevangen nemen en op de een of
andere wijze in verzekerde bewaring moet brengen?! Integendeel, de echte naastenliefde gebiedt je dit; want net zo zeker
dat je, als een hyena een mens aanvalt, het beest met een scherp wapen zou
doden, net zo zeker zul je een eerlijk mens te hulp komen, als die buiten op
straat of in huis door een roofmoordenaar
werd aangevallen. [2]
Omdat echter zulke menselijke
hyena 's, als ze zich erg vermeerderen, niet alleen voor eenzame
wandelaars, maar op het laatst ook voor hele woongemeenschappen gevaarlijk
kunnen worden, daarom is het zelfs een noodzakelijke
plicht van de machthebbende overheid, jacht te maken op zulke gevaarlijke
mensen en ze in kerkers op te sluiten. [3]
Maar de doodstraf
mag alleen over diegene uitgesproken
worden, bij wie over een periode van tien jaar, elk middel om op welke wijze
dan ook zijn leven te beteren, zonder gevolg blijft. Als de misdadiger op
het schavot beterschap belooft, dan moet men hem nog een jaar erbij geven!
Heeft in die tijd echter geen beterschap plaats gevonden, dan moet de doodstraf voltrokken worden; want van
een beterschap van zo'n mens op aarde is dan niets meer te verwachten, en het
is beter hem van de aarde te verwijderen! [4]
Als de rechtmatig
machthebbende overheid echter met toestemming van het volk zo'n
welverdiende doodstraf veranderen wil
in een levenslange gevangenisstraf, en door wil gaan met te trachten de
misdadiger te verbeteren, dan is ,ze daarin vrij, en. Ik zal ze daarvoor nooit
ter verantwoording roepen. [5]
Zulke vijanden van de volgens
Mijn leer levende mensen, hebben na hun dood geen macht om te reageren. Dat kunnen
alleen maar die geesten, die, behorend aan mensen die het betere wilden op deze
wereld, door tirannieke, bovenmatig
hoogmoedige, zelf en heerszuchtige en derhalve ook totaalonrechtmatige
heersers op de gruwelijkste wijze gedood zijn! [6]
Als onmenselijke rechters zich met hun
onrechtvaardige vonnissen vijanden
maken, zullen de geesten van deze vijanden zich op de onrechtvaardige rechters wreken; want zij hebben van Mij toestemming om met terugwerkende kracht te reageren;
maar de echt boze geesten mogen dat
nooit! -Nu geloof Ik wel dat je geen twijfels meer zult hebben!?' (GJE.01_081,01-7)
4. Wees
gehoorzaam aan de autoriteiten, die over jullie macht heeft
„De tekst
waar we het gisteren met jullie over hadden, waar men elke autoriteit volgens de overeenkomst daarmee moet gehoorzamen,
en om het even of ze nu goed of kwaad zei, omdat zij geen macht hadden, als hen
geen macht van bovenaf was gegeven.
– deze tekst
klopt weliswaar op zichzelf, maar een bijstelling,
die Ik bij een gelegenheid heb ingesteld, zoals bij de apostel Paulus, is
overgebleven. De bijstelling luidt: Zolang
het bezit van de geest der waarheid uit Mij de autoriteiten vanuit binnen
heerst.
Als jullie zullen herkennen, dat dit niet meer het geval
is, dan is het ook de tijd, om zulken
van bovenaf van niet meer geïnspireerde autoriteiten op de meest gevoeligste
punt de rug toe te keren; want was dat niet het geval, dan moest Ik ook
allen ernstig gezegd hebben: wees alle
duivels onderdanig en gehoorzaam! – Dat zullen jullie van Mij toch wel niet
verwachten, doordat Ik toch nadrukkelijk gezegd heb, dat jullie alles
onderzoeken en slechts het goede en ware behouden moet.
Bij de tekst is het echter tenminste zo, zoals
Ik al heb gemerkt, dat deze slecht
vertaald is, en dit in plaats van goed of boos: mild of streng zou
betekenen. En nu jullie dat weten, dan
zullen jullie hiermee toch wel inzien, dat Ik niet gezegd, jullie moeten de
duivels gehoorzamen. Als jullie dit op de juiste manier in acht nemen, dat
zo’n banale dwaasheid nimmer uit
Mijn mond is gegaan en nooit zal komen.
Als er onder jullie nog iemand is, die ergens in de Schrift iets vindt, dat niet
met het zuivere verstand in overeenstemming is, die komt dan met zo’n tekst
op de proppen, en er moet hem daarover licht gegeven worden. Amen.‘ (Hemelse
Gaven.03_64.03.17.b,01 (bladzijde.327))
5. Wie gevallen is, die til je op
5.1.
Ik zeg: 'Beur de gevallene
op en breng hem op de goede weg en leid hem, opdat hij zijn zonde inziet en er berouw over heeft! Dat is jullie taak! Ik ben niet gekomen om deze wereld te oordelen en te
gronde te richten, maar om het verlorene te zoeken en het gevallene weer op te richten!
Als dit nu duidelijk is voor jullie, ga dan heen en handel er naar!' (GJE.01_203,07 e.v.)
5.2.
‘Maar Ik zeg tegen jullie allen: Wat er ook voor zondaars en zondaressen hulp zoekend bij jullie
aankloppen, jullie mogen hen nooit de deur wijzen, maar jullie moeten hen
helpen alsof zij nooit gezondigd hadden. En als je hen geholpen hebt, moet
je er daarna ook alles aan doen om voor de toekomst de zondaren liefdevol en wijs te helpen, maar dan wel
met een wijsheid, die steeds
maar uit de liefde voortkomt!’ (GJE.02_209,07)
5.3.
‘Liefde met ernst en wijsheid is een eeuwige wet; wie
daarnaar handelt doet geen misstap, en de vruchten daarvan zullen goed en
heerlijk smaken" (GJE.02_055,06)
Bron: www.jesus2030.de
UpToDate 2024-2025