
|
Maar wanneer de
goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen
verschenen is, heeft Hij ons zalig gemaakt, - niet uit de werken der
rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid,
door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; welke Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten
door Jezus Christus, onzen Zaligmaker; Titus 3,4 - 6
|
Omdat
God barmhartig is, verlost Hij mijn ziel,
Hij
schiep mij opnieuw in het kosmische wiel.
Ik
prijs U, mijn Vader, ik vertel hoe ik van U hou,
Over
Uw Vaderliefde, over Uw oneindige trouw
Niet
mijn werken waren het – alleen Uw genade
Heeft
mij gezocht, gevonden en bevrijd.
U
sloeg - vanuit Uw liefde - mij steeds gade,
Mijn
leven zei altijd aan U gewijd.
|

|
Vraag: Wie zegt mij dan precies, dat ik voor God
rechtvaardig ben?
|

|
Voorstel: De Heilige Geest, die God aan elkeen geeft, die
vraagt daarom. Lukas 11:13: ‘Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te
meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven degenen, die Hem bidden?’
En in
de Apostelgeschiedenis: ’En wij zijn Zijn
getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven
heeft aan hen, die Hem gehoorzaam zijn’. En de
bekroning komt nu met Romeinen 8:16:
‘Dezelve
Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn!’
|
|