'Ik zeg jullie
nog meer: Je weet, dat er nu net als in alle tijden profeten zijn, en die
zullen er ook altijd bij alle volken der aarde tot aan het einde der wereld
zijn, wat voor geloof ze ook mogen hebben. Want alleen door de profeten wordt,
ook al zijn alle banden tussen hemel en aarde verbroken, nog standvastig een
geheime verbinding onderhouden, die geen duistere macht kan doorbreken.
(GEJ.01_141,01)
(Korte samenvatting)
door Klaus Opitz [Dld]
In de geschriften van de Nieuwe
Openbaring zijn er veel verklaringen over de trefwoorden van profeten: zieners, schrijvers, geesten, echte en valse profeten, grote
en kleine profeten, zelfs de spiritisten vallen hieronder.
Betreffende het ‘grote gericht’ komt
Jezus nu Zelf via Zijn Nieuwe Openbaringen weer tot ons, nu zich de menselijke
kant voordoet, en daarom dicteer Ik nu Mijn schrijver Zelf, wat Ik geloofd en
opgevolgd wil hebben van de mensen.’
Een kleine ronde van de navolgende
trefwoorden.
Inwerkingen door geesten
Echte en valse profeten
Grote en kleine profeten
van de louteringstijd De nieuwe Openbaringen
Over
de wederkomst van Jezus
Inwerkingen via geesten: ‘Nu, in het tijdperk waarin jullie leven,
voegen zich naast Mijn bekendmakingen [door Jakob Lorber, Leopold Engel, Gottfried Mayerhofer] daarbij ook nog de mededelingen van Mijn
geestelijke wereld, welke Ik toelaat, opdat dan sommige slapers wakker worden gemaakt
en aangezet worden tot nadenken, waarover hij vroeger nooit had durven
dromen….’
Destijds (de levenstijd van Jezus) was Mijn leer een nieuwe, en gegrondvest op de reeds bestaande leer [OT],
zelf toelichtend en terugvoerend naar het
juiste begrip van de geestelijke wereld; nu, waar de hele wereld dichtbij aan de afgrond staat van het grootste egoïsme,
moet dezelfde leer weer hernieuwd terugkomen, maar dan met andere middelen en op andere manieren!...
Nadat via gebruikelijke
middelen de mensheid door haar verval niet meer te redden is, liet Ik het dus
toe, wat menselijk niet mogelijk was, dat Mijn geestelijke wereld het nu moet
volbrengen [Openb. NaarJohannes,
hfd.19:14-16]. Zo ontstond dan het wijdverbreide ‘spiritisme’.zpa;s jullie dat noemen. [Spiritisme komt van het lat.
‘geest’, en daarbij geldt de algemene
mening, dat dit met de omgang van ‘geesten van overledenen’ te maken heeft..
Er is nog geen geest tot jullie gekomen, die
jullie daarover met verhelderende uitleg de ogen opende, zodat jullie de wereld
en het gehele universe geestelijk kon aanschouwen en
weten jullie waarom? Omdat deze geesten, die tot nu toe op jullie aarde
rondzwerven, meestal alleen datgene weten, wat ze tijdens het leven wisten en
daarom vaak hierover veel minder weten dan jullie zelf. Wordt eerst maar
geestelijke en nobele mensen en jullie zullen andere grotere geesten
aantrekken, die jullie in het grote geestenrijk al een blik gunnen, maar de
geestelijke ogen moeten jullie zelf meebrengen; zittend op de bank van een
klaslokaal is bij lange na nog niet genoeg!...
Pakken jullie om genoemde
redenen dit maar op, Mijn kinderen! Willen jullie een juist einddoel bereiken met jullie
spiritistisch [geestelijk] streven, begin er dan mee, zodat jullie Mijn stem in
jullie harten leert begrijpen, wanneer deze adviserend, vermanend en troostend tot jullie spreekt en dan zullen
jullie, wanneer jullie edele geesten aantrekt, eveneens zoekende medemensen
vinden en hen dan puur hemelse brood kunnen verstrekken, maar wel zodanig: om iets te geven, moet je het eerst ook
zelf bezitten!
Jullie schrijvenden, musicerenden,
tekenaars en nog veel minder jullie fysieke test-mediums,
zij zullen jullie het echter ooit kunnen geven, want ze zijn zelf hongerig naar geestelijke kost en weten niet, waar
dit te vinden is, wanneer Ik niet de hand hiertoe reik’.
Echte
en valse profeten
‘Wat
de uiterlijke schijn betreft, de verschillen tussen een verhulde leugen en een verhulde waarheid vallen inderdaad niet
gemakkelijk op, zoals ook een echt
wonderwerk van een valse voor
het puur minder ervaren wereldse verstand moeilijk of helemaal niet te onderscheiden
is van een vals wonder, omdat een echt wonder voor het wereldse verstand
helemaal niet te controleren is, en de magiërs
en valse profeten hun wonderen evenmin door het volk laten controleren als
jullie dat met jullie wonderen gedaan hebben. Juist daarom moet er bij jullie ook nooit plaats zijn voor maar de kleinste leugen of het
kleinste bedrog, opdat er op Aarde blijvend een instituut is waarin enkel waarheid heerst, en daarmee een blijvende
toetssteen aan de wereld gegeven wordt waarmee men het echte goud der waarheid
goed en gemakkelijk van het valse goud kan onderscheiden! (GEJ.05_140,05f)
Wanneer men zich daar niet aan houdt, zullen er enkele jaren na Mij een
verbazingwekkend groot aantal valse profeten en
wonderdoeners zijn, die Mijn leer geheel
zullen misvormen. Zij, de valsen, zullen weliswaar ook van
Mijn naam gebruik maken; maar hun leer zal niet
in 't minst op de Mijne lijken, en hun wonderwerken zullen van het jou bekende,
bedrieglijke soort zijn en velen tot
vaste aanhangers van de valse profeten maken. (GJE.05_140,06)
Maar hoe kan men dan
tóch een valse van een echte profeet onderscheiden?
Heel gemakkelijk: namelijk aan de
vruchten! (GEJ.03_204,10)
Want van dorens en
distels oogst men geen druiven en vijgen! (GEJ.03_204,11)
De echte profeet zal nooit
of te nimmer zelfzuchtig zijn en iedere vorm van hoogmoed is hem vreemd. Hij zal wel dankbaar aanvaarden wat goede en
edele harten hem schenken, maar nooit zal hij
iemand iets berekenen, omdat hij weet dat God dat verafschuwt en omdat God Zijn
dienaars goed kan verzorgen! (GJE.03_204,12)
De
valse profeet zal zich echter laten betalen voor iedere
stap die hij doet en voor iedere zogenaamde, godsdienstige handeling terwille van het voorgewende en voorgelogen welzijn der
mensheid. De valse profeet zal donderpreken houden over de gerichten van God en zelfs in Gods naam te vuur en te
zwaard oordelen. De echte zal niemand veroordelen en zal alleen maar, zonder er enig belang bij
te hebben, de zondaren tot boetedoening manen en hij zal geen verschil maken
tussen klein en groot en tussen wel of geen aanzien. Want voor hém geldt alleen maar God en Zijn woord, -al het andere is
voor hem een dwaasheid zonder inhoud. (GJE.03_204,13)
In wat de ware profeet zegt, zal nooit een
tegenstrijdigheid voorkomen. Maar houd de woorden
van de valse profeet onder het licht, dan zal het daarin van
tegenstrijdigheden wemelen. De echte profeet kan men nooit beledigen, als een
lam zal hij alles verdragen, wat de wereld hem ook zal aandoen. Slechts tegen
leugen en hoogmoed zal hij met vurige ijver opkomen en ze beide altijd
overwinnen. (GJE.03_204,14)
De
valse profeet is altijd een doodsvijand
van elke waarheid en iedere gunstige vooruitgang in het denken en doen. Niemand
buiten hem mag iets weten of een bepaalde ervaring hebben, zodat ieder
genoodzaakt is zich altijd en vóór alles bij hem voor geld dure raad te halen.
(GJE.03_204,15)
De valse
profeet denkt alleen aan zichzelf. God en Zijn
orde zijn voor hem lastige en belachelijke zaken, waarvan hij zelf niets
gelooft. Daarom kan hij ook met een onbezwaard geweten een God uit hout en
steen maken, als hem dat uitkomt. Dat dan zo'n God voor de ten enenmale door en
door blind gemaakte mensen gemakkelijk via de handen van de valse profeet wonderen kan doen, zal
toch wel heel begrijpelijk zijn!" (GJE.03_204,16)
Wie met weinig
moeite een valse van een ware, door Mij geroepen profeet en leraar wil
onderscheiden, moet naar zijn werken kijken! (GEJ.09_185,07)
Wat een mens het minst
voor de ogen van zijn medemensen kan
verbergen, is zijn zelfzucht en winstbejag. Om die te
bevredigen zal hij maar al te gauw
en zichtbaar geen middel onbeproefd laten om het doel te bereiken waar zijn
hart een onverwoestbare liefde voor heeft. (GEJ.09_185,08)
Laat de valse profeten daarom nooit
macht en uiterlijk aanzien verkrijgen! Want als ze dat eenmaal bereiken!
Dan zal het er weldra weer uiterst duister uitzien onder de mensen, en zullen
jullie een harde strijd tegen hen te verduren krijgen!' (GJE.09_185,09)
‘Van nu af aan [de levenstijd van Jezus] zullen
bijna 2000 jaar lang talloos vele zieners
en profeten worden opgewekt,
omdat ook een nog groter aantal valse
profeten en zelfs zeer hoogmoedige, heerszuchtige en alle liefde missende,
valse Christussen zullen opstaan. Maar ook de gerichten
zullen steeds doorgaan, en er zal zelden
een heerser zijn die niet met zijn
volk vanwege de duisternis een streng gericht zal
moeten ondergaan. (GEJ.06_150,14)
Tegen het eind van de genoemde tijd
zal Ik steeds grotere profeten opwekken, en met hen zullen ook de gerichten zich vermeerderen en uitgebreider worden.
Er zullen ook zware aardbevingen komen en verwoestende stormen, grote
prijsstijgingen, oorlogen, hongersnood, epidemieën en nog veel ander kwaad, en,
zoals Ik al voorheen gezegd heb, er zal geen geloof behalve bij heel weinigen
-onder de mensen zijn, die in het ijs van hun menselijke hoogmoed helemaal zullen
verkillen, en het ene volk zal tegen het andere optrekken. (GJE.06_150,15)
De mensen zullen ook
gewaarschuwd worden door zieners en bijzondere tekenen aan de hemel, waaraan
zich echter alleen Mijn geringe aantal volgelingen zal storen, terwijl de wereldse
mensen dat allemaal slechts voor zeldzame, natuurlijke fenomenen zullen houden
en dat aan iedereen die nog in Mij gelooft, zullen willen wijsmaken.
(GEJ.06_150,16)
Maar daarna zal de grootste
openbaring plaatsvinden door Mijn tweede komst op deze Aarde*; deze openbaring
zal echter ook voorafgegaan worden door een zeer groot en scherp gericht en
gevolgd worden door een algemene schifting van de wereldse mensen door het vuur
en zijn projectielen, waarna Ik dan Zelf een heel andere kweekschool voor ware mensen
op deze Aarde zal kunnen vestigen, die dan zal duren tot aan het einde der
tijden van deze Aarde. (GEJ.06_150,17)
[* Persoonlijke terugkomst van Jezus in een aards hulplichaam, zoals
destijds tussen de Opstanding en Hemelvaart.]
Grote en kleine profeten van de tijd
der loutering
De wijnstokken in de wijnberg stellen
de oorspronkelijke mensen van deze Aarde voor, die bewerkt moeten worden. Zij
hebben geen dienstverband met Mij, maar zij moeten bewerkt worden om een goede
vrucht op te brengen voor God de Heer. (GEJ.06_176,06)
Alle (ware) profeten zijn echter, zoals jullie nu
hier [apostel], en wat betreft hun ziel, niet afkomstig van deze Aarde, maar zij zijn van boven
aangestelde werkers, en hebben eerst een degelijk contract met Mij afgesloten
ten aanzien van het verkrijgen van het kindschap
van God, dat slechts op deze Aarde mogelijk is. (GEJ.06_176,07)
Alle grote profeten vanaf het begin tot op heden, jullie meegerekend,
die een grote openbaring ontvingen, zijn de eerst gehuurde werkers voor de
wijnberg van de Heer. (GEJ.06_176,08)
De kleine profeten, die slechts een halve dienst moeten verrichten,
namelijk het instandhouden van de eens gegeven Grote Openbaring, zijn degenen die in Mijn naam na jullie
zullen komen, die ook wel zelf bepaalde
kleine openbaringen ontvangen en
daarmee voorspellingen doen, maar de kracht en macht die Ik jullie geven zal, niet zullen bezitten. Zij zullen ook hetzelfde loon ontvangen, omdat hun
geloof sterker moet zijn; want omdat zij niet
zien wat jullie nu allemaal zien en meemaken, zal
hun meer uit vrije wil voortkomende
geloof hun ook
als een grotere
levensverdienste aangerekend worden.
Wanneer
zij dus hetzelfde loon zullen krijgen als jullie, bedenk dan dat zij het
moeilijker hadden om te geloven wat nu tot heil van alle schepselen gebeurt,
omdat zij niet zoals jullie, getuigen van dat alles zijn geweest.
(GEJ.06_176,09)
Tenslotte zullen er nog
heel veel later nogmaals, vlak voor een groot gericht, zieners gewekt
en toegelaten worden, die de korte, grote inspanning op moeten brengen om
de zeer onzuiver geworden leer te zuiveren, opdat deze behouden en niet door de
meer verlicht denkende mensheid als oud priesterbedrog verworpen wordt. Deze derde
groep arbeiders in Mijn wijnberg zullen niet door grote wonderdaden, maar alleen door het zuivere woord en de Schrift
werken, zonder een andere opvallende openbaring te krijgen dan slechts het innerlijke, levende woord in het gevoel en
in de gedachten van hun hart, en zij zullen vol zijn van helder, verstandig geloof en zo, zonder wonderen, de verdorde
mensenwijnstok- ken in Mijn wijngaard oprichten, en dan van Mij ook hetzelfde loon krijgen dat jullie
als arbeiders voor een hele dag zullen krijgen; want het zal voor hen veel moeilijker zijn om vast en zonder twijfel datgene te
geloven wat meer dan duizend jaar vóór hen hier is gebeurd. (GEJ.06_176,10)
Ook al liggen dus de Grote Openbaringen behoorlijk ver uit
elkaar, toch zorgt God er steeds voor dat er altijd meteen weer nieuw gewekte zieners
onder de mensen komen zodra de lessen van de grote openbaring enigszins
onzuiver beginnen te worden, en dat gebeurd op zo'n manier, dat daarbij de
vrije wil van geen enkel mens enige dwang ondervindt. Want de Grote Openbaringen worden juist steeds
lange tijd na elkaar gegeven om ervoor te zorgen dat de vrije wil van de mensen
zo min mogelijk wordt aangetast. (GEJ.06_176,11)
Wanneer uiteindelijk de
wereld de mensen weer te ver van hun geestelijke baan heeft doen afwijken,
blijft er natuurlijk niets anders over dan over te gaan tot een Grote Openbaring, die echter altijd een
gericht met zich meebrengt, omdat de Openbaring zelf een treurig gericht voor
de mensen is. Want zolang je het dode
hout niet aansteekt, zal het niet branden; maar het vuur ontsteekt het. En kijk
wat het vuur voor het hout is, dat is een grote Openbaring voor de mensen. –
Begrijpen jullie dat nu?' (GEJ.06_176,12)
De nieuwe Openbaringen
IK
zeg: "Ook daar is voor gezorgd! Want na
Mij blijft de hemelpoort steeds open staan en dat wat wij hier nu
bespreken, zal over meer dan duizend
jaar ook woordelijk gehoord en opgeschreven worden, alsof het voor de ogen
plaats vond van degenen die bijna tweeduizend jaar na ons de Aarde betreden
zullen. En een ieder die in de toekomst ergens over zal twijfelen, zal uit de
hemelen heel duidelijk ingelicht kunnen worden. Want hierna zal iedereen zelfs
door God onderricht moeten worden en degene die zijn lering niet van God
krijgt, zal niet in het vreugdevolle rijk der waarheid binnengaan."
(GEJ.03_015,06)
Weet u, waarom
Ik nu zelf door Mijn knecht en schrijver Mijn wil aan u meedeel?
De
oorzaak, waarom sinds verscheiden jaren Mijn directe mededelingen rijkelijker
vloeien dan in vroegere tijden, en dat Ik u zo
veel hemelsbrood geef als sinds Mijn
wandel op Aarde nog nooit is gebeurd, is deze, dat juist nu het tijdstip nadert
waarop de wereld haar hoogtepunt in dwaling en in het afwijken van Mijn
scheppingsdoel zal bereiken.
Opdat nu - temeer daar dit een voorwaarde is voor
Mijn wederkomst - niet alle mensen verloren gaan, heb Ik bepaald, dat van nu af
aan enkelen, zoals eens Mijn discipelen, Mijn woord en leer onvervalst zullen
ontvangen, niet versluierd zoals bij de profeten, maar helder en begrijpelijk,
zoals Mijn discipelen het eens aan de volkeren leerden.
Daar
was het verspreiden van de leer moeilijker;
tegenwoordig is echter door de uitvinding van de boekdrukkunst [Internet]
het verspreiden van Mijn leer veel
gemakkelijker, zodat overal waar de duisternis van de wereldlijke macht zich
wil doen gelden, het schijnsel van Mijn eeuwig liefde - en genadelicht kan
doordringen. [Predikingen van de Heer-26]
Ik wil nu de ongelovigen de ogen
openen en de letterknechten van Mijn Bijbel de eigenlijke zin duidelijk maken,
opdat niemand zich zou kunnen
verontschuldigen, als zou hij er niets van geweten hebben en Mij door deze
uitspraak zou willen beschuldigen, terwijl de hele schuld toch op hemzelf zal
vallen. [Predikingen
van de Heer-26]
Daarom
wees sterk, gij weinigen, die verspreid in verschillende landstreken Mijn
parels nog in eigen hart bewaren! Vertrouw
op Mij! [Predikingen
van de Heer-26]
Ten
tijde van Jezus‘ leven op Aarde heeft Hij Zelf de Nieuwe Openbaring al
aangekondigd:
‘Maar jullie [apostelen] die de eerste steunpilaren van
Mijn leer zijn, moeten zelf in het geheim veel meer weten dan alle anderen
bij elkaar, opdat je na enige tijd vooral niet in verzoeking zult komen om Mijn
leer afvallig te worden’.[GJE4-112-3]
‘Toch zal al deze kennis niet verloren gaan,
en als er vanaf nu gerekend, duizend
en nog niet helemaal duizend jaar verlopen zullen zijn en Mijn leer bijna
geheel begraven zal zijn in het vuil van de materie, zal Ik in die tijd wel
weer mannen opwekken [Jakob Lorber en Leopold Engel] die dat, wat hier door jullie en door Mij
besproken werd en wat gebeurd is, woordelijk
getrouw zullen opschrijven en in een groot boek [‘Johannes, het Grote
Evangelie’, 10 delen door Jakob Lorber,
het 11e deel
door Leopold Engel)] zullen doorgeven aan de wereld, die daardoor in veel gevallen de ogen
geopend wordt!" GJE4- 112-4]
Wat
Jakob Lorber betreft:
Nota bene: "Jij,
Mijn knecht en schrijver (Jakob Lorber) denkt nu dat Ik destijds daarover nauwelijks
iets gezegd zou hebben?! Wil je dan ook in het geloof zo zwak worden als je in je lichaam nog bent?! Kijk, Ik zeg je dat Ik Cyrenius
en Cornelius zelfs jouw naam en meerdere namen van anderen heb genoemd,
en dat zij nu ook met veel blijdschap
getuige zijn van al datgene wat Ik je nu
laat schrijven. Maar op het eind zal Ik ook aan jou de namen van mensen
bekendmaken (deze werden niet opgeschreven) die gerekend vanaf nu, binnen tweeduizend jaar nog grotere
dingen zullen opschrijven en verrichten dan jij nu! [2000 jaar na Jakob Lorber, dus ongeveer in het
jaar 3864 n. Chr. zal er eerst de volgende, en nog veel grotere Openbaring van
Jezus worden bekendgemaakt) - Knoop dat
voorshands in je oren en schrijf alles in het volste geloof op! !" GJE4-112-5]
Wat
Leopold Engel betreft:
Jezus riep in 1840 Jakob
Lorber en nadien werd hem veel schrijfwerk ingegeven,
wat destijds in Zijn aanwezigheid gebeurde en gesproken werd via zijn hart en
vanaf 2 augustus 1851 met al datgene [niet gerekend het laatste half jaar met
de voorbereiding op het Paasgebeuren in Ephrem en zonder het Pasen], waardoor de eerste tien delen
van het Grote Johannes Evangelie zijn ontstaan [GJE1-10]. Jezus heeft dan in
1891 Leopold Engel gewekt en hem alles dat, wat in het laatste jaar [Ephrem en Passion] in Zijn
tegenwoordigheid was, gebeurd en gesproken werd, via zijn hart hem in de pen
gelegd, waardoor het 11. deel van het Grote Johannes Evangelie [het 11e
GJE] is ontstaan.
[Wilfried Schlätz]
Toch zal al deze kennis (wat Jezus in Zijn drie leerjaren
gesproken en gedaan heeft) niet verloren
gaan, en als er vanaf nu gerekend, duizend en nog niet helemaal duizend jaar
verlopen zullen zijn en Mijn leer bijna geheel begraven zal zijn in het vuil
van de materie, zal Ik in die tijd wel weer mannen (minstens 2: Jakob Lorber en Leopold Engel) opwekken die dat, wat hier door jullie en door Mij besproken werd en
wat gebeurd is, woordelijk zullen opschrijven en in een groot boek (Johannes,
het Grote Evangelie) zullen doorgeven aan
de wereld, die daardoor in veel gevallen de ogen geopend wordt!"
[GJE4-112-4] [Opmerking: een tweede herhaling met specifieke onderstreping]
Zo zal Ik ook van tijd
tot tijd mensen (minstens 2, Jakob
Lorber en Leopold Engel) opwekken aan wie Ik alles dat, wat er nu tijdens Mijn aanwezigheid is, gebeurt en
gesproken wordt, via hun hart in de pen zal
geven; wat dan slechts eenmaal geschreven is zal op een speciale
vernuftige manier, die de mensen van die tijd goed zullen kennen, in de korte
tijd van enkele weken en dagen in vele duizenden gelijkluidende exemplaren
vermenigvuldigd en zo onder de
mensen gebracht kunnen worden. En aangezien de mensen in die tijd vrijwel
algemeen de kunst van het lezen en schrijven zullen beheersen, zullen zij die
nieuwe boeken ook zelf kunnen lezen
en begrijpen. [GJE9-94-4]
Wat Gottfried Mayerhofer
betreft:
Jezus:
"Nu zie, Mijn zoon (Gottfried Mayerhofer), al sinds
jaren bedien Ik Mij via jou, om de
wereld zichtbaar, zoals jullie ze voor
ogen hebt, te verklaren. Veel
uitleg kwam door je pen
bij sommige zoekende zielen terecht. Ik
bedekte jullie de sluier van de
scheppingsgeheimen, zoals ook bij je
voorganger in dit schrijfberoep jullie het een en ander heeft toevertrouwd [Jakob
Lorber]. Ik
maakte jullie opmerkzaam op de belangrijkheid, wat in jullie ogen soms
onbeduidend lijkt. Dit alles werd gedaan, waardoor ieder naar zijn behoefte en volgens naar zijn
individualiteit, voedsel of 'brood uit
de hemelen' ontving en dat hij moet kiezen en vervolgens daarvan te
genieten, om ten slotte aan het einde
van wereld Mij herkend en lief te hebben’. (Gottfried
Mayerhofer, "De religie van de toekomst"
(de tuin van het leven)
"...Juist daarom heb Ik Zieners als nieuwe profeten gewekt
volgens een andere gedachte, die Mijn Woord ooit de mensen onvervalst verder moet
geven, zodat hier geen vervalsing van
menselijke zijde intreedt, en daarom
dikteer Ik nu Mijn schrijvers Zelf, wat Ik van de mensen geloofd en in acht
genomen hebben wil.’ (Gottfried Mayerhofer, "Staat de katholieke of protestantse kerk
Mij of Mijn eigenlijke kerk dichterbij?’ (Levenstuin)
Over de
wederkomst van Jezus
…’En zie, de zeer vele mensen op de hele
Aarde die tegenwoordig door allerlei traagheid en levensduisternis als door een
diepe slaap bevangen zijn, moeten dus in een
hevige, stormachtige beweging gebracht worden, totdat ze na een lange reeks
perioden zover opgewekt worden, dat ze in die wakkere staat eindelijk beginnen
te voelen waaraan het hun ontbreekt!’ [GJE8-162-19]
(De Heer:)
'Wanneer een dergelijke toestand onder de mensen zal intreden, zal ook de tijd
gekomen zijn om hun te geven waaraan het hun ontbreekt, pas in zo'n tijd zal Ik
weer tot de mensen in deze wereld komen en zal dan in het algemeen doen, wat Ik
nu in het bijzonder doe voor slechts weinig getuigen. Ik leg nu het zaad in de
aarde en breng de mensen daardoor geen vrede, maar het zwaard voor de strijd en
voor grote gevechten en oorlogen. [GJE8-163-01]
Alleen de mens die Mijn leer zal
aannemen en ernaar zal leven, zal in zichzelf het licht, de waarheid en de ware
levensvrede vinden, hoewel hij daarbij in de wereld ter
wille van Mijn naam veel gevechten en vervolgingen zal moeten doormaken, wat
ook jullie allemaal aan den lijve zullen meemaken. Maar wanneer Ik voor de tweede keer in deze wereld zal komen*, zal ook
het gisten, strijden en vervolgen onder de volkeren ophouden, en de
oorspronkelijke verhouding van de mensen ten opzichte van de zuivere geesten
der hemelen zal normaal en duurzaam worden. *) Persoonlijke
wederkomst van Jezus in een aards
hulplichaam zoals tussen de Opstanding en de Hemelvaart. [GJE8-163-02]
Door wat Ik jullie nu
gezegd en getoond heb zullen jullie gemakkelijk kunnen weten en zien, waarom het wordt toegelaten dat er mettertijd
naast de kleine, ware stoel van Aäron, waarop Ik
jullie nu zet, een valse en lang
bestaande stoel te midden van de heidenen zal ontstaan, en hoe en waarom dan
ook de valse profeten en leraren in Mijn naam zelfs worden toegelaten. [GJE8-163-03]
Maar
jullie en jullie ware nageslacht moeten er geen acht op slaan, als zij ook de roep uit de mond van de valsen zullen horen, volgens welke Christus
hier of daar zou zijn. Want Ik zal nooit
meer Mijn intrek nemen in een tempel die door mensenhanden gebouwd is, maar alleen in de geest en in de waarheid
van degenen die Mij zullen zoeken en tot Mij bidden, in Mij alleen geloven en
Mij derhalve ook boven alles zullen liefhebben; hun hart zal de
ware tempel zijn waarin Ik verblijf en hierin zal Ik ook tot hen spreken, hen
onderrichten en opvoeden en leiden. Onthoudt dit nu heel goed voor jezelf,
zodat jullie je niet ergeren als dit allemaal zo
gebeurt, maar eraan denken dat Ik
jullie dat allemaal van tevoren heb aangekondigd, en ook de reden daarvan!’ [GJE8-163-04]
‚Bekommer jullie
om die redenen niet om, wat er nu geschiedt! Laat hen stormlopen, die voor de
storm geschapen zijn, en laat hen onderdrukken, die aan de slavernij hangen. Ik
echter zeg jullie: alleen van daaruit zal het ware leven opeens losbarsten als de hevigste bliksem uit de zwarte wolken
– en de wolk zal verdwijnen, maar de bliksem zal zijn licht nooit terugnemen,
maar aan één stuk door oplichten.’ (Hemelse G.03_49.03.19,00)
De complete tekst, zie onder www.JESUS2030.de, linkerrandkolom onder „Einführende
Texte“, Thema „Echte und falsche Propheten“
UpToDate 2023-2024