44
De 17e zondag na Trinitatis
De genezing van een verlamde
Matth. 9, 1-8: En in een schip gegaan zijnde, stak Hij over en Hij kwam in
Zijn eigen stad. En zie, men bracht een verlamde, op een bed liggende, tot Hem.
En daar Jezus hun geloof zag, zeide Hij tot de
verlamde: Houd moed, Mijn kind, uw zonden worden vergeven. En zie, sommige der
schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Deze lastert God. En daar Jezus hun
overleggingen kende, zeide Hij: Waarom overlegt gij
kwaad in uw hart? Want wat is gemakkelijker, te zeggen: Uw zonden worden
vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? Maar, opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden
te vergeven - toen zeide Hij tot de verlamde: Sta op,
neem uw bed op en ga naar uw huis. En hij stond op en ging naar huis. Toen de
scharen dit zagen, vreesden zij en zij verheerlijkten God, die zulk een macht
aan de mensen gegeven had.
(25 april 1872.)
Dit evangelie vermeldt weer verschillende wonderen die Ik verrichtte en
vertelt hoe Ik afhandelde met de op - en aanmerkingen van de Farizeeën, die
Mijn leer - en handelwijze telkens bekritiseerden.
Reeds het eerste wonder aan de verlamde stoorde hen in hun priesterlijke
ijver, omdat Ik, voordat Ik het wonder van de genezing verrichtte, tegen de
zieke zei: "Uw zonden zijn u vergeven!" Ik vergaf de lamme zijn
zonden vanwege zijn geloof of anders gezegd vanwege de vaste overtuiging, die
hij en zijn verwanten en bekenden bezaten en vervolgens vergaf Ik hem zijn
zonden, omdat hij - zoals de meeste zieken die zich de kwaal zelf op de hals
halen, omdat zij tegen hun natuur zondigen - daar nu de gevolgen van moest
dragen.
De Farizeeën en Hogepriesters geloofden, dat alleen zij het recht hadden om
zonden te vergeven; vandaar hun opwinding. Maar Ik wilde hen laten zien, dat Ik
niet alleen de zonden kan vergeven - en dat in zijn meest ware betekenis - maar
dat Ik ook de macht bezit om de gevolgen van de zonde te genezen, hetgeen zij
niet konden.
De reden van hun haat en nijd was, dat Ik het volk door zulke treffende voorbeelden
van wonderdaden voor Mij won en het langzamerhand van hen verwijderde.
Het was in die tijd nodig om Mijn woorden door zulke daden te bewijzen en
kracht bij te zetten. omdat de grote massa van het volk nog niet op dat
religieuze ontwikkelingsniveau stond op grond van geestelijke bewijsvoeringen
alleen op de rechte weg van het heil te kunnen belanden. En zo ziet u in dit
gedeelte van het evangelie hoe Ik ernaar streefde de geestelijke ziekten en
verkeerde opvattingen van Mijn omgeving te verbeteren en hoe Ik telkens door
daden datgene als waar bewees, wat Ik hen zojuist geleerd had. Onder de
priesters van het joodse volk bestonden in die tijd zeer veel vooroordelen, die
Ik eerst moest opruimen, wilde Ik Mijn leer algemeen ingang doen vinden; want voor
Mij waren alle mensen gelijk, allen hadden door de in hen gelegde goddelijke
geest recht op Mijn kindschap.
Ik moest de verkeerde geestelijke opvattingen door Mijn woorden weerleggen
en als bewijs van Mijn macht de lichamelijke ziekten door de daad wegnemen.
Vandaar dat u ziet, hoe Ik en Mijn discipelen vaak juist het tegendeel deden
van wat de godsdienstige ceremoniën van de Joden voorschreven, opdat het volk
er daardoor op attent werd gemaakt, dat de navolging van de tempelwetten naar
de letter nog geen godsdienst, nog niet datgene was wat Mozes, de profeten en
Ik wilden.
Zo werkte Ik eraan om alle verkeerd opgevatte gebruiken tot hun juiste
waarde terug te voeren om plaats te maken voor Mijn zuivere geestelijke leer.
Daarom sprak Ik de woorden: "Zij die gezond zijn hebben geen geneesheer
nodig, maar zij die ziek zijn!" - "Barmhartigheid wil Ik en geen
offerande!" - en bij de opmerking aangaande het vasten: "Kunnen soms
bruiloftsgasten treuren, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen echter dagen
komen, dat de bruidegom van hen weggenomen wordt en dan zullen zij
vasten!" - "Niemand zet een niet gekrompen lap op een oud
kledingstuk!" - "Men doet geen nieuwe wijn in oude zakken!"
enzovoort.
Uit dit alles ziet u, hoe Ik door alle mogelijke middelen, door woorden en
gelijkenissen de oude vooroordelen bestreed, opdat Mijn leer als geestelijk
erkend zou worden en men zou inzien, dat zij niet te vervangen is door
ceremoniën en geloop naar de tempel en de spreuk bewaarheid zou worden:
"Wie Mij wil aanbidden, die moet Mij in geest en in waarheid
aanbidden!"
Ook Mijn discipelen herinnerde Ik daaraan. Ik toonde hen de vele verdoolde
kinderen en zei hun dat de oogst groot, maar de arbeiders weinig zijn. Daarom
vermaande Ik hen: "Bid de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzendt in
Zijn oogst!"
Zie, Mijn kinderen! Bij de genezing van de lamme zei Ik vooraf tegen hem:
"Uw zonden zijn u vergeven!" Zijn ziekte was ontstaan door zonden
tegen zijn eigen organisme. Ik vergaf hem die zonden; want hij
wist niet, dat hij zich dit kwaad door de jacht naar zinnelijke lusten zelf
had aangedaan. Ik zei ook niet tegen hem: "Ga heen en zondig niet
meer!"; want hij was er nog ver van verwijderd deze zonden te kunnen
begrijpen en betreuren.
Zijn plotselinge genezing enkel door een woord van Mij zou hem tot dieper
nadenken aansporen en hem bewijzen, dat niet datgene wat hem aanvankelijk
zoveel plezier en later zoveel lijden veroorzaakte het eigenlijke leven van de
mens uitmaakt, maar dat er nog iets hogers, geestelijkers
in de mens is, dat hem naar mooiere regionen wil brengen, waarin andere
genietingen dan louter smadelijke prikkelingen der zinnen hoofdzaak zijn.
Met Mijn woorden wilde Ik deze zieke verlamde verheffen en de trots van de
Farizeeën vernederen, zodat zij hun onmacht zouden voelen, daar zij niet bij
machte waren hun woorden een dergelijke kracht te geven. Woorden sterven weg,
maar de daad spreekt voort! Zo waren Mijn opmerkingen, die Ik bij verschillende
gelegenheden maakte, er op gericht om het opgeblazen, trotse mensenverstand op
zijn grenzen te wijzen, opdat hij zich deemoedig zou buigen voor de hoge macht
van de Geest.
Alles wat Ik destijds bij deze gelegenheid gezegd en gedaan heb, vindt
heden en in alle tijden zijn toepassing. Lammen, blinden, kreupelen, ja doden zijn
er overal, waarheen het oog zich ook mag wenden. Overal heerst meer duisternis
dan licht, hoogstens schemering. Ook nu zijn er velen, die geestelijk kreupel
of verlamd zijn vanwege de verkeerde gerichtheid van hun ziel, die zich
vastklampen aan de dingen van vergankelijke aard en het geestelijke volledig
verachten en verwaarlozen. Het gevolg van deze geestelijke verlamming is een
verkeerde opvatting over materie en geest. Dit zijn de zonden die Ik hun dag in
dag uit vergeven moet, wil het grootste deel van de mensen niet te gronde gaan.
Ook nu gebeuren er in de wereld veel wonderen; maar de mensen nemen die
niet als zodanig aan. Zij proberen met hun verstand alle natuurlijke
gebeurtenissen en alle politieke voorvallen naar geheel
normale oorzaken terug te voeren en bemerken daarbij niet, hoe Ik zelf hen
uit de knoop help, wanneer zij zich door hun eigenzinnigheid in een labyrint
van hypothesen en noodlottige gebeurtenissen verwikkeld hebben.
Maar, zoals Ik eens zei, dat Ik de zieken en niet de gezonden opzoek, zo
gebeurt het ook nu. De zieken, zwakken, lammen, blinden en de met allerlei
kwalen belaste zielen zoek Ik op en doe Mijn best om hen te genezen, doordat Ik
hun eigen zonden tot hun school maak, waaruit zij mogelijk gesterkt en krachtig
vandaan zullen komen. Menigeen genees Ik, omdat hij een vast geloof heeft. Ik
breng hem in omstandigheden, die hem tijd geven om over zijn levensloop en
over zijn dwalingen na te denken en ze te verbeteren.
Ook u, die veelal reeds beter inziet, wat Ik eigenlijk met de mensen wil
bereiken en waartoe Ik hen uitverkoren heb, moet Ik vaak zonden vergeven, omdat
u er zich nog niet geheel van bewust bent waar de vele conflicten vandaan
komen, die uw bestaan verbitteren. Ik kan tegen u nog niet zeggen, wat Ik tegen
de echtbreekster zei: "Ga heen en zondig niet meer!"; want niet allen
zijn zo ver tot inzicht gekomen, dat zij ondanks de beste wil en de grootste
opoffering slechts onnutte knechten Zijn.
Ook nu zucht menigeen onder de druk van het kennen van zijn zwakheden. Zo
hoeft hij zich, evenals de zieke in het evangelie, alleen tot Mij te wenden met
het vaste geloof, dat Ik hem zal genezen en hij zal spoedig in zijn binnenste
de stem horen, die hem toeroept: "Uw zonden of dwalingen zijn u vergeven!
Neem uw bed op en ga naar huis!" Dat wil zeggen: "Verlaat je niet op
anderen, niet op toekomstige gebeurtenissen en betere omstandigheden, maar werp
de zwakheden, in wier bed u tot nu toe gelegen hebt, van u af! Neem uw verkeerde
opvattingen en dwalingen op uw schouders, draag ze en ga met stevige pas uw
vervolmaking tegemoet! Uw opvattingen en dwalingen, waarop u tot nu toe als een
zieke hebt gelegen, zullen u op uw weg vooruit niet hinderen, daar het u nu
lichter is geworden, en u zult ze dan ook al gaande weg volledig kwijtraken! U
moet alleen de zaken omkeren. Vroeger lag of rustte u op hen, nu moet u ze,
welbewust van hun betekenis, zelf op uw schouders nemen, zonder dat zij u als
gevolg van hun gewicht tot last mogen worden!
Zo moet ook u, die Ik vanuit velen bevoorrecht en met Mijn leer vertrouwd
gemaakt heb, met de genezing bij uzelf beginnen. Daartoe zend Ik u die
omstandigheden, waaronder uw zielekracht beproefd en
geoefend moet worden; want ook nu moet Ik de zieken opzoeken. Ik moet hen
helpen, opdat zij als ze genezen zijn tot goed voorbeeld kunnen dienen voor
anderen.
Ook Ik kan op een oud zondenkleed geen nieuwe lap
vastmaken en geen nieuwe wijn in oude zakken doen. Beide dingen houden dan geen
stand. Het kleed scheurt en de zak barst. Allereerst moet dus het oude kleed of
de oude zak opzij gelegd worden, de oude Adam moet uitgetrokken worden, wil de
nieuwe er voor in de plaats komen. Vooraf moeten de zonden, de veroorzakers van
het kwaad, vergeven, dat wil zeggen uitgeroeid worden - pas dan kan de
voormalige zieke als genezen zijn weg moedig verder gaan. Bij dit alles moet
echter elk woord, elke daad en iedere gebeurtenis bijdragen om de arbeiders te
vermeerderen, die voor de oogst nodig zijn.
Ik zei al eens: "Velen zijn geroepen, doch weinigen uitverkoren!"
Er zijn nog vele kreupelen, blinden en lammen. Zij moeten allen gezond worden.
Daartoe zijn bekwame arbeiders nodig in Mijn wijngaard, en deze arbeiders
moeten tegen iedere arbeid opgewassen zijn, willen zij hun dienst vervullen. Ditis pas dan mogelijk, wanneer ook zij de school van
kennis en inzicht, die zij anderen willen bijbrengen, doorlopen hebben.
Zo vormt zich voor hen een ketting van beproevingen, lijden en strijd, die
als laatste resultaat zullen hebben het afleggen van aangewende gewoonten, en
de vernieuwing met het kleed van de goddelijke
waarheid, opdat ook zij allen de roep kunnen volgen: "Sta op, neem uw
bed op en ga naar uw huis!"
U was allen ziek, min of meer verlamd. Ik heb u de middelen ter genezing
voldoende aangereikt. Wanneer u volledig genezen zult zijn, dan zult u de
arbeiders zijn voor de oogst, die binnenkort in grotere mate dan tot nu toe
bewerkt moet worden.
Streef er daarom naar, dat ieder van u zijn plicht, zoals Ik die van hem
kan en mag verlangen, op zijn plaats getrouw vervult, daar het bij u aan
geneesmiddelen niet ontbreekt! Amen.