21
De goede Herder
Joh. 10, 1-16: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de
schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en
een rover; maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. Voor hem
doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn
eigen schapen bij name en voert ze naar buiten. Wanneer hij zijn schapen alle
naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem,
omdat zij zijn stem kennen; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen,
doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen.
In dit beeld sprak Jezus tot hen, maar zij begrepen niet, wat het was, dat Hij
tot hen sprak. Jezus zeide dan nogmaals: Voorwaar,
voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. Allen, die vóór Mij gekomen
zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik
ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij
zal ingaan en uitgaan en weide vinden. De dief komt niet dan om te stelen en te
slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen;
maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de
wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht - en de wolf rooft ze en
jaagt ze uiteen - want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter
harte. Ik ben de goede herder en Ik ken de Mijne en de Mijne kennen Mij, gelijk
Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet Mijn leven in voor de schapen.
Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden
en zij zullen naar Mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.
(9 maart 1872)
Dit hoofdstuk gaat over de ware Leider naar het licht der waarheid en over
de valse leiders, die beweren dat de weg naar het licht alleen door hen gaat,
terwijl zij zelf de meest uitgesproken duisternis zijn. Want wat daar met
"dief en moordenaar" wordt bedoeld, is in de geestelijke betekenis
het streven om aan de ziel van de mens het haar toebehorende geestelijke of te
ontvreemden Of geheel te vernietigen.
Wat in het evangelie vermeld staat als "de deur", die slechts Ik
alleen kan zijn, betekent de enige, rechtmatige weg naar de ware erkenning en
wil zoveel zeggen als: Alleen die mensen, die hun geestelijk instinct niet door
de wereldse bezigheden hebben verloren of hebben laten ontnemen of, wanneer hij
hun eenmaal ontnomen werd, hem weer terugvonden - alleen die mensen weten Mijn
stem en Mijn leer van de valse leren te onderscheiden, en alleen diegenen
zullen Mijn roep volgen, omdat zij Mijn stem herkennen en haar van de andere verleidelijke
stemmen weten te onderscheiden.
Juist nu bevindt u zich in deze geestelijke stroming, waar - figuurlijk
gesproken - dieven en moordenaars door alle ramen en mogelijke openingen Mijn
woning binnendringen, om de schat te bemachtigen die in haar verborgen ligt.
Juist nu ziet u in de opgewonden gemoederen de religieuze bewogenheid, hoe zij
de harten aangrijpt, opwekt, ze heen en weer trekt en hoe het vanwege louter
aanprijzingen moeilijk te onderscheiden is waar eigenlijk de ware deur en de
ware herder is. Want hoe meer het instinct de gelovige harten naar Mij
toevoert, des te meer verweren zich de anderen, die slechts alleen hun voordeel
voor ogen hebben, opdat niet Ik, maar zij de overwinning in de wacht kunnen
slepen.
Dit opdringen, kwaadspreken en haten zal steeds erger worden. Hoe meer Mijn
invloed groeit, des te meer groeit de tegenstand. Mijn kinderen worden daardoor
zwaar op de proef gesteld, waardoor hun volharding beproefd en hun geloven en
vertrouwen het meest aangevallen worden. Mijn leer is slechts één leer en dat
is de liefde, terwijl de leringen van de anderen veelzijdig zijn en juist in
plaats van liefde - haat, in plaats van deemoed - trots, in plaats van dulden -
onverdraagzaamheid gepreekt wordt, die dergelijke leiders zelf beoefenen. En
zo zal zich herhalen, hetgeen u in het achtste hoofdstuk van het Grote
Evangelie van Johannes kunt lezen, dat de Joden Mij vervolgden, Mij stenigden,
dat wil zeggen wilden doden. Ook nu zal iets dergelijks gebeuren. Er zullen
stenen op Mij en op Mijn leer gegooid worden, de valse uitleggers van Mijn leer
zullen Mijn leer aan de satan toeschrijven en rondbazuinen dat hun leer direkt van de hemel afkomstig is. Men zal de ideeën uit de
hoofden in de vuisten drijven, en daar waar vrede en liefde gepreekt zou moeten
worden, zal het fanatisme zijn bloedige fakkel zwaaien en offer op offer
brengen aan zijn voor waar gehouden leer.
Zo moet Mijn woord uit die tijd vervuld worden, waarin Ik zei: "Ik
breng u geen vrede, maar het zwaard!" Zoals in de hele schepping door
wrijving licht en warmte ontstaan en door deze beide factoren het heelal
bestaat en in stand gehouden wordt, zo moet ook geestelijke wrijving het
louteringsproces volbrengen, opdat het licht van de waarheid en de warmte van
de liefde zich ontwikkelen.
Juist het streven van de "dieven en moordenaars" zal de
overwinning van Mijn leer en Mijn bedoelingen versnellen. Door hun te hartstochtelijke
optreden brengen zij de gemoederen tot nadenken en vergelijken. En hoewel
velen aanvankelijk de roep volgden, zo worden zij op de hen als vals
voorgestelde leer opmerkzaam gemaakt en zullen aan haar meer aandacht schenken
dan zij zonder deze tegendruk gedaan zouden hebben. Zij zullen dan in deze
verboden leer niet datgene vinden wat hun werd voorgeschilderd
dat zij zou inhouden. Het eindresultaat zal zijn, dat velen van hen de ware
herder en de ware deur zullen vinden, alleen al doordat die leiders en
aanvoerders hen van het zoeken wilden afhouden. Daardoor zullen juist de
bemoeienissen van Mijn tegenstanders Mij het meeste in de hand werken en
tenslotte dat bereiken, wat zij wilden verhinderen: de vereniging van Mijn
kinderen met Mij, de vereniging van Mijn schapen met hun enige Herder. Zij
zullen zich bij de grote gevaren terugtrekken als huurlingen, terwijl Ik Mijn
ware kinderen alle bescherming zal geven, aan welke bescherming Mijn
volgelingen de eigenlijke Heer, de ware Herder en de machtige Beschermer van de
Zijnen zullen herkennen.
Zo zal het gebeuren. Schrik en twijfel daarom niet, wanneer juist daar, waar
u in geloof en vertrouwen heel dicht bij Mij denkt te zijn en waar u gelooft
dat uw aantal zich zal vermeerderen, uw grootste tegenstanders de sterkste en
zwaarste hindernissen zullen opstapelen, om dit gevaar voor zichzelf af te
wenden!
Span u echter ook niet in met het zoeken naar gelijkgezinden of met
bekeringsdrang! Het is niet zo eenvoudig als u vaak gelooft om anderen op de
weg van de zuivere liefdeleer te leiden. Mijn leer verlangt ontzegging van dat,
wat de mensen in de wereld als het meest aangename toeschijnt, Mijn leer is
immers niet van en voor deze, maar voor Mijn grote geestelijke wereld.
Om dus al hetgeen, waaraan u sinds lange tijd bent gewend, hebt geloofd en
voor u gemakkelijk is te laten varen en de steeds sterker wordende strijd met zichzelf
en de wereld te beginnen, daartoe behoort een grote liefde en een grote
offervaardigheid. Reeds in de tijd dat Ik onderrichtte hebt u een voorbeeld
gezien, toen Ik iemand, die Mij wilde volgen, aanraadde om alle goederen die
hij bezat op te offeren, waarop hij treurig heenging. Zo zal het u vaak
overkomen, zodra u een vermeende aanhanger van uw als waar en enig geloofde
leer tot de daad wilt aansporen, hij zich van u zal verwijderen en misschien
zelfs in plaats van een vriend uw grootste tegenstander zal worden.
Zie, dat is het gevolg wanneer de mensen nog niet rijp zijn om Mijn leer te
begrijpen! Daarom wacht, totdat de hongerigen zelf
tot u komen! Geef hen brood, maar ook dat alleen naar de mate van hun inzicht,
omdat het anders - zoals iedere materiële voeding - niet verteerd wordt en in
plaats van nut, alleen schade brengt!
Mijn stem te horen en Mijn leer te volgen is anderen niet zo gemakkelijk
bij te brengen. Zelfs u, die al zo lang door Mij beleerd en gevoed wordt, hoe
zwak, hoe kortzichtig gedraagt u zich vaak, alsof u nog nooit een woord
rechtstreeks van Mij had ontvangen! Hoe vaak wilt u niet in uw dwaze waan het
wereldse met het geestelijke verbinden, omdat het volgen van het laatste alleen
u teveel moeite kost of teveel ontzegging van u eist! Wanneer u zo handelt, wat
wilt u dan van anderen verwachten, die, nauwelijks bij de deur aangekomen, nog
niet de moed hebben om voorwaarts te gaan, de drempel te overschrijden en alles
achter te laten wat hen vroeger zo belangrijk toescheen!? Daarom, wees
voorzichtig met de keuze van uw vrienden!
Bekommer u niet om de tegenstanders! Hoe meer de tijd voortschrijdt en
Mijn schapen zich zullen vermeerderen, des te minder kan deze leer hun onbekend
blijven, maar des te groter zal ook de tegenstand tegen haar en haar aanhangers
worden. De strijd moet ontbranden! Alleen voor de volharders is de overwinning
weggelegd en deze zullen Mijn kinderen zijn, omdat zij Mijn stem en Mijn leer
niet alleen geloven, maar omdat zij ook weten, dat deze alleen naar het doel leidt
en alleen Ik de deur en de enige weg ben om in het oneindige geestelijke rijk
te komen en daar niet met lijden, maar met zaligheid beloond te worden vanwege
de doorstane strijd.
Zo ontwikkelt zich het levensproces. Het geestelijke moet van de materie
bevrijd en de ziel van de mens moet van het wereldlijke gescheiden worden, en
zowel de eigenlijke, geestelijke bestemming van de mens moet bereikt worden,
als ook Mijn leven op aarde met zijn lijden en strijden zijn vervulling moet
vinden.
De wereld zal slechts één Herder met Zijn schapen herbergen; twee heren kan
men niet dienen. Wie de materie huldigt, moet in de materie wegzinken; wie
echter naar het geestelijke streeft, die zal het zware achter laten. De materie
is te dicht, zij laat geen licht door. Alleen het geestelijke is geschikt om
Mijn liefdelicht uit de hemel op te nemen en alleen dit licht ontwikkelt
levenswarmte, ontwikkelt de in de mensenziel gelegde godsvonk
en leidt hem naar zijn oorsprong, naar Mij terug. Dat moest het doel van Mijn
leer, van Mijn eerdere komen op aarde en Mijn wederkomst in de nabije toekomst
zijn.
Hoe meer Mijn wederkomst naderbij komt, des te meer zullen licht en
duisternis elkaar bestrijden. Maar, zoals iedere morgen de opgaande zon de
duistere nacht overwint, zal ook Mijn opkomend liefdelicht de dieven en de
moordenaars verjagen, die niet bij dag maar alleen in de nacht hun praktijken
verrichten. Deze zullen moeten wijken, zich bekeren of in de eeuwige duisternis
terugvallen, totdat in hun eigen gemoed, en wel door het vrije streven, het
ochtendgloren langzamerhand aanbreekt.
De wereld zal zich evenals vroeger, tegen Mijn plannen en bedoelingen
willen verzetten; maar juist haar tegenstand zal Mijn einddoel bespoedigen en
tenslotte zullen Mijn kinderen en Ik toch meester blijven van het terrein.
Volharding leidt naar het doel! En de naam "Mijn kind" moet door
ontzeggingen en opofferingen verworven worden; want de prijs is de strijd
waard. Wees daarom allen bereid om Mij nooit los te laten! Laat de wereld en de
mensen gaan, bekommer u niet om de gebeurtenissen en de politieke
verwikkelingen! Bedenk dat er miljoenen mensen zijn, die naar de juiste deur
van het licht geleid moeten worden en om dat te bereiken, moeten er ook
evenveel verschillende gebeurtenissen en omstandigheden hun invloed uitoefenen,
om de op verschillende trappen van intelligentie staande individuen naar een
gemeenschappelijk doel te leiden, - een werk, waarvan u geen begrip kunt hebben
en dat alleen aan God is toegemeten, die ook daar, zoals overal, in staat is om
door middel van het kleinste de grootste uitwerking te bereiken.
Dit dan tot een beter begrijpen van het evangelie van Johannes, opdat u in
deze tijd Mijn vroegere tijd van onderricht pas goed leert begrijpen en moogt erkennen hoe reeds meer dan duizend jaar geleden de
hele latere ontwikkelingsgeschiedenis van de mensheid in Mijn levensjaren, dat
Ik rondging op uw duistere aarde van tevoren was uitgestippeld en voorbestemd.
Daarom bleef ook de bijbel bewaard, opdat zij u het grootste en sterkste
bewijs zal leveren, hoe daar reeds alles werd opgetekend, wat zich in latere
tijdperken fasegewijs moest ontwikkelen, wat echter alleen de wedergeborenen,
die met geestelijke ogen zien, duidelijk als in een toekomstspiegel voor ogen
staat.
Zo kunt u getroost de blik op Mij richten indachtig de spreuk: "Wie
Mij niet verlaat, die verlaat ook Ik niet!"
Blijfbij Mij, en u zult steeds meer de stem van de Herder vernemen en als
gevolg daarvan ook steeds meer door woord en voorbeeld kunnen bijdragen om
andere blinden deze enige weg van het heil te tonen, opdat er tenslotte één
kudde en één Herder moge zijn! Amen.