1
Eerste Advent
De tekenen van de toekomst
Luc. 21,
25-26: En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde
radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding,
terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de
wereld komen, want de machten der hemelen zullen wankelen.
(23 nov.
1871)
Dit is de
eerste evangelietekst waarmee het kerkelijk jaar gewoonlijk begint. Het wordt
de gelovigen alle jaren voorgelezen, alle jaren uitgelegd, - zus of zo - zoals
het de predikant voor zijn bedoelingen uitkomt. Hoewel menigeen over tekenen en
wonderen spreekt, weten maar weinigen waaruit deze tekenen bestaan en op welke
manier zij de komende tijd zullen verkondigen. De meeste predikanten zoeken hun
uitleg van deze tekst bij de politiek van de landen en willen zo geestelijke
zaken door profane verklaren, terwijl het omgekeerde moet gebeuren, want de
wereldse gebeurtenissen zijn het gevolg van geestelijke omwentelingen.
Zie, Mijn
kinderen, toen Ik indertijd over de tekenen sprak en de Joden de verwoesting
van hun tempel voorspelde, geloofden weinigen van hen in Mijn uitspraken omdat
zij Mij niet kenden. Thans, nu Ik u hetzelfde toeroep, zijn er even zoveel
twijfelaars en ongelovigen, die de tekenen van elders verwachten, als vanwaar
zij werkelijk zullen komen.
In die tijd voorzegde Ik de ondergang van de tempel van
Jeruzalem en het einde van de joodse stam als zelfstandig volk. Ik profeteerde
hen, dat de manier en de wijze waarop zij hun religie onderhielden, juist het
tegenovergestelde was van wat Mozes en de profeten hen wilden geven en dat aan
deze manier van zien en praktische uitoefening een einde gemaakt moest worden,
en wel door de eigenlijke uitleg, waarvoor Ik gekomen was en ook Mijn leven
voor deze leer had gegeven.
Zij
wilden geen afstand doen van wat zij als geloof en religie al zo lang gewend
waren. Voor hen gold de tempel te Jeruzalem als vertegenwoordiger van het
geestelijk gebouw van de godsdienst. Daar het echter in deze tempel zo heilloos
toeging en de godsdienst zo gepredikt werd als het bij de priesters en
Farizeeën paste, moest, wilde de mensheid niet in het moeras van haar meest
slechte hartstochten ondergaan, deze materiële tempel vallen. Pas op zijn
ruïnes kon een andere, geestelijke, eeuwig durende tempel gebouwd worden,
waarvoor Ik gedurende Mijn aardse leven de grondsteen heb gelegd.
Reeds
vanaf die tijd, evenals na Mijn heengaan tot aan Mijn a.s. wederkomst, ontbrak
en ontbreekt het niet aan tekenen als vermaningen tot bekering; alleen leek
het nimmer de tijd te zijn om de tegenwoordige tempel, namelijk Rome en haar
handelwijze, te vernietigen. Ook al werd bij veel mensen in betere momenten
door een lichtstraal van de toekomst hun hart verlicht, in Rome bleef het
duister en in plaats van lichter werd het steeds donkerder.
Wat eens
in Jeruzalem gebeurde, waar de gewapende macht van de Romeinen lange tijd de
godsdienst van de Joden en hun gebruiken eerbiedigde en vrij liet, dat gebeurde
ook tot op de dag van vandaag, waar de machthebbers met het zwaard in de hand
de ongepastheid in Rome, hoewel zij die kenden, niet wilden tegengaan, maar
haar voor hun eigen belangen uitbuitten. Alleen, zoals eens de Joden door hun
overmoed en hun zucht naar oproer de val van de tempel en de ondergang van hun
eigen bestaan dichterbij brachten, zo zal ook nu het gebouw van de onfeilbare
op de stoel van Petrus te Rome, door de overmoed en
blindheid van zijn eigen medewerkers vallen en weer, zoals vroeger, voor Mijn
leer plaats moeten maken.
Wat bij
Mijn eerste komen als mens in deze wereld gebeurde, zal weer plaatsvinden. Er
zullen tekenen zijn. Zalig zij die ze verstaan en ze voor hun eigen en voor het
heil van de medemensen zullen benutten! Wat Ik voorzegd heb zal, in geestelijke
zin, met dezelfde symptomen beginnen - en is eigenlijk al sinds lang begonnen -
zoals eens tijdens Mijn aardse levenswandel. Oorlogen en revoluties,
vervolgingen van Mijn aanhangers, bange verwachting van de dingen die komen
zullen, allerlei ziektes, waren de voorboden in die tijd; en ook nu zullen zij
niet ontbreken. Niet dat Ik deze zend, maar dit lot bereiden de mensen zich
helemaal zelf door hun niet verstaan van Mijn goddelijke woorden, die steeds
hetzelfde zullen blijven. Ook nu waait de wind van de geestelijke vrijheid en
doordringt alle menselijke harten. De reeds lang met voeten getreden
mensenrechten willen tot hun recht komen, willen geëerbiedigd worden en niet,
zoals reeds meer dan duizend jaar, alleen door een sekte of kaste - namelijk
die van de sterkste - met voeten getreden worden.
Men zegt
ook wel: "De worm kronkelt zich wanneer op hem getrapt wordt!" Welnu,
de geestelijke en profane machthebbers hebben de worm lang genoeg vertrapt,
wilden hem helemaal aan zich onderdanig en gehoorzaam maken en de menselijke
waardigheid pas bij henzelf laten beginnen. Teveel is schadelijk! En nadat zij
de boog te zeer hebben gespannen, staat hij nu op springen. Zij voelen het wel
aan; vandaar hun angst, hun zoeken naar middelen om de zaak te sturen. Maar
tevergeefs! Zoals eens te Jeruzalem, zo graven de machthebbers voor zichzelf de
kuil, waarin ze eigenlijk anderen hadden willen gooien.
Toendertijd raadde Ik Mijn weinige aanhangers aan om matig te zijn,
hun zielen en lichamen zuiver te houden en niet voor slechte handelingen te
misbruiken, opdat zij gereinigd voor de Mensenzoon zouden kunnen staan wanneer
Hij zal komen.
En nu
telt dezelfde vermaning: waakt en bidt opdat ge niet in verzoeking valt. Houdt u
rein, sterkt u door het geloof in Mijn liefde en in Mijn goddelijke
voorzienigheid die, ook al laat ze het meest verschrikkelijkste toe, toch niet
diegenen zal straffen die Mijn leer met een kinderlijk gemoed aanhangen en met
gelovige ijver er naar handelen.
De
tekenen des tijds zullen dan spoorloos aan u voorbij
gaan, wanneer u hebt geleerd uw lichamen in te tomen tot weinig materiële
behoeften, maar des te meer bedacht zijt op de opbouw
van uw geestelijke zielleven. Zo zult u dan, net zoals indertijd Mijn volgelingen,
een halleluja laten klinken, ook over de rokende puinhopen van wereldse glans en over slagvelden heen, waar
weliswaar de materie is neergeveld, maar de geest vrij is geworden tot teken
van Mijn grootheid, Mijn liefde en erbarmen. Amen.