Het getal van de ordening
In het werk van
Jakob Lorber wordt altijd gesproken over het aantal ordeningen en de aantallen
van alle soorten kruiden, planten, struiken, bomen, vissen, vogels en andere
dieren. Ze zijn allemaal gelijk aan het
aantal mensen, dat eveneens gelijk is aan het aantal der toekomstige
verlossing en de daaruit voortvloeiende wedergeboorte. Er bestaan een immens
aantal goddelijke helpers in de geestelijke wereld die bij God goed bekend
zijn, dat is onze Vader; wiens aantal Hij ook kent, voor ons mensen zijn ze echter ontelbaar.
De getallen die wij mensen gebruiken, verschillen van de
getallen die in de Bijbel worden beschreven. Toch heeft alles op deze aarde zijn opdracht. In de
Bijbel is het getal twee hetzelfde als de zes, wat betekent dat
strijd en werk voorafgaan aan de wedergeboorte van de mens. De getallen 26 en
62 zijn geen heilige getallen. Het getal 62 is bijvoorbeeld in verschillende
contexten niet bepaald moreel.
Daarentegen zijn
de nummers drie en zeven heilig en onschendbaar. Zo ook de getallen 27, 37 en
73. Het getal zevenentwintig is heilig omdat we dat verkrijgen door 3x3x3 te
vermenigvuldigen. Drie heeft dus dezelfde betekenis als de zeven.
Het getal tien in
de Bijbel heeft de betekenis van "overblijfsel", terwijl wij mensen
de betekenis geven van "uitstekend". In deze wereld geven we getallen
nog een te veel aan materiële betekenis. We behandelen getallen meestal op een
wiskundige manier, door ze op te tellen of te berekenen, zowel kwalitatief als
kwantitatief.
Het Hebreeuwse
alfabet kent 22 letters, waarvan de 22e [laatste] letter van het alfabeth KRUIS
[TaW] betekent. Psalm 22 geeft duidelijk de kruisiging van Jezus aan.
Op 21-6, gerekend
vanaf 1 januari, begint de zomer, de tijd van de zonnewende. Het licht (de zon)
is op ten top. Het is dan de 172e dag van het jaar. Als we echter tot het
172ste woord in de Hebreeuwse Bijbel tellen, dan vinden we daar het woord
"licht".
Het klinkt
acceptabel dat de cijfers in chronologische volgorde staan. God Zelf is de
eerste [de eenheid zonder begin!] en wij zijn de tweede [in de dualiteit].
"Der Erste" In het Engels klinkt dat – zoals al eerder aangegeven -
als "the first‘, in het Duits
als "der Fürst"] en de
eerste is de belangrijkste.
We hebben geen
idee wat er achter een getal [wat trilling is] schuilgaat. Het is niet
verwonderlijk dat we zo nu en dan de nummers [getallen] slechts als
ezelbruggetje gebruiken. Verder hechten we er geen waarde aan door ze meestal
in analoge zin te gebruiken.
Swedenborg heeft
zijn geschriften genummerd, evenals de Bijbel en Jakob Lorber de nummering
kent. Swedenborg heeft op verschillende plaatsen en op buitengewone manieren de
cijfers [getallen] in geestelijke zin geschreven. Dezelfde getallen moeten
geestelijk begrepen worden omdat ze ook zo zijn gebruikt in de dimensies van
alle zonnestelsels, mensen, dieren, planten en mineralen. Onze geestelijke
wetenschap werd geleidelijk gematerialiseerd. Vandaag de dag zijn hiervan nog
enkele brokstukken over, en deze getuigen van de kracht uit die toenmalige
tijd. Stukje bij beetje werden enkele van deze fragmenten weer samengevoegd.
In het boek
Saturnus van Jakob Lorber staat: 'Overigens geldt voor de getallen zeven,
eenentwintig, enzovoort dit ook voor de bewoners van Saturnus, en bijna alle getallen die zonder rest
deelbaar zijn door zeven, zijn heilige getallen. En dus wordt ook daar een
periode van zeven dagen met de zevende dag, die voor hen ook een feestdag is,
afgesloten.’ [Sa.01_042,03]‘
‚Kijk, twee keer
vier is acht; maar waarom is dat Jeruzalem? Kijk, in het getal 8 ligt het getal
7 onmiskenbaar besloten. Het getal 7 betekent de volmacht van de zeven geesten
van God die overeenstemming hebben met de zeven kleuren en dus ook met het
leven van elke mens. Maar nu hebben we bij het getal 7 nog het getal 1; wat
betekent dit dan? Het betekent dat deze zeven geesten niet zeven, maar in
diepste wezen slechts volkomen één geest zijn; en dat is als het ware in het
getal 8 uitgedrukt, waarin tegelijkertijd de geesten van God afgezonderd en dan
daarnaast tot één verenigd op overeenstemmende wijze uitgebeeld worden, en deze
verenigde één met de vroegere, gedeelde 7 het volledige getal 8 geeft.‘
[Geestelijke Zon, deel 1, hfdst.45:13]
[GS.02_045,14] Nu
stelt Jeruzalem onder het werkend princip van liefde en wjsheid eveneens de
Heer voor, hetgeen jullie uit de beweegreden voor het ontstaan van deze stad en
uit haar doelmatige inrichting duidelijk kunnen opmaken. Zodoende zijn de Heer
of Zijn liefde en wijsheid of de zojuist aangeduide stad Jeruzalem volkomen
identiek; en het getal 8 dat de Heer als een vereend volmaakt wezen voorstelt,
moet dan eveneens datgene voorstellen wat vanuit welk standpunt dan ook
bekeken, de Heer in Zijn vereende volmaaktheid voorstelt. Jeruzalem echter doet
dat, en daarom kan het ook met hetzelfde recht door het getal 8 worden
aangeduid. [Geestelijke Zon, deel 1, hfdst.45:14]
En zoals het met
Jeruzalem gesteld is, zo is in het diepste wezen ook met al het andere gesteld,
omdat de Heer toch zeker overal alles in alles is. Daarom kan het getal 8 in
die bepaalde sfeer heel goed zowel het ene als het andere betekenen. Jullie
zeggen nu weliswaar: als at met 8 zo is, dan moet dato ok voor alle andere
getallen opgaan. Dat is juist en zeker, maar zolang jullie nog met
aardse getallen en maatstaven omgaan en van oordeel zijn dat God en de zuivere
geesten net zo moeten tellen als jullie, zullen jullie van zoiets de diepe
betekenis niet volledig kunnen begrijpen. [Geestelijke Zon, deel 1,
hfdst.45:15,16]
Een leerling van Jakob Lorber had kritiek op de Heer en kreeg via Lorber
van de Heer het volgende antwoord:
‚Wanneer hij [de
leerling] zal zeggen dat sommige dingen in die mededelingen van Mij [aan Jakob
Lorber] wel heel merkwaardig zijn, en dat er geen orde en geen systeem aan ten
grondslag ligt, dan moet hij erop geattendeerd worden dat Mijn orde en Mijn
systeem geheel anders zijn dan die van de mensen, die een, twee, drie, vier,
vijf, zes, zeven, acht, negen, tien tellen, maar daarbij niet bedenken dat elk
van deze getallen alleen maar een grensmarkering van een oneindigheid is. Wat
er tussen een en twee en drie enz. ligt,
daar denken ze niet aan! Ik heb en ken de juiste orde en zeg daarom niet een,
twee, enz.; maar zolang de oneindige kloof tussen een en twee niet opgevuld is,
kan niet tot drie worden overgegaan‘.
‚Aan wie is het
begin, het midden en het einde van alle dingen eigenlijk bekend? Ik ben de Alfa
en de Omega en het eeuwige middelpunt van alle dingen Zelf. Daarom is Mijn orde
ook de juiste, omdat Ik de eeuwige orde Zelf ben. En als de nieuwe man Mij
terug zal vinden, dan zal Mijn orde en Mijn systeem ook begrijpelijk voor hem
worden‘.[Hemelse Geschenken, deel 1, blz.112,113]
‚Ook jij, Mijn
lieve schrijver [Gottfried Mayerhofer], lijdt sterk gebrek aan deze drie
deugden [getal 666]. Als deze deugden ook, net als de liefde voor God, voor de
naaste en voor zichzelf, in getallen uitgedrukt zouden moeten worden, dan zou
het numeriek resultaat voor jou zeer gering zijn en je niet tot voordeel
strekken. Want je hebt weinig geloof, nog minder vertrouwen en bijna geen
overtuiging dat Mijn woorden die Ik je gegeven heb in vervulling zullen gaan,
ondanks het feit dat Ik je dag aan dag moet herhalen: laat de mensen praten,
blijf bij Mij, bij Mij is waarheid en geen leugen!‘… [Levensgeheimen, hfdst.10,
blz. 90,91]
‚Dit is wat er met je gebeurde toen je over de hemel van
de ‘vaste’ sterren las, waarbij de grootte, de afstanden, het onderlinge
wetmatig op elkaar inwerken; bij al deze maten schrompelen jullie menselijke
lichaamsgrootte of je onbeduidende maatstaf, ‘de voet’, evenals de diameter
[doorsnede] van jullie aarde of die van haar baan om de aarde, ja ook de
doorsnede van jullie hele zonnestelsel en de afstand daarvan tot de
dichtstbijzijnde vaste ster, krimpen ineen tot niets. En al deze grootse
maten, en in aardse termgetallen uitgedrukt, zijn niet voldoende om Mijn
schepping en haar ruimten of tijden te meten.’
‘Ook toen zelfs het licht met zijn snelheid als
rekenfactor zich nauwelijks bewees in haar waarden (want er komen weer getallen
aan het licht die voor jullie menselijk begrip niet meer te bevatten zijn, en
hoogstens zou alleen de wat snellere elektrische vonk nog als standaardmaatstaf
kunnen dienen, waarmee jullie buiten
jullie atmosfeer niets meer kunnen meten), eerst toen greep de benarde ziel
naar de snelste tijd- en ruimtemeter: de gedachte.’
‘Deze maatstaf heb Ik in jullie als godsgedachte gelegd,
om jullie op zijn minst toch bij benadering een vermoeden te laten krijgen hoe
groot wel de begrensde materiële schepping van de zonnen en werelden kan zijn,
waarbij alle andere pogingen om er ook maar een flauwe voorstelling van te
hebben tot niets leiden.’ [Scheppingsgeheimen, hfdst. 20:8,09]
‚Getallen zijn niet toereikend om Mijn werelden en hun
afstanden te meten, woorden zijn niet in staat om alle schoonheden van die
scheppingen te beschrijven, en geen menselijke geest, hier noch daar, zal ooit
een volkomen overzicht krijgen van Mijn hele materiële en geestelijke rijk.
‘[Scheppingsgeheimen, hfdst. 27:7]
‘Dus de term 'tijd' kan dus net zo min uit de schepping
worden uitgeroeid als Ikzelf. Zonder tijd is er geen wereld, en zonder Mij is
er geen tijd! - Wat is de tijdsduur van het menselijk leven van de wieg tot het
graf? Het is niets anders dan een gedeelte van oneindigheid dat alleen wordt
uitgedrukt in getallen, en dat zichtbaar is in een zichtbaar, geschapen wezen
in zijn ontstaan, zijn ontwikkeling en zijn vergaan. Zonder deze zichtbare
veranderingen zou de tijd niet te meten zijn, als jullie geen uurwerk hadden
ontwikkeld als maatstaf voor de tijd, door de afwisseling van dagen of de
verandering tussen dag en nacht te tellen.’ [Scheppingsgeheimen, hfdst. 36:7]
In de Huishouding van God wordt verder veel over het getal geschreven en
bovenstaande beschrijving mag toch voldoende volstaan om een kleine glimp op te
vangen van de ondoorgrondelijke tijd van de Schepper. G.
UpToDate 2024-2025