NEGENDE GEBOD
ingezonden door Wilhelm Erdmann
[Dld]
[orginele tekst ingekort]
5. De naam van
God werd slechts eenmaal in het jaar door de hogepriester achter de voorhang in
de tempel voor allen voorgelezen. De naam klonk als JieHouWa (JHW). Omdat de juiste
naam van God al sinds eeuwen door niemand mocht worden uitgesproken, ging deze
nu verloren.
6. In de
joodse boeken werden de klinkers, waaruit de naam van God bestaat, steeds door
een punt vervangen. Bij het lezen moet de lezer zich hier steeds de juiste
klinker bij bedenken, zodat de ‘wetenschap de analogieën van de joden’ niet
verloren gaat.
7. Toen de naam van God bij de hogepriester
niet meer bekend was, voerden de joden een hervorming in. De punten van de
plaatshouder werden in de Schrift door
van de tempel vastgelegde klinkers vervangen, zodat de Schrift overal op
de gehele wereld kan worden voorgelezen.
8. Toen de Geschriften van Mozes met klinkers waren voorzien, kwam de
grondbasis van de joodse religie, ‚de
wetenschap der overeenkomsten van joden‘ steeds meer in de vergetelheid. Toen
de priesters deze voor een groot deel verloren hadden, geraakten de joden in de
Babylonische gevangenschap.
9. In de
Babylonische gevangenschap werd het joodse weten in meerdere lesboeken, zoals
de Talmud, samengevat, maar de ‚wetenschap der joodse overeenkomsten‘ liet zich
door de joodse priesters niet reconstrueren en deze bleef voor hen
verloren.
10. De
„wetenschap der analogieën der joden’ kan slechts mondeling worden doorgegeven,
wanneer ze zogenaamde bovennatuurlijke hulpkrachten moeten doen ontstaan. Ter
oefening heeft de lezer in de geschriften van Mozes de mogelijkheid de klinkers
bij het voorlezen God gedienstig in te stellen.
11. Toen de oud-joodse conservatieve
priester Barnabe Israel, want alle joden heten
met de achternaam Israel, van de schriftreformatie hoorde, werd hij boos
gemaakt, toen hij vooruit zag, dat de tempeljoden nu de ‚wetenschap der joodse
overeenkomsten’ langzaam maar zeker verloren ging.
12. De
priesters behoorden nog bij de oud-gelovigen. Ze maakten de vele hervormingen
van Mozes niet mee. De oud-gelovigen hebben slechts negen geboden. Toen de
joden meer en meer echtbreuk bedreven, gaf Mozes hen het negende gebod en zo
ontstond het 10e gebod: ‘gij zult niet begeren een andere partner
naast je eigen vrouw!“
Respons van G.
I
Betreffende het negende gebod, raad
ik je aan ook hoofdstuk 89 te lezen, vers 6 etc., van het tweede deel van de
Geestelijke Zon, waarin precies de innerlijke zin van het negende gebod wordt
uiteengezet. Maar, zoals je schrijft, waren er eerst maar 9 geboden!
In het navolgende vinden we het onder:
[1] Helias zei: 'O Heer en Meester, bij het negende en tiende
gebod zie ik al meteen een werkelijk niet geringe moeilijkheid en die bestaat
daaruit, dat wij, joden van deze tijd, nu een negende en een tiende gebod
hebben, terwijl Mozes toch alleen maar een negende gebod aan het eind van zijn
basiswetgeving gaf. Het hele negende gebod luidt echter: 'Gij zult niet begeren
uws naasten huis, gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn
dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets
wat van uw naaste is!'
[2] Daarmee eindigt de basiswetgeving, want meteen daarna
vluchtte het volk, volgens het verhaal van Mozes, uit angst voor de bliksems en
donderslagen, voor het bazuingeschal en voor het geweldige roken van de berg en
het smeekte Mozes, dat hij alleen met God zou spreken -want als het nog langer
Gods stem, die alles deed schudden, aan moest horen, dan zou het hele volk
sterven van grote angst en vrees - waarop Mozes het volk kalmeerde en suste.
over een verder, tiende gebod wordt dan vervolgens niet meer speciaal
gesproken.
[3] Maar bij ons is het 'Gij zult niet begeren uws
naasten vrouw!' in het negende gebod weggelaten en daar is een tiende gebod van
gemaakt, en weer anderen noemen dat het negende en al het andere het tiende
gebod. Allereerst rijst dan de vraag: Heeft Mozes van God toch tien of maar
negen geboden gekregen?'
[4] Ik zei: 'In het begin, M’n lieve Helias, echt maar
negen, maar later, toen hij gedwongen was de gebroken eerste stenen tafelen van
de wet weer door nieuwe te vervangen, heeft hij zelf het laatste gebod in tweeën
gesplitst om de overspelige begeerte naar de vrouw van een naaste - wat de joden in Egypte hadden geleerd,
waardoor zij in voortdurende onmin en aanhoudende tweedracht leefden en elkaars
doodsvijanden werden - goed duidelijk te maken, en uiteindelijk zette hij op
echtbreuk zelfs de lichamelijke doodstraf, omdat dit woord, al was het nog zo
wijs, niets hielp bij de door en door zinnelijk geworden joden.
[5] En nu weet je dus wanneer, hoe en waarom uit het
laatste, negende gebod een afzonderlijk tiende ontstond. Het aantal is hier
echter onbelangrijk, maar alleen de zaak waar het om gaat en dus kun je hier
je kritiek ofwel alleen op het hele negende gebod of ook op het afzonderlijke
tiende gebod richten. Het hangt nu alleen van jou af waar je de voorkeur aan
geeft.“ [GJE7-35:1-5]
UpToDate 2024-2025