Wat betekent naastenliefde?
ingezonden door Klaus
Opitz uit Duitsland
De belangrijkste
boodschap van het OT zijn de 10
geboden. De belangrijkste boodschap van het NT zoals de Nieuwe
Openbaringen van Jezus is de samenstelling van de 10 geboden in de twee liefdegeboden van Jezus, waarbij
het tweede liefdesgebod het
thema van deze tekst moet zijn.
Jezus: ‘Mijn leer is op zich heel kort en gemakkelijk te vatten;
want zij verlangt van de mens alleen dat hij in één ware God gelooft en Hem als de goede Vader en
Schepper boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf, dat wil zeggen, hem
zo behandelt als hij redelijkerwijs kan wensen dat zijn naaste hem
ook zal behandelen. Wel, zoveel eigenliefde heeft toch zeker ieder
mens, dat hij niet zal wensen dat zijn naaste hem iets kwaads zal aandoen, - en
daarom moet hij dat ook zelf zijn naaste niet aandoen!’ (GJE.07_140,03)
Deze liefdegeboden van Jezus gelden niet alleen voor onze
medemensen, maar ze zijn universeel bedoelt voor de totale mensheid en ook voor
het hiernamaals in het geestelijke Rijk.
Jezus stelt
echter niet alleen maar geboden op, doch Hij geeft waar nodig ook verklaringen
en belicht de betekenis achter het Woord. Zie bijvoorbeeld de verklaringen tot
de 10 geboden
(GJE.07_028,01ff e.a.), de verklaringen tot de Bergprediking (GJE.01_039,15ff) of het “schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden” (GZ.02_073,01ff).
[Geestelijke Zon]
Een eerste
aanwijzing op het juiste begrip van de twee
liefdegeboden geeft Jezus ons de
volgende woorden mee aan Judas:
[1] IK zeg: "Best, dan zal Ik je een maat geven,
waardoor jij en iedereen weten zal hoe het staat met de eigenliefde, de naastenliefde
en de liefde tot God.
[2] Neem het getal 666, dat onder goede en kwade
omstandigheden respectievelijk een volmaakt mens of een baarlijke duivel
aanduidt!
[3] Deel de liefde in de mens precies in 666 delen; geef
er daarvan 600 aan God, 60 aan de
naaste en 6 aan jezelf! Wil je echter een baarlijke duivel zijn, geef er dan 6 aan God, 60 aan de naaste en 600 aan
jezelf!’ (GJE.02_077, 1-3)
Naastenliefde echter alleen zet nog niet automatisch het goede op gang,
maar het kan ook nadelig zijn. Foutief begrepen naastenliefde kan
beslist het tegendeel van het doel bewerkstelligen, wanneer bijvoorbeeld met
het “goed doen” slechts een ondeugd van de smekeling wordt gevoed of iemand in zijn niets doen bevestigen, in
plaats van door het werk te worden geleid of bij boosheid uit naastenliefde de bijstand bevorderen of handelingen in strijd met de geboden
begunstigen.
Daarom behoort
tot de juiste (naasten)liefde steeds
ook de juiste wijsheid zoals het verstand,
ook wanneer het laatste toebehoort aan de wereld en haar materiële behoeftes.
Maar wij leven juist ook (nog) in deze wereld, die wij kunnen vormen, tot het
goede of tot het slechte – en daarmee heeft de Heer ons een enorme
verantwoording opgedragen.
‘God heeft ieder mens de rede en het verstand
gegeven en daarnaast de vrije wil en
in deze drie tegelijk ook drie hoofdwetten en wel de volgende: door de rede, dat de mens al het goede
en ware zal vernemen, door het verstand,
dat hij hetgeen hij verneemt ordent en het absoluut zuivere herkent, en door de
vrije wil, dat hij het
absoluut zuivere vrij kiest, behoudt en daarnaar handelt.’ (De huishouding van
God – deel 3 – hoofdstuk 172 vers 8)
[4] Simon Juda zei tot Jezus: ‘…Kijk, bij de gelegenheid
dat U ons (de apostel) en het volk onderwees
over de liefde tot God en tot de
naaste, gaf U ook aan dat je zelfs je aartsvijanden moet liefhebben, en dat je degenen moet
zegenen die je vervloeken, goed doen aan degenen die je kwaad doen en aan
iemand die je een oorveeg geeft, nog je andere wang moet toekeren in plaats van
hem een oorveeg terug te geven.’…
Jezus: ‘Het is op zichzelf heel duidelijk, dat men een door en door slecht mens door een te vriendschappelijke houding
niet nog meer gelegenheid moet bieden om zijn boosaardigheid te laten groeien
en steeds slechter te worden dan hij voorheen was. In dat geval zou het
volhouden van een toegeeflijke houding niets anders zijn dan een ware ondersteuning van de te sterk
groeiende boosaardigheid van de vijand;’… [GJE-215-5, 9,10]
O, wees er zeker van dat
Ik met Mijn prediking over de naastenliefde de macht en het gezag van het
zwaard niet in het minst heb opgeheven, maar wel verzacht, zolang de
vijandigheid onder de mensen niet die graad heeft bereikt die men met het
volste recht hels kan noemen! Bij de ouden die volgens
de wet van Mozes leefden en bij de meeste oude richters werd gezegd: 'Leven
voor een leven, oog om oog, tand om tand!', maar het moet bij jullie niet zo
zijn dat je dergelijke wetten al te
letterlijk neemt, en dat je je vijanden niet vaker dan zeven keer moet
vergeven waarover Ik jullie al herhaalde malen een verklaring heb gegeven, die
jullie ook goed hebben begrepen! (GJE.10_215,14
e.v.)
„…maar het spreekt vanzelf
dat jullie iemand die in strijd met
Gods geboden handelt, daar
niet behulpzaam bij zijn, maar hem er vanaf moeten houden. Als jullie dat doen, beoefenen jullie de naastenliefde en zal jullie loon
in de hemelen groot zijn…
Maar er zullen weldra ook een groot aantal valse profeten in Mijn naam
opstaan; ze zullen het volk onderrichten ter wille van hun eigen gewin en het
verleiden door valse tekenen, die ze van de magiërs hebben geleerd. Neem
dergelijke valse leraren en profeten
niet op, ook al zullen ze luid roepen: 'Kijk, hier, of daar is de Messias, de
Gezalfde Gods!', maar toon hun met liefde en ernst dat ze tegen Mij zijn en handelen. Als ze naar jullie luisteren en van hun verkeerdheid
afzien, dan mogen jullie hen ook als vrienden beschouwen en behandelen; als ze echter niet naar jullie luisteren
en zich niet bekeren, verjaag hen dan uit de gemeente!” (GJE.10_139,03,6)
In de tekst ‘En Jezus weende’ uit de Schriftverklaringen van Jezus, lezen
wij:
‘Als na te volgen voorbeeld tonen de tranen dat ook u vanuit
de ware levensdiepte barmhartig zult zijn: want een door romanlectuur
ontstane weekhartigheid en erbarming
heeft voor Mij geen enkele waarde en is niet veel beter dan een blinde liefde en huwelijk op het toneel.
Zulke 'barmhartige' mensen
zal Ik ook eens het loon geven dat de oorzaak was van hun barmhartigheid. Zij
zullen aan gene zijde ook grote bibliotheken met talloze romans aantreffen en
ze zullen niet eerder daarvan los kunnen komen, voordat ze aan zichzelf
duidelijk ervaren hebben dat een geschreven liefde en een geschreven leven
helemaal geen liefde en leven zijn. Wie
niet vanuit Mij liefheeft en niet van Mij leert, die doet alles wat hij doet
als een dode en zal niet eerder uit zijn graf opstijgen, voordat Jezus over
zijn graf zal wenen. - Begrijp dit wel: er ligt hierin een grote diepte
en zo zij het leven u ook gegeven! Amen. (Bijbelse tekstverklaringen 01_024,15,16)
UpToDate 2024-2025