Waarom vond de Menswording van God plaats op onze planeet Aarde?

https://uitdaging.nl/system/files/sas-7ff70fc03bbb3e4859e54ed8a9734856.jpg    

door Wilfried Schlätz  Dld

                                kort uittreksel – foto van redactie

 

De HEER toont ons in zijn Nieuwe Openbaring via zijn schrijver Jakob Lorber, dat niet alleen alle planeten van ons zonnestelsel, behalve Pluto, niet slechts de planetaire zonnen die op onze Zon gelijken, maar ook de omliggende zonnen (een diameter van 1 lichtjaar en centrale sterren van spiraalvormige nevels) en de grootste zonnen (met een diameter van 1 miljoen: dus 106 lichtjaren, en een centrale ster met miljoenen sterrenstelsels) door mensen bewoond van ons materiële soort.

 

De HEER heeft de grote materiële scheppingsmens opgebouwd in de vorm van eindeloos veel geschapen aardebollen, die niets anders is dan in de materie bevroren grootste ziel; dat is de oergeschapen, maar gevallen geest Lucifer.

En de Heer zegt aan het einde van het tweede deel van "Robert Blum" [Hemel en Hel] over de betekenis van onze planeet in de grote materiële scheppingsmens:

 

"Deze mens is in zijn gehele gehalte de oorspronkelijke geest, die de Bijbel Lucifer (Lichtdrager) noemt en deze is nog steeds in het volle bezit van zijn grote zelfbewustzijn, maar niet meer in het bezit van zijn elementaire oerkracht. Hij is gevangen en gericht in al zijn delen. Slechts één weg staat hem steeds vrij, en dat is de weg naar Mijn Vaderhart! Voor elk ander is hij echter veroordeeld en zo goed als dood en kan hij verder geen voet of geen hand zelfs maar een centimeter bewegen.’

 

"Dat deze geest nu in zichzelf gescheiden is, en zoals aangetoond, en in dusdanige stevige vaste Aardebollen, dat zijn gericht is. En zijn leven, dat daardoor in bijna eindeloos veel afgesloten delen is gescheiden, kan niet als een geheel worden beschouwd, maar als een zeer verdeeld geheel. Want alleen in elke Aardebol is leven, maar buitenom daarvan is echter niets anders dan alleen Mijn eeuwig onveranderlijke vaste Goddelijke wil’. 

 

‘Als hij zichzelf daar wil vernederen en naar Mij terugkeert, dan moet zijn oorspronkelijke oerleven weer opnieuw worden losgelaten. En deze grote materiële scheppingsmens zal dan door een geheel vrij leven worden ingeblazen. Maar als deze oorspronkelijke geest van mijn schepping in haar arrogante koppigheid wil blijven bestaan, dan kan deze orde, zoals die nu is geordend, ook zo lang blijven totdat alle materie is opgelost in een nieuw, eindeloos vermenigvuldigd ziels- en geestelijk leven.' Robert Blum II, hfdst. 6 en 8 - 10). = Hemel en Hel, deel 2.

 

In het boekwerk "geestelijke Aarde", geeft de HEER nu het antwoord op de vraag die aan het begin werd gesteld: "Al was de ziel van Lucifer ook nog zo groot, toch kon in hem niet meer dan één geest wonen en deze ene geest, die zijn eigen val heeft veroorzaakt, kan niet in al de talloos gedeelde compendia van zijn eens concrete oerziel wonen. Zijn woning is slechts tot deze door jullie bewoonde Aarde beperkt. Alle andere hemellichamen, ofschoon ze delen zijn van deze voormali­ge ziel, worden niet door zijn geest bewoond.

Daarom ook kunnen de mensen van die hemellichamen, ofschoon hun natuur meestal beter is dan die van de mensen op Aarde, toch nooit die volkomen aan God ge­lijke hoogte bereiken als de kinderen van deze Aarde. Hoewel deze in de geest het meest verst van God  en de allerlaatste zijn, zijn ze juist daarom in geval van verbetering het allerhoogst en kunnen het meest aan God gelijk worden.

En om deze reden koos Ik, als de HEER, juist deze Aarde als toneel van Mijn grootste mededogen en schiep op haar grondbodem alle hemelen opnieuw. [Geestelijke Aarde 531, 10/11]

 

Verhelderend en duidelijk heeft de HEER in intiemere kringen van Zijn gerijpte leerlingen nog eens de onlangs gestelde vragen met volgende woorden beantwoord:

 

"Bij al die eeuwige talloze voorscheppingen, welke allen een oergroot menselijke oervorm van geschapen werelden vormden en bepalend waren, ben Ik niet zomaar op een of andere planeet door de kracht van Mijn wil op deze Aarde gekomen als Mens in het lichaam omhuld, maar Ik kwam alleen met haar menselijke schepsels in contact, die voor die schepping al geschapen waren als zuivere engelgeesten’. GJE4-255:2

 

Alleen deze schep­pingsperiode heeft Mij ten doel gesteld Mij op een willekeurig, klein, aards hemelli­chaam, dat nu juist deze Aarde is, om voor alle voorafgaande alsook voor alle in de nooit eindigende eeuwigheid en navolgende scheppingen, door Mij Zelf onderwezen te worden  in Mijn eeuwig, oergod­delijk Wezen in een lichaam en in de smalste vorm. 

Ik wilde Mij voor alle toekomstige tijden en eeuwigheden niet alleen, zoals gewoonlijk, ware en werkelijke, volledig op Mij lijkende, kinderen scheppen, maar hen door Mijn Vaderlijke liefde echt uitverkiezen, opdat zij dan met Mij over de gehele oneindigheid zouden heersen.

 

Om dat echter te bereiken, hulde Ik, de oneindige, eeuwige God, het voornaamste centrum van Mijn goddelijke wezen in het lichaam, om Mij aan jullie, Mijn kinderen, als zichtbare en tastbare Vader te presenteren en jullie Zelf door Mijn hoogst eigen mond en hart de ware, goddelijke liefde, wijsheid en kracht te leren, waardoor jullie dan, gelijk aan Mij, niet alleen over alle wezens van deze huidige scheppingsperiode moeten en zullen heersen, maar ook over die van de voorafgaande en alle nog komende.

 

En daarom heeft deze scheppingsperiode, ten opzichte van alle andere, het door jullie nog lang niet duidelijk genoeg besefte voorrecht, dat zij in de gehele eeuwigheid en oneindigheid de enige is waarin Ik Zelf de menselijke, vleselijke natuur helemaal heb aangenomen en Mij binnen de gehele, grote scheppings­mens, binnen deze hulsglobe, in dit gebied waar Sirius de centrale zon is, uit de tweehonderd miljoen hem omcirkelende zonnen nu juist deze, en van de vele aardbollen, die haar omcirkelen nu juist deze, waarop wij ons nu bevin­den, heb uitgekozen, om daarop Zelf mens te worden en jullie mensen uit te verkiezen als Mijn ware kinderen voor de gehele oneindigheid en eeuwigheid, zowel voor­ als achterwaarts. GJE4-255, 2-5)

 

UpToDate 2024-2025