Maria Magdalena
Over Maria Magdalena wordt veel gespeculeerd, wie ze was en wat ze deed.
Jammer genoeg worden veel mensen over haar persoon op het verkeerde been gezet.
Zo wordt er de ronde gedaan [door enkele schrijvers] dat zij een grote
ingewijde en één van de belangrijkste discipelen van Jezus was. Niets is minder waar en waar de
fantasie haar gang mag gaan, leest men zulke dingen al te graag, omdat er over
haar weinig bekend is. Wie was ze in werkelijkheid wel?
In de Bijbel lezen wij duidelijk dat deze vrouw een bijzondere band met
Jezus had, en was ontstaan nadat Jezus haar verloste van de zeven demonen
(Lukas 8:2). Maria Magdalena was een
prostituee voordat zij bekeerd werd. Dit staat niet zo expliciet in de Bijbel
vermeldt, echter wel in de Nieuwe Openbaringen van Johannes door Jakob Lorber.
Vlak voor het gedeelte waarin beschreven wordt hoe zij van de demonen was
verlost, is er een gedeelte over een zondares die aan de voeten van Jezus viel
en haar zonden vergeven werd (Lukas 7:37). Uit de beschrijving zou je het idee
kunnen krijgen dat het hier om een prostituee gaat. Zijn er aanwijzingen dat
het hier om Maria Magdalena gaat of zijn er misschien andere bronnen buiten de
Bijbel om die meer over haar leven vertellen? Ja, dat leest men in de Nieuwe
Openbaringen van Johannes van de Heer via Jakob Lorber!
Maria Magdalena wordt in alle vier de Evangeliën genoemd. Wij komen haar
samen met andere Maria's vooral tegen op Golgotha bij het kruis (Matth. 27:56;
Mark.15:40; Joh.19:25). Zij blijft tot het laatste bij Jezus, en ziet waar Hij
begraven wordt. (Matth.27:61; Mark.15:47) en zij is het ook die Jezus op de
ochtend van Zijn opstanding met andere vrouwen naar de hof van Jozef gaat om
het graf te bekijken. (Matth.28:1; Mark.16:1; Joh.20:1). Daar krijgt ze een
ontmoeting met de opgestane Jezus Christus (Mark.16:9; Joh.20:11-18; zie ook
Luk.24:10).
Van haar wordt verteld, dat zij Jezus op Zijn tochten (vanuit Galilea)
langdurig heeft gevolgd, samen met andere 'bemiddelde' vrouwen die Jezus
volgden en Hem dienden van haar goederen (Luk.8:2 e.v). Zij heet (mede ter
onderscheiding van haar met andere Maria's): Maria Magdalena of Maria van
Magdala (een stadje niet ver en ten noorden van Tiberias, genaamd Migdal]. De
evangelisten maken er melding van, dat Jezus haar verlost had van zeven
duivelen.
Men zou kunnen veronderstellen dat Lukas (in Luk.8:2) ook Maria
Magdalena noemt, omdat hij in haar dezelfde vrouw ziet als 'de zondares'
van het voorgaande hoofdstuk. Maria
Magdalena wordt echter wel eens 'verward' met de zondares van Luk.7:36 e.v.
(een vrouw met lange loshangende haren, die door Jezus verlost werd van zeven
'zondegeesten').
Markus 16:9: ‘En als Jezus opgestaan was des morgens vroeg op den eersten
dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had.’
Maria
Magdalena was een voormalige hoer en danseres voor
de groten der wereld en de heidenen. Op haar twaalfde jaar was zij bezeten door
7 duivelen en werd daarvan door Jezus verlost. Daarna deed ze vele goede werken
en deed ernstig berouw [boete] over haar verleden. Jezus bestempelde haar
liefde als bijzonder en puur zoals de liefde van Zijn lichamelijke moeder
Maria. Maria Magdalena en vele andere zoals Johannes, Jakobus en Petrus, waren
zeer gesteld op Jezus, vooral Maria Magdalena was helemaal verliefd geworden op
de Heer. Zo'n formele verliefdheid bij de Heer heeft hen allen tot
echte liefhebbers van de Heer gemaakt,
tot Zijn dierbaarste vrienden en meesters in de ware liefde en wijsheid.
Maria Magdalena
was niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk verliefd op Jezus; zij was
jaloers en beschouwde formeel, dat Hij [Jezus] haar enige uitverkoren geliefde
was. Ze zag de Heer echter als een groot profeet, maar Zijn goddelijkheid was
haar nog onbekend tot na de opstanding. Eerst daarna deed ze boete en besefte
toen pas wie haar Geliefde was!
Omdat haar
grootste liefde tot Jezus, die zij nu verloren had vanwege het lijden en de
dood van haar Heer, Meester en Redder
had zij haar hart in alle oprechtheid aan haar enige Geliefde gegeven, en
daarom was zij nu zeer ontroostbaar. Haar wereldse gepassioneerde liefde voor
de Heer was rechtvaardig, maar niet helemaal trouw aan de hemelse orde.
Omdat Maria Magdalena
de Heer het meest liefhad, was zij ook de eerste, de Hem na Zijn opstanding te
zien kwam. Zij was dus niet alleen in geestelijke zin in op de Heer verliefd,
maar ook lijfelijk [zinnelijk] tot jaloersheid toe.
Na de hemelvaart
van Jezus had Magdalena berouw, omdat ze pas daarna leerde wie achter haar
vermeende minnaar stond, waarop ze voor het eerst Jezus begon lief te hebben
door haar grote boetedoening in de geest van nederigheid en daardoor in alle
waarheid.
Bronnen:
Bisschop Martinus-115:10-11, Hemel en Hel, deel 2-242:6, Hemelse Geschenken,
deel 1, 2 en Gert Gutemann: http://www.chemtrails-info.de/
UpToDate
2024-2025