De MAAN
Astronomen van de Japanse
ruimtevaartorganisatie Jaxa
hebben op de maan een
enorme grot ontdekt. De ondergrondse ruimte onder de Mariusheuvels
op de maan zou zo'n 50 kilometer lang zijn en 100 meter breed en enkele
tientallen tot 200 meter onder de oppervlakte liggen. Dat blijkt uit
analyses van gegevens die de Japanse ruimtesonde Selene
heeft verzameld. Hoe de grot er binnenin uitziet is nog onduidelijk.
·
Basis of kolonie
Een maangrot zou een ideale plaats
zijn voor een maanbasis, omdat de bewoners van zo'n grot beschermd zouden zijn
tegen de extreme temperatuurschommelingen en schadelijke kosmische straling
en uv-straling van de zon.
De laatste tijd worden er weer
plannen gemaakt om mensen naar de maan te brengen. Niet alleen Japan, maar ook
Rusland, China, India en de VS hebben plannen voor een reis naar de maan, of
zelfs het vestigen van een kolonie.
·
Lavastromingen
Dat er grotten zijn op de maan is al
enige tijd bekend. Ze zijn zo'n 3,5 miljard
jaar geleden ontstaan toen het maanoppervlak voor een deel uit vloeibaar lava
bestond. Toen de maan afkoelde stolde de bovenkant van de
lava, maar bleef het onder de oppervlakte nog een tijd stromen. Er vormden zich
kanalen in de lava, die leegliepen toen de lavastroom afnam. Daardoor
ontstonden een soort buizen, in het Engels: lava tubes, de
maangrotten.
Aan het
maanoppervlak is van de grotten vaak alleen een ronde opening te zien. De
observatiesatelliet Lunar Reconnaissance
Orbiter heeft er daarvan zo'n 200 ontdekt.
Via een opening
in het dak van de grot is lastig te bepalen hoe groot de ondergrondse ruimte
is. De Japanners hebben daarvoor radiogolven gebruikt.
De Amerikaanse
ruimtevaartorganisatie NASA heeft eerder metingen gedaan
aan het zwaartekrachtveld van de maan, waarbij ook een aantal mogelijke grotten
zijn ontdekt.
Het Japanse
ruimtevaartuig Selene lijkt voor een doorbraak te
zorgen. Met een speciaal systeem zijn wetenschappers in staat structuren onder
het maanoppervlak te herkennen. In eerste instantie dacht men een grot gevonden
te hebben van zo'n vijftig bij vijftig meter, maar bij nader onderzoek bleek
het te gaan om een veel groter oppervlak. Het lijkt erop dat de kloof ook water
of ijs bevat, dat weer omgezet zou kunnen worden in brandstof.
Het bevroren water
bevindt zich op zowel de noord- als de Zuidpool van de maan. Het zit in de
koudste en donkerste delen van het maanoppervlak. Op de Zuidpool is meer
waterijs dan op de Noordpool; hier bevindt het zich vooral in kraters waarin
permanent schaduw is en het doorgaans nooit warmer wordt dan -157 graden
Celsius. Op de Noordpool is het waterijs wat meer verspreid.
NASA:
definitief
bewijs van ijs op maanoppervlak
WATER IN DE MAAN, ZELFS MEER
DAN AANVANKELIJK GEDACHT
Er is veel meer water op de maan dan
we dachten, zo blijkt uit de analyse van minuscule glaskraaltjes die ontstonden
bij vulkaanuitbarstingen in een ver verleden. In de jaren zeventig van de vorige
eeuw werden tijdens de maanmissies van Apollo 15 en
17 monsters van de glaskraaltjes genomen; beide missies landden in een gebied
waar vulkanische activiteit in het verleden was vastgesteld. De kraaltjes
ontstonden toen magma werd uitgestoten en aan de oppervlakte kristalliseerde,
waarbij water in de kristallen werd opgesloten. Maar de wetenschappers wisten
niet zeker of de Apollo-monsters alleen op die
plekken voorkwamen of dat de waterhoudende kraaltjes ook in andere oeroude
lavabeddingen waren te vinden.
·
Binnenste van de maan blijkt veel
water te bevatten
Hoewel een flink deel van het
oppervlaktewater op de maan in kaart is gebracht, wist men eigenlijk niet hoe
het binnenste van de maan eruit zag, deels omdat er erg weinig monsters van het
vulkanische mantelgesteente van de maan zijn verzameld. In een nieuw onderzoek dat in het vakblad Nature Geoscience werd
gepubliceerd, hebben wetenschappers de Apollo-monsters
nog eens goed bekeken, waarbij ze gebruikmaakten van recente satellietopnamen
om te zoeken naar sporen van waterhoudende kraaltjes op andere plekken op de
maan. Daarbij ontdekten ze dat dit soort vulkanische afzettingen overal
voorkomt en dat het binnenste van de maan veel meer water bevat dan voorheen
werd aangenomen.
“Het feit dat de
onderzoekers overal tekenen van deze glaskraaltjes zagen, zegt ons dat er nogal
wat water in het binnenste van de maan aanwezig was toen deze
vulkaanuitbarstingen plaatsvonden,”
aldus NASA-wetenschappers.
·
Maan is niet alleen kurkdroog
Wetenschappers
dachten altijd dat de maan kurkdroog was, maar in 2008 onderzochten ze
glaskraaltjes van de Apollo-monsters en ontdekten
voor het eerst minuscule sporen van water. [wel te verstaan op de kant naar de
aarde] Daarna volgde een ware vloedgolf van ontdekkingen over water op de maan.
In 2009 liet NASA een raket en een satelliet neerstorten in een krater op de
Zuidpool van de maan, in de hoop nog meer bewijs voor water te kunnen oppikken.
Bij het neerstorten werden gegevens gemeten die wezen op het bestaan van
waterijs en hydroxyl, een uiterst reactief molecuul dat in verband wordt gebracht met water.
En in 2010 onderzochten wetenschappers andere monsters die tijdens de
maanmissies waren genomen en ontdekten daarbij nog meer sporen van water, in
een mineraal genaamd apatiet. Geologen begonnen toen
te vermoeden dat in diepere gesteenten van de maan weleens grote voorraden
water zouden kunnen voorkomen. Als je al het water in het binnenste van de maan
naar boven zou brengen, dan zou je een ‘oceaan’ van één meter diep over het
hele oppervlak van de maan kunnen creëren,
·
Hoeveel water is er op de maan?
Hoewel deze studie erop wijst dat het binnenste van de maan veel meer
water bevat, is het helaas moeilijk te zeggen hoeveel water er precies op de
maan voorkomt. Uit
onderzoek dat in 2011 werd verricht, blijkt dat de vulkanische kraaltjes
dezelfde hoeveelheid water bevatten als vulkanisch basaltgesteente op aarde. En diep in het binnenste van onze planeet is er waarschijnlijk meer water dan in alle oceanen, meren en rivieren op aarde bij elkaar. De
nieuwe bevindingen zouden kunnen betekenen dat een deel van de maan of
misschien zelfs de hele maan net zoveel water bevat als de aarde.
Wat wij met
het blote oog kunnen waarnemen zijn de donkere gebieden op de maan. Het lijkt
wel, of we er een gezicht met ogen, neus en mond uit kunnen fantaseren.
[GJE4-107:2,3] Men gaf deze gebieden de naam ‘mare’ dat van ‘meer’ of ‘zee’
komt. Etymylogisch betekent mare of mére [Frans] ook ‘moeder’ – anderzijds ‘bitter’. Soms
worden de benamingen zielsmatig gegeven. Ook hier zien we de gelijkenis met de
bittere materie [Materias, Mara] Gestolde materiekracht uit moeder aarde en
blijft steeds boven moeder aarde hangen.
Wat vele
lezers misschien niet weten [ook ik niet tot voor kort! G] dat de eigenlijke
maan niet de achterkant van de maan is, maar de voorzijde.:
Om echter de
maan en zijn bewoonbaarheid helemaal te begrijpen, moet men weten dat de maan
eigenlijk alleen maar op de naar de aarde toegekeerde kant 'maan' is; aan de
andere zijde is hij geen 'maan', maar een heel stevig stuk aarde. Wat dus
'maan' is, is niet vast, maar heel losjes, bijna als een enigszins vast
zeeschuim; de vastere delen stijgen als bergen omhoog, maar de zachtere delen
zijn nis- en trechtervormig in de richting van het centrum van het
hemellichaam ingezonken. In enkele daarvan bevindt zich atmosferische lucht
die nog niet heeft kunnen ontwijken en die, als je door sterke verrekijkers
kijkt, er bijna als water uitziet.
Alle hoogten,
evenals de minder diepe trechters, hebben geen atmosferische lucht, maar alleen
ether, zoals die zich in de vrije ruimten tussen zon en planeten bevindt. Deze
kant van de maan [de kant die wij zien vanaf de aarde!] wordt dan ook
niet door organische wezens bewoond, maar haar bewoners zijn van geestelijke
aard. Deze geestelijke bewoners waren tijdens hun aardse leven louter
wereldgezinde mensen en worden nu ter verbetering daarheen verbannen, zodat ze
zich op deze manier nog genoeg aan de wereld kunnen vergapen.
En als ze na
lange tijd merken, dat het aangapen van de wereld geen vruchten oplevert en als
ze luisteren naar de daarheen gezonden leraren, dan worden degenen die zich
wel willen beteren dadelijk op een hogere, gelukkiger trap van vrijheid
gebracht; de minder volgzamen echter krijgen op de
maanaarde weer een lichaam en moeten daar een heel armzalig en kommerlijk
bestaan leiden. In de eerste plaats hebben ze daar met grote koude en
duisternis te kampen, ten tweede met een ondraaglijke hitte; want de nacht
duurt daar bijna veertien volle dagen en de dag duurt even lang.
Tegen het
eind van elke nacht wordt het daar zo koud als op aarde aan de Noordpool en in
de middag en tegen het eind van de dag wordt het zo warm, dat geen levend wezen
het aan de oppervlakte kan uithouden.
[Aarde en maan, deel 2, hfdst.1:9]
De maan zelf
[dus de zichtbare voorkant!] is dus nog een vastere deel dan onze aarde. Daarom
gaan ook de hardnekkigste materiële zielen van de aarde na hun sterven
daarheen!
Waaruit
bestaat de achterkant van de maan? Dit is een heuvelachtig bergland.
Er bestaan
volgens Lorber twee soorten geestwezens, die daar
leven, of eigenlijk drie: het ene soort leeft als hardnekkige zielengeest,
bekleed met een etherlichaam, aan de ons zichtbare zijde. Het tweede soort op
achterkant van de maan, bekleed met een stoffelijk lichaam ter grootte van een
kind.
Zij hebben de
begaafdheid van helderziendheid en hebben de behoefte om zo gauw mogelijk op de
aarde geïncarneerd te worden, door de harde en bittere primitieve
omstandigheden daar, en moeten daar duizenden jaren vertoeven, voordat ze
gelouterd zijn.
‘De bewoners
van de maan hebben als zeer eenvoudige en in zichzelf gekeerde mensen bij
uitstek de gave van de helderziendheid, en dat met name tijdens hun nacht van
veertien volle aardse dagen, die zij in hun onderaardse woonholen
meestal slapend doorbrengen.
Tijdens deze
slaap blijft hun ziel echter volkomen wakker en deze ziet dan alles om zich
heen tot in de verre omtrek, en dus ook deze aarde, waar zij eigenlijk min of
meer bij horen, die zij echter, vanwege de natuurlijke positie van de maan
tijdens hun waaktoestand, op hun lange dag nooit kunnen zien; (want de
maanmensen bewonen alleen het gedeelte van de maan dat van de aarde is
afgekeerd) omdat de maan, zoals Ik jullie al uitgelegd heb, om heel
natuurlijke redenen (op de naar de aarde toegekeerde kant) geen lucht en geen
water heeft, en als er al hier en daar in de vele dieper gelegen delen een
soort lucht aanwezig is, dan is die toch niet toereikend voor de ademhaling van
wezens met een lichaam, en is er ook niet geschikt voor, omdat het element zout
( de zuurstof) geheel ontbreekt.
De mensen van
de maan hebben daar in hun natuurlijke toestand ook geen behoefte aan, omdat
zij in hun droomleven, waar zij het meest van houden, toch al alles kunnen zien
en te weten kunnen komen wat goed is voor het heil van hun ziel. Zij verlangen
er dan ook het allermeest naar om snel bewoners van deze aarde te worden, wat
dan ook eigenlijk hun bestemming is. En als zij op hun wereld hun lichaam
hebben afgelegd, gaan hun zielen, als zij zich tijdens hun lichamelijke leven
daarvoor waardig gemaakt hebben, meteen naar deze aarde en worden bij een
passende gelegenheid in een moederlichaam verwekt.
Als kinderen
van deze aarde worden zij weer geboren, groeien vervolgens op en ontvangen de
opvoeding van de aardse mensen, waardoor zij in ieder geval de mogelijkheid
krijgen op de weg van de kinderen van God geplaatst te worden, hetzij
reeds hier of aan gene zijde.’ [GJE6-120:6,7]
Er zijn dus
ook vele zielen die de weg door de materie hebben moeten doormaken [mineralen,
planten, verschillende dieren – tot uiteindelijk een mensenziel!] – een aantal
van hen zijn niet op de aarde geïncarneerd [om zeer wijze redenen door Gods
hand], maar op de achterkant van de maan. Deze mogen na het afeggen van hun
lichaam op de aarde incarneren en het kindschap van God bereiken. Er is dus
verschil tussen geïncarneerde aardewezens, die op de maan zijn geplaatst en
nooit meer het kindschap God kunnen bereiken, maar wel een bepaalde zaligheid
op andere planeten. …
Een eiland in
de buurt bij Tahiti in het midden van de Stille Oceaan
Papeete is de hoofdstad
Op Tahiti woont de grootste Chinese gemeenschap van het zuiden van de Grote Oceaan. Uit deze omgeving is miljarden jaren geleden de Maan ontsproten! Het hoofdgeboortekanaal bevond zich dus in het midden van de
grote Oceaan. Toen werd het kind van de aarde geboren: de Maan. [Aarde en Maan,
hfdst.13:10-11] – Dat heeft een grootse geestelijke betekenis voor het hele
Universum.
https://www.google.nl/search?q=nasa+moon+2024&sxsrf=ALeKk00pHobfZjKHm4T4c7gqmc77Vm1zFg:1598209442933&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=2ahUKEwi6kf2QgrLrAhUI3KQKHUw0AbYQ_AUoAnoECAwQBA&biw=1600&bih=757
In
bovenstaande link vinden we vele foto’s die van de maan genomen zijn, ook op de
achterkant. Hoogst interessant!
De
samenstelling van de maan is door druk van het binnenste der aarde – miljarden
jaren geleden - met ongelooflijk grote kracht en druk bijna 400.000 kilometer
in de lucht geslingerd.
Lucifer woont
in het binnenste van de aarde en haar mogelijke leefomgeving zou daar kunnen
zijn. Ook omdat daar veelvuldige vulkaanerupties voorkomen. De bergen hebben
daar een vulkanische consistentie.
Tahiti, het
vulkanische eiland