Werkelijke ligging van oud-Jeruzalem
Van alle plaatsen die Jezus bezocht
heeft is vandaag niets meer van terug te vinden. Ook niet van de tegenwoordige
‘geloofwaardige’ benamingen van oude streken, dorpjes en stadjes, die voor 2000
jaar nog geëxisteerd hebben. Hier en daar zien we nog wel de verbasterde namen
[overlevering] terug.
Het huidige Kapernaum, dat aan het
meer van Galilea gelegen is, wordt nog steeds beschouwd als het echte
Kapernaum [Kafarnaum] van Jezus. Maar het grote meer van Galilea
was volgens de Geschriften van Jakob Lorber veel en veel groter met wel een 1/3
grotere omvang. Het moet ook wel minstens 40 meter hoger zijn geweest, dan de
huidige stand van -212 meter. Het kustgebied strekte zich kilometers verder het
land in. Het echte Kapernaum is dan ook zeker wel 5 kilometer landinwaarts te
zoeken.
In het
bijzonder – geheel op een andere locatie - geldt ook de ligging en
uitgestrektheid van oud-Jeruzalem. De huidige ligging van het huidige Jeruzalem
strookt niet met de toenmalige. De oude stad lag veel meer zuid-oostelijker.
‘Jeruzalem zal zo
verwoest worden, dat men al in deze tijd niet meer zal weten waar het eens
heeft gestaan. Wel zullen de latere mensen daar een kleine stad met dezelfde
naam bouwen; maar de vorm en de plaats zal anders zijn. En zelfs dit stadje zal
door vijanden van elders veel kwaad te verduren krijgen en verder zonder
aanzien en belang een nest van allerlei gepeupel blijven, dat met moeite een
kommervol bestaan in stand zal houden van het mos van de stenen uit de huidige
tijd. Ja, Ik wilde deze oude godsstad wel tot voornaamste van de .Aarde maken;
maar zij heeft Mij niet erkend, en behandeld als een dief en moordenaar! Daarom
zal zij voor altijd vallen en zich in de toekomst met meer verheffen uit het
puin van de oude, welverdiende vloek, die zij zichzelf op de hals heeft gehaald
en met eigen mond heeft uitgesproken!’ [GJE5, hfdst.
9-11,12]
Wel is
het zo dat haar uitgestrektheid wordt gemeten vanaf de Olijfberg. Maar ook deze
berg is volgens Lorber niet meer die berg van 2000 jaar geleden, dat zich
kilometers uitstrekte richting Bethanië, het huidige El La- za – eret. Verder zegt de Heer via Jakob Lorber in Hemelse
Geschenken:
‘Wat de ligging van Jeruzalem
betreft, die is voor niet meer dan een achtste gedeelte van de plaats waar eens het grote Jeruzalem stond, als waar
aan te nemen….Hoezeer de ligging van
Jeruzalem veranderd is, bewijst het feit dat de Olijfberg – die er tegenwoordig
al heel anders uitziet dan destijds- vandaag bijna helemaal in het oosten van het nieuwe Turkse Jeruzalem
lbevindt, terwijl het oude Jeruzalem zich voor het grootste deel meer oostelijk
dan ten westen van de Olijfberg bevond’.
‘Geruime tijd na Mij heeft een Russische keizer genaamd Justinianus,
afkomstig uit het Morgenland, de joden toestemming geven, ja zelfs het bevel,
dat Jeruzalem plus de tempel, waarvan de fundering zeker nog te vinden zou
zijn, precies zo weer op te bouwen als het in Mijn tijd was. Toen ging uit alle
streken een groot aantal zeer welvarende joden met veel bouwlieden en arbeiders
naar de plaats van het voormalig Jeruzalem en wilde daar alles weer gaan
opbouwen op de plek waar ze betrouwbare sporen vaan de plaat van heet Jeruzalem
van weleer vonden. Ze werden echter door een vrome man die in deze omgeving
woonde en leefde volgens het evangelie van Filippus, gewaarschuwd volgens de
voorspelling van een profeet, om hun plan op te geven, omdat ze alls ze geen
gevolg aan ijn woorden zouden geven, er zeer slecht vanaf zouden komen.’
‘Maar ze lachten deze profeet uit en begonnen overal waar ze sporen van het
oude Jeruzalem aantroffen, te graven en het puin op te ruimen. En zie,
nauwelijks een halve dag duurde dit werk, of er ontstond een buitengewoon
sterke aardbeving, en spoedig daarop brak vanuit het binnenste van de aarde
over de hele plek van het oude Jeruzalem een vulkaanachtig heftig vuur uit, dat
precies het belangrijkste gedeelte van het oude Jeruzalem zodanig verwoestte
dat waarlijk geen steen en geen rots heel bleef. Stenen en rotsen werden tot
een soort gruis vermorzeld en uren gaans van de plaats weggeworpen, en die
plaats ziet er tot op de huidige dag nog als een woestenij uit. Daarom kan
niemand vermoeden dat op deze plaats eens het oude Jeruzalem heeft gestaan. Bij
de uitbraak van dit vulkaanachtige vuur zijn vele duizenden arbeiders te gronde
gegaan’.
‘Dit wonder werd door hen die zich hadden gered door ijlings op de vlucht
te slaan, in Rome aan de keizer gemeld en ze zwoeren dat het echt zo gegaan
was. Hij geloofde dit wonder, maar na twee jaar wilde hij toch op deze plaats
een groot gedenkteken oprichten om daardoor het nageslacht te tonen waar eens het grote Jeruzalem zich had
bevonden’.
‘Er kwamen weer bouwlieden en beeldhouwers op de plaats van Jeruzalem en ze
begonnen een plek uit te zoeken die voor zo’n monument het meest geschikt zou
zijn. Ze vonden zo’n plek en begonnen in de grond te graven. Alleen verging het
hen niet veel beter dan de eerdere; er kwam weldra weer vuur uit het binnenste
van de aarde dat meerderen verwondde; zij die nog op tijd op de vlucht konden
slaan, kwamen er ongedeerd vanaf, en er werd verder niets meer ondernomen om
het oude Jeruzalem op te bouwen’.
Pas na een paar honderd jaar kwamen de Saracenen uit de omgeving van Bagdad
in dat gebied, en wat ze op hun weg van de oude steden en gehuchten aantroffen, verwoestten ze
allemaal; zelfs de oude steden die hier en daar nog door de Romeinen ontzien
waren, moesten tot ruïnes worden. En de plaats van Jeruzalem was destijds niets
meer dan een berg, die men later – maar helemaal verkeerd – de naam Sion gaf, waarop een oude Romeinse vestingtoren was gebouwd en
een houten kapel, die men toen al eveneens verkeerd aanwees als de plaats van
Mijn toenmalige graf en die vereerde en tot op de huidige dag nog vereert en
daardoor vele honderdduizenden pelgrims in het diepste bijgeloof drijft.
De Saracenen hebben later ten westen van de Olijfberg een heel nieuwe stad
met de naam Jeruzalem gebouwd, in welke tijd ook de voornoemde kapel een ruimer
en beter uiterlijk kreeg, waarin de vrome pelgrims zich ieder jaar met hun
knuppels en stokken van louter vroomheid vaak dermate afranselen dat het er dan
buiten om de kapel niet veel anders uitziet dan als een slachtveld. En dat
gebeurt gewoonlijk omdat elke sekte een andere verering voor de Christus, die
men als God vereert, verbiedt; want de Grieken willen van de rooms-katholieken
niet horen of weten, en ook omgekeerd. En zoveel sekten als er zijn, zoveel
vijanden staan er ook tegenover elkaar en ze zouden elkaar met hun geloofsijver
helemaal in de pan hakken, als bij deze gelegenheden de Turkse soldaten geen
rust en orde handhaafden. Ze doen dat omdat zulke spektakels hen ook heel wat
fooien opleveren. [Hemelse Gaven, deel 3, blz. 279 of 29 maart 1864]
Het doel van de Bijbelse
berichtgevingen alsmede de daaropvolgende profetische woorden van Jakob Lorber,
die grotendeels beschreven staan in de Nieuwe Openbaringen, is het echter niet
zo gesteld de mensen ermee geschiedkundig, geografisch of andere
wetenschappelijke kennis te verstrekken. Daar ligt zeker niet het zwaartepunt.
Het accent ligt vooral op ‘de geestelijke heropening’ van het WEZEN GOD met
Zijn scheppingsplan en om het nut en het doel van een mensleven te benadrukken
en het , mogelijke en trouwst gevolg te geven aan dit grote doel op de
begeleidende genezingsweg.
Daarom hebben de geografische en
historische berichtgevingen in zowel de Oude- [Bijbel] * als in de Nieuwste
Evangelische Geschriften [Lorber] voor dit grote doel een dienende en
ondergeschikte betekenis. * [Note: De
Bijbel blijft altijd de BIJBEL]
Op zichzelf behoren de geografische
en historische verhalen tot de ‘uiterlijkheden’ en zijn deze slechts bijzaken.
Toch hebben we ook te maken met de materie [uiterlijke vorm van het
geestelijke] en deze te vergeestelijken.
We willen daarom de ingegeven
woorden bij Lorbers Geschriften van de Nieuwe Openbaring, die we kunnen lezen
en overpeinzen, in de praktijk omzetten en niet te zeer in andere bijzaken te
verwijlen en gissen, omdat de uiterlijke dingen niet tot de levendmakende geest behoort, die doodt, zoals
men naar de letters van de woorden leeft, en niet naar de geestgesteldheid van
de letters en woorden. De mens dient dus deze geest te zoeken en in God te
leven.
Uiteraard mogen we ons afvragen,
waar de Heer overal in Palestina is geweest. Ook Hij heeft ons in beperkte mate
– speciaal voor de serieuze zoekers [geografen en geologen] enkele wenken
gegeven om datgene te zoeken en te vinden, waar dat ongeveer zich heeft
afgespeeld.
De Vader in Jezus heeft met veel
moeite Zich toegewijd aan het volk als leraar en Heiland en overal in het Land
van Palestina trok Hij rond om de mensheid van de hele wereld het eeuwige
Evangelie van God, en de broeder- en zusterliefde te verkondigen.
UpToDate 2024-2025