Liefde

 

Volgens Genesis 1:30 heeft de natuurlijke mens een natuurlijke voeding nodig. Wij mensen kunnen onze begeertes en slechte gewoontes niet opeens terzijde leggen. Anders zouden we volledig worden vernietigd. Dit moet geleidelijk gebeuren. In ieder menselijk wezen verbergen zich ook boze geeste [zonder dit te weten], deze zijn echter nodig om voor lange tijd de [wel]lusten = begeertes] op te wekken. Overwinnen wij deze, dan worden zelfs ook zulke lage geesten [volgens Swedenborg en Lorber] in een goede richting geleid. Alleen op deze manier kunnen we ‘hervormt’ worden. De zes scheppingsdagen in Genesis 1 zijn te beschouwen als verschillende fasen. Op de zesde dag [in het zesde stadium] is de man rijp geworden. Dan verschijnen aan hem de goede geesten en de boze geesten trekken zich terug.

 

De Bijbel beschrijft de oudste en de oude kerk. Met Adam is de eerste [dus oudste] en historische kerk bedoeld. Daarna volgde Noach als de oude kerk en zo gaat het verder. Als de mens in zichzelf een ‚liefdesgeloof‘ heeft, dan grondvest hij dit geloof in zijn hart en is hij volledig in overeenstemming met datgene, wat hem bezielt, omdat daarin het juiste en ‘verlichtende’ in hem leeft. [Genesis 1:2-25]

 

Wat is nu liefde? Ze is een oplichtende hemelse ‘lamp’ [als lichtbron], grotere en kleinere. Als de mens eenmaal zijn ‚zielengeloof‘ gevonden heeft, dan doet hij alles vanuit die liefde, die uit zijn ziel ontspringt. Wanneer de mens zijn geloof uit liefde heeft, dan noemt de Bijbel dit het ‘kleine licht’. Beide lichten, het grote en het kleine licht, behoren elkaar toe. Opdat daar  de lichten ‚ontstaan‘ in plaats van ‚zijn‘

 

De liefde heeft dus een relatie tot het geloof, en warmte, en warmte met licht. We lezen in Genesis, en toen werden de lichten aan het firmament aangebracht. Met andere woorden betekent dit: ‚de liefdessfeer; in de mensen aanbrengen, het grote licht in hem zelf!

 

Intussen zijn wij bij David, een koninklijk persoon, de innerlijke betekenis van de Heer. De Davidsster bevat twee gelijkbenige driehoeken, die elkaar spiegelen.

 


David betekent ‚geliefde!‘ De Hebreeuwse getallenwaarde van David uit 14 is:

D[aleth]          = 4

W[af]              = 6

D[aleth]          = 4 = 14 ….

 

Men kan dit ook lezen als 4 en 4, terwijl de 6 in het midden, de 6e Hebreeuwse letter, het voegwoord ‘en’ betekent. Daarmee bevat het getal 14 als betekenis ‚liefde‘! Iedere Hebreeuwse letter bevat in het verborgen al de liefde, omdat n.b. alle Hebreeuwse letters met een JoD-teken beginnen. [J=10 en D=4 = 14].

 

Op de 14e februari is het Valentijnsdag, de dag der vrienden. De 14e letter is bij ons de  letter N. De 14e Hebreeuwse letter geldt eveneens voor de letter N en betekent Nun = VIS; als visteken heeft het de betekenis van ‘dienstbaar’ zijn. In deze N-letter spiegelen zich twee LAF-runen, die samen weer de letter N vormen. En de LAf-rune als 14e  rune betekent ook

‚liefde‘. ‚Laf‘ staat in de oud-Noorse taal voor LOVE, dat naar het woord liefde wijst. Aan  deze zaak valt nog veel meer te ontdekken. Zelfs bij de ‚Nun-tijd’ of de ‚NOON-tijd‘ is het  om 12.00 uur middags MIDDAG, dan staat het grote materiële licht – de ZON, helemaal bovenaan. Denken we in dit verband ook aan ‘after-noon’! Aan deze zaak is veel meer aan de hand.


De Davidster, benoemt naar koning David, is een symbool van het hexagram en heeft een religieuze betekenis. Zij geldt vandaag vooral als symbool van het volk Israel en die van het Jodendom. Dit symbool bestaat uit twee in elkaar verstrengelde gelijkbenige driehoeken, een naar boven wijzend en een naar beneden wijzend, diens middelpunten identiek zijn. Daardoor ontstaat in het midden der uitbeelding een regelmatige zeshoek, aan wiens zijkanten zich zo’n zes kleine driehoeken aaneensluiten, en de zijlengtes [en daarmee die van de zeshoek] daarvan elk 1/3 van de zijlengte van beide basisdriehoeken bedragen.

                                                                           1

                                                         02-----------I---------------12

                                                         03-----------I---------------11

                                                         04-----------I---------------10

                                                         05-----------I---------------09

                                                         06-----------I---------------08

                                                                           7

Wanneer wij nu elk punt, inclusief de inkerving [binnenhoek] naar de volgorde, een getal geven, ontstaat bovenstaande tekening. Op de een f andere wijze laat de tekening zich net op het internet zien. Wij krijgen hier dus optioneel:

01

02-12=14

03-11=14

04-10=14

05-09=14

07

=======

14=50            en  50 = Noen = vis!  = 14e letter = N

=======       de 14 & 50 zijn met elkaar verstrengeld!

 

[50=7x7, een verwijzing naar de 8e ! De 1e heeft volgens de getallenvolgorde een verbinding met de 7e]. David was de 8e Zoon, eveneens was ook Salomo de 8e zoon van David. En 64 is tenslotte 8x8; dat geeft ons een belangrijke aanwijzing naar Jezus, geboren op de 7e van de 1e maand. We kijken van boven naar beneden naar de omschreven 1-7 verbinding.

 

Terug naar de liefde. De naastenliefde is als een vlam, zoals geloof met lichtstralen. Het ‘licht‘ in de mens komt niet uit zijn geloof, maar uit de liefde zelf. Dat zijn de stralen, die uit de liefde komen. Men ’straalt‘ van liefdesgeluk! Alleen, waar de Heer in ons leeft, daar is LICHT. Het zaad kan alleen opkomen, als de Zon haar licht geeft. Zo zal het ook zijn met het geestelijk zaad, waaruit de materie ontstond. Als de eigenliefde tot een werkelijke liefde wordt omgezet, ontstaat daardoor een ware naastenliefde. In het volgende bulletin daarover de samenhang met de gulden snede. G.

 


 


  UpToDate 2024-2025