Liefde

(W.K.B.,

9 november 1896)

 

Tracht de vlam van liefde in jullie harten te ontsteken, zodat die jullie doorgloeit en verlicht. Denk er steeds aan dat Ik jullie allerbeste vriend ben, die jullie zouden mogen liefhebben, zo vurig en innig als je maar wilt. En hoe natuurlijker en menselijker jullie in staat zijn de verhouding tussen Mij en jullie te beschouwen, des te liever is het Mij. Want er moet geen barrière zijn tussen onze harten en jullie moeten jezelf aan Mij geven precies zoals een bruid zich aan haar geliefde bruidegom geeft. Dit te vatten is maar weinigen gegeven, en voor de wereld is het sinds jaar en dag een dwaasheid geweest. En toch zijn hier de bronnen van het enige leven, en is al het andere leven, dat niet doordrenkt wordt vanuit de onuitputtelijke bron van Mijn liefde, geen echt leven, maar slechts een schijnleven. En zo leeft de wereld sinds het eerste begin in een dergelijk droom- en schijnleven, en daarom is ze in zichzelf de meest klinkklare leugen.