Over het gevaar van de weg
van louter wijsheid
en over de zegen van de liefde
(ontvangen
van de Heer door J. Lorber)
Jullie
moeten alleen maar in de liefde van de Vader bidden tot God, die heilig,
heilig, heilig is; want voor God zijn alle mensen een gruwel, alleen voor de
‘Vader’ zijn ze ‘kinderen’.
Gods
heiligheid is onaantastbaar; maar de liefde van de Vader daalt af naar Zijn
kinderen. Gods toorn bereidt alle dingen eeuwige vernietiging; maar het
erbarmen van de Vader laat zelfs iedere droom nooit meer te gronde gaan.
Wat God
aangaat moet alles sterven; maar daarna komt het leven van de Vader over de
doden. Wie God zoekt, zal Hem, zichzelf en zijn leven verliezen, want God laat
Zich niet aanraken. De menselijke wijsheid die Hem zoekt is Hem een dwaasheid
die Hij gruwelijk verafschuwt en die de zoekende mens onvermijdelijk doodt,
want met de wijsheid raakt Hij aan God, en geen geschapen wezen kan Hem met
welke intentie ook aanraken en zijn leven behouden. Want God is een eeuwig,
volkomen zuiver maar ook oneindig hevig vuur, dat nooit meer uitdooft; en als
de Vader het niet wilde temperen, zou het onmiddellijk alles voor eeuwig
vernietigen. Daarom moet iedereen God boven alles vrezen, maar de Vader boven
alles liefhebben; want de Vader is het volkomen blanke tegendeel van God! En
toch zou God God niet zijn zonder de Vader, die de
eeuwige liefde in God is, en de Vader zou zonder God geen Vader zijn.
Zoals de
Vader al het leven in God is, zo is God ook alle kracht en macht in de Vader.
Zonder de Vader zou God voor Zichzelf onuitsprekelijk zijn, want ieder woord in
Hem is de Vader; maar de Vader zou nooit Vader zijn zonder God - en dus zijn
God en de Vader één!
Wie dus met
de liefde aan de Vader raakt, raakt ook aan God; wie echter de Vader vergeet en
met zijn wijsheid alleen aan de Godheid wil raken, zal door de Vader niet
aangezien worden. Het vuur van de Godheid zal hem echter grijpen, hem
uiteenscheuren en tot in het oneindige vernietigen, zodat hij zichzelf eeuwig
nooit meer terug zal vinden; en dan zal het ook niet gemakkelijk meer gebeuren
dat de Vader hem weer uit de hele oneindigheid bij elkaar zal zoeken en daarna
opnieuw vorm zal geven.
Waar de
Vader is, is God ook; maar alleen de Vader openbaart Zich aan Zijn kinderen.
God kan Zich echter aan niemand openbaren, behalve door de Vader; en dan
openbaart de Vader de Godheid, zoals nu.
Wie Mij dus
hoort, ziet en liefheeft - hoort, ziet en bemint ook God; wie door de Vader
wordt opgenomen, zal ook door God opgenomen worden.
Als de
Vader iemand, die niet waardig is, niet aanneemt, zal hij in de handen vallen
van de richtende en vernietigende Godheid alleen, en dan zal er geen erbarmen
zijn, noch liefde of genade!
Vrees dus de Godheid! Want het is verschrikkelijk om in Zijn handen te vallen! Maar heb de Vader lief! Houdt vast aan Zijn liefde, en laat jullie altijd raken en leiden door de liefde van de Vader, dan zullen jullie de dood eeuwig nooit meer smaken, behalve de scheiding van je lichaam, dat een vloek van de Godheid is en waarin het leven vanuit de Vader beschermd wordt tegen de toorn van de Godheid door de beschuttende liefde van de Vader. Uit de hand van God ontvang je de vloek; uit de hand van de Vader echter de zegen van de liefde en al het leven dat daaruit voortvloeit. Houd je dus eeuwig aan de liefde, dan zul je je staande houden in de liefde; als je je echter aan de wijsheid houdt, zul je vergaan en zul je door de geest van de Godheid voor eeuwig tot nietig stof verwaaid worden!