Waakt
en wacht
(vervolg,
20
december 1893)
Schrijf
verder, nu je in Mijn liefde rust en vrede hebt gevonden, want nog altijd bergt
Mijn Vaderhart onmetelijk grote schatten in zich, die het allemaal wil delen
met jullie, Mijn lieve kinderen; daarom kom Ik ook vandaag in jullie midden,
met de groet: Vrede zij met jullie! Want Ik zou niet bij jullie kunnen
verblijven, tenzij er vrede en liefde onder jullie heersen - dat wil Mijn
begroeting zeggen. Hij moet jullie laten zien wie Ik ben; en als jullie Mij
herkend hebben, zijn jullie harten ook geopend en Mij in liefde toegenegen,
zodat Ik bij jullie en in jullie midden kan blijven om jullie de grote geheimen
van God te onthullen en te vertellen over de wonderen van Zijn liefde. Dat en
niets anders is het doel van Mijn komst. Schenk dus goed aandacht aan wat de
Vader jullie vandaag schenkt; al is jullie al veel geopenbaard, zodat jullie
dikwijls de vraag zouden willen opwerpen:
‘Waarvoor
eigenlijk steeds maar meer? We weten zoveel, en leven er zo weinig naar; wat
voor nut moet nog meer voor ons hebben, zolang we het oude nog niet hebben opgevolgd
en tot op de bodem van ons hart hebben begrepen, ingezien en beleefd als de
enige waarheid uit God? Laden we niet met ieder nieuw woord een grotere
verantwoording op ons? En wat moet er dan tenslotte van ons worden, als wij
ondanks alle inzicht en liefde, die we ontvangen, toch niet van de grond van
ons gemoed af getransformeerd zijn en nieuwe mensen zijn geworden? Want dat is
toch het fundamentele doel van de oude en de nieuwe leer; maar wij voelen nog
zo weinig van een volledige transformatie. Daarom worden we bang en vragen we
ons met grote bezorgdheid af wat er van ons moet worden, als we ondanks al ons
worstelen en strijden het doel niet bereiken?’
Wie anders
dan Ik, jullie Vader, kan die vragen voor jullie oplossen, en wie anders kan
jullie bevrijden van die beangstigende zorgen. Ik zal ze in de kortst mogelijke
tijd voor jullie oplossen.
Kijk, al
die zorgen zijn zinloos; het zijn influisteringen van de boze, die jullie de
weg naar Mij zo steil mogelijk wil voorstellen en jullie er tenslotte van zou
willen overtuigen dat het absoluut onmogelijk is om ooit de top van de berg te
beklimmen - opdat jullie moe worden van de vergeefse strijd en je helemaal aan
hem overlaten, en hij jullie heel geleidelijk naar het eeuwige verderf zou
kunnen leiden. Als jullie nu de bedoelingen van de vijand inzien, dan zullen
jullie ook heel gemakkelijk begrijpen wie degene is, die aan Mijn liefde een
halt zou willen toeroepen en Mij zou willen bevelen Mij terug te trekken van de
Mijnen, zodat hij vrij spel met hen zou hebben. Maar zover zal de vijand het
nooit ofte nimmer brengen; Ik heb Mij over jullie ontfermd, maar niet om jullie
in zijn handen over te leveren. Jullie zijn Mijn duur gekochte kinderen, en
niemand zal jullie uit Mijn hand rukken; laat je dus niet door de boze
verleiden door onbetekenende bangmakerij! Vertrouw je geheel en al toe aan Mijn
liefde, die jullie naar het eeuwige leven, maar nooit naar het verderf voert.
Dat zeg Ik jullie, opdat jullie vreugde volkomen zij en alle treurigheid van
jullie moge wijken; want waar Ik ben, is vrede en blijdschap in overvloed.
Wees dus
allen gezegend door jullie altijd liefhebbende Vader in Jezus. Amen.