De liefde van God in het evangelie
(18
juni 1702)
Ik ben de
liefde; daaruit komt het leven, uit het leven het licht en uit het licht
inzicht en waarheid. De wet spreekt weliswaar over de liefde en heeft zijn eigen
inzicht; maar de wet heeft en geeft de liefde niet, en doodt degenen die niet
liefhebben en derhalve de wet niet vervullen. Wie echter uit de liefde - dat
wil zeggen uit Mij - is geboren, bezit de geest des levens en heeft een
overvloedig inzicht dat de waarheid voortbrengt; hij is uit de dood tot het
licht des levens gekomen en heeft de wet niet vervuld door de wet, maar door de
geest van de liefde, die alles gemakkelijk maakt.
‘Wie zou er
dan onder de wet en derhalve in de dood willen blijven, en niet onder de
levensbanier van U zijn, die de God van leven en liefde bent? Schiet veel
pijlen van liefde in ons, opdat wij leven, en wek ons op tot geloof en tot de
liefde, die door U en Uw geest van liefde uitgegoten is en die hoger is dan
enkel het geloof, dat eenmaal ophoudt als het eenmaal aanschouwt wat het
gelooft. De liefde daarentegen blijft en heeft datgene, wat ze liefheeft, bij
zich.’ De liefde waar de wet over spreekt is weliswaar voortreffelijk en een
prachtige deugd; maar de liefde, die in alle eeuwigheid blijft en door Mij
geschonken wordt, is boven ieder geloof verheven en is het hoogste, dat jullie
je kunnen voorstellen en kunnen ontvangen.
‘Dauwt,
hemelen, uit den hoge![1] Laat
de vurige zee van liefde zich uitstorten! Laat die hete, heilige gloed om zich
heen grijpen, al het onzuivere in ons verbranden en alle vuiligheid wegspoelen,
opdat het zuivere bij het zuivere en de liefde bij de eigenlijke bron van het
wezen van de liefde komt en daar eeuwig mee verenigd blijft! Zover moet het
werkelijk komen, want de liefde is sterker dan de dood en machtiger dan alles,
wat tegen de liefde is!’
Ik ben de
liefde, en Ik wil alles in alles zijn - dan moet alles dus eerst ook liefde
zijn geworden om in Mij te blijven en zich eeuwig in Mijn liefde te verkwikken!
Amen.
God is liefde