Zoek de liefde!
(10 juni 1702)
Hoe
voortreffelijk is toch de liefde, en wat is haar weg niet juist en vrij van
ergernis, waarop de eerstgeborene gaat en ieder kruis gering acht, dat zij ter
wille van haar geliefde en het goede verduurt. Ze is vol vriendelijkheid en kan
niet anders dan in de lieflijkheid van haar Immanuël
wandelen. Het is voor haar onmogelijk haar geliefde ook maar enigszins verdriet
te doen; maar dat zou nog te weinig zijn, als zij niet tevens altijd goed deed
en in haar liefde ook haar vijanden zou opnemen, die zij met machtige halen
naar zich toetrekt en velen van hen in overwinning en triomf met zich meebrengt
naar Mij toe, als buit en toegift van het leven, die haar eeuwig geschonken
blijft.
Kom dus
naar Mij, mensenkinderen, leer de liefde van Mij en zie in Mij Mijn Vader, die
jullie zo liefheeft en Mij aan jullie heeft geschonken. Zijn liefde maakt
jullie tot kinderen in Mij, schenkt jullie alles met Mij, zodat jullie alles
beërven wat Ikzelf heb.
Ik heb
graag dat jullie door het geloof tot Mij komen en door de hoop sterk worden
tijdens de levensloop, die voor jullie uitgestippeld is; maar de liefde is de
grootste van hen en blijft in Mijn aanwezigheid bestaan, wanneer hoop en geloof
ophouden.
Jullie gaan
het meest op Mijn Vader lijken, wanneer jullie geboren worden als een plant
voor de eeuwigheid, die vrucht draagt voor het eeuwige leven; want Mijn Vader
is louter liefde en Ik ben de Zoon van de liefde. Mijn geest is een geest van
liefde, die over jullie is uitgegoten, die grote daden heeft gedaan en er nog
steeds meer zal doen in alle tijden van de eeuwigheid, hoewel het geloof
ophoudt en opgegaan is in datgene, wat het heeft geloofd.
Dat het er
in Mijn kerk tegenwoordig nog zo zwak uitziet komt door het gebrek aan liefde,
die op deze manier slechts klein begint; maar Ik zal het heilige vuur van Mijn altaar
nemen en liefde en gebed over de aarde uitstorten. Dan zal het goed op gang
komen en zal de eerste tijd weerkomen, zoals toen Ik Mijn apostelen uitzond en
velen christenen werden; en nog veel meer zullen er christen worden, wanneer
Mijn geest van liefde over alle vlees uitgegoten wordt en het rijk van de
liefde bloeit met de schone vrucht van vrede en gerechtigheid. Ja! Amen! Ik zal
het doen! Het grimmige rijk van de verstandige dieren[1]
vergaat; maar Mijn rijk van liefde, waarin enkel ‘mensen Gods’ zijn, blijft
voortdurend. Halleluja!