Deemoedigen ontvangen de goddelijke liefde

 

(31 augustus 1700)

 

Waarom beroemen jullie je in gedachten, stijgen in hovaardigheid boven jezelf uit en zijn jullie zo ijdel opgeblazen? Zijn jullie vergeten wat Lucifer is overkomen, en wat allen overkomt, die Ik heb uitgestoten in gevangenissen en de duisternis? Dat zijn degenen, die volgens hun eigen gedachten en wil zijn heengegaan en zich niet door Mijn geest hebben willen laten bestraffen of leiden.

De deemoedigen zijn Mij steeds aangenaam geweest, en Ik heb de niet gevallen engelen nog steeds om Mij heen, omdat zij ieder voor zich deemoedig ten opzichte van Mij bleven en hun aangezichten met hun vleugels bedekten; ze ontvangen nog steeds van Mij, en danken voor wat ze ontvangen hebben. O, wat zou Ik Mijn deemoedigen graag nog een keer verhogen, die zichzelf verdeemoedigd hebben en vrijwillig het werk van geduld en het kruis hebben aangenomen en volgehouden! Ik zal hen eenmaal overvloedig verkwikken in Mijn rijk en hen met zo’n rijkdom en overvloed aan genaden overstelpen, dat ze werkelijk inzien dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die in hen openbaar wordt, en zodoende zullen ze in alle eeuwigheden deemoedig blijven, terwijl ze zich niet genoeg kunnen verwonderen over de overdaad van Mijn liefde en genade die Ik hun schenk. Ze hebben een klein beetje geleden, maar worden met eeuwige goedheid overstelpt; ze zijn een beetje gegeseld, en worden rijkelijk getroost; ze zijn over weinig trouw geweest, en worden over veel aangesteld; één ogenblik slechts zijn ze verlaten geweest, en ze zullen de grote eeuwigheid ontvangen, overladen met heerlijkheid.

Dat maakt hen steeds nederig tegenover Mij, en ze hebben Mij voortdurend lief en loven Mijn naam en goedheid, die onuitsprekelijk is.

Graaf diep in jezelf, opdat jullie de ware grond van deemoed vinden, stel je hoop op Mij en versterk jezelf met Mijn beloften; Ik zal die vervullen, en nog meer vervullen dan jullie verstaan of begrijpen. Amen.