De deemoed van de ware liefde

 

(20 augustus 1700)

 

Wees deemoedig van hart, en raak niet verontrust, wanneer anderen jullie zo gering schatten, terwijl ze dat niet zouden moeten doen; maar als jullie dat nog niet kunnen verdragen, hebben jullie nog niet echt de bodem van de deemoed bereikt. Daarom komen zulke gelegenheden voor, zodat jullie aan jezelf openbaar worden en des te dieper in de ware nederigheid van hart kunnen binnendringen.

Wat heb Ik niet moeten verdragen - Ik, die de hoogste was en Mij tegenover allen verdeemoedigd heb; Ik heb de lasteringen van de zondaren tegen Mij geduld en gebeden voor degenen die Mij beledigden, en zo moet Mijn geest jullie ook maken, als jullie je helemaal aan hem overgeven.

Velen spreken wel over deemoed, en zeggen ook wel van zichzelf wat hun nog ontbreekt; maar als anderen hetzelfde over hen zeggen en hen eraan herinneren, doet het hun pijn. Daarmee verraden ze van zichzelf dat ze nog niet tot de ware adel van de deemoed zijn gekomen.

Als jullie echter alles, wat jullie onaangenaam raakt, met een nederig hart aannemen als uit Mijn hand, dan hebben jullie de vrede in jezelf, die niemand in jullie kan vernietigen. Bij zulke zielen kom Ik met Mijn gehele zaligheid, woon daar blijvend en gebruik hen voor Mijn grootste werken, omdat ze niets uit zichzelf doen en tevreden zijn met datgene, wat ze uit Mijn hand ontvangen. Die kleinen, die zichzelf vernederd hebben, zal Ik verhogen; maar degenen, die zichzelf verhogen, moet Ik naar beneden duwen, opdat ze vanuit het stof leren spreken en tenslotte ook naar Mij toe komen.