Het hart, de zetel der liefde

 

(ontvangen van de Heer door F.H.K.,

9 april 1881)

 

Alleen het hart is in staat om rechtvaardig in een mens te regeren en bij iedere handeling op de juiste wijze leiding te geven; want daar is de zetel, vanwaar Mijn wil kan uitgaan maar waar ook - door andere influisteringen - kwaad uit voortkomt. Daar komen de goede en de slechte ingevingen vandaan; daar ligt de hoogste hemel, in het tevreden zijn met jezelf door jullie gehoorzaamheid aan Mij, de Heer!

Daar ligt ook de zwaarste druk die een mens pijn kan doen, wanneer hij aan andere influisteringen gehoor heeft gegeven en wat hij hoorde ook opgevolgd heeft. Daar in de diepte liggen de hemelen, maar ook de hel - door beide vindt er beïnvloeding van het menselijke hart plaats.

Als de hemel gewekt wordt, wordt de hel begraven of als het ware gedood; wordt er echter geen gehoor gegeven aan de hemelse invloed, dan groeit het satanische in het hart en breidt het zich daar uit; de geest die daar vermoedelijk sluimert wordt onderdrukt, wat de mens pijn bezorgt en hem geen rust en tevredenheid laat vinden, voordat hij het helse uit zichzelf verwijderd heeft en er zodoende rust in zijn huis wordt gebracht.

Het hart is het eigenlijke huis van de mens; daar gaat alles bij hem in en uit. Daar ligt het hoogste hemelse verborgen, in zekere zin sluimerend, wachtend op het gewekt worden door activiteit; en die activiteit moet uitgaan van de leer van Christus, die vervolgens de geest voedt en hem tot vrije, zelfstandige werkzaamheid en kennis brengt. En aan die kennis kleeft geen zonde, wanneer die groot geworden is in activiteit en liefde voor de Schepper, die in eeuwigheid de enige Heer en Vader zal blijven en de liefde verkondigt als de hoogste hemel, evenals de weg om die als aards mens met Zijn genade en erbarmen gemakkelijk te bereiken.

God heeft als Vader een vonk van liefde uit Hemzelf in jullie hart gelegd, zodat jullie door die vonk het aartsboze in jezelf kunnen overwinnen, opdat het geheel en al wijkt voor de liefde en er zodoende een vereniging met Hem mogelijk is. De mens of geest moet die eenwording met de ziel en het lichaam bereiken, dan zal hij daarna volmaakt zijn in Mij, in Mijn geest, die uit Mij komt en jullie als goddelijke vonk bekend is.

Luister, laat hem actief zijn, die vonk uit Mij, opdat jullie één met jezelf en zodoende een volmaakt mens worden. God de Vader maakt zich alleen in dat kleine hart van jullie bekend aan jullie mensen. In eerste instantie verlangt Hij gehoor en daarna het opvolgen ervan, opdat het zaad dat Ik jullie zend niet op zanderige grond valt, maar in goede grond terecht komt, daar opschiet en rijke vruchten draagt, die zich verder moeten voortplanten en de hele aarde moeten bedekken.

Sla dus heel goed acht op jullie hart! Speel er geen spelletje mee, want er ligt een onuitblusbaar vuur in verborgen, dat weldadig verwarmend naar buiten kan komen maar ook genadeloos en niets ontziend kan verwoesten en vernietigen - behoedt dus dit kleine grote ding, dat met name het hart in zich draagt, opdat het op de juiste manier en waarachtig behandeld, verzorgd en gebruikt wordt. Alles is alleen afhankelijk van jullie mensen, hoe jullie die behandeling uitvoeren.

Hierbij moeten we weer terugkomen op de vrije wil, die jullie is gegeven: zoals jullie je hart opvoeden, sturen en leiden, die vorm krijgt het en zal het voortaan ook hebben.

Het hart is het rad dat de hele mens aandrijft en de impuls geeft om te werken; omdat in dit kleine hart de grootste kracht ligt, die als het leven van de geest opgevat moet worden - want welke vorm jullie aardse leven in bijzonderheden ook aangenomen mag hebben, het zal het leven van de geest toch niet in het minst storen.

De mens zou er in zijn aardse leven dus heel goed op moeten letten hoe hij het leidt, en hoe hij zichzelf naar de liefde Gods in zijn hart trekt; want daar ziet het er echt niet klein uit - met geestelijke ogen bekeken. Het bergt zonnen en werelden zonder tal in zich, en de heerlijkheden kunnen daar eeuwig geen einde nemen.

Dit draagt jullie hart allemaal in zich - en als het tot het leven in God wordt gewekt, kunnen jullie dat alles door God in jezelf aanschouwen. Wie het probeert te wekken, waarlijk, zijn pogingen zullen niet tevergeefs zijn, maar hij zal vinden waar hij naar zoekt. Tracht dus eerst en vooral het rijk Gods in jezelf te vinden, en als jullie dat bereikt hebben, zal jullie hart groot zijn en vervuld van het rijk Gods, dat wil zeggen: vervuld van goddelijke liefde. Zoek daar dus vlijtig en ijverig naar, dan zullen jullie ontvangen wat jullie in je hart verlangen.

Dit zeg Ik, die Mijn intrek wil nemen in jullie kleine hart, dat grote dingen in zich draagt! Amen.