Grammatica van de taal der liefde
(ontvangen
van de Heer door G. Mayerhofer,
26
december 1871)
Mijn beste
kinderen! Voordat volgens jullie tijdrekening dit jaar afloopt wil Ik jullie
nog een boodschap, een boodschap van liefde en genade geven, opdat jullie
tenminste door het afgelopen jaar het komende beter kunnen beoordelen. Jij,
Mijn lieve dochter, bent aanmerkelijk vooruitgegaan in zelfkennis, je hebt je
heilige Vader veel beter leren kennen en meer leren liefhebben; het zaad is
niet in losse grond maar in goede aarde gevallen en het zal, al was het dit
jaar al een beetje, in het volgende jaar nog betere vruchten opleveren.
Verdiep je
maar vaak in Mijn woorden, lees en overdenk die en de betekenis ervan nog meer,
dan zul je daar nog schatten genoeg in ontdekken die je meer opheldering zullen
geven over Mijn Ik en dat van jou.
Op menig
moment van heilige wijding heb je de waarde van Mijn liefde beleefd; je hebt
gevoeld wat voor hemels genoegen erin gelegen is als je Mij je ‘Vader’ mag
noemen. En toch, Mijn kind, zijn er nog hogere, zaliger niveaus van zaligheid
dan die welke je al genoten hebt; er is een nog hogere geestelijke school voor
een vooruitgaande mens, wanneer hij aangekomen is op het punt van
vergeestelijking, waarbij hij de wereld en zijn lichaam niet meer als
hinderlijk ervaart en niets meer een last voor hem is, maar voor hem zelfs het
tegendeel wordt, omdat hij de wereld en zijn lichaam beschouwt als de
instrumenten, door middel waarvan hij meer activiteit tot uiting kan brengen.
Kijk, Mijn
kind, als Ik voor Mijzelf niet de hele materiële en geestelijke wereld had
geschapen zou Mij, de almachtige Heer, een voorwerp, ja het voornaamste
voorwerp ontbreken ten opzichte waarvan Ik Mijn macht zou kunnen uitdrukken en
waaraan Ik Mijn liefde zou kunnen bewijzen.
Zo vergaat
het jullie mensen ook: zonder medemensen zouden jullie hoogstens geestelijke
dromers, maar geen daadkrachtige beoefenaars van Mijn goddelijke leer zijn.
Daarom moet
de wereld er zijn. Daarom moeten jullie met een lichaam beklede zielen hebben,
waarbij het eerste steeds in tegenspraak is met de laatste, opdat er
voortdurend strijd en aansporing aanwezig is om uiteindelijk het geestelijke,
edeler beginsel te doen zegevieren.
Wat heeft
een reus aan zijn kracht, wanneer hij die niet kan gebruiken, waarvoor heeft
hij die dan? Nergens voor, want het zou hetzelfde zijn als hij in plaats van
reuzenkracht slechts de kracht van een kind zou hebben.
Wees dus
niet ongerust, wanneer je altijd twee strijdende elementen om je heen ziet, die
je van de juiste weg zouden willen aftrekken; ze moeten er juist zijn om je op
de goede weg te brengen. Je moet alleen de waarde van die twee elementen juist
beoordelen, dan keren rust en vrede weer terug in je hart; je herkent de
verleider reeds van verre, en bij een vaste wil is het gemakkelijk voor om
verzet te bieden.
Hoe meer je
dan de wereld en je eigen ik meester wordt, des te meer zul je ook de
geestelijke verbinding begrijpen die er allang tussen de mensen en de
dierenwereld bestaat; ja, voor een geestelijk ontwikkeld oog zijn zelfs planten
en mineralen niet zonder taal. Alles getuigt van Mijn macht, Mijn liefde en
Mijn goedheid. Alleen een geestelijk mens, en niet een werelds mens kan die
hiëroglyfen lezen.
Tracht zo
te worden, dan zul je het ene wonder na het andere vernemen; je zult een taal gewaarworden
- van overgave, van opoffering en zelfverloochening - die toch een loflied voor
Mij is en - als alle mensen die zouden verstaan - hen beschaamd zou moeten doen
staan.
Nu wil je
Mij vragen: hoe begin ik daarmee, zodat ik zo’n geestelijk gezicht en gehoor
verkrijg, om te horen wat voor miljoenen verborgen is?
Kijk, Mijn
dochter, dat wil Ik je als een presentje voor het nieuwe jaar geven; vandaag is
het immers de dag van wensen en geschenken, en als jullie aardse verwanten en
bekenden allemaal zo vrijgevig zijn, zou Ik, de hemelse Vader, Mij dan door
mensen laten beschamen? O nee, ook Ik wil Mijn steentje bijdragen, alleen is
Mijn gift - volgens Mijn opvattingen - verschillend van de andere,
gebruikelijke nieuwjaarsgeschenken. Luister dus:
Om dat geestelijk
gezicht en geestelijke gehoor te verkrijgen moet men, in plaats van de oorzaak
in de uiterlijke wereld te zoeken, die in zichzelf vinden. Als je die hebt
gevonden en jezelf dagelijks oefent om daar meester te worden, dan opent de
innerlijke wereld van Mijn natuur zich voor je blikken en je gehoorzenuwen.
Welnu, wat
moet je dan eigenlijk doen?
Kijk, Mijn
kind, je moet eerst beginnen met het verdragen van de fouten van anderen; geen
woord van woede, ontstemming of jaloezie moet er over je lippen komen. Je moet
alle mensen mild beoordelen en nog milder behandelen, hen als verdwaalde
kinderen beklagen en niet richten.
Als je in
dit opzicht je oude geaardheid meester bent geworden, wees er dan zeker van dat
de wereld er weldra anders voor je gaat uitzien. Waar je nu strijd, wanorde en
onrecht enzovoort ziet, zul je dan alleen de noodzakelijke gevolgen van
dwalingen en misverstanden zien.
De natuur,
die eeuwig dezelfde is, zal je lieflijker, verstandiger voorkomen; in haar
stille werkzaamheid zul je een vervanging vinden voor de warrige drukte van de
wereld - een vervanging die je nergens anders dan alleen bij haar zult vinden.
Daar zul je aanvankelijk Mijn stem vermoeden, later voelen en uiteindelijk
duidelijk horen; door de eeuwig zelfde taal ervan zul je je verzoenen met
de Babylonische taal van de wereld en je zult leren begrijpen, dat juist door
het lawaai van de wereld de taal van de natuur pas op waarde geschat kan
worden. En zo zal zich een bron van genoegens voor je openen, die je vroeger
nooit gekend en niet begrepen hebt. Elk getjilp van een vogel, die zich in de
zonneschijn over zijn leven verheugt, zal voor jou een lofzang worden voor
Degene, die door de vogeltjes onbewust en door jou in het volle bewustzijn van
je liefde omvat kan worden; want Ik laat Mij als Vader liefhebben door
iedereen, volgens ieders zienswijze. Ik versta de taal van de liefde overal, of
het nu is in het gesjirp van een krekel of in het
fluitende gezang van een nachtegaal, of in een menselijk hart dat Mij innig
hartstochtelijk toejubelt.
Span je het
komende jaar daarvoor in, dan zal ook je man niet meer met zichzelf in twijfel
verkeren, doordat hij denkt dat men, door zijn naaste te ondersteunen, alleen
de materie ondersteunt!
Nee, Mijn
zoon, daar heb je ongelijk in, als je dat denkt. Je moet je naaste wel
geestelijk ondersteunen, maar help hem eerst materieel en win hem dan
geestelijk voor je - dan heb je aan hem gedaan wat de wereld en je eigen ik aan
jou zelf doen.
De wereld
en het lichaam verlangen evenzeer materiële hulp van je, maar toch ook hulp met
verstand; de geestelijke inwerking moet daaraan vastgeknoopt worden.
Jij zou de
wereld en haar invloeden alsook je eigen ik graag kwijt raken. Beste zoon, wat
hou je dan over om Mij te bewijzen dat je werkelijk van Mijn leer doordrongen
bent en metterdaad wilt uitvoeren waar je in woorden zo enthousiast over bent!
Belemmerende
middelen zijn de beste stimulansen voor vooruitgang, evenals bittere medicijnen
de beste geneesmiddelen zijn; zonder die twee verslapt de ziel en verzwakt het
lichaam. Probeer ook jij dus, Mijn zoon, je twijfels de juiste plek te geven,
opdat je kalmer de resultaten van het komende jaar tegemoet kunt zien.
Blijf bij
Mij, en laat de wereld voor wat ze is; als je een opmerkzame waarnemer van
politieke en maatschappelijke gebeurtenissen wilt zijn, zul je Mijn woorden
alleen maar bevestigd zien, en terwijl anderen beven en klagen, zul je met een
kalme blik naar boven wijzen en zeggen: ‘Hij daar boven bedriegt niet! Hem
alleen te volgen is onze plicht!’ Dit als geschenk voor het komende jaar, met
Mijn zegen! Amen!