Geduld
doet de vruchten van de eeuwige liefde rijpen
(ontvangen
van de Heer door G. Mayerhofer,
6
september 1871)
Zó, Mijn
lief kind, bereik Ik Mijn doel niet. Het geestelijke, edelere in de menselijke
natuur moet langs andere wegen tot rijping gebracht worden dan jij je
voorstelt.
Kijk eens
naar die geestelijke bloem, hoe schoon die zich ontvouwt in de zachte schaduw
van pijn en leed, terwijl ze, als Ik zou doen zoals jij wilt - d.w.z. als Ik
haar in het felle zonlicht van een lichamelijk gezond leven zou plaatsen - snel
zou verdorren, in plaats van zich zacht en langzaam te ontwikkelen.
Zoetjes aan
dus, Mijn zoon, als je je geestelijke pleegkind liefhebt; wees ervan verzekerd dat - hoewel jouw liefde
voor haar ook groot is - Mijn liefde nog veel groter is, aangezien Ik jullie
heb samengebracht, terwijl jullie gebonden zijn door andere banden, die jullie
nu niet kunnen kennen.
Zij zou
graag in jouw armen willen wegzinken, omdat de liefde alles wat ze liefheeft
naar zich toe wil trekken; maar bij jou moet er weer een loslaten volgen omdat
jullie - zoals iedere ziel - voor andere missies bedoeld zijn.
Alleen
wanneer eenmaal het moment komt dat jouw kind in Mijn armen kan wegzinken, dan
pas is er die ware en blijvende gelukzaligheid, die bij jou slechts zwak en van
voorbijgaande aard, maar bij Mij dan sterk en eeuwig is.
Wat jullie
schepselen op aarde van de liefde voelen, al zijn het ook de sterkste
aandoeningen die jullie hart sneller doen kloppen, zijn toch slechts zwakke
beginpunten, vage vermoedens vergeleken bij die liefde, die Ik voor jullie voel
en die Mij ertoe brengt om jullie langs zo velerlei verschillende wegen tot
Mijn Vaderhart te trekken.
Jou, Mijn
dierbare schrijver van Mijn goddelijke woord, jou ken Ik: jij zou graag de hele
wereld gelukkig willen maken, alle mensen tevreden zien en allen leiden langs
dezelfde weg, die alleen naar Mij leidt. Je zou vrede en eendracht,
broederliefde en liefde voor God op deze aardbol in de hoogste graad ontwikkeld
willen zien; jij zou, evenals jouw lijdende pleegkind, de hele mensheid in één
klap willen genezen.
Ook Ik zou
datzelfde willen doen - en toch, en toch kan en mag Ik dat niet doen; ook Ik
moet leed en ellende, al dan niet door eigen schuld, toelaten en mag het niet
onderdrukken, omdat een hoger, groter en geestelijker doel Mij dwingt het
wereldse leven ondergeschikt te maken aan het geestelijke. En als jouw ziel
bewogen is, wanneer je dit kind ziet lijden en niet kunt helpen, dan ben Ik dat
ook, en dikwijls nog veel meer.
Troost je
dus met Mij, jij kleine vader van een kleine kudde; wat jij in het klein voelt,
voel Ik in het groot, alleen met dit verschil, dat jij - als je Mijn macht zou
bezitten - waarschijnlijk domme dingen zou doen, wat bij Mij niet het geval kan
zijn.
Ga voort op
je weg, zoals nu; heb je geestelijke kinderen lief als jezelf en spoor hen allemaal
aan Mij boven alles lief te hebben, dan zul je te zijner tijd wel duidelijk
zien dat Ik toch een betere gids ben dan jij.
Kijk eens
naar deze dochter van Mij: wat was ze; en wat is ze nu? Jij zou haar beslist
niet zover gebracht hebben als Ik; erken dus Mijn macht en Mijn liefde, en
beteugel je ongeduld. Alles heeft zijn tijd. En als jullie eenmaal vrede en
rust willen krijgen, vergeet dan nooit dat boven alle schijnbare wantoestanden
van het leven - net als de zon boven alle menselijke ellende - alleen de liefde
van jullie Vader de machtige kracht is, die jullie allemaal leidt! Amen!