Over liefde en zorg in het gezin

 

(ontvangen van de Heer door G. Mayerhofer,

18 december 1870)

 

Vraag: Men moet toch zorg hebben voor het verbeteren van zijn materiële toestand, in het bijzonder wanneer men een gezin heeft - of moet men bij het vervullen van zijn plicht al het andere aan de Vader overlaten?

 

Antwoord: Je broeder vraagt je, of en in hoeverre iemand voor zijn gezin moet zorgen, of dat hij het helemaal aan Mij moet overlaten? Op deze vraag antwoord Ik met een andere vraag: Wie heeft die kinderen eigenlijk op de wereld gezet, jij of Ik? Het antwoord is: jij! - of liever: ze zijn door Mijn toelating aan jou gegeven. Goed dan, dan ben je ook verplicht om voor hun materiële en geestelijke onderhoud en voeding te zorgen, d.w.z. je moet je kinderen in zoverre lichamelijk verzorgen, dat ze geestelijk niet in hun ontwikkeling belemmerd worden. En aan de andere kant ben je in geestelijk opzicht verplicht om hun deze weg te tonen, die hen slechts daarheen leidt waar ze eenmaal, hun hemelse Vader waardig, Zijn kinderen genoemd kunnen worden.

Dat bij de mensen de vaderlijke en moederlijke zorg en liefde vaak te ver gaat, en dat ze hun blik steeds op de toekomst gericht houden om hun kinderen een gelukkig bestaan te bezorgen, terwijl ze het heden vergeten, dat is een andere kwestie en meestal ook een misrekening. Want wat Ik van die kinderen zal maken, langs welke wegen en door welke omstandigheden Ik van plan ben hen te leiden om hen tot mensen naar Mijn zin te maken - dat gaat de ouders niets aan, en ze doen er verkeerd als ze zich teveel met het toekomstige lot van hun kinderen bezighouden.

Ze moeten hen, evenals ieder ander goed dat hun toevertrouwd is, alleen maar gewetensvol beheren, wat de geestelijke en lichamelijke vorming betreft het hunne doen en dan de rest aan Mij overlaten.

Dat is dan een opvoeding die een goede groei belooft; al het andere heet geen opvoeden, maar verwennen!

Tot zover over deze kwestie - Ik denk dat het jouw broeder nu wel duidelijker zal zijn dan voordat hij het vroeg. Amen!