Over het geven van aalmoezen I
(ontvangen
van de Heer door G. Mayerhofer,
13
februari 1872)
Mijn beste
zoon, aangezien Ik zie dat je de boodschappen, die Ik je van tijd tot tijd
stuur, toch niet helemaal in hun juiste betekenis op kunt vatten en steeds
enkele twijfels uit - en er nog meer niet zegt - zal Ik je ook uit dit gepieker
helpen, opdat je zult inzien dat er in Mijn boodschappen geen tegenspraak, maar
de grootste overeenstemming bestaat. Maar bij jouw opvattingen ziet het er niet
zo uit; daarin verwissel je af en toe de geestelijke betekenis voor de
letterlijke. Uit de ene zin of uitdrukking,
die opheldert wat je al geruime tijd als een onverklaarbare drang hebt gevoeld,
begrijp je de geestelijke betekenis - maar bij andere, die je sinds je jeugd
alleen maar letterlijk hebt opgevat, zoals bijvoorbeeld tekstgedeelten uit de
bijbel, blijf je stilstaan bij de oppervlakkige begrippen. Als je nu het ene of
het andere wilt toepassen, dan stuit je op bezwaren, want je bent vergeten dat
je iets materieels met iets geestelijks wilde vermengen, wat niet mogelijk is.
Kijk, Mijn
laatste advies met betrekking tot het geven aalmoezen en het ondersteunen van
mensen die nood lijden, met betrekking tot de weduwe in het evangelie en het
advies dat Ik Mijn leerlingen gaf, met betrekking tot Johannes de Doper, en
Lazarus en Kisjonah[1] - al
deze verschillende voorbeelden brengen in jou een voortdurend heen en weer
golven teweeg; je zou graag helemaal naar Mijn tevredenheid willen handelen
maar niet je aangewende opvattingen aan een rijpere beschouwing onderwerpen -
en op die manier raak je met je innerlijk in tweestrijd.
Ik zal nu
in een paar woorden al je gewetensbezwaren van een andere kant belichten, en
misschien lukt het Mij om jou in zoverre gerust te stellen, dat je in je doen
en laten niet meer zo in twijfel verkeert over wat juist en niet juist is.
In Mijn
laatste boodschap aan jou heb Ik gezegd dat je niet alles moest weggeven, opdat
je nog altijd middelen overhoudt om verder goed te doen. Ik heb je dit laten
zeggen met de bedoeling dat je jezelf zou temperen, aangezien je vol ijver voor
Mij was geraakt; zowel in Mij als ook in Mijn gehele schepping wordt de liefde
namelijk door de wijsheid geregeerd en begrensd, en dus moet ook jij een wijs
gebruik maken van de middelen die je ten dienste staan. Als de liefde op
zichzelf zou zijn en zij zou kunnen werken zoals ze wilde, zou er allang geen
wereld meer bestaan; dan zou ze vernietigd zijn, en wel uit liefde! Het is de
wijsheid die die onbegrensde goddelijke eigenschap
regelt en zodoende de harmonie van de dingen teweegbrengt, zoals die in de
wereld moet bestaan om in stand gehouden te kunnen worden.
Ik zal je
dit door voorbeelden preciezer uitleggen.
Kijk naar
Mijn gehele natuur, voorzover je die op aarde kent -
kijk hoe het ene dier door het andere opgegeten wordt; zie, hoe pijnlijk de
dood van het ene dier lijkt te zijn, dat door een ander dier tot zijn voedsel
is uitverkoren. Kijk naar de spinnen, de reuzenslangen, de leeuwen, tijgers,
hyena’s, wolven, de adelaars, gieren en overige roofvogels, de vissen in de
zee, waar een eeuwig moorden bestaat - zie de aardbevingen en andere
vernietigende natuurrampen, die hun sporen van ongeluk en verwoesting
achterlaten.
Al die
verschijnselen zijn beslist geen tekenen van een overal heersende liefde, want
liefde wil alleen maar geluk en zaligheid verspreiden, en kan geen vreugde
beleven aan zo’n bloedbad, zoals dat in de hele organische natuur en ook in de
verwoestingen in de anorganische natuur voorkomt; de liefde kan een dergelijke
handelwijze niet billijken, niet sanctioneren, en toch gebeurt het en is het
voor eeuwig als absoluut noodzakelijk in de natuurwetten van de voortplanting
van wezens vastgelegd.
Wat vind je
nu van die feiten, die Ik, de Liefde, Ik, de alles in stand houdende Vader,
niet alleen toelaat, maar ter wille van hun instandhouding zelfs als een verplichting
aan zoveel levende wezens heb voorgeschreven!
Dit is, in
andere woorden, een gelijkenis van je eigen handelwijze. In jou leeft de
liefde, en die zou overal alleen maar willen troosten, alleen maar helpen,
alleen maar gelukkig maken - maar dat gevoel moet begrensd worden, net als bij
Mij Mijn oneindige liefde voor alle geschapen schepselen. Mijn liefde wordt
begrensd door de eraan toegevoegde wijsheid, en die van jou moet door je
verstand geregeld worden, opdat ook bij jou het noodzakelijke het gelukzalige
bestuurt!
In Mijn
natuurrijk is het bij alle gruwelen die je ziet de wijsheid die de grens
bepaalt hoe ver de liefde kan gaan zonder schade te doen, en bij jou is het je
verstand, dat de omstandigheden kan
overwegen waar werkelijk goed gedaan kan worden of waaronder alleen de zonde
ondersteund wordt.
Als vele mensen door eigen fouten in armoede zijn
weggezakt, en Ik dat toelaat, omdat ze juist onder die omstandigheden het gemakkelijkst
naar Mij terug te brengen zijn, kan Ik het niet prettig vinden als jij probeert
straffen te verzachten die Ik hun heb opgelegd, opdat ze weliswaar materieel
armer, maar geestelijk rijker kunnen worden.
Bij die
slachting in de dierenwereld ligt er achter die schijnbare wreedheden een heel
andere, diepere reden verborgen, die aanleiding is tot het fysieke opklimmen
van de ene soort naar de andere, maar die reden kunnen jullie mensen niet
begrijpen; en toch kan Ik je verzekeren dat het alleen liefde is die, geleid
door de wijsheid, die dingen beschikt. Zo moet ook bij het goede dat jij je
naaste doet de liefde als meest innerlijke beweegreden de maatstaf voor je
handelingen zijn.
Een vader
of een moeder laat toch vaak meer liefde blijken uit het weigeren van iets, wat
het kortzichtige kind wil, dan in het inwilligen ervan; alleen door apenliefde
verblinde ouders staan alles toe en leggen daarmee de grondslag voor het
algehele geestelijke verval van hun kinderen.
Begrijp dus
uit alles wat Ik gezegd heb dat Ik heel goed weet hoe jij denkt, en dat Ik
alleen maar jouw handelingen in harmonie met Mijn woorden zou willen zien! Doe
steeds wat je innerlijk je zegt; geef, waar jou dat nodig lijkt, en bederf
niet, maar verbeter alleen!
De
bedoeling van het voorbeeld van de weduwe, dat enkel tegen de joden in die tijd
werd gezegd, was hun opofferingsgezindheid te stimuleren en hun te tonen dat
het soms nodig is zichzelf iets te ontzeggen om anderen te helpen - omdat het
geven pas op die manier zijn echte waarde krijgt; want geven uit liefde is
goed, geven uit liefde voor de naaste is beter, en geven uit liefde voor Mij,
terwijl men zijn eigen belangen opzij zet, is het beste! Deze drie manieren van
geven moeten in afwisseling toegepast worden; maar de ene manier moet niet tot
het uiterste opgedreven worden, waardoor alle drie de manieren het verkeerde
resultaat zouden opleveren.
Laat ook
bij jou de liefde door de wijsheid geleid worden; wat Ik tegen Mijn leerlingen
zei, is immers hetzelfde als waar staat: ‘Wees eenvoudig als duiven, maar slim
als slangen!’, en dat wil zoveel zeggen als: ‘Heb lief! Maar laat jullie liefde
door je wijsheid gereguleerd en beteugeld worden!’
Het
voorbeeld van Johannes de Doper en het advies aan Mijn leerlingen is enkel voor
hen bedoeld en voor degene, die Mijn woord aan de wereld moet verkondigen. Ten
eerste moet hij, net als Johannes, het voorbeeld van matigheid geven en ten
tweede, net als Mijn leerlingen, geen thuis en geen eigendom hebben, net als
Ikzelf - zoals Ik tegen de jongeman te Naïn en een
andere keer tegen de Farizeeër zei: ‘Kijk, de vogels hebben hun nesten en de
vossen hun holen, maar de mensenzoon heeft geen steen
om Zijn hoofd op te kunnen leggen!’
Die
voorbeelden zijn dus bestemd voor andere invloedssferen, voor grotere missies,
waarbij al het wereldse verloochend en alleen het komende goddelijke in het oog
gehouden moet worden.
Mijn zoon,
probeer Mijn leer dus met wijsheid aan jouw omstandigheden aan te passen.
Bedenk dat je mens bent, met andere mensen leeft en zelfs van anderen
afhankelijk bent! Laat Mijn eigen voorbeeld en het voorbeeld in Mijn natuur je
als richtsnoer dienen voor de met wijsheid verbonden ijver van je liefde. Hou
steeds in gedachten dat een daad bij Mij niet eens iets waard is, als de
grondgedachte die ertoe leidde niet edel en moreel zuiver was. Ik kijk alleen
naar de wil en niet naar het werk; daarom zie je zoveel mensen, die iets zouden
kunnen doen en niet willen, en anderen, die het zouden willen en niet kunnen!
Mijn ziele-afrekeningen zijn heel erg verschillend
van die jullie mensen met jezelf opmaken; Ik schrijf vaak iets op als een
flinke schuld wat in jullie boekhouding als gering aangegeven staat, en veeg
vaak iets helemaal weg wat bij jullie hoog aangeschreven staat! Want jullie
merken de kleine beginpunten niet op, van waaruit veel dingen zich ontwikkelen,
terwijl bij Mij alles in aanmerking wordt genomen wat de waarde van een
handeling verdubbelt of helemaal teniet doet!
Wees dus
gerust, Mijn kind! Verbind alleen steeds liefde met wijsheid en luister af en
toe ook naar Mijn stem in je innerlijk; die zal in kritieke gevallen je beste
wegwijzer zijn! Houd je aan Mijn woord: Beoordeel en behandel je naaste met
mildheid; alleen op die manier kun je Mijn woorden uit de hemelen verenigen met
het werkzaam zijn op aarde! Amen!