Klimaatveranderingen
Klimaat actueel
Klaus
Opitz [Dld]
De klimaatverandering en de gevolgen daarvan zijn bijna al een dagelijks
verschijnsel.
In de volgende teksten uit ‚Levensgeheimen’ (van Gottfried Mayerhofer) en
‚Scheppingsgeheimen‘ wordt de deelname aan deze catastrofale
natuurverschijnselen van de mens bewaarheid; er wordt ook aangetoond, dat de
verandering van klimatologische omstandigheden niet zomaar terug te
herleiden is door menselijk veroorzaakte foutieve ontwikkelingen.
1 „…Hierbij moet echter nog in aanmerking genomen worden, dat de mensen
in veel streken door hun winstbejag en hebzucht er vaak zelf het meest
toe bijdragen dat zulke natuurrampen zich meer dan eens voordoen, doordat
men daarvoor de deuren wijd open zet. Zo maakt men bijvoorbeeld door het
vernietigen van de bossen het optreden van stormen en onweersbuien
gemakkelijker, waardoor de klimatologische omstandigheden van sommige
landstreken totaal veranderd worden.
In Mijn grote huishouding is alles goed berekend, en een ingrijpen
door menselijke handen kan enkel weer aan hemzelf zich wreken, omdat ze hun
berekeningen hoger aanslaan dan de Mijne.
Ik
moet in het grote geheel voor het nodige evenwicht zorgen en heb Mijn wetten zo
ingesteld dat ze, wanneer ze verstoord worden, zich vanzelf weer herstellen. Al
lijden hoe dan ook enkelen schade omwille van het grote geheel.
[Levensgeheimen, hfdst. 28:17 – bladzijde 314 onderaan]
2 „…Een blik op het sterrenbeeld Orion heeft
je geestelijk de wijde ruimte van Mijn schepping geopenbaard, en je zonk
ineen vanwege de grootte van de afstanden en van de kosmische lichamen. En nu
vervult een blik in de oneindigheid van de wereld der gedachten je met
aandacht en liefde voor Mij, omdat Ik in vaderlijke genade jou en de anderen al
menige geestelijke gave geschonken heb. Daardoor zouden allen moeten inzien wat
hun plaats in deze wereld zou moeten en kunnen zijn als ze geestelijk beter
waren opgevoed!
Het kerstfeest, de nieuwe
jaarwisseling, beide herinneren je ergens aan. Het eerste aan Mijn grote
daad van liefde, het tweede aan het voorbijvliegen van de tijd, waar
jullie je nu wel ver weg in geheel andere ruimtesferen bevinden dan in de
voorgaande jaren, doordat jullie Zon samen met haar gevolg met grote
snelheid voortraast en jullie naar andere kosmische ruimtes voert, dan die waar
je je vorig jaar bevond.
Vraag niet naar het veranderen van
klimatologische omstandigheden, of naar het veranderen van de geestelijke
instelling van de mensheid zowel elk mens apart; jullie weten immers niet waar
je nu bent en waar de wetten van Mijn schepping jullie heen leiden!
In de oneindige ruimte bewegen zich de Zonnen
om de Zonnen heen, en de planeten, die voortdurend onder hun invloed staan,
moeten ook hun veranderingen en wisselwerking meevoelen.
Alles heeft zijn
einddoel; zo ook het omcirkelen van werelden om werelden. In de hele
ether is er geen gebied, hoe klein ook, en volledig gelijk aan elk ander; want
de omstandigheden die daar existeren, vereisen weer andere
levensvoorwaarden.
Bij jullie op de kleine Aarde is het net
zo; aan het zeestrand bestaat een ander leven dan in de bergen, in
moerasgebieden is het anders dan in de steppe of woestijn – en overal lijdt
zelfs het organisme van levende wezens onder die verschillende
klimaatomstandigheden, en deze bepalen weer voor een deel de geestelijke
ontwikkeling.
Zoals dit een voorbeeld
in het klein is, zo is dat aan de sterrenhemel in het groot; ook daar
heersen andere invloeden, andere werkingen en andere doeleinden.
Niet zomaar zijn
afstanden van miljoenen mijlen noodzakelijk voor de existentie van het een of
andere kosmische lichaam; niet voor niets zijn er nog grotere afstanden
noodzakelijk voor nog grotere Zonnen. Deze moeten ruimte hebben voor hun
materiële ontwikkeling en voor hun vervolmaking van alle werelden, die daarvan
afhankelijk zijn.
Niets is tevergeefs zo gemaakt zoals het nu
is, zoals het eens was en zoals het eeuwig zal zijn.
Een oneindig durend werk moet op een bredere grondbasis
gebouwd zijn, als het behalve tot leven gekomen is, ook zichzelf nog in stand
moet houden, zichzelf moet vervolmaken en zichzelf tot een bepaald
eindresultaat moet manifesteren. Ik gaf de eerste impuls tot bestaan; het
verdere moet uit zichzelf ontwikkelen.
In jullie zielenleven is het
toch evenzo; eerst moet de eerste lichtstraal van de liefde tot God en
mensen erin gelegd worden, en dan is het de taak van de mens zich te
ontwikkelen tot datgene waartoe Ik hem eigenlijk heb geschapen; De gedachtestraal ‚het
Woord‘, - moet hem wekken, de overige processen van ontbinding en
vervolmakingen moet hij zelf dienovereenkomstig uitvoeren.
Zoals
de werelden door de wijde ruimten worden gevoerd, om
overal uit de ether op te zuigen, wat ze voor hun instandhouding en
ontwikkeling nodig hebben, evenzo gaat dat ook met de menselijke geest in
het grote Rijk der gedachten; waar hij ook de opdracht heeft uit de
nagelaten woorden, goddelijk of menselijk, zijn missie te begrijpen en deze
heeft te volgen.’ [Scheppingsgeheimen-27:34]
UpToDate 2024-2025