Bijbelse kleding
Adam en Eva ontvingen van God
kleding die lang meeging namelijk lange kleding van vel Genesis 3:7,21
zie ook gedetailleerde beschrijving van Exodus 28 en 39 zoals kleding voor de
hogepriesters. De kleding van Elia was kenmerkend, zodat mensen meteen wisten
wie hij was toen zijn uiterlijk werd beschreven: een man in het bezit van een
haren kleed, met een leren gordel om zijn lendenen gegord zie ook 2 Kon.1:8
en Matth.3:4 en Johannes 1:21
Wol en linnen
In Bijbelse tijden werden schapen
voornamelijk gehouden voor hun melk en wol. Van een paar schapen had een boer
al genoeg wol voor de kleding van zijn gezin. Als hij veel schapen hield, kon
hij de extra wol aan de plaatselijke textielmakers verkopen. Schapenscheren is
een karwei zie Gen.31:19, 38:13 en 1 Samuel 25:4, 11.
Stoffen en kleuren
In de Bijbel wordt vaak gesproken
over materialen voor kleren, over kleuren en verfstoffen, en ook over spinnen,
weven en naaien. De voornaamste stoffen die worden genoemd, zijn linnen van de
vlasplant en wol. Van Abel werd gezegd dat hij een schaapherder was. De eerste
keer dat de Bijbel over fijn linnen spreekt is in verband met de kleding, die
Farao in 1700 v. Chr. aan Jozef gaf. De Bijbel zegt eigenlijk nergens, dat de
joden katoen gebruikten voor hun kleding, maar het wordt wel al heel lang in
landen van het Midden-Oosten gebruikt.
Vlas en wol leverden fijne vezels
die tot draden van verschillende diktes gesponnen werden. Draden en geweven
stoffen werden dan in allerlei kleuren geverfd. De stof werd daarna op de
juiste maat gesneden lees Spreuken 31:10,19
Een gedroogde vlasplant voor het
weken; linnen was een geliefde stof voor kleding het werd gemaakt van vezels
van de vlasplant zie Exodus 9:31 lees ook Numeri 15:38-40 Een blauwe tint
= Tekheleth en purper = Argaman en
Exodus 26 geeft hiertoe meer details.
Vroeger werden er duurzame
verfstoffen uit planten gemaakt en ook uit dieren, dat gaf een verrassend
aantal nuances en tinten en zo werd gele verfstof van amandelbladeren gemaakt
en vermalen granaatschillen en zwarte verf van de bast van de granaatappelboom.
Rode verf werd gewonnen uit de wortels van de meekrap of uit de
kermesschildluis en blauwe verf kwam van de indigoplant. De combinatie van
pigmenten uit diverse purperslakken leverde nuances en kleuren op variλrend van
koninklijk purper tot blauw en karmozijnrood.
Er waren wel 10.000 slakken nodig om
een enkel gewaad of mantel te verven; elke slak produceert een dergelijk kleine
hoeveelheid pigment! De oude Tyrus was vroeger beroemd om de dure verfstoffen
1 Kron.4:21: het huis der vervaardigers van fijn weefsel.
UpToDate 2024-2025