Hoe bereiken wij het kindschap van de Heer of hoe kunnen en mogen wij Zijn kinderen worden?

 

De Heer deelt ons uit Zijn genade alle ontwikkelingen mee in het scheppingsverhaal, voornamelijk in de Nieuwe Openbaringen, waaronder ook de ´Huishouding van God´ (HGt), waar Hij vanaf het begin der schepping de geordende ´groeifasen´ volledig uit de doeken doet aan de allereerste mensen op de aarde, en nu ook aan ons. Want zegt Hij, ´om het ware kindschap te bereiken, moeten wij volmaakt zijn, zoals Hijzelf is´. Want de macht die in de WARE kinderen woont, is groter dan alle wereldse machten. [HGt.02_080,25,26)

 

Daarom prijs Ik jullie en zeg Ik jullie, dat jullie nu voor jezelf deze ware afstamming hebben verworven, die jullie van Mij hebben teruggegeven aan allen, die haar in deze haar wortels lange tijd niet hebben gekend en ook nooit van zichzelf hebben kunnen herkennen en vinden, voor alle eeuwigheden der eeuwigheden. Geen aardse macht zal haar nog van jullie kunnen afpakken, want de macht, die in de ware kinderen woont, is groter dan alle machten van de wereld en de werelden en al hun lichamen en wezens.  HGt.02_083,03] 

Om het ware kindschap te bereiken, moeten wij dus ook volkomen (worden) zijn, zoals God Zelf. Dat is de kracht, welke in de WARE kinderen woont!

 

Soms wordt in dit verband ook het ´zoonschap´ genoemd.  Het ZOONSCHAP betekent echt ´KIND van God´ te zijn. Hierbij zegt de Heer dat niet al ´die kinderen´ zondermeer Zijn ware kinderen zijn, omdat hun harten koud blijven. Waarschijnlijk verwijst de Heer in de HGt naar het grote groeiende volk in de lagere gelegen dalen, die losbandig leefden, in tegenstelling tot de grotere berghoogten, waar Adam en zijn nakomelingen destijds woonden. Als we een oprecht ´verbond´ met de Heer sluiten, dan wil dat zeggen, dat we strikt genomen een eeuwigdurend contract met Hem gesloten hebben, een protocol, die we dan ook strikt zullen naleven, namelijk de zeer wijze aanbevelingen van de Heer, om tot het kindschap tot Hem te komen, en het dus waard worden om kinderen van God genoemd te worden.

(Opmerking over zoonschap in relatie tot God: Zelfs als 'kindschap' niet in Jakob L. staat, gaat het over een heel andere situatie, want het zou hier dan betekenen dat het gaat over de tijdsfase waarin God (Jezus) een kind was, want we zagen dat er kort daarna over 'zoonschap' wordt gesproken).

 

De Heer zegt daarover: ´Wie in het verbond zal blijven, voor hem zal Ik een Vader zijn en hij zal voor Mij een kind zijn; en wie dit verbond zal aangaan, die zal ook spoedig de ware afstamming ontvangen´. ´Maar wie zich van het verbond zal afscheiden, zal zich ook van Mij afscheiden en zijn afstamming verliezen zolang hij van dit heilige verbond gescheiden blijft.´  [HGt.02_085,13]

 

In het boek ´Aarde en Maan lezen we: ´Want alles, wat een kind van God wil worden, moet ook van A tot Z de weg van God gaan, om welke reden, geesten uit ontelbare andere wereldlichamen naar de aarde dringen om de incarnatie van de Mensenzoon te ondergaan.´ Want zoals er maar één God, één waarheid en één leven is, zo is er ook maar één weg daarheen, maar het is geen noodzakelijk gevolg daarvan, dat alle bewoners van andere wereldlichamen deze weg zouden moeten gaan om op hun manier gezegend te worden… Ieder mens die hier geboren wordt ontvangt een geest van Mij en kan onbetwistbaar de volmaakte afstamming van God ontvangen volgens de voorgeschreven volgorde´. [Er.01_034,13]

 

De Heer zegt hier verder: ´Elk mens die hier wordt geboren, krijgt een geest uit Mij en kan ontegenzeggelijk volgens de voorgeschreven ordening het volko­men kindschap van God verkrijgen.´ (Aarde en Maan-53:12)

 

Zijn engelen ook kinderen van God? In het navolgende beschrijft Jakob Lorber via de Heer iets opvallends en ook heel helder: ´Op de andere hemellichamen echter krijgen de mensen geesten van de engelen. Want elke engel is een kind van God en moet op deze aarde net zoals Ikzelf en zoals elke aartsengel, de weg van het vlees doormaken, waardoor hij dan ook de scheppende kracht in zich heeft, die hij uit de overvloed van zijn liefde en licht kan nemen en dan in de nieuw wordende mensen van andere planeten kan leggen en waardoor hij op deze manier als een God kinderen kan verwekken, die zijn naam dragen. Deze kinderen zijn derhalve slechts secundaire kinderen en geen werkelijke kinderen uit God, maar ze kunnen wel, op de weg van een nieuwe incarnatie op deze aarde, tot het kindschap van God komen.´ (Aarde en Maan-53:13)

 

De bewoners van de natuurlijke zon, zoals wij die zien en ervaren, leven in grote volmaaktheid. Zij zijn in staat om met hun wil in een mum van tijd een grassprietje uit de grond te doen laten opkomen. Blijkbaar zijn deze mensenwezens zoals wij, tot veel meer in staat dan wij aardebewoners en de meesten van hen zijn nog niet geïncarneerd naar onze aarde. Want om het ´kindschap´ te kunnen bereiken moeten ook zij hun grootsheid opgeven en zich vrijwillig prijsgeven aan de deemoedigheid als aardse bewoner. Een belangrijke ´Gids´ daar zei het volgende tegen een aantal gasten op de Zon, die het werden vergund te spreken met de natuurlijke zonbewoners. En als volgt:

 

Zij kregen het volgende te horen: ‘Want’, zegt de leider verder, ‘wij bewoners van de zon leven in grote volmaaktheid en zijn als gevolg van onze wil volmaakte heren over onze wereld; daarom zal het ons altijd moeilijk vallen, wanneer wij ons bij diegenen moeten voegen, die met hun wil niet eens een grashalm aan hun aarde kunnen ontlokken. Maar, mijn beste gast, zoals je uit alles wat je hebt gezien hebt kunnen afleiden, heeft de grote Heer van de hemel en alle werelden geen welbehagen in het grote en sterke, maar in het kleine en zwakke, en wel zo, dat Hij aan onmondige kinderen en heel eenvoudige mensen grotere dingen openbaart dan aan de allerdiepzinnigste engelengeesten. Wanneer wij zonnebewoners ook het kindschap willen bereiken, rest ons dus niets anders dan al onze zonnegrootheid, macht en kracht vrijwillig aan de voeten van de grote God te leggen en ons heel bereidwillig en liefdevol zelfs beneden te stand te begeven van hen, die Hij liefheeft. Zijn liefde strekt zich weliswaar uit over alle menselijke wezens in de hele oneindigheid. Maar begrijp dat goed: alleen Zijn kinderen zullen later eeuwig samen met Hem onder één dak wonen. - Hierbij waarschuwt de Gids om vanaf nu er naar te streven ook  voortaan dus de kleinste en minste te zijn en wees een dienaar van alle mensen met wie je ooit in contact zult komen, dan zul je aandacht van de eeuwige Vader op je vestigen; en deze aandacht is de eerste vonk, waardoor je een nieuw leven zult krijgen, een leven om kind te zijn van de grote Vader!’ [NS.01_022,18] 

 

In de volgende tekst lezen we onder andere dat wij moeten zijn, in alle deemoedigheid en nederigheid, zoals onze hemelse VADER dat ook is. Deze Vader heeft uit liefde voor Zijn kinderen Zich pijnlijk aan het kruis laten nagelen.

 

Deze weg is echter de ware deemoed van het hart; want de kinderen moeten op Hem lijken. Maar hoe wil iemand het kindschap van Hem ontvangen, wanneer hij zich niet uit liefde voor Hem zó kan verdeemoedigen als een kind tegenover zijn Vader betaamt? Immers, de Vader heeft Zichzelf toch uit liefde voor Zijn kinderen smartelijk aan het kruis laten slaan om naar het vlees zelfs voor hen te sterven, opdat daardoor niemand in eeuwigheid meer de dood zou voelen en smaken, wanneer hij Hem boven alles liefheeft en door zijn deemoed deel heeft genomen aan dit heilige kruis, waarop de grote heilige Vader vol liefde Zijn almachtige handen bloedend voor de hele oneindigheid heeft uitgestrekt. [NS.01_022,20].

 

Onze passie, ons leven moet in het Zijne vloeien. Op de geestelijke zon hebben de geesten moeite met de voorwaarden om tot het kindschap van God te komen. Zij wegen de voor- en nadelen (volgens hun visie) op. [GS.02_017,11]

 

Ook hebben de inwoners zich daar gerealiseerd hoe de Heer als Jezus, als Mens allerlei ongemakken voor Zijn kinderen droeg en zelfs voor korte tijd door de handen van Zijn eigen kinderen voor hen gedood wilde worden uit Zijn oneindig grote Vaderliefde! [GS.02_017,11,12]

 

Een inwoner van de geestelijke zon zei het volgende tegen een gast, die een blik mocht werpen in hun geestelijke sfeer: ´Zie, mijn zoon, dit alles is ons bekend en juist. Maar het is ook waar dat de Heer onze God het meest van alles van Zijn schepselen verlangt om in Zijn opdracht te handelen, omdat Hij ook het meest van alles vanuit Zijn goddelijke volheid voor hen heeft gewerkt. Nu weet je alles wat nodig is om het koninkrijk van God binnen te gaan. Maar zij die buiten het hart zijn, zijn omringd door wetten op wetten, die moeilijk te houden zijn; en de overtreding van een enkele brengt al op het moment van de overtreding een dodelijk oordeel met zich mee, waarbij het dan steeds moeilijker wordt om de andere grote massa wetten te houden. Hieruit kun je nu met volledige zekerheid beoordelen wat nodig is om het kindschap van God te verkrijgen. Handel daarnaar, want je bent vrij!´ [GS.02_017,13]

 

´Laten we nu nog eens naar onze verzoeker kijken. Zie, hij overweegt de zaak zeer ernstig en zegt opnieuw tegen de ouderling: "Luister, vader van dit huis! Er is nu een gedachte bij me opgekomen, en die gedachte is deze: als ik hier de serieuze beslissing neem om geen kind van de Heer te worden, maar slechts een nederige dienaar van de minste van Zijn kinderen, alleen maar omdat ik op die manier op een dag dicht bij de almachtige Heer zou kunnen komen en Hem zou kunnen zien, dan denk ik dat dit niet mag ontbreken. Maar zal de Heer in de andere wereld rekening houden met dit principe van mij en mij in zulke omstandigheden plaatsen waarin ik dit fundamentele doel van mij zou kunnen bereiken? Als dit het geval is, dan zal ik mijn hand op het altaar leggen.

 

De oude man zegt: "Daar kun je volledig zeker van zijn, want om welke reden iemand ook het kindschap van de Heer wil bereiken, juist daarom zal de Heer hem ook datgene in deze wereld laten worden waardoor hij kan bereiken wat op de bodem van zijn leven ligt. Als je de minste wilt zijn, zal de Heer je in Zijn handen dragen. Maar wie de grootste wil zijn, zal de Heer niet als zijn gids hebben, maar de Heer zal achter hem lopen en naar zijn stappen en voetstappen luisteren, en als degene die groot wil zijn aan een afgrond komt en niet vrijelijk omkeert, zal de Heer hem niet roepen noch van de afgrond terugtrekken, maar zal hij hem vrij laten om zich ofwel om te keren ofwel vrijelijk in de eeuwige afgrond te storten. [GS.02_017,18]

 

Willen we als mens hier op aarde het ´kindschap´ bereiken, zullen we eerst de ´menswording´ op aarde moeten doorleven een steeds in verbinding staan met de Heer. Dan zal er als het ware een huwelijk ontstaan van de hemel en het aardse schepsel. Maar niet alle mensen op aarde hebben hun geestelijke oorsprong daar vandaan, want er zijn nog veel meer van zulke geestelijke zonnen in de eindeloze ruimte van de schepping.´ [GS.02_017,23] 

 

Op de geestelijke zon zijn de bewoners erg zalig, maar ze zijn nog geen kinderen van God, omdat ze nooit waren geïncarneerd op de aarde. In het nu volgende ervaren we van één van de vrouwelijke bewoners die nader tot de Heer wil komen en haar verlangen groeit met de dag. Velen durven het niet aan om hun ´zaligheid´ prijs te geven om als mens op aarde te leven.

 

´Zie, geen enkel mannelijk wezen wil deze keer naar voren komen; maar daar stapt een wonderbaarlijk mooi vrouwelijk wezen naar voren en zegt tegen de ouderling: ´Getuige van mijn leven door de kracht van God in jou! Mijn borst zwelt van machtige liefde voor de ene God, zonder wiens ooit mogelijke zichtbare aanwezigheid volmaakte gelukzaligheid nooit denkbaar is. Ik wil naar Hem toe en de minste van Zijn dienaren zijn in een van Zijn kleinste huizen, waarvan Hij er zeker een eindeloos aantal zal hebben. De weg schrikt me niet af; de vlam zal me laten zien waar en hoe ik hem kan vinden. Als ik eenmaal de zekerheid heb verkregen, laat mij dan ook gaan volgens de wenk van de machtige profeet, die tot alle mensen van deze eindeloos grote wereld sprak in de naam en door de kracht van de Almachtige God!´ [GS.02_022,11

 

De ouderling zegt: ´Dus kom hier voor mij en wend je gezicht naar de vlam en lees wat het je zegt. - Het vrouwelijke wezen komt voor de ouderling en leest voor uit de vlam: Uw God en uw Heer is een God vol liefde en barmhartigheid en zal u een zacht juk en een lichte last geven om te dragen! Wees nederig in je hart; vergeet de grote pracht van deze wereld en vertrouw jezelf toe aan de almachtige bescherming van de grote God! Hijzelf zal je onzichtbaar op Zijn eigen handen door een kort stoffelijk leven naar Zijn woonplaats dragen, waar je het grote kindschap zult bereiken en voor altijd in het huis van de almachtige goddelijke Vader zult wonen. Als je moed hebt in je liefde voor deze grote God, leg dan je hand op het altaar!´  (GS.02_022,12)

 

De ouderling zegt: ´Nu, mijn dochter, heb je de voorwaarde van Gods grote genade gelezen; wat ga je nu doen? De dochter zegt: Ik wil mijn steeds grotere liefde voor mijn God en voor jouw God volgen, en als ik daar ben, zal ik aan jou denken, als het de wil van de Heer is, zodat jij en vele anderen mij mogen volgen. Ik weet goed dat deze wereld ook wonderbaarlijk is en dat we altijd gezelschap kunnen houden van de zuivere geesten die een fijner lichaam hebben aangenomen dan het onze.´

 

´We kunnen gemakkelijk hun hoge gelukzaligheid aanschouwen, en deze is van dien aard dat ze de gelukzaligheid van ons natuurlijke leven niet vertroebelt; want de gezegende geesten van deze wereld hebben zeker niet veel met ons gemeen, behalve dat ze naar believen kunnen opstijgen en snellere bewegingen kunnen maken dan wij in onze natuurlijke staat, omdat we niet zoals zij kunnen opstijgen, hoog in de sferen van sterk licht.´ [GS.02_022,13]

 

´Maar bedenk nu eens wat het betekent om geroepen te worden en een kind van God te zijn, die met één blik meer kan zien dan wij in ontelbare grote tijdstappen. Daarom zal ik mijn hand op het altaar leggen en op weg gaan op de wonderbaarlijke weg!´ ´Zie, deze dochter legt haar hand op het altaar en ze is niet langer te zien onder het gezelschap.´. [GS.02_022,12-15]

 

In het volgende lezen we echter dat het ´kindschap´ niet alleen via de aarde kan worden bereikt, maar ook via andere werelden.

´Ik realiseer me nu duidelijk dat, volgens uw onderricht, men het kindschap van God in elke wereld kan bereiken als men slechts dienovereenkomstig handelt en zijn innerlijke leven tracht te bevrijden in de naam van de God-mens. Ik besef ook dat de handoplegging op het vlammende altaar als het ware slechts een uiterlijk beeld is van wat het menselijk schepsel geestelijk in zichzelf moet doen op de bodem van de rede´. [GS.02_061,03]

 

´Je hebt gezegd dat nederigheid (deemoedigheid) de basisvoorwaarde is voor het bereiken van het kindschap van God, omdat alleen liefde voor de enige God daaruit voortkomt. Maar niemand kan ooit ontkennen dat "een kind van God zijn" zeker oneindig veel meer betekent dan het hoogste en meest volmaakte geestelijke wezen in deze wereld te zijn. - Hier weet ik niet of er sprake kan zijn van ware nederigheid in meer willen worden, onder welke conditie van handelen dan ook´.  [GS.02_061,05]

 

Deemoedigheeid) is dus de basisvoorwaarde voor het bereiken van het kindschap van God, omdat alleen liefde voor de enige God daaruit voortkomt. Maar niemand kan ooit ontkennen dat 'kind van God zijn' zeker oneindig veel meer betekent dan het hoogste en meest volmaakte geestelijke wezen in deze wereld te zijn.

 

´Maar omdat jullie denken dat het in het bereiken van het kindschap van God onmogelijk is om te voorkomen dat je meer wordt, zelfs met de allerbeste wil, zeg ik jullie dat jullie je in dit opzicht zeer vergissen. Maar hoe waar deze uitspraak van mij is, zal ik je in het helderste licht laten zien uit de meest onfeilbare woorden die de Heer, God en Schepper van hemel en aarde Zelf tot ons heeft gesproken.´

 

´Maar het woord luidde aldus: "Laat de kleinen tot Mij komen en verhindert hen niet, want hunner is het Koninkrijk der hemelen!" - De Heer zei verder: "Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het koninkrijk van God niet binnengaan!" - En nog verder zei Hij: "Wie onder u de eerste en de grootste wil zijn, laat hij de minste en de dienaar van allen zijn!´

 

´Zie, daarin ligt de essentie van het kindschap van God. Als je denkt dat je in het kindschap van de Heer meer zult zijn, meer kracht zult hebben en rijker zult zijn in alle pracht en kracht, dan zeg ik je: blijf wat je bent, want er is geen sprake van dat je in alle opzichten meer zult worden. Hier ben je een volmaakte meester, zowel lichamelijk als geestelijk. Zolang je in je lichaam leeft, moet alle materie aan de oppervlakte van deze wereld van jou zich gehoorzaam aan de macht van je wijsheid onderwerpen, maar als je in de geest bent, moet deze wereld van jou zich vanuit haar centrum aan jou onderwerpen en zo aan iedere geest van je gelijken, want jullie zijn allen bewoners van deze wereld in de geest van één wijsheid en één wil, zoals al op het eerste gezicht uit je zedelijke en staatsinrichting blijkt´. [GS.02_062,2-4]

 

´Maar laten we eens kijken naar een kind van God; wat voor macht heeft het, wat voor heerschappij? Zie, ik kan je met de grootste zekerheid zeggen: een kind van God mag zich, zolang hij in het lichaam leeft, zelfs geen stofje van de wereld toe-eigenen, zelfs zijn lichaam niet, zelfs zijn leven niet, maar hij moet alles opgeven en altijd bereid zijn om in de volheid van de waarheid te zeggen en te belijden: Niets is van mij, ik ben niets; zelfs het leven dat ik heb is alleen van de Heer. Dit is dus de wereldse relatie; is de geestelijke mooier? Absoluut niet! Het geestelijke moet des te meer bestaan uit een centrale armoede.´ [GS.02_062,06]

 

Bij het bereiken van het kindschap van God gaat het er niet om meer of gelukkiger te worden, maar om volmaakter en levendiger te worden in de liefde van God. Maar jullie weten allemaal uit eigen ervaring dat ons grootste geluk en onze grootste gelukzaligheid hier van niets zoveel afhangt als van onze wederzijdse liefde alleen. Hoe meer we van elkaar houden, hoe inniger we lichamelijk en geestelijk in liefde verenigen, hoe gelukkiger we zijn!  (GS2-64:12)

 

De Farizeeërs beriepen zich op hun lichamelijke afstamming van Abraham, maar Jezus sprak tot hen en zei: ´Volgens jullie afstamming van Abraham worden jullie verondersteld Gods kinderen te zijn; maar dat zijn jullie allang niet meer, jullie vader is Satan, jullie moeder is het legioen van alle duivels en jullie afstamming is jullie nauwelijks meetbare blindheid, luiheid en boosaardigheid. En deze grootste vijanden van de mensheid zijn jullie eigen huisgenoten! - En wie van jullie wil terugkeren tot het ware kindschap van God, laat hij het zwaard der waarheid grijpen dat ik tot jullie spreek en tegen zulke van zijn huisgenoten strijden tot hij ze verslagen heeft." [HiG.03_64.03.21.b,08]

 

De Heer zegt hier: ´Maar omdat Ik dit wil doen, moet Ik jullie nu ook zulke wegen laten zien waarop jullie Mijn rechtvaardig zoonschap kunnen bereiken - als jullie dat willen! Maar wanneer de aarde gereinigd is, zal Ik voor de geest een brug van haar naar jullie bouwen, waarover jullie hand in hand met hen zullen lopen!´ [BM.01_169,12]

 

Daarom staat er in het 12e vers dat allen die Mij aannemen en in Mijn Naam geloven, de kracht in zich zullen hebben om "kinderen van God" genoemd te worden!

 

´Wanneer de mens door de wedergeboorte het ware kindschap van God bereikt, waarin hij formeel door God de Vader of door de liefde in God geboren wordt, bereikt hij de heerlijkheid van het oorspronkelijke licht in God, dat eigenlijk het goddelijke oorspronkelijke wezen zelf is; dit wezen is de eigenlijke, eniggeboren zoon van de Vader, zoals het licht in de warmte van de liefde verborgen ligt, zolang de liefde het niet wekt en uit zichzelf laat stralen. Dit heilige licht is daarom ook de eigenlijke heerlijkheid van de Zoon van de Vader, waartoe ieder wedergeboren mens komt en wordt als deze heerlijkheid, die eeuwig vol genade is (Gods licht) en vol waarheid, die de ware werkelijkheid of het vleesgeworden Woord is´. (GJE1-3:1)

 

´Maar de eigen individualiteit van het werk dat voor het eerst begonnen is, is voor altijd volledig verdwenen. Kortom, het eerste zelf is volledig vernietigd, en dat is in de meest reële zin de eeuwige dood, die geen liefde en geen herinnering aan het oorspronkelijke wezen kan doen herleven. Maar waar dit nooit kan gebeuren, kan er niet langer gedacht worden aan perfecte eindige vervulling. Maar het behoud van de oorspronkelijke individualiteit is van onuitsprekelijk belang, want zonder dit kan de afstamming van God nooit bereikt worden. Want een tweede generatie zal nooit meer een eerste generatie zijn.´ [RB.02_293,13]

 

´Maar de mensen, die in het geheel niet met Mijn leer in aanraking komen, krijgen aan de andere zijde gidsen, die hen naar deze brug zullen brengen. Als de met Mijn leer onbekende geesten de gidsen volgen, zullen ze ook over de brug tot het ware leven komen; als ze echter hardnekkig bij hun eigen leer blijven, dan zullen ze overeenkomstig hun leer als schepsel slechts naar hun levenswandel geoordeeld worden en nooit het kindschap van God bereiken!´ (GJE1-81:12)

 

In de volgende tekst betreft het de hier geincarneerde Philopold, zijn ziel was afkomstig van de planeet AKKA en de engel van Jetus opende zijn gezicht en hij zag zijn vorige leven: ´Maar wanneer jullie, in de wereld van de zon, die het laatst door jullie in het vlees bewoond is, waaraan de wijzen van deze aarde de naam Procyon geven, maar die op haar brede bodem van haar bewoners de naam Akka heeft. (Redaktie: Procyon maakt deel uit van de Winter Triangle, de driehoek tussen de heldere sterren Betelgeuse (sterrenbeeld Orion), Sirius (Grote Hond) en Procyon (Kleine hond).- en inderdaad overal met één en hetzelfde accent, omdat de bewoners van dezelfde slechts één taal spreken - je toonde het meest levendige verlangen toen je van een engel hoorde dat de grote, almachtige, eeuwige geest als de enige schepper en onderhouder van de oneindigheid en alles wat daarin bestaat op een van de allerkleinste planeten, die in ontelbare massa's in de oneindige ruimte rondcirkelen, zelf vlees en volledige menselijke vorm aan te nemen, mogelijk om op dezelfde planeet geplaatst te worden om degene te zien en te horen die jullie geschapen heeft, dezelfde engel die jullie hier aan mijn rechterhand zien als de zevende mens, die niettemin een volkomen vrije geest is, jullie gedetailleerd en precies de moeilijke voorwaarden voorlegt, die jullie moeten doorstaan, als jullie bewoner van deze planeet willen worden, waarop jullie je nu bevinden en daarop het kindschap van God willen winnen!´ [GJE.01 213,02]

 

Zegt de engel hier verder: ´Want het gaat erom een volkomen nieuw schepsel te worden, en wel van en in God. Als je eenmaal een volledig nieuw schepsel van God bent geworden en het kindschap van God hebt bereikt, zal alles aan je worden teruggegeven!´ [GJE.01_214,09]

 

´In de talloze andere werelden wordt je in­ en uitwendig gevormd tot wat je moet zijn; maar hier laat God de uiterlijke vormgeving over aan de ziel, die haar lichaam zelf vormt volgens de ordening waarin zij geschapen is; maar iedere geest, die in de ziel geplaatst is, moet speciaal de ziel eerst vormen door het opvolgen van de hem uitwendig gegeven wetten. Als de ziel daardoor de juiste rijpheid en vorming heeft bereikt, dan worden geest en ziel een eenheid, en dan is de gehele mens compleet, een nieuw schepsel, van oorsprong altijd uit God, omdat de geest in de mens niets anders is dan een kleinste weergave van God omdat deze volledig uit het hart van God komt. Maar de mens bereikt dit niet door de daad van God, maar door zijn eigen persoonlijk handelen, en is juist daardoor een echt kind van God! [GJE.01_214,10)

 

´In alle andere wereldlichamen hoeven mensen zich niet te vormen, maar worden ze gevormd door God, of wat één is, door Zijn kinderen. Hier echter moeten de mensen zich volledig naar de geopenbaarde orde vormen, anders kunnen ze onmogelijk kinderen van God worden! En zo is een volmaakt mens op deze aarde als kind van God in alles gelijk aan God; maar een onvolmaakt mens daarentegen zit ook diep onder het rijk van de dieren!´ (GJE.01_214,11)

 

´Ja, het ware koninkrijk van God kost een grote strijd omwille van de volste vrijheid van het eeuwige leven, en daarom moet je de gelegenheid krijgen om te strijden tussen hemel en hel!´ [GJE.02_059,14] De mens zijn eindeloze vermogens gegeven!

 

Philopold wordt hier verder geïnformeerd: ´Er is een aparte aarde (wereld) ver weg in het gebied van de planeten die om deze ene zon draaien, die tot nu toe door geen enkele astronoom is gezien. Op deze aarde (Uranus) wonen zeer koppige mensen, die niet van een plan en streven af te brengen zijn als het eenmaal is bedacht totdat het in daden is omgezet. Zielen uit zo'n wereld worden ook in het vlees op deze aarde gezet vanwege het bereiken van het kindschap van God en behouden nog veel van hun zinnelijke starheid.´ [GJE.03_237,07]

´In zekere zin ben ook jij zo'n vreemdeling op deze aarde. Je stamt voor wat betreft je ziel af van die wereld en daarom was je zo stijfhoofdig en onbuigzaam in je voornemen´.  [GJE.03_237,08]

 

De Heer zegt over zielen van andere sterren: ´Bovendien zijn er ook verschillen in de zielen die van boven komen, op zo'n manier dat sommigen uit de volmaakte zonnewerelden komen. Deze zijn sterker dan degenen die hier komen van de kleine planeten die op deze aarde lijken, om het kindschap van God op deze aarde te bereiken´. [GJE.04_035,01]  Maar hoe onvolmaakter een planeet is, des te zwakker zijn de emigranten. (2) ´Een suïcidale ziel zal bijna nooit boven de gezegende van de eerste, buitenste en dus ook tot de laagste hemel komen, of zelfs maar tot de grenzen daarvan!´ [GJE.04_152,13]

 

´In de eerste, de wijsheidshemel komen meestal alleen zielen van alle andere wereldlichamen, en van deze aarde de zielen van die wijze heidenen, die volgens hun kennis zeer gewetensvol en rechtvaardig hebben geleefd, maar die niets van Mijn persoon daarbuiten willen horen. Als ze echter in de loop van de tijd iets aannemen, kunnen ze zeker in de tweede, hogere of middelste hemel worden opgenomen, maar de derde, binnenste en hoogste hemel, de eigenlijke hemel van liefde en leven, zullen ze nooit bereiken. Want alleen zij die reeds de volledige kindschap van God hebben bereikt, zullen daar komen´. [GEJ.04_152,14]

 

´Hoe verdorven een ziel ook mag zijn, ze mag niet met Mijn almacht in beslag worden genomen, maar ze krijgt het materiaal alleen in de mate waarin ze het kan verwerken; ze mag niet met meer dan haar eigen kracht worden belast.´ [GJE.04_245,07]

 

De Heer zei 'Daarom zeg Ik tegen jullie: Wie Mij reeds hier of toch in ieder geval aan gene zijde uit alle macht zal zoeken, vinden en herkennen en dan boven alles zal liefhebben en zijn naaste met alle geduld zoals zichzelf, die zal Mijn kind, dus Mijn zoon of Mijn dochter zijn! Maar degene die Mij niet zal zoeken, niet zal vinden en niet zal herkennen, en dus ook niet lief zal hebben, en die dan ook vol liefdeloosheid zal zijn tegenover zijn medemens, die zal het ook eeuwig nooit tot Mijn kindschap brengen! Want Mijn kinderen moeten even volmaakt zijn als Ik, hun ware Vader, Zelf volmaakt ben!´

 

´De later zeer wel mogelijk gezuiverde wereldkinderen zullen echter geestelijke bewoners van die werelden zijn, en in de met hen overeen­stemmende gezelschappen verblijven waarin ze gezuiverd werden; maar in het huis van de eeuwige Vader in het centrum van de allerhoogste hemel zullen ze nooit in en uit gaan zoals Mijn ware kinderen, die met Mij steeds de gehele oneindigheid zullen richten, eeuwig en eeuwig´.  (GJE5-111:1,2)

 

´Maar Mijn kinderen zullen altijd bij Mij zijn en met Mij denken, voelen, willen en handelen als vanuit één hart! Dit zal het oneindig grote verschil zijn tussen Mijn ware kinderen en de gelukzalige schepselen begiftigd met verstand en begrip. Daarom, wees er goed op voorbereid dat jullie op een dag geschikt en waardig zullen worden bevonden als Mijn kinderen!´ [GJE.05_112,10] 

 

´Zielen kunnen ook vanuit de middelste zon van dit systeem, waartoe ook deze zon behoort, naar deze aarde worden overgebracht om Mijn kindschap te bereiken, evenals vanuit het verdere zonnegebied en de middelste zon. Maar zielen kunnen hier alleen komen uit het gebied van hetzelfde zonne-universum waarin deze aarde zich bevindt, - maar niet gemakkelijk uit de algemene oer-middelpuntzon, omdat de zielen van die noodzakelijkerwijs meest gigantische menselijke wezens al te veel substantie bevatten om door het kleine lichaam van een mens op deze aarde te kunnen worden opgenomen.´ [GJE.05_113,05]

 

´Bovendien - let wel! - is deze aarde er een die speciaal door God is uitgekozen en bestemd, zodat er op haar, vanwege de enig mogelijke kinderlijkheid van God die hier kan worden bereikt, zo'n grote verscheidenheid is onder de meest uiteenlopende menselijke soorten en karakters die er bestaan, die, na deze aarde, niet in zo'n hoge mate te vinden is op een van de ontelbare vele wereldlichamen in de hele oneindigheid.´ [GEJ.05_188,13]

 

´Maar omdat de ware en enige afstamming van God alleen hier bereikt kan worden, wat alle zuivere oorspronkelijke geesten in de hele oneindigheid heel goed weten en diep erkennen, kun je je goed voorstellen dat veel geesten met zielen van andere wereldlichamen ook naar deze aarde komen om een vreemde ziel in de materie van deze aarde te laten gisten. Welnu, velen slagen bij de eerste poging en velen niet! Als de vreemde ziel niet kan overleven in het lichaam van deze aarde aan het begin van zijn intrede in deze zeer beklemmende materie, wel, dan wordt hij onmiddellijk door zijn geest teruggebracht naar waar hij vandaan kwam. Maar als de ziel het lichaam verstandig gebruikt, dan is het lichaam ook een tempel van verlossing voor haar, waardoor zij alleen het eeuwige leven kan bereiken en het ware kindschap van God kan bereiken.´ [GEJ.05_188,14]

 

(Maar als de ziel het lichaam verstandig gebruikt, dan is het lichaam ook een tempel van verlossing voor haar, waardoor alleen zij het eeuwige leven en het ware kindschap met God kan bereiken).

´Dat een menselijke ziel zich uit deze wereld verzamelt uit het mineraal-, planten- en dierenrijk en zich tot de menselijke ziel opwerkt, is jullie al grotendeels getoond en ook hoe dit in de gevestigde orde gebeurt. Maar geen menselijke ziel, hoe onvolmaakt ook, zwerft achteruit, behalve in het geestelijke middenrijk van de uiterlijke verschijningsvorm met het doel van haar vernedering en de mogelijke verbetering, die daaruit voortvloeit. Als dit eenmaal tot op zekere hoogte heeft plaatsgevonden, waarboven zij niet verder kan gaan vanwege een gebrek aan hogere vermogens, kan zo'n ziel overgaan in een louter schepselachtige zaligmaking op een ander wereldlichaam, dat wil zeggen in het geestelijke rijk, of, als zij dat wil, kan zij opnieuw het vlees van de mensen van deze aarde binnentreden, waardoor zij hogere vermogens kan verwerven en met hun hulp zelfs het kindschap van God kan bereiken.´ [GJE.06_061,04]

´Zo migreren ook zielen van andere werelden in het vlees van de mensen van deze aarde om die ontelbare geestelijke kwaliteiten te verwerven die nodig zijn om het ware kindschap van God te bereiken´. [GJE.06_061,05]

 

´Maar alle profeten, zoals jullie nu, zijn volgens hun zielen niet van deze aarde, maar zij zijn van boven ingehuurde werkers en hebben tevoren met Mij een vast contract gesloten voor het bereiken van het kindschap van God, dat alleen op deze aarde mogelijk is´. [GJE.06_176,07]

 

De mensen zijn afhankelijk van elkaar en dat zal ook zo blijven. De rijke zal zich moeten ontfermen over de armere. Ieder mens zal volgens de wijze raad van de Heer moeten rijpen tot het ware kindschap van God. De Heer heeft ons geboden (aanbevelingen) gegeven voor het heil van onze zielen. Deze geboden zijn eeuwig. Houdt de mens zich daaraan, heil voor zijn eeuwige ziel! Gods Woord staat vast en Zijn orde is onveranderlijk ingesteld. Slechts een klein deel van de mensheid, zo beschrijft Jakob Lorber dit, is geroepen tot het kindschap van God. De mens heeft echter een vrije wil. Alle mensen zijn hiertoe bedoeld om het kindschap van God te bereiken, maar velen bereiken dit niet, omdat ze een wereldse prioriteit nastreven en daarom zal dat getal niet groot zijn.

 

Lorber schrijft het volgende via de Heer: ´Veel van die ontelbare mensen op de sterrenaardes weten via hun engelen dat een ziel alleen hier op aarde de ware kindschap met God kan bereiken, maar alleen door een zeer moeizaam en moeizaam leven in het vlees. Als zij dat willen, zal het worden toegestaan dat hun zielen ook op deze aarde in het vlees worden verwekt. Maar als ze daar eenmaal zijn, moeten ze ook dit voor korte tijd verdragen, want op deze manier zullen ze ook de triomf van de volle Godzaligheid voor de eeuwigheid oogsten, en in ruil daarvoor kunnen ze ook iets verdragen, want Ikzelf heb uit liefde voor Mijn kinderen ook vrijwillig vele dingen verdragen en zal nog steeds de grootste en bitterste dingen moeten verdragen, maar voor de redding van Mijn kinderen.´ [GJE.07_092,07]

 

(Redaktie: Alle mensenwezens op deze aarde hebben echter de mogelijkheid om tot het kindschap van God te komen! (Lg.01_022)

De Heer zegt in het boek de Geestelijke Zon: ´Je zou graag willen weten, waaruit zo'n dwaling bestaat? Kijk, zo'n dwaling berust op het volgende: wanneer iemand uit vrees voor God het geloof als een verplichting aanneemt en dan trouw leeft volgens dit geloof, kan hij God nooit zo echt vol liefde omvatten, omdat hij Hem te zeer vreest. Deze overdreven vrees voor God is dus zo'n kleine dwaling en deze is er zonder beschadiging van leven en vrijheid niet zo gemakkelijk uit te krijgen. Je denkt weliswaar: hoe kan de Almachtige zoiets zeggen? Maar waar het om de volledige vrijheid van een wezen gaat, moet Ikzelf Mijn almacht mooi thuis laten. Want zou Ik die gebruiken, dan was het met zo iemand ogenblikkelijk gedaan en Ik zou dan in plaats van kinderen die vrij leven, denken, werken en handelen, louter gerichte machines hebben, die zich steeds onverbiddelijk gedwongen, maar nooit vrijwillig volgens Mijn wil zouden bewegen. Daarom kan Ik alleen van Mijn almacht gebruikmaken wanneer dat hoogst noodzakelijk is en bovendien de vrije geest daardoor nooit in zijn denken en handelen beperkt wordt. (Geestelijke Zon, deel 1, hfdst.59:10)

 

´Willen zij echter mettertijd mogelijkerwijs zelfstandig worden, dan moeten zij de weg van de materie, ofwel van de gerichte en dus vastgelegde wil van God, doormaken op de wijze die jullie op deze aarde te zien krijgen. Pas als zij dit gedaan hebben, zijn zij uit zichzelf zelfstandige, zelfdenkende en vrijwillig handelende kinderen van God geworden, die weliswaar ook altijd de wil van God doen, maar niet omdat hij hun door de almacht van God opgelegd is, maar omdat zij die erkennen als zeer wijs, en zelf bepalen dat zij die opvolgen, wat dan hun eigen leven ten goede komt en hun de hoogste zaligheid en het hoogste levensgeluk geeft´. (GJE6-133:11)

 

´Veel van de talloze mensen op die sterren weten door hun engelen dat een ziel alleen hier op deze aarde het ware kindschap van God kan bereiken, maar alleen door een zwaar en moeilijk leven in het vlees. Wanneer ze dat willen, wordt het toegelaten dat hun zielen ook op deze aarde in het vlees verwekt worden. Zijn ze er echter eenmaal, dan moeten ze ook accepteren dat ze het voor een korte tijd moeten doormaken, omdat ze daardoor voor eeuwig de triomf van de volle gelijkenis met God bereiken; en daarvoor kunnen ze zich ook wel iets laten welgevallen, aangezien Ik uit liefde voor Mijn kinderen Mijzelf vrijwillig ook heel veel laat welgevallen, en Mij nog iets heel groots en bitters zal moeten laten welgevallen, tot heil van Mijn kinderen´. (GJE8-16:2)

 

'Moet de liefdeloosheid van de mensen dan steeds maar doorwoekeren op deze aarde?' Nee, zeg Ik je, dat zeker niet! Maar kijk, volgens het wijze raadsbesluit van God moet alles zijn tijd hebben op aarde, om de mensen te laten rijpen voor het ware kindschap van God! Daarom heeft de rijke zijn tijd om rijk te zijn en met zijn overvloed barmhartig te zijn voor de armen, en de arme heeft zijn tijd om zich te oefenen in geduld en zelfverloochening en zijn nood en ellende op te offeren aan God, en dan zal God de arme al gauw op de voor zijn zielheil beste wijze helpen en ook de harde rijke te rechter tijd tuchtigen. Want zowel de rijke als de arme zijn geroepen tot het kindschap van God´. (GJE7-92:7)

 

Opmerking: ´Alle mensen op aarde hebben echter de mogelijkheid om tot het Kindschap van God te komen!´

´God de Heer heeft er echter voor gezorgd dat de aarde niet verwoest zou worden, opdat de mensen hun school niet zouden kwijtraken, waar ze geschoold worden voor het eeuwige leven -want wie niet op deze aarde in het vlees de school des levens heeft doorlopen kan het kindschap van God niet bereiken, maar blijft eeuwig op het scheppingsniveau van de dieren. Daarom is vanzelfsprekend het in stand houden van deze aarde als school voor het verwerven van het kindschap Gods uiterst noodzakelijk. je zult dat weliswaar nu nog niet helemaal begrijpen, maar we zullen morgen op dit onderwerp terugkomen, en dan zul je het begrijpen!' (GJE10-236:7,8)

 

´ …Wie de leerschool van het leven in het vlees op deze aarde niet doorlopen heeft, kan niet tot het kindschap van God komen, maar blijft eeuwig op het schepselachtige niveau van de dieren. Daarom is het behoud van deze aarde als leerschool voor het verwerven van het kindschap van God zeer noodzakelijk.

 

Luzifer heeft ooit een aantal ontelbare geesten in zijn val meegesleept. De gehele ziel van Luzifer (dat is de totale materie met alle planeten, sterren en zonnen) is gebonden in alle materiedelen en als dat geleidelijk van hem weggenomen wordt, dus de gebannen zielen in de materie die dan worden bevrijdt, op deze wijze al deze zieldeeltjes van hem geleidelijk weer bij de Heer komen. Alles, wat op aarde geboren wordt, tenzij geesten uit andere werelden die voor een proefleven hierheen zijn getransplanteerd om tot Zijn afstamming te komen, zijn allemaal overgebleven delen van de gevallen engelen van Luzifer en deze moeten dus ook weer dezelfde weg gaan als alle in de materie gebonden geesten.

 

De Heer zegt via Mayerhofer: ´Bovendien is er het feit, dat op jullie aarde vele geesten uit andere werelden de leerschool van de beproeving willen doorlopen om tot Mijn afstamming te komen, die natuurlijk niet zonder gaven uit die werelden hier aankomen en soms een zekere voorkeur hebben voor het een of het ander, niet wetende, dat het vroeger door hen in betere en fijnere organisaties werd beoefend.  (Lg.01_022,43)

 

´De mensen van deze aarde hebben de grote bestemming om zelfbewuste kinderen van God te worden; daarom moeten ze ook getraind en opgeleid worden in alle zelfwerkzaamheid vanuit zichzelf´. [GJE.06_111,19]

 

´Op de andere wereldse lichamen komen de mensen echter in contact met de geesten van de engelen. Want iedere engel is een kind van God en moest net als Ikzelf en net als iedere aartsengel de weg van het vlees op deze aarde hebben afgelegd, daarom heeft hij dan ook de scheppingskracht in zich, die hij uit de overvloed van zijn liefde en zijn licht kan nemen, in de pas geworden mensen van andere planeten kan plaatsen en zo als een God kinderen van zijn naam kan trekken. Deze kinderen zijn dus slechts de nakinderen, maar geen echte kinderen van God, maar zij kunnen zeker ook op deze aarde de afstamming van God bereiken door weer vlees te worden [Er.01_053,13]

 

Aan het einde van dit onderricht deelt de leider de gast pas mee, dat helemaal aan het bovenste punt van het hemellichaam, dat zij bewonen, in de volmaakte lichtregio, zich een nog veel volmaaktere wereld bevindt, waar alle zonnebewoners het volmaakte onderricht over de menswording van de Heer in de geest zullen ontvangen; en dat ze daarna, als ze willen, ook als werkelijke kinderen Gods opgenomen kunnen worden, wanneer zij zich daar tot het laatste atoom van hun zijn zodanig kunnen verdeemoedigen, dat zij als bewoners van een volmaakte wereld ten diepste de laatste en laagste dienaren willen zijn van die kinderen Gods, die Hijzelf als mens op de planeet aarde of Pjoer tot Zijn kinderen heeft gemaakt en heeft aangenomen. (Natuurlijke Zon-22:17)

 

De geest en de ziel van de mens wordt pas sterk, als deze tijdens het leven op aarde veel hinder ondervindt, want ieder mens leeft naast mensen, die een boze geest of een demoon in zich hebben, wat uiterlijk natuurlijk niet zichtbaar is. Het bevordert wel de weg om een volmaakt kind van God te worden. Ieder mens dient, als hij dat wil het laatste  atoom van zijn wezen te verootmoedigen, dat de weg naar het kindschap van God open legt.

 

We dienen de allerlaatste druppel van onze eigenliefde, hoe vernederd ook, in de grootste zelfverloochening als offer aan de Heer aan te bieden.  Op deze manier zijn wij dan ook de meest ware kinderen van God en worden wij door Hem als hun eeuwig ware Vader ontvangen in de hoogste zuivere hemel van liefde´. (GZ.01_101,13,16)

 

(Redaktie: Wel te verstaan ook bewoners van andere zonnegebieden) Dat het helemaal niet zo eenvoudig is om ´Kind van God´ te worden blijkt wel in de volgende tekst:

 

´Daarom, als je het kindschap van God wilt bereiken, moet je je volledig ontdoen van de gedachte dat je daarbij iets wilt winnen. Je moet jezelf dan niet zien als een kind van God in een eindeloos volmaakte positie, maar je moet de zaak juist andersom bekijken. En als je dit gedaan hebt, zal het vanzelf duidelijk worden of ware nederigheid en liefde voor God een volmaakt rechtvaardige of een bedrieglijke manier is om het kindschap van God te verkrijgen´. [GS.02_062,16]  Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. (Mattheüs 5:9)

 

´Vergeld nooit kwaad voor kwaad en kwaad voor kwaad, maar doe goed aan hen die je haten - dan zul je waarlijk kinderen van God zijn!´ [BM.01_068,19]  ´Gods kinderen moeten alles kunnen verdragen! Hun kracht is alleen liefde voor God en liefde voor hun broeders, of ze nu goed of slecht zijn´. [BM.01_068,21]

 

In de Bijbel staat een belangrijk citaat ver het ´kindschap van God´. Ev.Joh.1,12.: ´Maar zovelen Hem aangenomen hebben, aan hen heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, omdat zij in Zijn Naam geloven.

´Want het geloof is een zeer bijzonder licht, en Mijn naam, waarop de machtige stralen van dit licht gericht zijn, is de kracht en de macht en het eigenlijke wezen van Mijn oerbron, waardoor ieder in zichzelf het rechtmatige en geldige kindschap van God tot stand brengt. Daarom staat dan ook in het twaalfde vers, dat allen, die Mij opnemen en in Mijn naam geloven -de macht in zich hebben rechtmatige 'Kinderen Gods' te heten!´ (GJE1-2:11)

 

In alle andere wereldlichamen hoeven mensen zichzelf niet te vormen, maar worden ze gevormd door God, of wat een is, door Zijn kinderen. Hier moeten mensen zich echter volledig vormen volgens de geopenbaarde orde, anders kunnen ze onmogelijk kinderen van God worden! En zo is een volmaakt mens op deze aarde als kind van God in alles gelijk aan God; maar een onvolmaakt mens daarentegen zit ook diep onder het rijk van de dieren!´

 

´Want voor de ogen van de echte kinderen Gods zullen de aarden, zonnen en manen als schitterend stof zweven. Wees daarom niet alleen hoorders, maar veel meer daders van Mijn woord!´ (GJE1-140:7,8)

 

De mensen van deze wereld moeten door water en vuur worden geleid om ware kinderen van God te worden. [GJE.02_010,04]  Cyrenius opperde dat naast de kinderen van God ook de kinderen van de hel in één en dezelfde school worden opgevoed, ieder voor zijn eigen sfeer! [GJE.02_061,03]

 

´De aarde is de drager van twee soorten mensen. De ene en betere soort komt van boven, oorspronkelijk al te begrijpen als de kinderen van God. De andere en eigenlijk slechtere soort komt echter puur van deze aarde; Hun ziel is in zekere zin een samenstelling van individuele levensdeeltjes, die, door Satan meegenomen, als materie gevangen worden gehouden in de massa van het aardse lichaam, van waaruit ze vervolgens via de plantenwereld in de dierenwereld terechtkomen, om uiteindelijk via de vele stadia van de dierenwereld als potentie tevoorschijn te komen, bestaande uit ontelbare oorspronkelijke zielsdeeltjes, om een wereldmenselijke ziel te vormen en, in de bijzonder ongezegende voortplantingen in de baarmoeders van vrouwen, vlees aan te nemen en verder geboren te worden in deze wereld, net als de kinderen van het licht uit de geestelijke sfeer van de hemelen´. (GJE.02_169,03)

 

´Maar het is zeker dat uit deze verloren lichtzoon de bijzondere geesten door de kracht van God weer worden opgewekt en in het vlees worden geplaatst als kinderen van de wereld, en zij krijgen de kans om, net als de kinderen van boven, op te stijgen tot de hoogste volmaaktheid van de kinderen van God. Want er staat geschreven: ´Maar als je de waarheid hebt gevonden, deze aanvaardt en je eraan houdt, en ernaar denkt en handelt, dan zul je inderdaad kinderen van God zijn, terwijl je zegt, zoals alle Joden nu zeggen, dat ze kinderen van God zijn, maar in hun hart niet eens geloven dat er een God is!´ [GJE.02_231,08] 

 

Als wij ware kinderen van God willen zijn, zoals wij geroepen zijn, mag er nooit een reden zijn voor een handeling die niet gebaseerd is op zuivere liefde in al haar onderdelen; er mag geen spoor van woede, van dorst naar wraak en van zelfs maar de geringste leedvermaak in jullie hart zijn, want dat behoort tot de hel en niet tot de hemel. [GJE.03_059,11]

 

´De kinderen van de wereld zoeken echter alleen de wereld en zijn daarom ook haar kinderen. Zij ontvluchten het goddelijke en zoeken alleen de eer en het aanzien van de wereld´.

 

´Het is waar dat de kinderen van God in deze wereld ook veel zwakheden hebben die hen enorm belemmeren om op te stijgen tot God, hun Vader; maar de Heilige Vader heeft deze zwakheden alleen aan de kinderen gegeven voor hun leven in deze wereld…´

´Daarom moet hier (op aarde) de vrijste ruimte voor ontwikkeling worden toegestaan voor het grijpen van elke denkbare ondeugd tot in de laagste hel, evenals voor het grijpen van de hoogste deugd voorbij alle hemelen, anders is het niets met het worden van de kinderen van God op deze aarde die ervoor bestemd zijn!´ [GJE.03_092,12]

 

´Juist door die zwakheid moeten de kinderen hun Vader herkennen, zij moeten zachtmoedig en deemoedig worden en de Vader vragen om de juiste kracht en sterkte, en Hij zal hun deze dan wel geven als het voor hen de juiste tijd zal zijn´. [GJE.03_092,13]

 

´Er zijn daarom ook meer verschillende soorten mineralen, planten en dieren op deze aarde dan op alle andere planeten en zonnen, natuurlijk elk afzonderlijk genomen. Ze zouden allemaal samen waarschijnlijk een groter aantal soorten opleveren, maar op elk ander wereldlichaam afzonderlijk zijn er nog geen honderdduizendste deel van zoveel soorten in de hele ruimte van de schepping als hier op deze aarde in elk van haar drie rijken. Maar juist daarom is alleen deze aarde voorbestemd om Gods kinderen in de meest volledige zin te baren. Juist daarom, omdat juist op deze aarde door de opvoeding van de kinderen Gods de aantrekkingskracht tot het kwade en slechte veel groter is en moet zijn dan tot het goede.´ [GJE.04_106,07]

 

´Daarom stuurde Hij Zijn meest uitverkoren volk, de Hebraemieten, naar Egypte voor een langdurige leerschool. En Mozes, de grote profeet van de Heer, had in de hoorn van Kahi (Kahiro), … en werd pas op zevenenvijftigjarige leeftijd door Gods geest geleid tot een hoogste inwijding in Madan over de Suez, als vluchteling voor een wrede Varion (Farao), waarvan je zijn latere geschiedenis in de Geschriften kunt lezen. Maar omdat Mijn onderricht een ware vredesboodschap uit de hemel is, mag het geen tweedracht, strijd en oorlog veroorzaken onder de mensen en naties op aarde! Dit moet zoveel mogelijk vermeden worden….´ [GEJ.04_204,04]

 

´Maar de mens, zoals die nu op de aardbodem bestaat, bestaat getalsmatig eigenlijk pas iets meer dan vierduizend jaar. De eerste ware mensen die toen leefden, vielen door hun gedrag in twee klassen uiteen, namelijk de kinderen van God, omdat hun hart en geest God herkenden en Hem trouw bleven, en de kinderen van de wereld, omdat ze God steeds meer vergaten en in alles alleen de wereld dienden, zoals de meeste mensen nu doen…´ [GJE.05_197,02]   

 

De Joodse periode ten tijde van Jezus tussen 4151-4184 komt overeen met onze huidige telling terugvertaald naar 4026+31 is 4057+2024 is 6081na de schepping van Adam, toen Jezus bovenstaande woorden uitsprak!

 

´Een van hen die in zijn geest helemaal op de oppervlakte van een verre planeet was geplaatst, en wel op Uranus, vroeg Mij of die vele en krachtige mensen die hij daar heel goed gezien had, al een soort zaligen waren. Hij had ze er tenminste voor aangezien; maar over één ding was hij wel verwonderd, namelijk dat hij hen nog veel ijveriger had zien werken dan zelfs de actiefste mensen op deze aarde. Vele zeer grote gebouwen had hij ook gezien en een groot aantal dat nog met alle ijver gebouwd werd. Nu vroeg hij zich af of de zaligen in het hemelrijk ook zoals de mensen hier op aarde hun huizen moesten bouwen´. (GJE5-275:8)

 

Vele engelen zullen ook nog de weg door het vlees moeten gaan, willen zij niet alleen boodschappers van de Heer blijven, maar ook ware kinderen van Hem.  De Heer zei:

´De mensen die op een andere gesternte leven zijn geenszins geesten en daarom ook niet gezegend, maar voor die wereld zijn het net zulke stoffelijke mensen als wij hier op dit wereldlichaam, alleen met dit verschil dat alleen wij aardse mensen de roeping hebben om kinderen van God te worden, terwijl alle mensen op alle ontelbare myriaden van wereldlichamen deze roeping over het algemeen niet hebben, hoewel ze er niet helemaal van uitgesloten zijn. Maar daar komt veel meer bij kijken dan hier op deze aarde, die daar vanaf het begin voor bestemd was´. [GJE.05_275,09]

 

 ´De mensen van deze aarde zijn geroepen om kinderen van God te worden en te zijn als ze leven volgens de erkende wil van God. ´De mensen van deze aarde hebben de grote bestemming om zelfbewuste kinderen van God te worden; daarom moeten ze ook getraind en opgeleid worden in alle zelfwerkzaamheid vanuit zichzelf´.  [GJE.06_111,19]

 

´Ook maaanbewoners kunnen vroeg of laat de weg naar het ´kindschap van God´ bewandelen en dit gaat als volgt: ´In hun natuurlijke staat verlangen de mensen van de maan hier niet naar, omdat ze in hun droomleven, dat hun lievelingsleven is, alles kunnen zien en ook ervaren wat goed is voor de redding van hun ziel. De meesten van hen hebben dan ook het verlangen om spoedig bewoners van deze aarde te worden, wat eigenlijk hun bestemming is. En als ze eenmaal hun lichaam op hun wereld hebben afgeworpen, migreren hun zielen, als ze zich dat waardig hebben gemaakt in hun leven van vlees, onmiddellijk naar deze aarde en worden bij passende gelegenheden verwekt in de schoot van een moeder, worden opnieuw geboren als kinderen van deze aarde en groeien dan op en genieten de opvoeding van aardse mensen, waardoor ze ten minste het vermogen bereiken om op het pad van de kinderen van God te worden geplaatst, hetzij hier of hierna´. [GEJ.06_120,07]

 

´Op deze aarde is er dus een mogelijkheid voor de kinderen van God om er opgeleid te worden. Het leven is en blijft een strijd met allerlei vijanden totdat het door eigen kracht als overwinnaar boven alle materie is uitgestegen. En dus moet je je helemaal niet verbazen over de materiële vijanden van het leven; want het zijn geen vijanden van het echte leven, maar slechts vijanden van het materiële illusoire leven, dat helemaal geen echt leven is, maar slechts een werktuig van het ware, innerlijke, spirituele leven van de ziel, waardoor dit laatste zich steeds hoger en hoger kan opwerken naar de waarachtigste werkelijke vrijheid van leven, die zonder dit tijdelijke samenleven niet denkbaar zou zijn´. [GJE.06_133,09]

 

´Maar al zulke geesten hebben geen onafhankelijkheid, want hun wil en handelen is niemand anders dan het goddelijke Zelf, dat onophoudelijk in hen moet stromen, zodat zij zijn, bewegen en handelen volgens de loop van de goddelijke wil. Zij zijn niets op zichzelf, maar louter kortstondige gedachten en ideeën van God.´ [GEJ.06_133,10]

 

´Maar als ze in de loop van de tijd onafhankelijk willen worden, moeten ze de weg van de materie of van de gerichte en dus gefixeerde wil van God gaan. ..Hebben zij dit eenmaal gedaan, dan zijn zij zelfstandige, zelfdenkende en vrijwillig handelende kinderen van God, die ook te allen tijde de wil van God doen, maar niet omdat deze hun door de almacht van God wordt opgelegd, maar zij erkennen deze als hoogst wijs en bepalen zichzelf om ernaar te handelen, wat dan voor henzelf levenswaardig is en hun alleen de hoogste gelukzaligheid en levensgeluk geeft.´ [GEJ.06_133,11]

 

´Maar als een ziel door haar eigen schuld in de dikste duisternis van het leven terechtkomt, kan God haar met al Zijn almacht niet helpen, maar moet Hij haar in haar eigen toestand laten totdat ze mogelijk tot enig inzicht in zichzelf begint te komen. Als dit het geval is, dan heeft Gods liefde en wijsheid de meest geschikte middelen en manieren in de meest eindeloze overvloed om zo'n ziel op de meest onmerkbare manier tot bezinning te brengen. En zie, dit is de relatie tussen God en alle mensen op deze aarde, die er is om de kinderen van God te dragen´. (GJE.06_204,12, Joh.8,43)

 

´De mensen van deze aarde zijn voorbestemd om vrije en volkomen zelfstandige kinderen van God te worden, en daarom moeten zij ook zo geleid worden, dat hun noodzakelijkerwijs vrije wil niet de geringste dwang ondervindt van een sterkere kant van een geest, maar uitsluitend door openbaring en onderricht en door uiterlijke wetten geleid wordt om het ware en goede, dat hun met hun vrije wil geleerd wordt, aan te grijpen en daarnaar vanuit hun eigen zelfbeschikking actief te worden. [GJE.06_225,07

 

Jezus zei verder: ´Hoe meer iemand iets doet voor zijn naaste uit ware naastenliefde, hoe meer hij beloond zal worden voor wat hij gedaan heeft. Onthoud dit en handel ernaar, en als ware kinderen van God zullen jullie eeuwig leven hebben en voor altijd zijn onmetelijke schatten oogsten!´...

 

´In de hemel zal alleen hij de eerste en de grootste zijn, die zichzelf de minste en de kleinste vindt; want dat zal jullie glorie zijn, dat jullie allemaal in je geest als kleine kinderen worden! Wie in zijn geest niet wordt als kinderen, zal het koninkrijk van God niet kunnen binnengaan, want de weg naar de hemel is heel smal en bedekt met allerlei doornen. Maar het grootste doornige obstakel is en blijft hoogmoed en het hele legioen van zijn varianten.

 

´Wie God werkelijk liefheeft boven alles, heeft Hem zeker herkend en heeft een levend geloof, geeft God alle eer en zal Hem zeker altijd het meest gedenken. En wie dit doet kan geen zonde tegen God begaan.´ [GJE.06_236,11]

 

´In de hemel zal alleen hij de eerste en de grootste zijn, die vindt dat hij zelf de minste en kleinste is; want laat datje glorie worden, datje allemaal in jullie hart aan de kinderen gelijk wordt! Wie in zijn hart niet wordt als de kinderen, zal niet binnen kunnen gaan in het rijk van God; want de weg naar de hemel is een heel smalle, en bezaaid met allerlei dorens. De grootste doornige hindernis is en blijft echter de hoogmoed en het hele legioen wat daarvan afgeleid is. Laat ieder zich daarom hoeden voor eerzucht, omdat dat de vader is van de nijd, de zelfzucht en tenslotte, als hij voedsel vindt, van de grootste hoogmoed, die zijn oervaderland in de hel heeft!´  (GJE6-236:11,12)

 

´Want als de mensen van deze aarde kinderen van God willen worden, moeten ze zich inspannen om in alles zo volmaakt te worden als de eeuwige en heilige Vader in de hemel volmaakt is, die in Zichzelf de eeuwige waarheid, de eeuwige liefde en kracht is en alles wat daaruit eindeloos goed, rechtvaardig en heerlijk is. Daarom staat er in de Schrift: 'Naar Zijn eigen gelijkenis schiep God de mens, en naar Zijn eigen beeld maakte Hij hem, en blies in hem Zijn eigen adem, opdat hij een levende en vrije ziel zou worden'. [GJE.09_017,05]

 

´Op die manier zijn de mensen van deze aarde niet enkel en alleen schep­selen van de almacht van jehova, maar kinderen van Zijn geest en zodoende van Zijn liefde, en dus - zoals er ook geschreven staat – zelf goden´.  (GJE9-22:6)

 

´Ja, de eerste mensen, die ook 'kinderen Gods' genoemd werden, zijn aan­vankelijk in alles vanuit de hemelen onderricht. Maar de mensen werden gewaar dat ze wijs en verstandig geworden waren, en daardoor werden ze ijdel, ingebeeld en hoogmoedig en daardoor ook steeds meer op de wereld ingesteld en zelfzuchtig. Ze hadden het onderricht uit de hemelen niet meer nodig en begonnen zich daar zelfs voor te schamen, en ze stelden zich vijan­dig op tegen degene die hen daaraan herinnerde´. (GJE9-138:12)

 

 Als wij de door God voorgeschreven middelen aannemen om in deze korte proeftijd in alle geduld en onderwerping aan de wil van de wijze Vader het hoogste levensdoel te bereiken is het daarom volkomen juist dat deze aarde, waarop mensen geroepen zijn om Gods kinderen te worden, in alles zo prachtig en zo verschillend begiftigd is!  

 

De Heer accentueert dat we deze mooie wereld niet met te veel liefde moeten aangrijpen en zich er met al zijn zintuigen aan vastklampen, want daardoor worden wij stoffelijk in onze zijn ziel en verwijdert de mens zich steeds meer van datgene waarnaar hij moet streven en wordt blind, duister en slecht in deze korte beproeving van de vrije wil. [GEJ.10_101,15]

 

Daarom zei Jezus: ´Wie zijn behoeftige naaste, die hij ziet, niet liefheeft, hoe zal hij God boven alles liefhebben, die hij niet ziet? Liefde voor God van de kant van de mens is geconditioneerd door liefde voor zijn naaste. Wie zegt dat het voor geluk genoeg is om alleen God lief te hebben boven alles, maar tegelijkertijd zijn hart en deur sluit voor zijn arme naaste, vergist zich schromelijk! Want liefde voor God is eeuwig ondenkbaar en ook onmogelijk zonder liefde voor de naaste. Heb daarom je naaste lief, want zij zijn net als jij Gods kinderen, en daardoor zul je ook God boven alles liefhebben!´ [GEJ.10_140,04]

 

Ja, waarom kan het kindschap van God alleen maar plaatsvinden via deze aarde? Jezus antwoordde: ´En Ik zeg jullie: Omdat de mensen van deze aarde in hun ziel en geest zo geplaatst zijn, dat zij kinderen van God kunnen worden, waardoor zij dan in staat zijn hetzelfde te doen waartoe Ikzelf in staat ben, daarom is het reeds door de mond van de profeten tot de ouden gezegd: Jullie zijn Mijn kinderen en daarom goden, zoals Ik, als jullie Vader, God ben! [GEJ.10_184,02]

 

Hier en in alle materiële scheppingen voltooit de mens de geestelijke reeks stadia, en door zijn opgang en geestelijke  activiteit - door zijn ziel te vergeestelijken om als geestelijk spiritueel wezen steeds hoger op te stijgen - nadert hij de weg naar het engelenleven, een leven dat in geestelijke termen overeenkomt met de mannelijkheid, in die zin dat er grotere, ernstigere taken te volbrengen zijn, en niet langer voor hemzelf, maar voor vele andere miljoenen geestelijke wezens, voor geestelijke vooruitgang gezorgd moet worden.´ (Levensgeheimen, hfdst.8:10)

 

´Maar de bewoners van jullie aarde zijn speciaal voor deze fase van het engelenleven uitverkoren en alle andere levende mensen en bewoners van andere aarden en zonnewerelden moeten, als zij Mijn kinderen willen worden, deze wijze van incarnatie op aarde aanvaarden; Want anders is er geen andere weg naar Mij toe, dat wil zeggen naar Mijn allernaaste omgeving, waar Ik dan als de meest volmaakte geest, die alleen in Mijn innerlijk leeft, overeenkomend met de menselijke ouderdom, de eindpool en het hoogtepunt ben van al wat geschapen is, al wat bestaat en leeft. Jullie zijn kinderen van een eeuwigheid en van een eeuwige oneindige God, gedraag je daarnaar, opdat met ieder woord jullie begin en jullie toekomst doorstraalt, zodat het woord in jullie mond slechts licht- en levensdragers verspreidt, waar het zijn weerklank vindt in genegen oren en toegewijde harten, zoals het een "woord van liefde" betaamt.´ [Lg.01_008,11,12]

De bewoners van onze aarde zijn echter speciaal uitgekozen voor deze fase van het engelenleven, en alle andere levende mensen en bewoners van andere aarden en zonnewerelden moeten, als ze Zijn kinderen willen worden, dit soort incarnatie op aarde accepteren; anders is er geen andere weg naar Hem.

´Zo zal jullie gedrag zijn in de geestenwereld, wanneer jullie je op een dag zullen moeten verantwoorden voor wat, waar en hoe jullie gesproken hebben, zodat geen enkel woord schande over jullie gezicht zal brengen en jullie kunnen bewijzen dat jullie je eigen welgekozen woorden altijd hebben gebruikt voor het welzijn van de mensheid, met Mijn woord in gedachten! Amen!´

 

Jezus zei verder: ´Laat zo je eigen levensloop een aaneenschakeling worden van ongeziene goede daden, die je schenkt aan wie dan ook, dier of mens, omdat je, indachtig Mijn eigen voorbeeld, de edelheid van je eigen hart voorlopig wilt bewaren en als kinderen van een God ook goddelijk wilt handelen waar de gelegenheid zich voordoet.´ [Lg.01_017,47,48]

 

´Dit is alleen voorbehouden aan hen die zo'n positie moeten verwerven door strijd en overwinning, zodat ze kinderen van God kunnen worden. Daarom, waar de leerschool van zulke kinderen is, moet ook het tegenovergestelde, de grootst mogelijke vernedering, zelfs afvalligheid van het goede, kunnen plaatsvinden naast de grootst mogelijke geestelijke verheffing. Om jullie te laten zien dat het mogelijk is om tussen zulke tegenstellingen naar het betere te gaan, om over alle hindernissen te zegevieren, bekleedde Ik Mijzelf met het omhulsel van een van de laatste, meest onerkende menselijke figuren. Ik daalde Zelf af naar deze duistere aardbol, die qua uitrusting en grootte in Mijn schepping gerekend kan worden tot de rang van een infuusdier tussen alle schoonheden en wonderen van jullie aarde.´  [PH.01_005,06]

 

Up-To-Date 2024-2025