Verlangen
naar afwisseling
betekent actieve onrust, soms nieuwsgierig uit innerlijke leegte of
bedrijvigheid;
Angst betekent gebrek aan moed; gebrek aan
kracht vanuit het hart; gebrek aan zelfvertrouwen;
Vermoedens
hebben is een komend
herinneren;
Aanhankelijkheid is een gemeenschapsgevoel; behoefte
aan trouw; maar ook verveling en leegte;
Ergernis is prikkelbaarheid, gebrek aan
tolerantie (bestraffing van ondeugd zowel van zichzelf als van anderen;
Behoefte
naar erkenning wil
geacht worden, getolereerd en objectief beoordeeld worden door anderen;
Behoefte om op anderen te steunen betekent persoonlijke zwakte en gebrek aan zelfvertrouwen
Strijdlustig betekent onverbiddelijk, moedig en eerzuchtig met
een sterke levenskracht;
Kuisheid is geen eigenschap, maar
een instelling;
Kindsheid
als volwassene, de oorzaak ligt vaak aan een verstoorde puberteit;
Kletszuchtige neiging (bijna praatzucht): verdacht op en verwijding van het hart;
Kleingeestig van aard: vaak gierigheid of psychische verkramptheid;
Koketterie: speciaal streven;
Confuus betekent gebrek aan concentratie,
nadenken en orde;
Consequent zijn kan ook domheid betekenen, eveneens vastigheid, eenzijdigheid en
fanatisme;
Concentratie die uitstekend is geeft sterke zenuwkracht,
opmerkzaamheid en eigen discipline;
Kritisch (positief) geeft tolerantie, intelligentie, goedheid en
objectiviteit;
Kritisch (negatief) geeft onredelijkheid, ijdelheid, ontevredenheid en
mopperig van aard;
Nijd geeft hypofysezwakte; een langzaam opvretende
koorts (meestal uit verdriet);
Cultuur gericht geeft speciaal streven volgens de tijdgeest;
verlangt onbewust naar iets onbestemds;
Geblaseerd zijn geeft testikelzwakte;
Onverschrokken zijn geeft prikkels in het zonnevlecht;
IJverzucht door voortdurende onrust en verdriet gaat gepaard met veelvuldig
lijden van onderlijf en veroorzaakt zelfvergiftiging;
Kortzichtigheid geeft geestelijk begrensde intelligentie, is reeds vooringenomen en
heeft oogkleppen op;
Haat geeft onrust en sluimerende koorts, gebrek aan eetlust,
magerheid, bleek uiterlijk, energiegebrek en zenuwaandoeningen;
Schuchterheid geeft vrees om lachwekkend te verschijnen, verstomt de psyche
meestal door geboortelijke invloeden;
Toorn maakt ingedikte galsappen die dik en slecht worden, waardoor een
leverlijden ontstaat soms ook met geelzucht en wisselkoorts; (gevaarlijk voor
zogende moeders die hun kinderen vergiftigen)
Treurigheid
is depressie en geeft verwijding van de bloedvaatjes,
spijsverteringsstoornissen, storingen van de galsecretie, slapeloosheid,
langzaam sluimerende koorts en energieverval,
langdurig lijden, gevoel van machteloosheid; (hart en longen ontspannen
zich vanzelf door te tranen en diep adem te halen!)
Verdriet geeft remmende invloed op
de gal, kan leververharding veroorzaken, galstenen, jeukende huid of
huidlijden;
Vertwijfeling veroorzaakt levensverstorende invloeden;
Medelijden geeft verzamelde opeenhoping van vreemde depressies;
Schrik (psychische verlamming) geeft blokkades van bloedsomloop en
zenuwbloedsomloop, bloedleegte of bloedstuwing, bezwijming, heftige diarree en
klierblokkades;
Vrees (angst) geeft hartzwakte, traagheid van bloed en loop van lymfsappen,
vertraging van zweetorganisme, diarree, paralytisch lijden; (ontvankelijk voor
gevaar van aansteking door verminderde weerstand; ook angst voor bacteriën)
Hoogmoed geeft beleving en vermeerdering van de bloedsomloop, disfunctie
van de hersenen, neiging tot grootwaan, vaak verbonden met toorn en verdriet
(vanwege gebrek aan innerlijke diepgang en wijsheid); dit maakt oppervlakkig
(door voorspiegeling van foutieve realiteitschijn), gebrek aan echtheid en
zelfkennis.
UpToDate 2023-2024