Over de geboorte van
Maria
Pseudo-Mattheus Evangelie
(over Anna)
Toen de negen maanden vervuld waren, baarde Anna een dochter; en
zij noemde haar Maria. Toen zij in haar derde jaar van de borst genomen had, gingen
Joachim en Anna, zijn huisvrouw, naar de tempel des Heren, om God offeranden
aan te bieden; en zij gaven het kindje, genaamd Maria, over in het genootschap
der maagden. In dit genootschap volhardden de maagden bij dag en bij nacht in
de lof van God. En toen zij was neergezet voor de deuren van de tempel, beklom
zij in die mate met snelle loop de vijftien treden, dat zij in het geheel niet
achterom terugzag, noch, gelijk kinderen dat gewoonlijk doen, haar ouders
zocht. Zodat haar ouders, die beiden vol zorg het kind zochten, beiden
gelijkelijk verbaasd stonden, net zolang, tot zij het in de tempel vonden,
zodat ook de priesters van de tempel zich daarover zelf verwonderden.
Toen sprak Anna, vervuld van de Heilige Geest, in het aanschouwen
van allen: ‘de Heer, de almachtige God der heerscharen, heeft, gedachtig
geworden aan Zijn Woord, Zijn volk bezocht in goede en heilige bezoeking, opdat
Hij van de volkeren welke tegen ons opstonden de harten zouden vernederen en
tot Zich bekeren. Zijn oren heeft Hij voor onze gebeden geopend. Weggedaan
heeft Hij van ons de smadingen van al onze vijanden. De onvruchtbare is moeder
geworden, en zij heeft gebaard jubeling en vreugde voor Israël. Ziehier,
geschenken neergezet om ze mijn Heer aan te bieden. En mijn vijanden hebben het
mij niet kunnen verhinderen. God echter bekeert hun hart tot mij. En Hij Zelf
heeft mij gegeven eeuwigdurende vrede.
Apocrief Evangelie (over Maria)
En
het kind werd van dag tot dag sterker. Toen zij zes maanden oud was zette haar
moeder haar op de grond om te zien of zij al kon staan. En zij liep zeven
stappen tot zij weer bij haar schoot was. En zij tilde haar op en zei: “ Zo
waar de Heer, mijn God, leeft, jij zult niet meer op deze grond rondstappen tot
ik je in de tempel van de Heer breng.” En zij maakte een heiligdom in haar
slaapvertrek en stond niet toe dat er iets profaans of onreins tot haar kwam.
Toen riep zij de reine dochters van de Hebreeën, die haar afleiding brachten.
Op de eerste verjaardag van het kind organiseerde Joachim een groot feestmaal,
waarop hij de priesters en Schriftgeleerden, de raad der oudsten en heel het
volk Israël uitnodigde. En Joachim bracht het kind naar de priesters en zij
zegenden het met de woorden: “God van onze vaderen, zegen dit kind en geef haar
een naam die eeuwig en onder alle geslachten geroemd zal worden.” En heel het
volk zei: “Zo zij het, zo zij het, amen.” Hij bracht haar ook naar de
hogepriesters en die zegenden haar met de woorden: ”Allerhoogste God, zie op dit kind
neer en zegen haar met de allergrootste, onovertroffen zegen.”Daarna bracht
haar moeder haar naar het heiligdom van haar slaapkamer en gaf haar de borst.
En Anna zong het volgende loflied voor de Heere God: “Een loflied wil ik zingen
voor de Heere, mijn God. Want Hij heeft mij bezocht en de smaad van mijn
vijanden van mij weggenomen. De Heere gaf mij een vrucht van Zijn
gerechtigheid, die is enkelvoudig en veelvoudig voor Zijn aangezicht. Wie zal
de zonen van Ruben melden dat Anna zoogt? Hoort het, hoort het, gij twaalf
stammen Israëls, Anna zoogt!” En zij legde haar ter ruste in de slaapkamer van
het heiligdom, verliet de kamer en bediende de gasten. Toen de maaltijd was
afgelopen vertrokken zij, terwijl zij vol blijdschap de God van Israël
verheerlijkten.
Pseudo-Mattheus Evangelie (over Maria)
Maria
nu stond in bewondering bij het gehele volk Israel. Omdat zij, hoewel ze pas
drie jaar oud was, met zo vaste tred rondwandelde, zo aller-volmaaktst sprak,
en in die mate voortdurend met de lof van God bezig was, dat allen over haar
zich verbaasden en verwonderden. Ook al omdat zij niet voor een kindje kon
doorgaan, maar als voor een volwassene: zó volhardde zij in het gebed. En in
zódanige mate mooi en schitterend was haar gelaat, dat nauwelijks iemand haar
in het aangezicht kon zien. Zij nu hield zich voortdurend bezig met wolspinnen;
en wel zo, dat zij alle dingen die oude vrouwen niet konden maken in de tedere
leeftijd, waarin zij toch nog was, vervaardigde.
De
regel nu had zij zichzelf gesteld, dat zij vanaf de morgenstond tot aan het derde
uur in het gebed volhardde, van de derde tot het negende uur zich met weefwerk
bezighield, maar vanaf het negende uur wederom volhield met bidden. Van het
bidden hield zij niet af totdat haar een engel van God verscheen, uit wiens
hand zij haar eten ontving. En zo vorderde zij meer en beter in het werk van
God. Vervolgens, wanneer de oudere maagden van het loven van God ophielden,
hield zij zélf daarmee niet op; zodat er niemand gevonden werd die haar
meerdere was in lofzeggingen en in nachtwakingen ter ere van God. Niemand die
meer onderwezen was in de wijsheid van Gods wet, nederiger in nederigheid,
smaakvoller in het gezang, volmaakter in elke deugd. Want zij was standvastig,
onbeweeglijk, onveranderlijk. En dagelijks vorderende in nóg betere dingen.
Apocrief Evangelie (over Maria)
De maanden verstreken en het kind werd ouder. Toen zij twee jaar
was zei Joachim tot Anna: “Laten wij haar naar de tempel brengen om de belofte
die wij gedaan hebben na te komen, opdat de Almachtige niet toornig op ons wordt
en ons offer afwijst.” Maar Anna antwoordde: “ Laten we nog wachten tot ze drie
jaar is en niet meer naar haar vader en moeder verlangt.” En Joachim zei: “Dat
is goed.” Toen het kind drie jaar was geworden zei Joachim: “Roept de reine
dochters van de Hebreeën en laten zij ieder een lamp nemen en die laten
branden, opdat het kind zich niet omkeert en haar hart van de tempel van de
Heer wordt weggelokt.” En zo deden zij tot zij in de tempel van de Heer kwamen.
En de priester ontving haar en nadat hij haar gekust had zegende hij haar met
de woorden: “ De Heer heeft uw naam groot gemaakt onder alle geslachten. In u
zal de Heer in de laatste dagen zijn verlossing aan de kinderen van Israël
openbaren.” En hij zette haar op de derde tree van het altaar en de Heer God
deed genade op haar neerdalen en zij danste op haar voetjes en het hele huis
Israël kreeg haar lief.
Pseudo-Mattheus Evangelie (over Maria)
Niemand
zag haar toornig worden, noch hoorde haar iemand kwaadspreken. Maar al haar
woorden waren zo vol van gratie, dat men er uit opmaakte, dat God in haar tong
was. Te allen tijde volhardde zij in het gebed en in het doorvorsen van de wet.
En zij was er over bekommerd dat zij niet in énig woord zondigde tegen haar
gezellinnen. Vervolgens was zij er voor bevreesd, dat zij niets misdreef door
een spottende lach of door het geluid van haar mooie stem, of dat er van
harentwege enig onrecht of enige trotsheid tegenover haar gelijk zou ontstaan.
Zonder ophouden sprak zij zegenspreuken jegens de Heer. En opdat zij misschien
door haar groet van de lof van God niet zou worden afgeleid, antwoordde zij,
wanneer iemand haar groette, in plaats van met de gewone groet: ‘Deo gratias!’
En zo is het eerst van haar de gewoonte uitgegaan, dat de mensen, wanneer ze
elkaar groetten, ‘Deo gratias’ antwoordden. Het eten dat zij dagelijks van de
hand van de engel aannam, dát alleen versterkte haar. Het eten echter, dat zij
van de priesters ontving, deelde zij onder de armen. Dikwijls werden met haar
engelen van God sprekende gezien; en met de grootste ijver gehoorzaamden zij
haar. Wanneer iemand uit de zieken haar had aangeraakt, zo keerde hij op
hetzelfde moment gezond naar huis.
Toen
bood Abjathar de priester oneindige geschenken aan de hogepriesters om haar te
ontvangen als echtgenote voor zijn zoon. Maar Maria verhinderde hen, zeggende:
‘Het kan niet geschieden dat ik een man ken of dat een man mij kent!’ Doch de
hogepriester en al haar verwanten zeiden tot haar: ‘God wordt door de zonen
gediend en door de nakomelingen vereerd, gelijk het altijd geweest is bij de
kinderen van Israël. Maar Maria antwoordde en zei tot hen: ‘door kuisheid wordt
God gediend en bovenal geprezen. Want vóór Abel was niemand onder de mensen
rechtvaardig, en hij behaagde God door offers, en is voor degene die Hem niet
behaagde, onbarmhartig gedood. Derhalve twéé kronen ontving hij: die van het
offer en die van de maagdelijkheid, omdat hij in zijn vlees geen bevlekking
toeliet. En Elia, toen hij nog in het vlees was, is in het vlees ten hemel
opgenomen, omdat hij zijn vlees maagdelijk bewaard had. Ik nu heb vanaf mijn
kindsheid in de tempel van God geleerd dat de maagdelijkheid God zeer lief kan
zijn. En juist dáárom dat ik God wat Hem lief is kan aanbieden, heb ik tot Zijn
eer in mijn hart vastgesteld, dat ik volstrekt geen man zal kennen.
Apocrief Evangelie (over Maria)
En
haar ouders vertrokken weer, vol verwondering, en zij loofden de almachtige
God, omdat het kind zich niet had omgekeerd. En Maria bleef in de tempel van de
Heer als een pikkende duif en zij ontving voedsel uit de hand van een engel.
Toen zij twaalf jaar was geworden beraadslaagden de priesters en zeiden: “Zie,
Maria is twaalf jaar geworden in de tempel van de Heer. Wat moeten wij nu met
haar doen om te voorkomen, dat zij het heiligdom van de Heer verontreinigt?” En
zij zeiden tot de hogepriester: “Gij zijt aangesteld over het altaar van de
Heer, ga naar binnen en bid over haar en wat de Heer u dan bekend zal maken
zullen wij doen.” En de hogepriester trok het gewaad met de twaalf belletjes aan,
ging het Allerheiligste binnen en bad over haar. En zie, er verscheen een engel
van de Heer die tot hem zei: “Zacharias, Zacharias, ga naar buiten en roep de
weduwnaars van het volk bijeen en laat ze elk een staf meenemen, en aan wie de
Heer een teken zal geven, diens vrouw zal zij zijn.” En de herauten vertrokken
en doorkruisten het hele gebied van Judea. De bazuin van de Heer weerklonk en
allen snelden toe.
[Opm. Maria, een dochter van
Joachim en Anna; het is bewezen dat die beiden van de stam van David zijn) [Jozef, als een van de bekwaamste
timmermansbazen, heeft toch elk jaar wel iets in opdracht van Jeruzalem
moeten vervaardigen, en u hem dus zeker wel kent, evengoed als zijn vrouw, die
nota bene uit Jeruzalem afkomstig is, en die tot haar veertiende jaar in deze
tempel is opgevoed? Is zij niet een dochter van Anna en Joachim die, volgens
jullie eigen rubrieken, op wondere wijze ter wereld kwam? Anna was toen al op
hoge leeftijd, en zonder een wonder zou er geen sprake kunnen zijn geweest van
bevruchting!] (Jezus zei dit in de tempel op twaalfjarige leeftijd!]
De Farizeeërs: ‘Jullie zult ook alsnog moeten nagaan hoe
het nu feitelijk staat met die wondere dochter van Joachim en Anna, die toen zij
stierven al hun kapitale goederen toch maar aan de tempel hebben vermaakt!
Eigenlijk is het zelfs zó gegaan, dat de tempel een en ander als zijnde een
onbeheerd bezit op eigen gezag in beslag heeft genomen, als een soort van loon
voor de opvoeding van hun dochter Maria. Zegt nu eens eerlijk, hoe denken
jullie over die maagd? (bron: Jezus drie dagen in de tempel)
Wij weten immers dat Maria, Joachims dochter, al zwanger
was vóórdat zij in de tempel aan Jozef tot echtgenote werd gegeven!
Aanvankelijk was dat meisje namelijk als pleegkind aan die bekende bouwkundige
van de stam David toevertrouwd, en -uitsluitend om hem niet te gronde te
richten -heeft men hem toen vriendelijk aanbevolen dat meisje te trouwen en
daarmee die smet uit te wissen voordat het volk erachter zou komen! (bron: DDT)
Maria was de enige dochter was van Joachim en de oude
Anna, die in de tijd van de vrome Simeon altijd in de tempel hun bezigheden
hadden – toen waren het heidenen, die als eersten al van verre hadden gezien
dat in Mij iets buitengewoons in deze wereld was gekomen. (bron: GJE10-146-1)
Weliswaar moeten de nog in leven zijnde en zeer
welgestelde ouders van Maria in Jeruzalem, een zekere Joachim en Anna, met dat
huwelijk niet erg ingenomen zijn geweest; maar Jozef had een machtige vriend in
de tempel, de oude Simeon en vooral Zacharias, en zo ging de geschiedenis toch
zonder verdere moeilijkheden door, en Maria werd de rechtmatige vrouw van
Jozef, en daarmee moesten de ouders ook instemmen. GJE1-171-7
Deze machtige profeet is niemand anders dan de hen al
heel goed bekende profeet uit Nazareth! Jezus is Zijn naam en in aards opzicht
is Hij een zoon van de alom bekende timmerman jozef - die echter alleen zijn
pleegvader was -, geboren uit Maria, de eveneens alom bekende maagd uit het
huis van Joachim en Anna in Jeruzalem!' GJE5-143-7
Ik informeerde zo goed als het kon, naar zijn ouders en
vernam, dat zijn vader een timmerman – genaamd Jozef en diens tweede vrouw
Maria heet, en dat beiden in de regelrechte eerste geboortelijn van David
afstammen. (Drie dagen in de tempel)
Pseudo-Mattheus Evangelie (over Maria)
Geschied
is het echter, toen zij de leeftijd van veertien jaren telde, dat de priesters
bij deze gelegenheid zeiden, dat nu het gebruik van kracht werd dat een vrouw van
die leeftijd niet in de tempel kan verblijven. Er werd nu deze raadslag
bedacht, dat er een heraut zou worden gezonden door alle stammen van Israël,
dat allen op de derde dag zouden samenkomen tot de tempel des Heeren. Toen nu
het gehele volk was samengekomen, verhief zich de hogepriester Abjathar en
besteeg een verhevenheid, zodat hij door het gehele volk kon worden gehoord en
gezien. En nadat er een grote stilte ontstaan was, zei hij: ‘Hoor mij, kinderen
van Israël, en ontvangt met uw oren mijn woorden. Sinds deze tempel gebouwd is
door Salomo, waren daar in maagdelijke dochters van koningen en dochters van
profeten en van de hoogste priesters en van hogepriesters. En zij betoonden
zich groot en bewonderenswaardig. Wanneer zij evenwel waren gekomen tot de
wettige leeftijd, werden zij aan mannen gegeven ten huwelijk, en volgden zij de
leefwijze van haar voorgangsters, en behaagden zo aan God. Alleen door Maria
echter is een nieuwe levensmanier uitgevonden, daar zij belooft, dat zij voor
God maagd wil blijven. Daarom dunkt mij, dat wij door ondervraging van onze
zijde en door beantwoording van Gods zijde, ons best moeten doen te weten te
komen, aan wie zij moet worden toevertrouwd ter bewaring.
UpToDate 2022