De Latijnse
achtervoegsel van ontsteking is ‘itis’. Alle woorden die daarop eindigen
hebben steeds met ontsteking te maken. Ontsteking is feitelijk een verkeerde
activiteit. In diverse woordenboeken zien we ontsteking nagenoeg als een
vrouwelijk woord bestempeld. Ontsteking is een soort hitte, waarbij zwelling of
vaak een rode kleur zichtbaar wordt. Het kan evengoed ook de vonk van een auto
zijn die geen goed contact maakt. De monteur zegt dan: ‘Het ligt aan de
ontsteking!’ Bij verliefdheid kan er een ‘vonk’ overslaan. De ziekte van
Pfeiffer kan weer opvlammen als iemand zich daarbij zijn verdrongen ’code’ weer
bewust wordt. Het Engelse woord voor vlam is ‘inflammation’. Volkeren kunnen in
woede ontsteken. Al gauw ontstaat er toorn of daarna zelfs een oorlog. Wij
kunnen koorts krijgen of koortsachtig bezig zijn en van geestelijke opwinding
rode gezichten krijgen. Iedere infectie is een stoffelijk geworden conflict.
Het lichaam kan weliswaar een lange periode het gevecht met de rode en witte
bloedlichaampjes aan, maar wint er één, dan raakt hij uitgeput en wordt er veel
geëist van zijn immuniteit. Als de weerstand geleidelijk verzwakt, dan is er
geen verweer.
Vanuit Hebreeuwse
beschouwing is het interessant om naar enkele samenhang te kijken. Hierbij moet
echter nadrukkelijk vermeld worden dat vanuit het Hebreeuws elk woord van de
enige oerbron afstamt en als het meest zuivere wordt beschouwd. In de Griekse
taal zijn alle woorden weer een verbastering van het Hebreeuws. De volgende
woorden aangaande ontsteking en immuniteit zijn hier geselecteerd omdat deze
hier niet de originele Hebreeuwse letters weergeven maar terugvertaald zijn in
gewone Hebreeuwse letters of lettergrepen:
Ontsteken = HiDaLIQ
Vernietigen = HaDaL
Ontsteking =
DaLeQeTh
Immuniteit = ChaSINWT
In ´ontsteken en
vernietigen´ zien we een en dezelfde combinatie als HDL en bij ´ontsteking en
vernietigen´ dezelfde stamwaarde. Immuniteit en ontsteking hebben in het Hebreeuws
dezelfde vibratie (534). De letter H aan het begin van elk Hebreeuws woord
betekent een lidwoord. Zo staat er bij ‘vernietigen’ letterlijk HaDal: ´de
uitwissing, verdelging of uitroeiing´. Het Engelse woord ‘delete’ van ‘del’ –
van wissen is ermee identiek. We zien in de betekenis van ´DaL´ ook zelfs het
begrip ‘ziekelijk’ of ‘mager’. Zulke woorden zijn weliswaar anders
gecomponeerd, maar hun trillingswaarden komen verrassend dicht bij elkaar,
zoals ´haat en liefde´ elkaars antagonisten zijn. Het is een kwestie van welke
kant het wordt bekeken. Immuun betekent ‘onvatbaar’’, ´niet te pakken of te
grijpen´ of ´er geen hoogte van krijgen´.
Immuniteit hoort als
homeopathisch middel bij de Uraniumserie: het middel plutonium nitricum.
Ontstekingen werken meestal in het verborgene. Chronische ontstekingen kunnen
op den duur zelfs ontaarden in kanker, virusinfecties, aids, leukemie of
beenmergaandoeningen. In de mythologie staat Pluto voor de onderwereld, het
onderste deel in de mens (als de Hades). Daarin leven onbewuste begeertes,
agressie en primitieve instincten. Een ontsteking kan altijd opgevat worden als
‘irritatie’, terugvertaald naar ‘primitieve agressie’.
IJver is gelijk te
stellen met ‘vuur’, want ‘temperament’ brandt immers. Ambitie zonder ijver is
toch warmte zonder vuur. Wanneer de ijver overgaat van het ene gemoed (hogere)
in het andere (sekse), dan heet dit ontgloeien. Die hitte uit zich in het
lichaam en hiermee wordt het onzuivere vuur bedoeld (toorn). De brand zelf
echter is de woede. Strijd, ruzie (razzia = opruiming) en redetwisten zijn het
gevolg. Het bloed gloeit, de ingewanden worden verhit tot aan het mergbeen. De
klank (stem) verhardt, omdat de lucht heter is dan gewoonlijk. De slagaderen
zwellen op en zo is het evenwicht verstoord.
De verzengende gal die
in de galblaas ligt wordt in de bloedmassa gegoten. Daaruit komen splinters en
harde deeltjes, die de bloedbaan doen ontsteken. Het lichaam vat nu echt vlam
en raast. Zo manifesteren zich ontstekingen. Verontwaardiging is de eerste graad
van zo´n ontgloeien. Wat in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd gezaaid,
kwam in de negentiger jaren tot bloei. De sekses (6) keerden zich om naar het
hoofd (9), de zes werd tot een negen! We spreken van ME-syndromen en onbekende
hersenvirussen. Geestelijke toorn drukt zijn weerga in fysieke ontstekingen
zoals vuur onder as. Wanneer de temperatuur van het lichaam stijgt kan het
bloed doortrokken zijn met galstofjes tot in de kleinste poriën. Dit ‘vuur’
verteert en verzengd en vandaar ‘vermagering’ als verbrandingsproces.
Het cholerische
temperament past bij het element vuur, waaruit ‘heftigheid, ‘verontwaardiging’
en ‘drift’ ontstaan. De cholericus kan ernstig en eerzaam zijn. Zijn bloed is
meestal droog, gallig en verbrokkeld. Prikkelbaarheid kan op den duur dus
gevaarlijk zijn, omdat deze de vitaliteit of immuniteit tot een bepaald niveau
verlaagt, waardoor vatbaarheid voor ziekte ontstaat. Griep en verkoudheid
liggen meestal in angst en bezorgdheid geworteld. Prikkelbaarheid geeft echter
aanleiding tot diverse ontstekingen. Voor het lijf betekent dit dat er te veel
innerlijke strijd overgenomen is van de ziel en dat zulke conflicten
(ontstekingen) zich vervolgens in het lichaam manifesteren. Het kan immers te
veel worden. Komen we dan bij iemand veel ontstekingen tegen, dan zou dat
kunnen betekenen, zonder dat de zieke dit weet, dat hij met langdurige haat of
ontevredenheidsgevoelens te kampen heeft.
Een diepe afkeer zou
aanwezig kunnen zijn in het bewustzijn. Leeft hij voortdurend in een omgeving
waar geïrriteerdheid heerst of waar hij het gevoel heeft verguisd te zijn, dan
kan vroeg of laat zijn bloedstroom ook aangetast worden. In een gelijkende
situatie zal hij dan ontvankelijk worden voor telkens terugkerende infecties,
evenals voor een eventuele vergiftiging van zijn bloed. Alle ziekten zijn het
gevolg van een geremd zielenleven. Het stadium van ‘weerstand’ of ‘immuniteit’
bewaart zijn eigen integriteit, maar weliswaar tijdelijk. Dit wordt bepaald
door zijn eigen soort en eigen omgeving. Hierdoor weerstaat de mens met succes
elke ‘aantrekking’ en opslorping van vitaliteit.
In het stadium van
‘afgeven’ zal geleidelijk een punt van verzwakking kunnen komen en het
lichamelijk weefsel aantasten. Het lichaam bestaat uit diverse krachtlijnen en
krachtpunten. Kruisgewijs vormt zich het energiecentrum. Waar vele krachtlijnen
elkaar kruisen, daar is het energiecentrum des te groter. Het krachtigste
immuniteitscentrum ligt vlakbij de thymusklier en het hart, nauw verbonden met
de zenuw van de ‘vagus’. De vrije energiestroom vloeit door de
acupunctuurpunten en stroomt verder in de meer grofstoffelijk gelegen
energiebanen. Dit is een normaal proces bij een gezonde immuniteit en naar alle
waarschijnlijkheid zullen er dan niet zo snel ontstekingen optreden. De stroom
van het leven zelf ligt echter in het hart verankerd. Die bepaalt uiteindelijk
de volumevitaliteit van de mens evenals het grensgebied van zijn existentie
Therapie
Om de directe oorzaak
van een acute of chronische ontsteking te achterhalen, is veel tijd nodig. Er
kunnen al voorzorgsmaatregelen getroffen worden door het vermijden van
prikkelbare situaties. Eerst moet men op ‘verhaal’ komen en voldoende rust
krijgen. Gejaagdheid dient vermeden te worden; een dergelijke eigenschap neigt
weer gauw tot een ontstekingssituatie. Een constant of gauw boos iemand zal op
den duur zijn accu leeg aantreffen. Het gevolg is dat hij uitgeput raakt en het
‘vermoeidheidssyndroom’ dient zich aan. De boosheid hoeft echter voor de
buitenwereld niet merkbaar te zijn. Kleine aanleidingen kunnen al ‘irriteren’.
In zo´n geval beschikt men niet meer over voldoende weerstand en er kan geen
beroep gedaan worden op de ‘reserves’. In de therapie wordt de huishouding van
de mineralen- en de spoorelementen gedurende zeven weken in balans gebracht en
tegelijk dient de ‘geprikkelde’ zich meer bewust te worden van zijn situatie in
de vorm van psycho(synthese)therapie.
UpToDate 2024-2025