Worden er huwelijken in de hemel gesloten?
Het huwelijk
Huwelijk of
‘houwelijk’ [een Oudnederlands woord, dat ‘houden van’ betekent] is één van de
belangrijkste ontwikkeling in een mensenleven op aarde. Een liefhebben in relatie van één
man tot één vrouw. Een
verbinding aangaan voor het ‘eeuwige’ leven, dus [wellicht] ook daarna. Wat zou
een huwelijk dan voor nut hebben om het verder niet meer in het geestelijk
hemelrijk te vervolgen? Dit resulteert tot de kernvraag: ‘Worden er in de hemel
wel echt huwelijken gesloten?’
Er bestaat echter
een spreekwoord, ‘Huwelijken worden in de hemel gesloten!’ Met een vraag in de familie- of vriendenkring, zoals die ook
werd gesteld door de Sadduceeën in het Nieuwe Testament: ‘Als een man
meerdere vrouwen heeft getrouwd, welke vrouw is dan voor hem voorbestemd in het
hiernamaals? luidde het antwoord: In de hemel zullen er
geen huwelijken gesloten worden, en elk gestorven mens wordt een engel!’ Zo
staat het immers in de Bijbel omschreven en zo wordt het ook in de kerkelijke
leer verkondigd: ‘Het huwelijk duurt tot de dood hen scheidt, en dan is het
helemaal voorbij! Als we daar dieper op ingaan, zou een dergelijke conclusie
toch wat kort door de bocht zijn gedacht.
Echtelieden nemen
dingen van elkaar over zoals gewoontes en zij gaan tenslotte op elkaar lijken.
[Een begin van samensmelting!] Is de mannelijke en vrouwelijke partner op de
Heer gericht, zullen zij zeer zeker de ‘genadeliefde’ van de Heer in hun
huwelijk geleidelijk meer ondervinden en door Hem geleid worden.
Echtelijke liefde
betekent nog niet, dat twee mensen direct aan elkaar ‘gehecht’ zijn. Dat moet
eerst groeien. Pas later worden de twee – man en vrouw – ‘in de echte’
verbonden. Een samenleving zal zo nu en dan gepaard gaan met wat onenigheden.
Meestal als gevolg van eigenliefde. De oorzaak daarvan is de wens om uit
zichzelf te leven en niet uit de Heer. Echtelijke liefde is de grondslag van de
hemel. In de Bijbel wordt niet zomaar gewaarschuwd tegen een lichtvaardige
verbreking van de huwelijksband in het belang van het eeuwige heil, maar ook
nog voor veel meer belangrijke dingen.
Swedenborg
schrijft in 47-3: ‘Als de man diverse echtgenoten heeft gehad, verbindt hij
zich met diegene in een bepaalde volgorde zolang hij in de uiterlijke staat is.
Maar wanneer hij de innerlijke staat binnengaat, waarin hij de neigingen van de
echtelijke liefde doorvat zoals deze zijn, dan neemt hij of één enkele aan, of
hij verlaat allen’.
Een huwelijk is
niet zomaar een huwelijk. Niet elke vrouw past gemakkelijk bij een man of
een bepaalde man niet bij een willekeurige vrouw. Een huwelijksvereniging
is veel meer dan een lichamelijke hechting. De Bijbel is daarover duidelijk: Vanaf
het begin der schepping zijn er mannelijke en vrouwelijke wezens en engelen
geschapen [dus in de oertijd] en dat is inherent aan de eerst geschapen
fysieke mens Adam. De Schepper heeft man en vrouw gemaakt.
Daarom zal een
volwassen mens zijn vader en moeder verlaten en zal hij zijn vrouw ‘aanhangen’.
En die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één
vlees.
[Vlees betekent
hier: de samensmelting van ziel en geest van beide partners! Soms wordt ‘vlees’
gebruikt om de ‘geestgesteldheid’ van de mens ermee aan te duiden – zie Markus
13:20, Lukas 3:63 of Johannes 6:53-55: ‘dus dat zij niet meer twee, maar één
vlees zijn!’]
De Farizeeën
vroegen aan Jezus waarom Mozes geboden had, dat een man zijn vrouw een
scheidingsbrief moest geven om haar weg te zenden [vanwege voortdurende
calamiteiten]. Zal God Zelf ooit diegene scheiden die Hij op Zijn wijze heeft
samengevoegd? Want wat God heeft samengevoegd, dat scheidde de mens niet. [Matth.19:6]
Op deze vraag
antwoordde de Heer: ‘Mozes heeft vanwege de hardheid van jullie harten je
toegelaten om je vrouwen te verlaten; maar vanaf het begin is dit niet zo
geweest!’….[Matth.
19:8,9 – Matth. 5:3,32]. In de tijden van de aartsvaders [inmiddels zo’n
6.000 jaar geleden] waren huwelijken nog volkomen. Later in de periode van
Mozes werden er huwelijkswetten ingesteld en deze waren ook nodig, omdat veel
huwelijken degenereerden en strandden.
Het Kindje Jezus
in Egypte zei tegen Cyrenius: ‘Heb je voor elkaar eenmaal de ware liefde
opgevat, dan mag je daaraan ook weer niet zomaar ontrouw zijn. Want de enige huwelijkswet, die voor Mij geldt, is die, welke met
vurige letters in jullie hart geschreven staat! Als jullie volgens
die wet al op het eerste gezicht dat hebt gevonden en verbonden, mag je niet
meer van elkaar scheiden, als je tegenover Mij niet zondigen wilt. Een huwelijkscontract geldt voor Mij niet, voor Mij geldt alleen een
huwelijk uit liefde!’ Wie zo’n huwelijksband breekt, die is in Mijn ogen pas
een echtbreker!’ [Jeugd Jezus 102]
Het Kindje Jezus
in Egypte zegt vervolgens: ‘Cyrenius, nu jij je zinnen volledig op deze jonge
dochter hebt gezet, mag je je van haar niet meer afkeren! En jij, Mijn dochter,
toen jij Cyrenius voor de eerste maal zag, stond je hart al direct in vuur en
vlam; voor Mij ben je daarom al zijn vrouw, en behoef je het niet eens meer te
worden! [Jeugd van Jezus 102]
Het Kindje Jezus zegt verder: ‘Als eens de dood jullie zal scheiden
naar het lichaam, dan zal het overblijvende deel weliswaar naar het uiterlijke
weer vrij zijn, maar de liefde, die moet eeuwig voortduren.
Amen!’
Voor Mij zijn
overwegingen van werelds voor en tegen niet van belang, voor Mij geldt slechts,
wat jullie hart je ingeeft! Volgens die norm moeten jullie elkaar dus eeuwig
trouw blijven…’
Vervloekt zij
hij, die op wereldse gronden de echte liefde zou ontraden, want die echte
liefde is uit Mij! Immers, wat zou nu eigenlijk van meer waarde zijn: die echte
liefde, die uit Mij is, dan wel wereldse gronden, die in feite van de duivel
zijn?! Behoed je voor liefde op grond van wereldse kenmerken…’
[Jeugd van Jezus, hoofdstuk 102]
‘Wat God
verbonden heeft, behoort geen mens meer te scheiden, en dus blijft een
echt huwelijk voor altijd geldig! Een verkeerd huwelijk is echter
toch al voor God geen verbond en daarom net zo ontbindbaar als de wereldse
mensen en al hun overeenkomsten, die altijd al niets anders zijn dan de grofste
hoererij, waardoor de kinderen van de satan in het jammerlijk bestaan gebracht
worden.’ [GJE1-236:19]
Toen de discipelen hoorden, wat de Heer over
echtscheiding zei, spraken zij: ‘als het zo voorstaat, kun je beter
niet trouwen’ [Matth.19:10] waarop de
Heer zei: ‘Aan degenen die het gegeven is, die zijn het,
welke uit de Heer gaan zien, wat het huwelijk nu werkelijk is!’…
Veel mensen
denken dat het huwelijk slechts voor deze wereld bestemd is. Op een vraag van
de atheïstische Sadduceeën, antwoordde Jezus: ‘In de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch
worden zij ten huwelijk uitgegeven, maar ze zullen zijn als Engelen van God in
de hemel. [Matth.
22:30] – ‘Want als zij uit de
doden zullen opgestaan zijn, trouwen zij niet, noch worden zij ten huwelijk
gegeven: doch zij zijn gelijk aan de engelen, die in de hemelen zijn’. [Markus 12:25]
Jezus zei: kennen jullie de Schrift niet en nog minder Gods
kracht! In de opstanding, die jullie niet begrepen hebben, zullen de mensen
geheel gelijk zijn aan de engelen Gods en zullen niet huwen, noch ten huwelijk
worden genomen. Want het huwelijk in de
hemel is een ander dan dat van jullie op deze aarde.’ [Math.22:29,30]
De Heer: ‘De kinderen van deze eeuw trouwen en worden ten
huwelijk uitgegeven; maar die waardig geacht zijn die eeuw te verwerven en de
opstanding uit de doden, die zullen noch ten huwelijk uitgegeven worden, want
zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn gelijk aan de engelen en zijn
kinderen van God, omdat zij kinderen van de opstanding zijn.’ [Lukas 20-34-36 en GJE, boekdeel 7, hfdst.197]
Volgens de
Evangelisten kan het hier lijken, dat de Heer ons leert, dat er in de hemel
geen huwelijken bestaan: Zoals echter op AARDE
een gerechtvaardigd man en een gerechtvaardige vrouw met elkaar verbonden zijn,
zo zijn zij in de hemel in liefde en wijsheid met elkaar verbonden’. [GJE-197]
Met betrekking op
bovenstaande vraagt Petrus de Heer om raad of het in vervolg het ook niet nodig
is, dat zij, evenals de tempelpriesters, huwelijken in te zegenen? Jezus zegt
dan: ‘Nee, want de
huwelijksband wordt voldoende voltrokken door de wederzijdse gelofte ten
overstaan van de ouders of andere waarachtige getuigen. Maar als jullie in een
gemeente, die jullie in Mijn naam gesticht hebben en de huwelijken als juist
erkennen en ze in Mijn naam zegenen, dan zal hun dat tot nut en bekrachtiging
van hun verbintenis strekken’. [GJE8-40]
‘Maar tijdens
het duizendjarige vrederijk, zullen op de nieuwe en gelukkige aarde ook
huwelijken gesloten worden, maar dan zoals dat in de hemel gebeurt
volgens Mijn orde, en er zullen ook een grote aantal kinderen
verwekt worden, maar niet langs de weg van pure wellust, maar
langs de weg van de ware liefdesernst; en dat tot aan het einde van
alle tijden van deze aarde’…
[Zoals dat in
de periode van Adam tot Abraham eerst nog geschiedde. Maar na de reiniging van
de aarde, die binnenkort beslist zich zal voordoen, [tussen 2020-2030] zal
daarna het duizendjarige Rijk ook niet meer zo lang op zich laten wachten! Het duizendjarige vrederijk vindt volgens
de Heer echter plaats in de mens zelf en zal, na deze materiële en
geestelijke reiniging, eeuwig voortduren. Want 1.000 jaar is bij de Heer als
een dag en deze dag kan gekenschetst
worden als de zevende dag, de ‘rustdag! [GJE8-48:11]
De vrouw, die het
water putte uit de Jakobsbron in Sichar-Sichem en in gesprek met Jezus
geraakte, zei tegen Jezus [die daar enige tijd verbleef in haar huis, samen met
haar metgezel, de arts Joram!]: ‘O Jehovah, hoe goed bent
U! Wanneer wilt U, dat wij [met vriend Joram] in het openbaar voor de ogen der
wereld in het huwelijk zullen treden?’ Daarop zei Jezus: ‘Ik heb jullie al getrouwd,
en dit verbond is geldig in de hemel en ook op de aarde’. Ik zeg je:
‘Sinds Adam was er geen volkomen huwelijk dan dat van jullie nu, want Ik Zelf
heb jullie verbond gezegend!’ [GJE1-36:15,16]
Ook in Kis [vlak
aan het meer van Galilea] voltrok Jezus, de Heer, het huwelijk bij een echtpaar
[man en vrouw] en zei: ‘Edele broeder van Mij! Ik heb jullie al gezegend en
jullie zijn dus als volkomen vereend!’… Maar vergeet niet: ‘Wat God verbonden
heeft, dat behoort geen mens meer te scheiden, en dus blijft een echt huwelijk ook voor altijd geldig!’ [GJE1-236:18,19]
Wanneer de
Heer een huwelijk zegent, dan geldt zo’n huwelijk voor eeuwig in de hemel!
Elders zegent de Heer opnieuw weer een huwelijk. Een zekere Borus [arts in
Nazareth] was erg verliefd op Sarah [de dochter van de Farizeeër Jaïrus, die
tweemaal gestorven was en opgewekt werd door Jezus]; zij werden geheel
onverwacht in hun kersvers huwelijk door de Heer ingezegend. Dit huwelijk mag volgens Jezus wel één van
de gelukkigste op de gehele aarde genoemd worden. [GJE2-44]
Leeft de mens geslachtsloos in het
hiernamaals?
Een hoofdman
vraagt aan de Engel Rafaël of engelen in de hemel ook geslachtelijke
verschillen hebben?
De engel Rafael zegt daarover: ‘In onze staat van oergeschapen geesten
vind je bij ons, die ontelbaar zijn, zonder uitzondering alleen maar het
mannelijk-positieve wezen, maar toch is ook het vrouwelijk-negatiefprincipe in
ieder van ons geheel aanwezig, en daarom vind je in iedere
engel het volmaakte huwelijk van de hemelen van God.
Het is helemaal van onszelf afhankelijk of wij ons in één
en hetzelfde geestelijke omhulsel in de mannelijk of in de vrouwelijke vorm
willen laten zien. In het feit dat wij in onszelf een dubbel wezen zijn,
ligt ook de reden waarom wij niet oud
kunnen worden, omdat de twee polen in ons elkaar eeuwig blijven
ondersteunen. Bij jullie mensen zijn de polen gescheiden door een
geslachtelijk gescheiden persoonlijkheid en hebben daarom, omdat ieder apart is, geen steun aan elkaar. [GJE2-156:12,13] - [Veel mensen denken namelijk, dat zij na het sterven in
de hemel als een geslachtsloos wezen komen. Deze dingen worden in de Heilige
Schrift verkeerd begrepen of geïnterpreteerd].
Geslacht
en geslachtsdaad
De Heer Jezus:
‘Om een goede en gezonde vrucht te verwekken moeten twee volwassen mensen, en
wel een man en een vrouw, een juiste zielsverwantschap
hebben, omdat ze anders moeilijk of ook vaak helemaal niet door de
bekende geslachtsdaad tot bevruchting zullen komen. Als nu een man en een vrouw
in hart en ziel aan elkaar verwant zijn,
moeten ook zij een huwelijk aangaan en volgens de natuurlijke orde alleen maar
dan tot de geslachtsdaad overgaan, als zij in goede harmonie een levende vrucht
willen verwekken’. [GJE3]
Swedenborg: ‘In
de eerste Kerk – de Adamitische – werd de geslachtsdaad bij de mensen, die destijds voortdurend met de
hemel in contact stonden, eveneens veel meer op een geestelijke, dan op een
zinnelijke manier verricht. Bij gelegenheid van zo’n daad werden de
beide echtgenoten meer dan anders door de goddelijke Geest doordrongen. Zij
raakten daardoor fysiek in slaap, ontwaakten spoedig uit deze natuurlijke
slaap* en werden dan één in de geest en daardoor ook volkomen in hemelse
vervoering gebracht. Eerst in die toestand verrichtten ze de geslachtsdaad en
werden al spoedig daarna weer gescheiden en lichamelijk in de natuurlijke sfeer
teruggeplaatst. [*zij traden uit hun fysieke lichaam en hun etherlichamen verbonden zich
met elkaar als één wezen!]
Over het
huwelijk wordt verder geleerd, dat de voortplantingsorganen, die zich in de
romp bevinden, met de derde hemel overeenstemmen’. Swedenborg in 45: ‘Dat
twee echtgenoten meestal na de dood bij elkaar
samenkomen, elkaar wederom gezelschapp houden, en voor enige tijd samenleven,
geschiedt in de eerste tijd. Geleidelijk leggen zij de uiterlijke dingen af en
gaan hun innerlijke wereld binnen. Dan doorvatten zij hun zodanige liefde en
neigingen onderling, hoe zij waren geweest ten opzichte
van elkaar, dus over en weer. Als uiteindelijk blijkt, dat ze niet bij elkaar
passen, wordt een passende echtgenoot of
echtgenote gegeven. Als blijkt dat ze bij elkaar kunnen blijven, vindt er
geen fysieke voortplanting plaats, maar een geestelijke voortplanting, zijnde
van liefde en wijsheid. In de hemel leven de gestorven partners enige tijd
bij elkaar. De een weet dan nog niet de neiging van de andere, omdat deze
neiging zich verbergt in het innerlijke. Komen beide partners in de innerlijke
staat van hun leven, dan openbaren de neigingen zich dus wederzijds aan
elkaar’.
Swed. in 32: ‘Het
mannelijk geslacht kan niet worden veranderd in het vrouwelijke, noch het
vrouwelijke in het mannelijke. Na het sterven blijft het geslacht, zoals het
is’.
De eerste mens
Adam had oorspronkelijk beide geslachten in zich [mnl. en vrl.] Het is een
kerkelijke vergissing door te stellen, dat er dan geen verschil zal zijn in
seksen] – [Lukas 20:35 en volgende ]
In de
Lorberwerken: ‘Bij alle oergeschapen ‘oergeesten’ was en is het mannelijk-positieve
en het vrouwelijk-negatieve principe volkomen aanwezig. Iedere oerengel stelt
het volkomenste huwelijk van de hemel voor. Het hangt geheel af van de engel of
deze zich in de mannelijke of vrouwelijke vorm vertonen wil’. [GJE2-156:12]
God scheidt op
een bepaalde trap van ontwikkeling van elke oergeest diens mannelijk-positieve
en vrouwelijk-negatieve wezenlijke deel. [GJE2-114:45]
Huwelijken in de Hemel
Toen de overleden
bisschop Martinus in het hiernamaals aankwam, ontmoette hij uiteindelijk de
Heer, die hij herkende als Jezus op aarde. Tegen hem zei Jezus, Heer over het
huwelijk: ‘Een vrouw is als een vat,
maar een geestelijk vat om het licht uit jullie harten op te nemen en te
bewaren. De vrouw is tegelijk echter ook een dienstmaagd in de levenskeuken van
het hart en houdt het heilige levensvuur brandend in de haard, die Ik in jullie
harten heb gebouwd. Dus moeten jullie nu ook elk een vrouw nemen en helemaal
één met haar zijn voor eeuwig’…
Martinus kust vol
gelukzaligheid zijn hemelse vrouw en beseft nu, dat hij zijn liefde daardoor
met de wijsheid heeft verbonden. Beide loven en prijzen Mij nu als
uit één hart en uit één mond. Want zo ontstaat uit de
gescheiden Adam pas in de hemel weer een volmaakt mens, maar in een
afzonderlijk persoonlijk zalig wezen!’…
‘wie de liefde
heeft, voert de bruid naar huis!’… [BM.01_202,11] Volgens Swedenborg zijn er in de hemel geen
huwelijken, die alleen van het lichaam zijn. [Dus zinnelijk en dat bedoelt de hier aangegeven tekst
uit het Nieuwe Testament.’]
Swedenborg: ‘De
enige huwelijken, die in de hemel existeren, zijn die, waarin een huwelijk van
ziel en geest tot stand gekomen is, in wat de echtgenoten tot één vlees*
geworden zijn’. [*Let wel: ‘vlees’ betekent hier het lichaam van de geest, en dat is de
ziel! - Ook kan niemand in het leven na de dood trouwen als zijn gemoed het
niet verlangt en niet in staat is tot een geestelijke vereniging met een
echtgenote daar. Het is zelfs letterlijk waar, indien iemand daar in zijn hart
niet een binnenst verlangen heeft naar een vereniging van de geest in het
huwelijk, hij onwaardig zou zijn voor een huwelijk in het leven na de dood’.]
In Jakob Lorber:
‘Het innerlijk huwelijk [of de verbinding] moet [eigenlijk] al in deze wereld
worden gesloten, anders kan het niet na het sterven worden gesloten. Dit is een
geestelijk huwelijk, een verbinding van de mens met de Heer, en dit moet in dit
aardse leven al begonnen wordt. Er moet een verlangen en streven zijn naar een
vereniging van hun gemoed’. [Dat is het geestelijke!]
‘Indien de mens
ongehuwd blijft in het aardse leven en zodanig leeft, dat hij niet waardig is
tot een eeuwige verbinding met iemand, dan kan hij na de dood niet getrouwd
zijn. Overweeg deze dingen en dan kan worden ingezien, dat het huwelijk en waarvoor zij bedoeld is, een eeuwig huwelijk is. Een
huwelijk van ziel [psyche] en gemoed [geest]. Zulk een huwelijk behoort ieder
mens in zijn leven te beogen. Vanaf hun jeugd behoren zij opgevoed te worden en
voorbereid. Een dergelijk huwelijk is een kostbare parel van het leven en een
bron van gezegendheid, geluk en verrukking en voor eeuwig in het hiernamaals.‘
Swedenborg in 52 en 75: ‘Twee echtlieden in de hemel zijn niet twee,
maar één engel. ‘De gehuwde man in de hemel schouwt naar de andere [vrouw],
maar steeds via zijn eigen vrouw. Want deze is verenigd met zijn ziel. Hij
schouwt altijd tegelijk met zijn vrouw. Daarom kan niet de geringste lust
binnentreden tot een andere man of vrouw’.
Swedenborg in 78: ‘Liefde kan niet worden verdeeld. Het echtpaar is een
eenheid. De twee [man en vrouw] zullen tot één vlees zijn’. [vlees = het
lichaam van de geest betekent hier ziel]
Bijbelteksten:
Matth.19:4 e.v., Matth.22:30, Lukas 20:34, e.v. Aan welke man behoort die vrouw
toe in het hiernamaals? 2 Kor.11:2: ‘Want Ik heb u verbonden aan één man, om u
als reine maagd voor Christus te stellen!’
Volgens 1
Kor.15:44 zal de gestorven mens in het hiernamaals een geestelijk lichaam
krijgen. Dat wil zeggen, dat dit het feitelijke lichaam van zijn ziel is, die
de mens op aarde altijd al bij zich droeg.
Jakob Lorber
stelt een voorbeeld, hoe de huwelijken aan gene zijde [ook op de natuurlijke zon en in de hemel] worden gesloten. [NS-1-23 tot 40 en
NS1-33:24]. De Heer zegt
bijvoorbeeld: ‘Wat de huwelijken betreft, zo worden deze waarachtig in de hemel
gesloten, dat betekent uit pure liefde tot Mij, en deze worden ook gezegend
door de ouders en engelen. De verwekking van het mannelijk geslacht geschiedt
weliswaar door de bijslaap; maar deze is dan een handeling, die tot de meest
religieus, aandachtigste en geestelijkste behoort’. [NS-1-33:24,25]
Volgens
Swedenborg komen alle dingen op de aarde overeen in de hemelen en in de hellen.
In de hemel wordt van een ‘geestelijk huwelijk’ gesproken, dat een voortzetting is van het
huwelijk op de aarde.
‘Wanneer jonge
echtelieden een onzeker [netelig] huwelijk hebben, dienen zij zich te
realiseren, dat in de periode van de honing, zij zich ook
tevreden moeten stellen met de bittere galligheden in het huwelijk en
geduld moeten hebben met elkaar, tot de dood hen scheidt. Pas met het
bittere deel van het huwelijk neemt het leven eerst zijn gouden, maar ernstig
begin. In vaak de bitterste perioden van het huwelijk begint het
geestelijk zaad zich te roeren en te ontplooien.’ [GJE3-70:8-11]
De Heer: ‘Er
worden op de nieuwe [komende] aarde ook huwelijken gesloten, zoals in de hemel
naar Mijn orde! Er worden ook kinderen verwekt in groter aantal, maar niet op
de weg van de zinnelijkheid, doch op de weg van de ware zuivere liefdesernst,
en dat tot aan het einde van alle tijden van deze aarde’. [Vanaf het 1.000-jarige vrederijk!]
De volkomenste
huwelijken existeren in de hoogste [derde] hemel, dat is de liefdehemel van
Jezus. De schepping van Adam, zijn deling in man en vrouw
en het streven van beiden, is in het grote geestelijke gelijksoortige voor
altijd ‘één vlees’ te zijn. [één ziel]
Het vrouwelijke
is uit het mannelijke genomen en was in Adam beschikbaar, alvorens de vrouw van
Adam [Eva] van Adam zelf werd afgescheiden, dat wil zeggen, ieder voor zich de
eigen zelfstandigheid. Het huwelijk moet een volledig en onverbrekelijk
huwelijk zijn. Het samenwonen kan een ergernis zijn
[worden] voor blinde mensen, die alleen op het uiterlijke letten en geen weet
hebben van het innerlijke’. [GJE1-36:13]
De scheppingmens
Op de zesde dag
schiep God de mensen: ‘Laat ‘Ons’ mensen maken, naar ‘Ons’ beeld en naar ‘Onze’ gelijkenis’. – Gen. 1:26 – ‘En
God schiep de mens naar Zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze’. [Genesis 1:27]
[Hier wordt:
‘Ons’ in het meervoud geschreven, dat is de Heer met Zijn eigenschappen zoals
Vader, Zoon en Heilige Geest! Er is sprake ‘van Ons beeld’ en anderzijds
van ‘Onze gelijkenis’, dat twee verschillende betekenissen heeft. God
schiep hem - dat is Adam – en in dezelfde zin staat er dan: dat Hij man en
vrouw schiep, dat wil zeggen inclusief de verborgen vrouw Eva in Adam!]
Swedenborg in
50-53: ‘Zolang de mens niet wedergeboren is, wordt hij geheel anders geregeerd,
dan wanneer hij wel wedergeboren wordt. ‘Beeld’ betekent hier niet ‘gelijken
op’, maar is volgens het principe van ‘het beeldende’. De geestelijke mens is
‘het beeldende, de Zoon van het licht, dat zich daarin uitbeeldt; de hemelse
mens is het ‘evenbeeld van God’, en daarmee ‘het kind van God’. Zie ook Joh. 1:12,13 - Joh. 12:35,36 – Joh.
15:14,15.
Swedenborg verder
in 153: Adam sprak: ‘dit keer is het gebeente [de complete mens] van mijn
gebeente en vlees van mijn vlees, daarom moet zij ‘Gattin’ {godin} = echtgenote
heten: MANNIN omdat ze uit de man genomen is. [dat is de
uiterlijke mens] [Volgens Swedenborg betekent ‘bouwen’: ‘opbouwen’, wat gevallen is.] [Jeremia 31:4]
In het hemelse
huwelijk wordt op het innerlijke van de mens toegezien. Dit is van dien aard,
dat het echtpaar zich in het eigen ‘zijn’ bevindt. [Jeremia
31:22: ‘de vrouw zal de man omgeven!’ De man is het innerlijke; het ‘eigene’
is het ‘uiterlijke’ [dat eerst vrouw heette en nu Gattin = echtgenote] – [Gen.29:14,
Richt. 9:13 en 2 Sam. 5:1]
‘Daarom zal een
man zijn vader en moeder verlaten en zal hij zijn vrouw [Gattin] aanhangen, en
ze zullen één vlees [één ziel] zijn’. ***
Swedenborg in
160: ‘De ouders verlaten’ betekent: ‘de innerlijke mens’. Want het innerlijke
is het, die het uiterlijke ontvangt en gebaard. De vrouw aanhangen betekent,
dat het innerlijke in het uiterlijke is, tot één vlees, dat ze in deze bij
elkaar zijn. Omdat vroeger het innerlijke en het uiterlijke door de innerlijke
geest was, zijn ze daarentegen nu vlees geworden. Zo werd het hemelse en
geestelijke leven het eigene toegevoegd, omdat ze als één waren!’ [één ziel] –
[Markus 10:5-9. – Lukas 20:27-38 – Matth.
22:22-31 – Markus 12:18-27]
Swedenborg in 41:
‘De zonen van deze eeuw houden bruiloft en worden ter bruiloft gegeven. Als een bruiloft is geschied op
de aarde, dan is zij ook geschied in de hemelen. Daarom wordt in de hemel
evenzo nog eens een bruiloft gegeven’…
Swedenborg in 44:
‘Er zijn bruiloften in de hemelen en op de aarde, maar niet voor hen, die op
aarde al een echtelijk verbond hadden gesloten. Dit zal na het sterven al dan niet blijven standhouden’.
In de geestelijke wereld is het, evenals in de natuurlijke wereld, niet
toegestaan om diverse echtgenoten te nemen, omdat dit de godsdienst ontwijdt’.
‘Heeft een vrouw diverse mannen gehad, voegt zij zich niet toe aan de
echtgenoten, die zij heeft gehad. Zij stelt zich aan hen voor. De mannen die
met haar gehuwd waren geweest, voegen zich aan haar toe. Het zal dan zo zijn,
dat de mannen hun vrouw zelden doorvat, maar
de vrouw haar echtgenoten wel terdege doorschouwt. De oorzaak hiervan is,
dat de vrouw überhaupt een innerlijke doorschouwing heeft van de liefde, en de
man maar een uiterlijk beeld van de vrouw kan weergeven’.
Swedenborg in
48-6: ‘Elk mens wordt na de dood zodanig zoals hij innerlijk was geweest en
niet zodanig zoals hij uiterlijk was geweest’. [Wanneer de mens sterft komt hij eerst een bepaalde tijd
in het ‘tussenrijk’; en volgens Swedenborg is dat ongeveer 30 jaar in aardse
tijden omgerekend! De mens wordt in die periode voorbereid voor de hemel
{kinderen van God} of voor de hel {kinderen van de duisternis} of in één van de
lichtsferen {kinderen van het licht}]
De Heer Jezus zegt: ‘In de materiewereld lossen de [gevallen]
oergeesten op en klimmen op [groeien] in diverse trappen van hun natuurlijke
geleidelijke ontwikkeling naar een ziel en verlossen zichzelf [als het ware]
uit deze materie. Door deemoed en liefde kan dit tot de voleinding leiden’.
‘Het mannelijk positief en wezenlijk deel van de oergeschapen geest zal als man
zijn levensschool te moeten doorlopen, evenals het vrouwelijk negatief
wezenlijk deel’. [GJE2-114:45]
Op een dag zal naar het raadsbesluit van God op een
bepaald tijdstip de rijpheid, zij het op aarde of aan gene zijde, beide
oorspronkelijke helften bij elkaar brengen, dat wil zeggen dat zij elkaar weer
mogen terugvinden, verrijkt door de met heilige engelliefde en verlost tot
hemelse volkomenheid als gelouterde zielselementen. Uit het diepste binnenste vanuit het hart stromen
gewaarwordingen, en zij zullen zich herkennen als beiden tot elkaar saamhorig.
Zulke liefde van geest tot geest als gefundeerd verbond is dan, wanneer deze
beiden in hun voelen en streven ook op zielsmatig vlak één geworden zijn, zoals
in het oerbegin als een volkomen huwelijk in de hemel van God’.
Resumé
In de
Lorbergeschriften ‘Geschenken uit de Hemel’, deel 3, hoofdstuk 40:10-17, en in
‘de Jeugd van Jezus’, hoofdstukken 99-111, treffen we vele teksten aan over het
hemelse huwelijk, maar ook in de Bijbel lezen we hierover, en weliswaar in een
versluierde taal.
Het Kindje Jezus
in Egypte sprak: ‘Daartoe
ben Ik in de wereld gekomen, opdat door Mij alle werken en wetten des doods
teniet zullen worden gedaan, en dat daarvoor in de plaats de oude wetten des
levens weer in ere worden hersteld! In Mij is van ouds het Eeuwige Leven tot
jullie gekomen! De liefde, die eeuwig moet voortduren’. [JJ, hfdst.103]
Liefde is
aantrekkingskracht [magnetisme], en dat is de fundamentele kern van de
schepping. De andere basiskracht is het tegenovergestelde: dat is het zich
verwijderen [elektriciteit]. De volkomen huwelijken worden in de bovenste of
derde hemel gesloten [dat is bij de Heer Zelf!].
Adam, de eerste
mens werd gedeeld in man en vrouw, in grote gelijksoortigheid, om één lichaam
te zijn. Samen [Adam en Eva] streefden zij er na om zich weer voor altijd te
verenigen. De vrouw wil immers met haar gehele ziel met haar man verenigd zijn.
Want het vrouwelijke is uit het mannelijke genomen en voordien was dit bij de
man Adam beschikbaar.
De Schepper wil
niet, dat de ‘partners’ hun individualiteit verliezen. De huwelijksverbintenis
is een streven naar de verbinding der eenheid. De man en de vrouw zijn zodanig
geschapen, dat uit deze twee ‘één mens’ kan worden beschouwd [met behoud van
individualiteit]
Swedenborg zegt,
dat een engel naar behoefte als man of vrouw in verschijning kan optreden,
zonder de individualiteit te verliezen. De
ziel is het innerlijke en diepste van binnen, dat is de ‘hemelsfeer’ [in de
mens zelf!]; het gemoed in de mens is zijn ‘tussensfeer’; zijn lichaam is het
uiterlijke, dat is de ‘buitensfeer’. Ruimte en tijd bestaan niet in de geest,
maar wel in de materie.
Man en vrouw zijn
in hun zielsmatige wezen eigenlijk één volkomen geestelijk wezen, maar verder
twee aparte zielenwezens. De verschillen in het mannelijke en het vrouwelijke
verdwijnen niet, want de verwekking in de hemelse eenheid heeft tot doel de
hemelse geboorten in te leiden, dat gebeurt met innige vreugde en liefde.
In hoofdstuk
103 in de Jeugd van Jezus verklaart het Kindje Jezus in Egypte ‘de levende
huwelijkswetten’. Dit
gegeven is al een voorbeeld, dat Jezus, de Heer zegt, dat op deze aarde er al
‘hemelse huwelijken’ gesloten kunnen worden, die dan niet meer in de hemel
gesloten hoeven te worden. In een hemels huwelijk moeten man en vrouw samen in
een geestelijke eenheid zijn. De Bijbel citeert: ‘ze moeten één vlees zijn’,
dus een ‘in elkaar gevlochten ziel en geest.’
Huwelijk en huwelijkswetten
[via Jakob Lorber
ontvangen in 1840 van de Heer]:
De Heer: ‘Van Mij
kunnen jullie toch zeker niet verwachten, dat Ik ook maar een goed woord zou
over hebben voor een echtbreuk in een huwelijk uit liefde, daar jullie zelf
nota bene de doodstraf hebt ingesteld op een echtbreuk in een huwelijk uit
berekening?! Is dan soms wat in het leven gebeurt niet belangrijker dan een
verbintenis ten dode?! Die echt liefheeft, bemint die met zijn hart of met zijn
hoofd? Het echte leven ligt in het hart, en vloeit vandaar door alle menselijke
ledematen: zo komt het dan ook nog in het hoofd terecht, dat van zichzelf geen
leven heeft, maar dood is!’
‘Het is toch veel
vanzelfsprekender de levende, eeuwige wetten van het hart ook te respecteren!
Ik ben bij jullie de Levende, Die vasthoudt aan die levenswetten; Daartoe ben
Ik in de wereld gekomen, opdat door Mij alle werken en wetten des doods teniet
zullen worden gedaan, en dat daarvoor in de plaats de oude wetten des levens weer in ere worden hersteld! In Mij is
het van ouds Eeuwige Leven tot jullie gekomen! De liefde, die moet eeuwig
voortduren.’ [Twee duizend jaar geleden bestond het
samenwonen blijkbaar ook al]
‘En omdat dit
voor velen destijds een doorn in het oog was, adviseerde Jezus om te huwen. In
deze tijd is samenwonen een normale zaak. Ook dat samenwonen moet zich houden
aan bepaalde disciplines. Maar omdat dat ook weer niet gebeurt, is het beter om
te trouwen.‘
Jezus zegt: ‘Want
het is niet goed voor de brandende van begeerte zich ongeoorloofd te vergooien.
Voor Mij zijn overwegingen van werelds voor en tegen niet van belang, voor Mij
geldt slechts wat jullie hart je ingeeft! Volgens die norm alleen moeten jullie
elkaar dus eeuwig trouw blijven, anders worden jullie tegenover Mij werkelijk
echtbrekers! Vervloekt zij hij, die op wereldse gronden de echte liefde zou
ontraden, want die echte liefde is uit Mij! Immers wat zou nu eigenlijk van
meer waarde zijn: die echte liefde, die uit Mij is, dan wel wereldse gronden,
die in feite des duivels zijn?!’
‘Behoed u voor liefde op grond van wereldse
gronden, - die zij vervloekt!' - Wat God verbonden heeft, dat behoort geen mens meer te scheiden, en dus
blijft een echt huwelijk voor altijd geldig! Een verkeerd werelds huwelijk is
echter toch al voor God geen verbond en daarom net zo ontbindbaar als de
wereldse mensen en al hun overeenkomsten, die altijd al niets anders zijn dan
de grofste hoererij, waardoor de kinderen van de satan in het jammerlijke
bestaan gebracht worden. Maar, hebt ge voor elkaar eenmaal ware liefde opgevat,
dan mag je daaraan ook weer niet zomaar ontrouw zijn! Want de enige huwelijkswet,
die voor Mij geldt, is die, dewelke met vurige letters in jullie hart
geschreven staat! Als jullie elkaar
volgens die wet al op het eerste gezicht hebt gevonden en verbonden, dan mag je
niet meer van elkaar scheiden, als je tegenover Mij niet zondigen wilt!‘
‘Ik vind dus dat
jullie er blij mee moeten zijn, dat het zo is en dat jullie er zeker niet om
moeten treuren! Wie echt liefheeft, bemint die met zijn hart of met zijn
hoofd? Toch hebben jullie je huwelijkswetgeving niet gebaseerd op wat jullie
hart je ingaf, en wel op je hoofd. En als jullie nu jullie verstandelijk tot
stand gekomen wetten, die van zichzelf even dood zijn als de hoofden waaruit
zij ontspruiten, met de dood heiligt, ... dan is het toch veel vanzelfsprekender
om de levende, eeuwige wetten van het hart ook te respecteren!’
‘Weest derhalve
blij, dat Ik, die bij jullie de Levende ben, vasthoud aan die levenswetten;
want als Ik dat niet zou doen, dan zouden jullie allang slachtoffers van de
eeuwige dood zijn geweest! Daartoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat door Mij
alle werken en wetten des doods teniet zullen worden gedaan, en dat daarvoor in
de plaats de oude wetten des levens weer in ere worden hersteld!’
‘En als Ik jullie
nu tevoren uiteenzet welke de wetten des levens zijn en welke die des doods,
wat voor reden hebben jullie dan wel om te treuren alsof Ik jullie enig leed
berokkend had; en dat jullie bang voor Mij zijn, alsof Ik jullie in plaats van
het leven de dood had gebracht? O, dwazen die jullie zijn! In Mij is het van
ouds Eeuwige Leven tot jullie gekomen! Weest daarom blij en nóóit meer bedroefd!
Als eens de dood jullie zal scheiden naar het lichaam, dan zal het
overblijvende deel weliswaar naar het uiterlijke weer vrij zijn, maar de
liefde, die moet eeuwig voortduren. Amen!' - (GJE
1-236 [19] en 36 [13, 17] - (bron: de
jeugd van Jezus, hfdst. 102, 103)
Vrouw en man
[via Jakob Lorber
ontvangen in 1840 van de Heer]:
De Heer: […] ‘De
Schrift zou daarom zo gelezen en begrepen moeten worden in de ware geest, dan
zou het goed zijn om met alle mensen te praten en uit vanuit de hemel voor hun
eigen bestwil te handelen. Maar de mensen, en wel de vrouwen het eerst, zijn
door hun vrije wil voor de tweede maal verzonken in totale zinnelijkheid. Zij
zijn begonnen om hun oorspronkelijk van Satan overgeërfde mooiere lichaam
zoveel mogelijk op te poetsen en zijn ongenaakbaar, trots en onwillig geworden
door hun zelfzucht, en zij dwongen daarmee de zachtere man te doen wat zij
wilden.’
‘Hij moest ter
wille van de vrouwen zo bereidwillig mogelijk en haast onderdanig naar haar
heerszuchtige pijpen dansen, en uiteindelijk vond hij het zelfs bijzonder
prettig om in de echte helse list van de vrouwen totaal verstrikt te raken.
Maar daardoor viel hij dan ook uit alle in hem ontwakende hemelen, en hij werd
daardoor somber, geil, zelfzuchtig, ijdel en heerszuchtig en werd zo samen met
de vrouw puur duivels!’
‘Wel werd de man
zo nu en dan door zijn geest zachtjes door het opwekken van liefde voor het
leven gemaand om de Schrift te lezen en aandacht te hebben voor Gods grote
werken! Dat deden er ook velen, nadat ze zich eerst meer of minder uit de
netten van de vrouwen bevrijd hadden. Maar dat hielp niet zo veel; want ze
begrepen de Schrift niet meer, en omdat ze zelf vrouwelijk materialistisch
waren geworden, namen ze de materialistische betekenis der letters voor waar
aan en maakten zo het woord van God tot een gedrocht en de tempel van God tot
een ware moordkuil!’ GJE1-166
[7-9]
‘Let op! Als je
in een oord komt met fraai gevormde en sierlijk uitgedoste mensen van beiderlei
kunne, ga dan direct verder want daar krijgt het rijk van God geen voet aan de
grond omdat daar op z'n minst het halve Sodom en Gomorra te vinden is! Van zo'n
plaats is het strafgericht van God ook nooit ver verwijderd, want zulke met het
lichaam verstrengelde zielen, die tijdens het grootste deel van hun bestaan
bijna alle bewustzijn hebben begraven in hun lichaam, zijn te ingrijpend
gebonden. En als hun schone lichaam ook maar heel even door de slechte, ruwe en
nog helemaal onbeschaafde natuurgeesten van de lucht wordt beslopen, kunnen
zulke gebonden zielen zich niet verweren en bezwijken ze spoedig samen met hun
lichaam, dat door de innige verstrengeling met de ziel veel vatbaarder en
gevoeliger is dan het vlees van een lichaam met een vrije ziel. Pak zelf eens
zo'n teergebouwd stadsmeisje stevig bij de arm of een ander lichaamsdeel en zij
zal een kreet slaken van pijn. Ga echter naar buiten naar een werkende boer,
die naast zijn werk ook nog oprecht zorgt voor zijn ziel en de zielen van zijn
kinderen, dan kun je de handen van de boer en zijn kinderen zo stevig als je
maar wilt, beetpakken en schudden en zij zullen echt niet zulke kreten van pijn
slaken!’ [GJE3-12 [1-2]
Huwelijksuitzonderingen
[via Jakob Lorber
ontvangen in 1840 van de Heer]:
De leerlingen
lijken naar aanleiding van wat Jezus hen gezegd heeft, er voor te zijn, niet
meer te huwen (Mattheüs 19:10).
Want sommige vrouwen doen onpassend tegenover hun echtgenoot. Als er onder hen één is, die ontucht
bedrijft, dan is er vaak ruzie en twist tot ergernis van de buren. Dan lijkt de
scheidbrief van Mozes meer dan gerechtvaardigd. Maar Jezus zei, dat Hij dit
vooral voor de Farizeeën gesproken had. (Mattheüs 19:11) Inderdaad
was een scheidbrief noodzakelijk, anders zou de Heer dit nooit ingesteld
hebben. Intussen stichtten de Farizeeën stiekem onvrede tussen echtparen, want
de scheidbrieven leverde hen veel geld op. (Mattheüs 19:12)
Een huwelijk
sluiten met een ontmande man is ongeldig en men kan zich daarvan laten
scheiden. Degene die niet onvruchtbaar is gemaakt, kan zonder echtbreuk te
plegen opnieuw weere gaan trouwen.
Is je vrouw
onvruchtbaar, dan kun je met de juiste instelling datgene doen om nazaat te
verwekken, zoals bij de ouden en je zult hiervoor niet gerechtelijk gedaagd
worden.
Op de vraag van Petrus zich van een vrouw te
laten scheiden, die hoererij bedrijft, zegt Jezus, dat zolang zij leeft je geen ander vrouw mag
huwen. Je kunt nooit weten of je vrouw in de toekomst zich zal bekeren en vol
berouw terugkeert naar je huis. Maar stel, dat je dan toch een andere vrouw tot
je genomen hebt, dan zou je eerste vrouw niet meer kunnen terugkomen. Dat zou
voor jullie allemaal slecht zijn.
Wees in je hart
God trouw en hoed je voor ontucht. Zij die hoererij en echtbreuk plegen, zullen
Gods Rijk niet binnengaan. Dit werd Petrus allemaal geheel duidelijk (GJE5-256). [bron: ds. Noack – Swedenborg, Berlijn
UpToDate 2024-2025