Hoofdstuk
37
De prehistorie van het
Chinese volk
666
duim is het getal van Mijn volledige liefde in de mensen. [Een duim is
gemiddeld 2,7 cm. en 2,7 x 666 = ca. 1800] De duim geeft de maat aan van het goede
dat uit de liefde tot Mij voorkomt. [Opm. daarom zeggen wij heden ten dage nog:
‘ik zal voor je duimen!’]
De
maat van de vrouw is gelijk aan de goddelijke maat in de man. Omdat de vrouw
uit de eigenliefde van de man gevormd is, kan zij zichzelf ook alleen in de man
beminnen, als haar liefde oprecht zal zijn.
De
7 mannen en vrouwen [samen 14] hadden AHUJEL en AZA als vader en moeder
gekregen en vader Ahujel zegende hen en zei tegen
SIHIN: ‘het land zal jouw
naam dragen; zijn stam zal niet uitsterven voor het einde van alle tijden!’
In
dit vers zegt AHUJEL: Ik met mijn weinige nakomelingen zal jullie nog zegenen
en 500 jaar lang leiden. Hier is al sprake van de toekomstige Chinese tekens,
want ze moeten met elk ding dat als teken altijd beeldend aanduiden. En verder:
alle handelingen moeten uitgedrukt worden door verschillende daarbij passende
lijnen en de voltooiing door punten. [8]
120
jaar n de zondvloed – dus in 1776 n. Adam, groeiden de nakomelingen van Sihin tot een belangrijk volk. Toch kwam er een
geleidelijke versplintering in het besturende land van China tot wel 3700 n.
Adam of 451 v. Chr. In dat jaar trad TSCHI HOANG TI [wijze alleenheerser over
het volk] op, ook de bouwer van de
Chinese muur, waarvan de bouw zo’n 8,5 jaar duurde en 870.000 manslengten had.
[ca 1500 kilometer] Deze regeerde 60 jaar
In
3786 n. Adam bracht LIEHU PANG [een straatrover] een leger van gelijkgezindten
bij elkaar als veldheer en zich opwierp als keizer en dit geschiedde zo’n vier
eeuwen voor de geboorte van Jezus. volledige versie 37
Hoofdstuk
38
De familie van Lamech
Lamech had nu geen mensen meer – nu iedereen
was weggegaan en verdronken in de bergen door de opgehoopte golven naar de
bergen. Enkelen waren gered. Zijn getrouwe aanhang had hij verloren en kon geen
macht meer uitoefenen. Lamech had twee vrouwen: ADA [de weloverwogen deugd in
blijmoedigheid] was 110 jaar en ZILLA [de stille overgave en verdraagzaamheid]
was 100 jaar, maar zij zagen eruit als 24-jarigen.
JABAL
was de vader van de
industrie en de zoon van Ada en JUBAL was muzikant en uitvinder van de herdersfluit, de
viool. THUBALKAIN was meester
in de metaalbewerker. [zoon van Zilla en zus
van NAËHME] De zus van Thubalkaïn, dus Naëhme temde
wilde dieren. Zij was een beeldschone vrouw en na Sara en Rachel [Pura en Maria ook!] kwam nooit meer op de Aarde zo’n
prachtige vrouw voor. Deze Naëhme huwde met haar broer Tubalkajin
en zij verwekte 7 zonen. [die eruit zagen als trollen om speciale redenen]. Zij
bleef tot haar 80ste jaar een mooie vrouw [alsof ze 18 jaar was].
Op
bevel van de Heer werd er een godsbode gestuurd naar Lamech.
Het was HORED [de geduchte], een nazaat van Adam via Seth en deze Hored was ongehuwd. Lamech kwam
blijkbaar tot inkeer en als dank mocht Hored in zijn
paleis de mooiste vrouw uitzoeken, en daarbij was ook Naëhme
en Hored liet tegen de wil van de Heer – zijn blik
vallen op haar.
Hored nam haar mee in de bergen naar een
eenzame verblijfplaats en ging niet naar de zijnen.
Lamech hoorde een krachtige stem in zijn birst [hart] en die zei: ‘Maak aan je vrouwen bekend, wat
je gedaan hebt!’ Lamech gehoorzaamde daaraan maar
zijn vrouwen raakten zo ontsteld, dat zij hun stem verloren en het aan niemand
zeggen kon. Zij verlieten hem na enige tijd heimelijk en werden op hun reis
meegenomen naar de heilige hoogten. Onderweg kregen zij hun stem terug. Ada en Zilla lieten zich door de hoge bergbewoners zegenen en
reisden naar de verblijfplaats van Adam, die al zo’n 920 jaar oud was.
METHUSALEH
was in die tijd 233 jaar en Lamech was maar 46 jaar
oud…volledige versie 38
Hoofdstuk
39
Begin, oorzaak van het
verval van de kinderen der hoogte
Daarop
verlieten zij Adam [de vrouwen van Lamech]. Zij [Ada en Zilla]
kregen in de hoge bergen veel aandacht, waarbij het volk God de Heer vergaten.
Hored ging naar de diepte van Hanoch bij Lamech – en kreeg –
zoals eerder vermeld – de bloedmooie vrouw Naëhme. Zeven mannen uit de berghoogte deden Hored na en namen 30 vrouwen mee van 20-40 jaar, die Lamech vermaakten
maar ontslagen waren door zijn depressiviteit, naar de berghoogten. [een uur
gaans lager gelegen in het gebergte, waar Adam en de zijnen woonden].Maar zij
moesten deze vrouwen afstaan van de aartsvader Seth. Deze bracht hen naar Adam,
die al 900 jaar oud was en Adam was aan het bidden, samen met Eva, naast ENOS
[prediker van Mijn naam], de zoon van Seth en aan de zijde van HENOCH [de wil
van JEHOVA]. Henoch was de zeer vrome zoon van
JARED. En zo vermengden de mooie
dochters van de oervader Kajin zich geleidelijk met
de nazaten van Adam. volledige versie 39
Hoofdstuk
40
Adams
rede over zijn val
In
dit hoofdstuk heeft Adam het over een eeuwig brandende berg, die hij vanuit de
hoogte waar hij woonde, zag. ‘Zie mij als degene, die de eerste zou moeten zijn
die in de geest aan al het geschapene als schepsel voorafging en sterker
straalde dan het centrum van de Zonnen en groter wilde zijn dan God!’
Adam
als Lucifer werd door de macht van God verstoten in zijn oneindige toorn en hij
viel in de onmetelijke diepte waar geen eind aan kwam en de eeuwigheden volgden
op de eindeloze eeuwigheden. De brede vlammende vuurstromen sloegen tegen zijn
voorhoofd en lekten zijn ingewanden. Het berouwde hem, want hij voelde de
enorme macht van de Godheid. Maar het was de toorn van God. Waar was God Zelf?
Toen ontwaarde Adam een wezen dat op
hem leek, die hem met een
machtige hand vastgreep en zei: ‘Lucifer, jij arme gevallen geest, ken je Mij?
Lucifer wilde door Hem vernietigd worden, maar het WEZEN zei: ‘IK zal je
behouden!’ [5]
Het
Wezen spreekt over een
tweede oneindigheid. Maar zijn liefde reikt overal, ook waar de toorn
van God heerst. [9]
Adam
noemt zich de vorst van het licht en hij werd door de toorn van de Godheid pas na
eindeloze eeuwigheden in de eeuwige leegte geslingerd. Toen hij God de Heer in
het kleine vlammetje herkende, rolde er een traan uit het oog van de eeuwige
Liefde en daaruit ontstond een groot water en daaruit vele druppels die werden
tot Zonnen, planeten, Aarden en Manen. [10]
En
uit het midden van Gods toorn dreef deze Aarde tot mij. [Blijkbaar na eindeloze
tijden daarna schiep God deze Adam en hij moest zijn eigen wil wegnemen [dat
was Eva] en daarvoor in de plaats de wil van God [zie vers 36] = 1 miljard
jaar?]
De
toorn van God kan verzacht worden indien de Liefde tussenbeide komt [20]. Ik
neem van jou de grote last af van de gevallen geesten van jou en leg die nu in
de Aarde en in alle sterren, en er zal geen stofje nutteloos rondzwerven… [23]
Adam
beschrijft in details hoe zijn tweede ik werd ontnomen uit zijn hart, dat is
EVA en toen hij wakker werd zei de Heer: Adam, zoon van de Aarde, ontwaak en
kijk naar je helpster!....’ volledige versie 40
Hoofdstuk
41
De benoeming van Henoch tot prediker
Adam
wist na afloop van zijn redevoering niet meer, dat hij dit alles gesproken ha,
want zijn innerlijk werd door de Heer ingefluisterd en daarna weer togesloten.
Adam zei bijv. : ‘de ontwikkelingsgang van de schepping is de overgang van het
ontstaan van Lucifer tot Adam’.
Henoch was de jongste van allen en een
verkondiger van Gods naam. Deze zei bijv. ‘de liefde is de wortel van alle
wijsheid!’ De korte leerrijke woorden van Henoch
bevielen Seth en Enos zeer. [Enos
is hier de zoon van Seth]. Seth zei: ‘Henoch heeft
grote macht en kracht in zijn hart…. Niemand zal daarin op hem lijken; want men
kan niet zoveel liefde hebben als men wil, maar zoveel als de Heer hem
geschonken heeft’.
Henoch: ‘ieder kan ter ere van God spreken
en handelen zoals hij zelf wenst’. Hij vraagt de Heer zijn tong los te maken,
zodat hij ook kan spreken en zijn naam te verheerlijken. Want ook Enos, Kenan, Mahalaleël
en Mijn Vader Jared hebben altijd de grote
heerlijkheid van uw allerheiligste naam gepredikt. En omdat zijn gebed – een
waar gebed voor de Heer gehoord werd, stuurde de Heer een engel naar hem, die
zijn tong losmaakte. En Henoch sprak nu vrijuit en
benadrukte dat in ieders hart de liefdekracht van de Heer is gelegd. Wij moeten
de deur van het hart niet vergrendelen voor de Heer, zodat Hij binnen kan
komen, wanneer Hij dat wil.
Want
wie ontvangen wil, laat die altijd gewillig nemen als Ik hem geef….’ Ons hart
moet vervuld zijn met Zijn Liefde. Wie
het geloof [met de daad] niet heeft, is gelijk de dieren en zal geoordeeld
worden, waar hij ook gaat en staat. God zal de mensen oordelen naar hun geloof
en daad, maar zijn kinderen zal Hij
leiden in het licht van Zijn liefde.’ volledige versie 41
Hoofdstuk
42
Kenans
gezang over de tien zuilen
Seth
was de tweede stamvader van de zeer gezegende tak uit Adam en die werd
afgesloten in 4184 n. Adam door Jezus Zelf.
Kenan sprak: ‘De Heer heeft geen vreugde
aan jullie offers, die uit de materie voor mij gemaakt zijn, wat een huis van
de dood is!’. De Heer: Ik verheug Mij alleen over een boetvaardig, berouwvol
hart, dat Mij liefheeft. En wiens hart niet geheel met Mijn liefde vervuld
wordt, zal nooit het leven in zich proeven, maar de dood zal hem geheel en al
gevangen nemen!’
Kenan vertelt zijn droom na de pleidooi van
Enos. Deze droom gaar over de 10 zuilen en wat deze
te betekenen hebben in betrekking tot de periode van de zondvloed, en dat al
diegenen die daarin verdronken onder in de Aarde gedurende 10.000 jaar worden
vastgehouden. [Dus met andere woorden: vanaf 2495 v Chr. worden zij al
vastgehouden, tot de 10.000 jaar voorbij zijn!] Kenan
doet het verhaal na Enos, de geestelijke spreker, die
a.h.w. op elke zuil kwam. Enos zag de duistere
toekomst in de diepten der wateren. Elke zuil staat voor een aartsvader. Zo dan
de eerste zuil voor Adam, de tweede Seth, de derde Enos,
en zo verder met Kenan, Jared,
Henoch, Mahaleël en Methusalah, zijn zoon Lamech [de
nacht van de dood]. [sommigen hebben dezelfde zuil!] – de tiende gebroken zuil
symboliseert de echtbreuk! En die van Noach, de 10e zuil staat voor
de arkzuil.
‘Wie
ooit met een toornig hart zijn broeders en zusters doodt, zal ook heel zeker
meteen met de straffen van de dood van geest en ziel worden bestraft. Daarom
zal niemand de ander vertrappen noch slaan, noch vloeken, vermoorden of
doden…’ De leugen wordt als geen andere
zonde te gronde gericht, want alleen zij is juist het tegenovergestelde van de
eeuwige waarheid van de liefde der Vader. volledige versie
42
Hoofdstuk
43
Henoch
verklaart de woorden van Adam en Kenan
Veel
schepselen kunnen en mogen ‘deze liefde’ niet met wederzijdse liefde
beantwoorden omdat zij niet rijp zijn voor en in staat zijn tot ware liefde
evenals wij [de aartsvaderen] onze jongeren de wederzijdse liefde onthouden
zolang zij daarvoor nog niet rijp zijn’..
. Eerst moet er de
rijpheid zijn, dan pas de zegen en daarna de liefde. volledige
versie 43
Hoofdstuk
44
De verklaring van Adam
over zijn zwakte
De
verborgen dingen werd in de tijd der aartsvaderen onthuld omdat zij Hem met
ware liefde zochten en de verborgen zin onthuld had. De Heer heeft ons vele en
veel grotere dingen gegeven, maar er is nog niemand echt in zijn hart naar Mij
toegekomen, om Hem te loven en in ware liefde te prijzen en om zich bovenmatig
te verheugen over die grote nu zo rijkelijk neerstromende genade….
Seth
woonde vlak naast Adam. Zijn vrouw heet JEHA. Het verzoek van Adam hem en Eva
nu te laten verzorgen, met voedsel etc, omdat zijn
ledematen het niet meer doen en hij zijn einde langzaam voelt naderen. [Adam is
hier dan al 900 jaar] volledige versie 44
Hoofdstuk
45
Adam zegent zijn
kinderen
De
kinderen verzorgden nu hun ouders met de volste eerbied. Adam sprak de zegen
uit en dankte de Heer. De Heer en Vader zei nu: ‘Zie, dat waren in Mijn ogen
echt lieve kinderen, waarvan er tegenwoordig op de geheel verdorven Aarde nog
maar zo weinig zijn; o, dat waren nog eens kinderen naar Mijn hart! Waren er
toch maar veel meer van zulke kinderen, o, dan was Ik niet zo’n onzichtbare
Vader voor hen, en helaas voor zo velen moet zijn…’ volledige
versie 45
Hoofdstuk
46
Over het komen van de
Heer
Dan
spreekt Henoch voor Adam en zijn familie en hij bad
innerlijk de Heer om kracht. ‘Voor
en na hem werden door geen menselijke tong woorden gesproken die hierop leken,
tot aan Mozes en alle profeten toe, die eveneens met Henochs
tong en uit dezelfde geest gesproken hebben!
Henoch kondigt de Heer aan, via een engel,
die hen allen zal leiden. Maar
de Heer kwam nu persoonlijk en voor het eerst in hun midden en zij herkenden
Hem en zij aanbaden Hem allen. [vs.7] En de Heer Zelf verbleef een
tijdlang te midden van hen.
In
vs. 17-19 komt nog eens de grote schuld van de Liefde aan de Heiligheid van God
aan de orde voor in een verre toekomstige tijd, die Hij daartoe voor Zich zal
bereiden. [d.w.z. Zijn kruisiging op Golgotha!]
De
Heer: ‘Mijn schijnbare dood zal aan al diegenen het eeuwige leven geven en die
zullen geloven, dat Ik het ben…’ Ook op andere sterrenstelsels is leven en daar
wonen ook mensen, zoals wij, die eveneens uit Adam-Lucifer
gekomen zijn.
Zevenmaal
zal de Heer komen op deze Aarde:
In
het begin van de schepping der Aarde, de voorbereiding na de val der Engelen;
Daarna
in de Zondvloed;
De
derde maal zichtbaar en onzichtbaar tot de Zijnen [bij Adam en de zijnen];
De
vierde maal als Jezus-Christus in Palestina;
De
vijfde maal bij de eerste Pinksteren = uitstorting der Heilige Geest;
De
zesde maal innerlijk tot een ieder, die een waar en ernstig verlangen naar Hem
heeft;
De
zevende keer in het vuur van zijn heiligheid als een blijvende komst.
Want
zo zegt de Heer: ‘Blijf in de liefde, want die zal jullie redder zijn !’ volledige versie 46
Hoofdstuk
47
Over de grootheid en de
diepgang van Gods Woord
Adam
noemt zich de machtigste en grootse geest, die hij ooit was en nu als nietig
schepsel. Verderop zegt hij echter: ‘deze grote geest, wiens plaats ik arm en
zeer zwak stoffelijk mens nu inneem….? Henoch spreekt
dan verder op verzoek van Adam. volledige versie 47
Hoofdstuk
48
Over de goddelijke zegen
op Aarde
Henoch was een deemoedig en eigenlijk
schuchter iemand, die weinig moed had ten overstaan van iemand iets naar voren
te brengen, maar des te meer moed bezat hij uit de onbegrensde deemoed van zijn
hart bovenal in stilte lief te hebben…
Henoch
mag nu zelfs privé in Adams huis wonen als dienaar van God. Hij haalde zijn bed uit zijn
onaanzienlijke hut en verhuisde deze naar de woning van Adam en Eva. Bij Seth
kwam hij [Henoch] voor als een opgaande ochtendster. Henoch wilde Adam in alle bescheidenheid een vraag stellen
en Adam willigde dat gretig in.
‘Als
het lichaam wil rusten, moet de ziel vrede hebben; anders rust het lichaam
slecht uit en kan de geest zich intussen niet in de zelfbeschouwing en
gelijkwording met zijn oervorm in God oefenen!’
De
mensen moeten niet verzuimen om alles wat uit de liefde van God komt, vooraf te
zegenen: de droomgezichten, de nacht, het bed, de rust en alles in haar en met
haar. Dan zullen de droombeelden van de slaap aan de reine mens getrouw de
werken van de liefde in de geest tonen en het zal voor hem gemakkelijk worden
zichzelf te doorgronden; maar diegene die geen acht op de droomgezichten slaat
en de zegen van zijn legerstede en daardoor de rust niet eerbiedigt, die lijk
op een blinde en dove en de liefde en het leven zullen zwijgend aan hem
voorbijtrekken.
Henoch wilde dus – voortaan gezegend zijn
door Adam voor de nachtelijke slaap. De vraag van Adam: ‘wie zal dan mijn
rustplaats zegenen?’ Verder zegt Henoch, dat zijn ziel
uit Adam is. Toen Adam uit het paradijs verdreven werd, droeg Abel de zegen op
zijn schouders en gaf deze weer terug aan Adam in het land EUCHIP.
In
vers 24 zegt Adam: ‘O Gij grote heilige Vader, de AARDE zal nauwelijks tienmaal
zo lang door mensen bewoond worden als ik haar heb bewoond en haar volgens uw
heilige wil nog lijfelijk zal bewonen. [Opmerking: Adam was toen 900 jaar x 10
= 9000 jaar – d.w.z. 4151+2020 = 6171 en 9000-6171 = 2829 jaar; d.w.z. dat het
vanaf nu nog zo’n kleine 3000 jaar zal duren, dat de Aarde bewoond zal worden
door de nakomelingen van Adam en wat er daarna gebeurt, daarover wordt niets
beschreven!]
Adam
herkent in Henoch zijn zoon Abel terug en omdat Abel
gedood werd door Kain, werd hij een engel en
incarneerde tijdelijk in Henoch, die dan ook nooit
meer stierf, maar opgenomen werd. Zelfs Eva, die hem [Abel] 600 jaar beweende,
verzorgde met grote vreugde Henochs legerstede. Ook
Adam wist, dat Henoch nooit meer zou sterven.
Henoch zegt: ‘mijn vlees is uit Eva, mijn
ziel uit Adam en mijn geest uit God.’ volledige versie 48
Hoofdstuk
49
Adams en Henochs ochtendgebed
Adam,
Eva en Henoch gingen in de avond om 21.00 uur naar
bed [hoog in de bergen is het dan al
lang nacht]. Verkwikt werden ze zes uur
later in de zeer vroege ochtend wakker. Dan is het nog donker! In aanwezigheid
van zijn vrouw en Henoch deed hij dit keer luid op
het gebed! Toen hij ermee klaar was, verzocht hij ook Henoch
luidop het ochtendgebed te doen. Henoch deed dat en
zei o.a.: tegen de Heer: ‘Hoewel
ik weer, dat U slechts de woorden in het hart waardeert en niet naar de klank
van de tong luistert……..’ volledige versie 49
Hoofdstuk
50
Henochs
ochtendoverdenking
De
gesprekken tussen Adam en Henoch en hun gebedsuitwisselingen,
dankzeggingen en zegen, duurde wel een uur [10]. Aam vroeg Henoch
of hij kon kijken naar de stand van de sterren [het was nog donker!] hoe het in
de dalen voorstond, en of ze nevelig of zonder mist waren en uit welke richting
de wind kwam, of de hemel helemaal helder was of met kleine wolkjes bedekt en
of er wel veel dauw op het gras lag, en zo meer van die dingen. [7].
De
zeer vrome en deemoedige Henoch weet van geen
ophouden om de Schepper steeds te loven en te prijzen in al zijn liefde voor
Hem…… volledige versie 50