Hoofdstuk 66
Asmahaël
en de tijger
De vaderen lopen hier over een schaduwrijke begweg onder
cederbomen en palmen richting middag [zuiden]. De reis duurde 60 minuten en zij
zagen allen de natuur geheel doorzichtig, zoals de Heer dat ook beschreef ‘in de
geheimen der natuur’. Na ca. een half
uur zag Asmahaël een verschrikkelijk grote oertijger, zols die nog zelden in
het hooggebergte van Afrika en Azië voorkomen.
Asmahaël bleef stokstijf stilstaan. Adam gaf Henoch de
opdracht deze tijger op te halen en gebood vervolgens het dier Asmahaël
voortaan gedienstig te zijn, wat ook gebeurde. De moeder van Asmahaël zag dit
ooit in haar dromen. Maar zij werd door Lamechs dienaren, evenals zijn vader,
op een verschrikkelijke wijze tot de dood gebracht, omdat zij weigerden Lamech
als hun oppergod te beschouwen. volledige versie 66
Hoofdstuk 67
Het
bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag.
De vaderen kwamen aan bij al hun kinderen, die erg
geschrokken waren van de tijger. Zij hadden al eens daarmee een ervaring
opgedaan en des te groter was nu hun ontzag. Adam merkte hun grote vrees op en
verzocht Henoch de kinderen gerust te stellen via de Heer. Want zo ze
Henoch: jullie hebben zich afgekeerd van
Seths wijsheid en hebben angst voor datgene wat jullie moeten gehoorzamen!’
Henoch verzocht nu allen naar Aam te gaan en gezegend te
worden. Toen ook Enos het volk verzocht op te staan, gaven ze de vaderen brood,
melk en honing. En zij moesten weer 30 schreden achterwaarts gaan, zodat Henoch
vrijuit kon spreken.
Daarop brulde de tijger zo verschrikkelijk, dat Adam aan
Henoch vroeg, wat er aan de hand was. Adam moest hiervoor de tong van de tijger
aanraken, zodat deze zou spreken. En zie, de tijger sprak. volledige
versie 67
Hoofdstuk 68
Adams
woorden tot de zijnen – de kinderen van de middag
Adam geeft in dit hoofdstuk aan, dat hij 900 jaar is. Want
het was immers 900 jaarr geleden, dat hij de taal der dieren verstond. Zijn eigen ziel, waarin alle
zielen van de schepselen verenigd zijn.
Zijn wij eenmaal in de liefde het eigendom van de Heer, wie
heeft er dan nog behoefte aan macht? Aanvankelijk aarzelde Adam in zijn
zwakheid de tong van de tijger aan te raken. Het was zo dat, als er een
toespraak kwam van de oervaders, het volk de toegewezen plaats moest innemen
naar hun leeftijd.
De Heer maakt ernst met zijn volk!
God is in Zijn heiligheid niet toegankelijk
God is in Zijn wijsheid ondoorgrondelijk
In Zijn genade onmetelijk
In Zijn macht boven alles vreselijk
In Zijn kracht voor eeuwige onoverwinnelijk
Deze God is ook de allerhoogste LIEFDE ZELF. Deze Liefde
verzacht Zijn goddelijkheid. Adam accentueert wie en wat God is en wie en wat
onze heilige Vader is. volledige versie 68
Hoofdstuk 69
Seths
troostende woorden
Seth spreek: ‘Gods liefde laat het niet onverschillig of wij
zus of zo handelen. Wanneer uit de ziel en uit de geest door de vrije wil het
wezen één geheel wordt, dan gelijken ook wij in alles vokomen op God en zijn
bijgevolg eerst dan Zijn kinderen. Daaraan gekoppeld is de gehoorzaaheid. Wees
niet ontrouw aan je innerlijke liefde uit god. Leef niet alleen in je ziel
strevend naar uiterlijke expansie.
Diamant is een groot symbool van de teugkerende gehoorzaamheid
door het ware berouw. De waterdeeltjes [de tranen] hebben zich weer aangesloten
en een nieuwe steen des levens van de ware wijsheid gevormd [in het
berouwproces!]
De zogenaamde steen des wijzen zal door de wereld nooit
gevonden worden. volledige versie 69
Hoofdstuk 70
Henoch
predikt over de liefde
Henoch spreek wederom op verzoek van Adam voor de grote
menigte. Hij smeekt de Heer in zijn hart om erbarming en genade, zodat hij
vervult zou worden met woorden van leven. Want Henochs liefde tot God was
onbeschrijflijk groot. Hij zag voor de eerste keer in zijn ziel [hart] een fel
vurig schrift. Liefde tot God is in ieders hart ingeprint.
In vers 10: God Zelf was in het Woord, zoals het Woord in
Hem. Alle dingen en wijzelf zijn ontstaan uit dit Woord. Dit Woord kan niemand
uitspreken dan God alleen. Dit Woord is de eigenlijke naam van God. Niemand kan
deze naam uitspreken. Deze naam is de oneindige liefde van de meest heilige
Vader. We zien door innerlijk voelen [13]. Het laatste deeltje van het kleinste stofje kan niet
gedeeld worden. [18]
Als wij ons verbinden met God de Vader, dan zal er nooit een
einde aan je leven komen. Maar laat je dat na, dan scheid je je van het leven. Je leven zal daarna weliswaar
niet ophouden; ook zal Ik daarom voor eeuwig niet ophouden voor jou
een richtende God te zijn.
En dan zul je ook, als je van Mijn
leven gescheiden bent, door de eeuwige ruimten van de diepten van Mijn toorn
vallen, waarlijk, buiten Mij zal jouw eewige val niet zijn! Mij je God zul je
nooit kwijtraken; maar je liefdevolle, beste heilige Vader Vader en met Hem een
eeuwig, vrij geukzalig leven, dat zul je verliezen.
Is de gehoorzaamheid dan niet de geestelijke weg naar de
liefde, die het doel van al het leven is?! [24]
volledige versie 70
Hoofdstuk 71
Sethlahems
verlangen naar de ware wijsheid
De hoofdstam- en kinderen van Adam tot Jared begrepen de
woorden van Henoch nu hee goed en zij allen waren met stomheid geslagen.
SETHLAHEM [een met wijsheid hoogst begaafde zoon van Seth – dus uit de lijn van
Seth en Enos stapte op Henoch af en zei:
‘in naam van allen [het volk, dat 1 uur gaans beneden Adam en Eva woont]
sta ik hier voor je!....
Zijn hoofdvraag was om bij Henoch in de leer te gaan. Henoch
zei daarop: ,waartoe die roem?’ De pruimenboom wil in de leer bij de
vijgenboom… zoiets zal in de eeuwigheid niet mogelijk zijn.
Daarmee is Sethlahem niet tevreden met Henochs antwoord en
hij neemt het Henoch zelfs kwalijk om hem afgescheept te hebben en zo meer.
Henoch moest nu een hele woordenvloed aanhoren. Maar Henoch legde hem in alle
rust en liefde uit, waarom hij zo moest spreken tegen hem en zijn volk. volledige versie 71
Hoofdstuk 72
De
wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van
Asmahaël
Sethlahem verontschuldigt zich nu deemoedig voor Henoch en
hij ziet zijn blindheid in. Daarop zei Henoch:
‘één ding is nog op je aan te merken, en dat is, dat je datgene wat
alleen God, ons aller heilgste Vader, aan zijn kinderen geven kan, bij mij
[Henoch] zoekt, die eveneens slechts een zwak mens, en je zodoende het werktuig
in plaats van de materie prijst!’
Mocht je gedurende langere tijd niet verhoord worden, bedenk
dan in de eerste plaats, dat zelfs de meest goede mensen ten opzichte van God
louter boos en liefdeloos zijn…
Asmahaël werd nu door Adam verzocht te spreken om daarna met
de oervaderen verder te reizen naar de kinderen van de avond [het Westen] en ook die van middernacht [het
Noorden]. Hij benadrukt in zijn betoog, dat de tijd nog lang niet rijp is om te
spreken. Hij ziet een berg tussen het oosten en het Noorden nog heerlijker
stralen dan de Zon. Gedachten zijn lichten van de ziel. volledige
versie 72
Hoofdstuk 73
De
hongerige tijger
Adam is nu vol lof over Asmahaël, waaraan meer wijsheid ten
grondslag lag dan aan de woorden van Sethlahem.
Enos en Kenan beduiden de kinderen van de middag zich voor
te bereiden op de komende sabbat. Deze brachten de vader een. De tijger werd onrustig,
waarop Adam Henoch vroeg, waarom de tijger brulde. Nu blijkt in dit verhaal dat
deze honger heeft, want het roofdier had al drie dagen niets gegeten. Daarop
werden 3 onreine bokken naar hem toegebracht. Maar de tijger brulde nog steeds.
En zwiepte verschrikkelijk met zijn staart. Daarop vroeg nu Henoch aan de
tijger, wat er met hem was!
Het antwoord van de tijger:
‘dat er met Gods gaven [hier voedsel bedoeld!] zomaar in de mond gestoken wordt, voordat je
daarvoor tot de heilige Gever om de zegen hebt gebeden en Hem daarna hebt
bedankt!’ volledige versie 73
Hoofdstuk 74
Het
wezen van de waarheid en de liefde
De vaderen schrokken geweldig van deze confronterende
woorden van de tijger die Gods woorden waren. Dat zij – de vaderen – aten
zonder te bidden en te danken. Zij nu beloofden de gehele dag niets meer te
eten en baden ca. 30 minuten om vergeving.
Adam en de andere waren zowat verlamd in hun ledematen en
weten niet hoe zij de verdere dag door te komen. Henoch werd nu gevraagd om te
bidden voor hen. Hij deed wat henm opgedragen werd en er klonk een zucht in
zijn gebed.
Maar de Heer zei: ‘Ik heb je zuchten duidelijk gehoord en
heb je bede verhoord! Ga naar je vaderen toe, troost hen met de volle zegen uit
Mijn grote eetkamer en verzeker hen van Mijn belofte, grijp hen dan onder de
armen en zij zullen zich versterkt voelen als jongelingen. volledige
versie 74
UpToDate 2022