Homoseksualiteit
Het thema homoseksualiteit is door Jakob
Lorber en Swedenborg en
natuurlijk in samenhang met de heilige Schrift [Bijbel] daarover erg duidelijk.
Verklaringen van de Bijbel mogen volstaan!‘ Een man moet niet met een andere
man slapen zoals hij met een vrouw zou doen! Zo duidelijk als wat.
Onze maatschappij bevordert en verdedigt in alles wat pervers is, het tolereert en verklaart, het steunt alles vanwege de ‘tolerantie’. God is out, ons verstand is voldoende!
Ieder zoals hij wil, zoals hij kan, zo vaak hij wenst en wat gaat dat anderen aan? Een normaal huwelijk is spoedig een uitloopmodel, Sodom en het oude Griekenland keren weer tot ons terug. Dat is onze pleziermaatschappij. De blinde kerken en de nog meer blinde staatsbestuurders zijn niet bij machte deze ontaarding op een gezonde wijze bij te sturen. De verleiding van Satan is bij talrijke mannen vooral succesrijk, die zacht, overvriendelijk, intelligent zijn, maar God niet vinden, en de kracht bij andere mannen zoeken, omdat ze in hun gevoelswereld eenzaam zijn, maar verantwoording van zich af schuiven, en geen duidelijke voorstelling hebben van het werkelijke doel van dit leven.
Ze lijken gedreven te zijn vanuit hun eigen leegheid en door te weinig gecontroleerde tijdgeest van de homoseksualiteit ook ontmoedigd. Aanvullend komt hierbij nog, dat uit het geestenrijk nare geesten zich met voorliefde ophangen aan zulke mannen en hen beïnvloeden! Om dit thema door de Nieuwe Openbaring te laten verklaren zou hier met stelligheid gezegd kunnen worden dat homo’s onbewust door [lagere] vleesgeesten bezeten zijn en gedreven aan invloed van zulke geesten onderworpen. Het uiterlijke van de wereld is immers een afdruk van de innerlijke wereld’.
Willen we teruggaan naar de essentie van ‘het man en vrouw zijn’, dan worden we automatisch herinnerd aan het verhaal over de schepping van de mens Adam. Uit deze oermens werd zijn vrouwelijke deel gescheiden. [Adam was zowel mannelijk als vrouwelijk!] Toen hij voor Eva stond, dus zijn eigen vrouwelijk deel, behaagde dit hem. Bij een latere verwekking tussen Adam en Eva ontsproten de zonen Abel en Kajin, en later ook dochters; [Gen.5:4] deze waren nog niet gehuwd. Met Adam en zijn eigen ‘boezemfamilie’ begon het deel der tweeheid als ‘man’ en ‘vrouw’.
De kinderen van het eerste mensenpaar kregen ieder afzonderlijk, zoals de vader en de moeder, een mannelijk en vrouwelijk karakter. [Daarom staat er in de Bijbel: man en vrouw zoeken elkaar op en vormen één eenheid], zoals in een huwelijk, maar als wezen zijn het twee personen [individuen]. Engelen in de hemel zijn mannelijke en vrouwelijke wezens, maar in gehuwde toestand zijn ze één wezen! [als man en vrouw als één geheel!] Elk persoonlijk mannelijk en vrouwelijk deel in hen bewandelt een eigen individuele weg in afstemming op elkaar. Beide individuen weten precies van elkaar, wat ze aan het doen zijn. Het mannelijke kan niet zonder het vrouwelijke functioneren. Ze zijn een ‘hemels team!’ De oermens Adam was vóór de splitsing, dus ook nog een mannelijk en vrouwelijk wezen in zijn geheel!
Het vrouwelijke is pas later uit de mens Adam genomen, of anders gezegd: ‘De vrouw is pas later uit de man genomen’. Dit is het basisprincipe van een huwelijk tussen twee geliefden. De vrouw werd tot [h]echtgenote gevormd volgens Genesis. Zij werd geschapen uit de rib van de man. Been van mijn been en vlees van mijn vlees. In het Hebreeuws betekent ‘man’ Ish, en ‘vrouw’ Ishah, waaruit later het volk Is[h]raël ontstond als ‘de lichtmens uit God!’
Het Bijbelse boek Leviticus geeft algemene verwijzingen naar twee hoofdstukken, die in het Oude Testament verbodsbepalingen bevatten tegen homoseksualiteit.
Swedenborg heeft in al zijn uitgebreide geschriften nooit een duidelijke veroordeling over homoseksualiteit beschreven; maar zijn visie op het huwelijk bieden wel enig licht op homoseksuele relaties. [Swedenborg - Hemelse Verborgenheden 2322]
De innerlijke zin van ‘Sodom’: Hebr. ‘Sod’ betekent geheim, verborgen en ‘Hebr. ‘Dom’= bloed] betekent [verborgen] kwaad, dat uit eigen [bloed]liefde voortkomt, en dat onder meer ‘bloedschennis’ is.
De inwoners van Sodom gaven het opperste egoïsme en arrogantie aan; zij domineerden en vernederden anderen door hun intentie en poogden een groepsverkrachting te ontluiken met de twee engelen, die Lot bezochten. Richteren 19 lijkt te maken hebben met heteroseksualiteit.
In Genesis 19 riep een aantal mannen naar Lot, die in de deuropening stond: ‘waar zijn die twee mannen bij jou thuis, breng ze naar ons toe, zodat wij hen bekennen!’
Alle overspelen waarvan vele soorten in Leviticus 18 worden opgesomd in bijvoorbeeld Lev.18:6-30) betekenen de verschillende soorten vervalsingen van het goede en de waarheden. Swedenborg schrijft in zijn dagboek [tijdschrift] onder meer ‘over onzedelijke meisjes’ in het gedeelte van ‘geestelijke ervaringen’. ‘De daar beschreven meisjes wilden niets te maken hebben met mannen onderling en zij hadden steeds zonder mannen gewoond. [385]
In het verloop van dit verhaal gaan ze op zoek naar een plek waar ze alleen samen kunnen zijn en waar geen mensen komen. (blijkbaar waren ze niet op de hoogte, dat ze werden gadegeslagen); ze waren het erover eens, dat ze met hun zeer onzedelijke activiteiten konden beginnen’.
Hij [Swedenborg] schrijft verder, ‘dat 'hun obsceniteiten’ aan hem niet werden getoond, met uitzondering van een vrouw, als man gekleed, die zich verblijdde met de abominabele obscene praktijken. Zij raakten bevangen aan een extreem maar verkeerd genot. Hieruit is duidelijk, dat zulke onzedelijke activiteiten onder een grote vrouwengroep ook gaande was.
Swedenborg zou elke vorm van groepsseks, zowel heteroseksueel, homoseksueel of biseksueel ten zeerste veroordelen. Hij is er heel duidelijk over, dat ware liefde in het huwelijk alleen tussen twee mensen kan optreden, en niet met meerdere partners. Swedenborg verklaart dan dat het huwelijk slechts kan bestaan tussen een man en een vrouw.
Swedenborg in 367: ‘Het huwelijk in de hemel is de verbinding van twee in één gemoed.’ Het gemoed bestaat uit twee gebieden [delen], het ene verstand en het andere de wil. Wanneer deze twee delen één geheel [uit]maken, worden zij een gemoed genoemd. De man vormt dan het deel, dat verstand wordt genoemd, en de vrouw het deel, dat men de wil noemt. Hieruit is duidelijk, dat de echtelijke liefde haar oorsprong heeft in de samenvoeging van twee tot één gemoed. Dit wordt in de hemel het tezamen wonen genoemd, en men zegt, dat zij niet twee maar één zijn, en zo worden twee echtgenoten in de hemel niet twee maar één engel genoemd.
Swedenborg
in 369 schrijft: ‘Bij de man is het verstand en
bij de vrouw is de wil
overheersend en zoals die overheersing daar is, zo is ook de persoon. In de hemelse
huwelijken is er geen overheersing, want zo de
wil van de vrouw is, zo is die ook van de man, en [zo] het verstand van de man, [zo] is dat ook van
de vrouw, omdat de één graag wil en graag denkt zoals de ander, dus onderling
en wederkerig; vandaar hun verbinding tot één. Deze verbinding is een werkelijke
verbinding, want de wil van de vrouw gaat over in het verstand van de man,
en het verstand van de man gaat over in de wil van de vrouw, en wel in het
bijzonder wanneer zij
in
elkaars gelaat zien;
in
de hemelen
bestaat
een gemeenschap van gedachten en neigingen, in het bijzonder bij man
en vrouw, omdat deze elkander liefhebben.
De Bijbel: ‘Hebt gij niet gelezen, dat Hij, die ze in het begin gemaakt heeft, [als] man en vrouw, en gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen één vlees zijn. Zo zijn zij nu niet meer twee maar één vlees. Wat God samengevoegd heeft, dat zal de mens niet scheiden. Allen vatten dit woord niet, maar wie het gegeven is. (Mattheüs 19:4-6, 11; Markus 10:6, 9; Genesis 2:24)
Hier wordt feitelijk het hemelse huwelijk beschreven, waarin de engelen zijn. De mens zal niet scheiden wat God heeft samengevoegd: het goede moet niet van het ware gescheiden worden!
Swedenborg hoorde een engel in de hemel reageren over echtbreuk: ‘Deze zei dat hij zich verbaasde bij de gedachte, dat in de kerk meer dan daarbuiten echtbreuken werden begaan en toegestemd. Het genot daarvan is op zichzelf niets anders ‘in geestelijke zin’ [dus ook in de geestelijke wereld] dan het genot van de liefde voor valsheid te verbinden met het kwade: en dat is uit de hel, omdat dit tegenovergesteld is aan het liefdesgenot van de hemel!
Wat vals en wat kwaad is, bemint elkaar eveneens, maar die
liefde verandert later in een hel.
Ook met name uit Leviticus 20:13 moeten we
concluderen, dat homoseksuele handelingen in de Bijbel veroordeeld worden. In
Romeinen 1:18-32 wordt een totaal verloederde samenleving getekend, waarin de
homoseksuele uitspattingen en heteroseksuelen zich overgeven, gepaard gaan met
allerlei vormen hiervan. In 1 Timotheüs 1:9-10 en Lucas 10:35, 33 lezen we onder meer
over ontuchtplegers en knapenschenders.
Weet u niet, dat wie onrecht
doet, geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergist u niet.
Ontuchtplegers, schandknapen noch knapenschenders..., zij zullen geen deel
hebben aan het koninkrijk van God. 1
Korintiërs 6:9-10.
Net zoals zijn voorvader David,
deed Asa,
wat goed was in de ogen van de HEER.
Hij joeg de mannen, die
tempelprostitutie bedreven, het land uit en verwijderde alle godenbeelden, die zijn voorouders
gemaakt hadden. [1 Koningen 15:11-12].
Geen enkele Israëlitische jongen mag als schandknaap bij de tempel zitten.
Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens.
De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en
ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in
hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; ze worden
ervoor gestraft omdat ze van God zijn afgedwaald. (...) [Deuteronomium 23:18] -
En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten, dat mensen die dergelijke
dingen doen, de ‘dood’ verdienen, zij dit alles toch doen. Sterker nog, ze
juichen het zelfs toe dat anderen dat ook doen. [Romeinen 1:26-27, 32 en Lev.
18:22, Lev. 20:13-26].
[De Oud-Testamentische wetten zijn door
Jezus ten dele opgeschort en in de Nieuwe leer van Jezus is de ‘doodstraf’
afgeschaft!]
God heeft de mens als man en vrouw geschapen en dat alleen deze beide binnen het huwelijk seksuele gemeenschap met elkaar mogen hebben (‘tot één vlees worden’ of ‘tot één lichaam zijn’), bijvoorbeeld Genesis 2:24, Mattheüs 19:(4-6) of Efeziërs 5:31.
In het joodse wetboek Leviticus wordt het de mannen verboden met andere mannen ‘het bed te delen’ (over vrouwen wordt hier niet gesproken). Je mag niet het bed delen met een man zoals met een vrouw, dat is gruwelijk. [Leviticus 18:22] - Wie met een man het bed deelt zoals met een vrouw, die begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood gebracht worden en hebben hun dood aan zichzelf te wijten. [Leviticus 20:13]
Zowel Leviticus 18:22 en 20:13 beschrijven, dat het ‘gruwelijk’ is en daarom verboden. Het verbindt als gevolg hieraan de doodstraf voor beide mannen. Homoseksualiteit is onder deze Bijbelteksten in een lange lijst van godslasterlijke en seksuele doodzonden opgenomen, waaronder ook overspel, incest, seks tijdens de menstruatie of dierenseks.
Bij een manspersoon zult
gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dat is een gruwel. [Leviticus 18:22 en 20:13-26]. Daarom heeft hen God
overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het
natuurlijke gebruik veranderd in het gebruik tegen natura;
En insgelijks ook de mannen nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn
verhit geworden in hun lust tegen elkaar, mannen met mannen schandelijkheid
bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in
zichzelf ontvangende. (Rom. 1:26,27] – Vers 26: [Aanwijzing: lesbische eigenschappen!]
Toen God de mensen schiep, was het Zijn bedoeling dat de mens alleen binnen een huwelijk seks zouden hebben [na de geestelijke zondeval!] (Genesis 1:27, 28; Leviticus 18:22 en Spreuken 5:18, 19). De Bijbel veroordeelt alle seks buiten een huwelijk tussen man en vrouw, of het nu gaat om homoseksueel of heteroseksueel gedrag (1 Korinthiërs 6:18). Vliedt de hoererij; die hoererij bedrijft, die zondigt tegen zijn eigen lichaam.
Romeinen 1:24: Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden van hun harten, om hun lichamen onder elkaar te onteren [homoseksualiteit!]. Dwaalt niet gij hoereerders. Zij die bij mannen liggen, .. zullen het koninkrijk van God niet beërven. [1 Korinthe 6:9-10]. Het Hebreeuwse woord voor 'liggen' is miskab en betekent 'plaats waar je ligt, zoals bed'. In het Grieks koite.
De hoereerders, die bij mannen liggen, de meinedigen, en zo er iets anders tegen de gezonde leer is, daar valt al het homoseksueel gedrag onder. De vertalers hebben het woord beperkt tot homoseksueel pedofiel gedrag. Een knapenschender is een volwassen man die zich vergrijpt aan een knaap. In knapenschender zit ook de idee van verkrachting, van machtsmisbruik, schenden. Je aan 'iemand vergrijpen’.
Nu wordt het begrijpelijk waarom de Heer het land Kanäan eerst uitroeide, alvorens dit door de Israëlieten in bezit genomen kon worden. Het land moest eerst ‘gereinigd’ worden van de seksuele gruwelen, die daar bedreven werden. Opdat het land u niet uitspuwe, wanneer gij het verontreinigt, zoals het uitgespuwd heeft het volk, dat voor u was..(Lev.18:24 t/m 19:2)
God had tegen Abraham gezegd: ‘Het vierde geslacht (van je
nakomelingen) zal hierheen (dat is naar het land Kanaän)
terugkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol.’ (Gen.15:16) God heeft de Amorieten niet zomaar laten vernietigen door Israël. Hij
heeft gewacht totdat hun maatschappij totaal verdorven was. De vernietiging van
de volken van Kanaän was het oordeel op een totaal
verworden maatschappij. Het land dat vanwege de gruwelen, die ze bedreven, de
inwoners uitspuwt (28).
[In verband met de wederkomst van
Jezus laat God op aarde niet met Zich spotten; de ‘maat’ moet echter eerst vol
worden en zullen vele volkeren door Hem ‘uitgespuugd’ worden!]
In het onderwijs van de apostelen wordt homoseksueel gedrag rechtsreeks veroordeeld, ook bij travestie. [Zie verder Rom.1:26:27 en 1 Kor.6:9,10 en 1 Tim.1:10.] - ‘Of weet gij niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen?’ De sleutelwoorden in verband met het onderwerp homoseksualiteit zijn hier bijvoorbeeld 'schandjongens' en 'knapenschenders'.
Volgens het woordenboek betekent ‘schandjongen’ een jongen, die zich leent voor seksueel verkeer met mannen. Een synoniem woord hiervoor is ‘schandknaap’. Een ‘knapenschender’ is iemand, die zich seksueel vergrijpt aan een mannelijk jeugdige. Een knapenleeftijd is de leeftijd van 10 tot 15 jaar.
De context in 1 Kor.9-11 toont aan dat de opvatting, dat met het Griekse woord ‘malakoi’, de passieve partner in een homoseksuele relatie wordt bedoeld. Paulus waarschuwt in 1 Kor.6 tegen homoseksueel gedrag. De seksuele drang, de seksuele lust, is op zich natuurlijk. Deze drang is door God bij de schepping in de mensen gelegd en is daarom wezenlijk goed. Die drang moet wel beheerst en gekanaliseerd worden door het huwelijk. (1 Kor.7).
In Rom.1:26:27 gaat het om een verkeerd gerichte seksualiteit. Om seksuele drang, die zich niet richt op het andere geslacht, maar op het eigen geslacht. [homo betekent ‘het gelijke met gelijke of Isho-pathie!]
De Heer: ‘Kijk, de pure gedachten in het hoofd over dingen,
die nog de donkere toekomst voor je geest bedekken, is juist nu zo uit te
leggen, alsof de man een levendige vrucht wil verwekken, zoals hij bij een
vrouw kan doen, wat tegelijk ook de grootste zondige vorm van hoererij zou
zijn!’ [Huishouding van
God-03_031,13] [Hiertoe leze men de
opeenvolgende teksten, om de context niet uit het oog te verliezen!]
Jakob Lorber beschrijft onder meer een citaat over de vroegere jeugd van Zorel, die zich meerdere malen had bezondigd op het gebied van de seksualiteit:
‘Jij, Zorel, was in dat opzicht
ook niet helemaal zuiver, want reeds als knaap was je behept met allerlei onzuiverheid en een
ergerlijk voorbeeld voor je medejongeren’. […]
[GJE.04_080,18]
Maar ondanks dat alles merk Ik toch, dat er in jou nog veel lichamelijke wellust aanwezig is.
De Heer: ‘Ik maak je daar speciaal opmerkzaam op en raad je aan je op dit punt zeer in acht te nemen; want zodra je een wat beter leven zult leiden, zal je vlees, dat nog veel gaten vertoont en nog lang niet van zijn voosheid is genezen, zich beginnen te roeren en dan zal het je veel moeite kunnen kosten om het tot rust te brengen en uiteindelijk de daarin aanwezige oude voosheid volledig te genezen. Hoed je daarom voor alle onmatigheid; want in de on- en overmatigheid rust het zaad van de vleselijke wellust! Wees dus in alles matig en laat je nooit, zowel met het eten als met het drinken, tot onmatigheid verleiden, omdat je je vlees anders moeilijk zult kunnen beheersen!’ [GJE.04_080,19]
Een homo beschreef in een religieus boek iets over homoseksualiteit en verdedigde deze met de volgende bekende Bijbelse passage, die in dat verband te lezen is in 2 Sam. 1:26, waar David in zijn klaagzang het heeft over zijn boezemvriend Jonathan: ‘Jouw liefde was mij wonderbaarlijker dan de liefde van vrouwen’. Zijn commentaar: ‘Men kan de passage ook anders interpreteren, >namelijk jou lief te hebben was mij wonderbaarlijker dan vrouwen lief te hebben<?’...
De Bijbel geeft op veel plaatsen aan, waarom homoseksualiteit niet is toegestaan. Deut. 22:5: ‘Een vrouw zal geen mannenkleding dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is den Here, uw God, een gruwel’. In deze tijd is dat echter een gewone zaak geworden. Travestieten verkleden zich als een vrouw [en andersom] of ondergaan een geslachtsverandering. Een thema, dat valt onder homoseksualiteit of lesbisch zijn. [Deut.22:5]
Onze ziel, onze feitelijke ‘levens-ik’
in het fysieke lichaam, moet op deze aarde, een proef van wilsvrijheid op deze
wereld afleggen, om tot de volledige gelijksoortigheid van God te komen, doordat ze ook in alle
wereldprikkelende zaken [seksuele drijfveer] het tot een volledig zelfverloochende grote
vaardigheid heeft gebracht: […]
‘maar aan de ziel van de mens is een vrije wil gegeven en de wet is aan haar
geopenbaard, opdat ze die in zich opneemt en haar wil daarnaar richt, ernaar
leeft en handelt, om zo de volledige
gelijkenis met God te bereiken, hetgeen haar bestemming is.’ [GJE.10_017,07]
‘Aan de ziel is echter in deze wereld, die tot haar
ontwikkeling dient, slechts een zeer klein deel uit de wet van de goddelijke
orde toevertrouwd om in acht te nemen; als ze in dat kleine deel getrouw is,
zal ze ook over grote dingen gesteld worden - maar niet voordat ze in het toepassen van het kleine, haar geopenbaarde
deel van de wet van de orde zo'n grote vaardigheid heeft verkregen, dat die haar volledig eigen en als het ware
aangeboren is. Want anders kan ze in zichzelf immers ook niet tot het
innerlijke bewustzijn van haar vrije zelfstandigheid komen en derhalve ook niet
werkelijk waarnemen wat de goddelijke wil allemaal in haar en door haar in
staat is te doen.’ [GJE.10_017,08]
[…] ‘Als je een grote vaardigheid hebt bereikt om de
goddelijke wil op te volgen, die je hier volkomen hebt leren kennen, en ook om jezelf volkomen te
verloochenen in alle dingen van de wereld die jou bekoren, dan zul je in jezelf ook gewaar worden wat
voor macht jouw ziel heeft verkregen.’
[GJE.10_017,09]
‘[…] Want Hij [Jezus] weet altijd heel duidelijk hoever een
ziel het in haar innerlijke levensvoleinding heeft gebracht. Maar laat de ziel zichzelf
onderzoeken, in hoeverre ze gevorderd is in alle zelfverloochening wat de
bekoorlijkheden van deze wereld betreft,
in hoeverre ze geheel en al
één is geworden met de verkozen en metterdaad opgevolgde wil van God en of ze nog een knoeier is of misschien al een
meester -en dan zal God de Heer niet aarzelen om de macht van Zijn wil in haar
kenbaar te maken. [GJE.10_017,11]
Oorspronkelijk moest er op deze aarde überhaupt geen dierlijke verwekking bestaan, maar zoals op Saturnus een volledige seksvrije verwekking:
‘Hoe geschiedt dan daar [op de planeet Saturnus]
de verwekking? – Maar hoe had dit ook op de aarde kunnen gebeuren, als de mens
niet van Mij, nog voordat Ik hem had gezegend, naar beneden was gevallen – door
de enige liefde en door de vaste wil? [Sa.01_038,13]
‘Als de man op Saturnus dus een verwekking wil voornemen, dan stelt hij
zich met zijn toevertrouwde
vrouw de oudste voor [de Saturnusman heeft nooit meer
dan één vrouw].
De oudste zegent hen dan in de naam van de Grote Geest. Daarop vallen de man en de
vrouw op de aarde neer en vragen innig de Grote Geest om de verwekking van een levende vrucht.’ [Sa.01_038,14]
‘Is zulks geschiedt, dan neemt de man de vrouw op zijn arm, drukt haar aan zijn hart en geeft dezelfde een kus op het voorhoofd, een op de mond en een op de borst. Daarop legt hij zijn rechter hand over haar lichaam en fixeert deze met zijn wil. Dat is ook alles met de verwekking, terwijl zowel de man als ook de vrouw een oprecht hemels puur genot smaken, die hen verrukt en gedurende lange tijd overblij maakt.’ [Sa.01_038,15]
Nadat ADAM en EVA van God waren afgevallen, doordat zij een eerste ongezegende dierlijke verwekking tegen de wil van God hadden uitgevoerd, doordat een onrijpe natuurziel (Kain = Cahin) geïncarneerd raakte, was er DAARNA op deze aarde nog slechts een dierlijk gelijkende verwekking mogelijk:
‘Als nu een man en
een vrouw in hart en ziel aan
elkaar verwant zijn, moeten zij ook een huwelijk aangaan en volgens de
natuurlijke orde alleen maar dan tot de geslachtsdaad overgaan als zij in goede
harmonie een levende vrucht willen verwekken. Alles wat meer beoogt dan dat, is
tegen de orde van God en de natuur en daarom een kwaad, en een zonde die bijna
zo slecht is als die van Sodom en Gomorra!’
[GJE.03_066,02]
Omdat noch twee mannen voor zich alleen noch twee vrouwen
voor zich alleen noch een afzonderlijk mens voor zich alleen een nieuwe mens
kunnen verwekken, dan is iedere andere
seksuele bezigheid, in strijd met de ordening van God en de natuur en zomede
een kwaad en een zonde, die niet veel meer beter is dan de stomme in Sodom en Gomorrha! Weliswaar behalve de gedefinieerde
geslachtsdaad van een man met een vrouw voor het enige doel van de verwekking
van een nieuw mens.
De Heer: ‘Maar wat betreft ingetogenheid van lichaam en van leven en ware maagdelijke kuisheid, is er op aarde geen volk dat deze deugd meer in ere houdt dan juist deze zwarten, en waaraan de zonde van de hoererij, de ontucht en de onkuisheid minder eigen is dan juist ook deze Moren.’ [GJE.04_230,01]
‘Ook dat is echter iets van het grootste levensbelang, want
als de blanken deze zonde zouden mijden en alleen maar geslachtelijke
gemeenschap zouden hebben wanneer dat nodig is voor het verwekken van een
vrucht in het lichaam van een deugdzame vrouw, dan zeg Ik jullie: Er zou er
niet één onder jullie zijn, die niet op z'n minst helderziende zou zijn! Maar
nu, bij jullie huidige zeden, verkwist zowel de man als de vrouw de beste
krachten door vaak dagelijks de alleredelste en de
meest aan de ziel verwante levenssappen te verspillen, waardoor zij nooit een
voorraad hebben waaruit tenslotte een steeds intensiever licht in hun ziel zou
kunnen ontstaan!’ [GJE.04_230,02]
‘Een man echter die niet
getrouwd is met een vrouw, maar alleen met bijslaapsters zijn geile leven leidt, is net zo slecht en dikwijls nog slechter dan menig zwakke
echtbreker, want hij schaadt niet alleen
zijn eigen
ziel, maar ook de zielen van zijn wellustige bijslaapsters. Zulke mensen bereiden zichzelf reeds in deze wereld een boos en bitter lot en een nog slechter en bitterder lot aan gene zijde, want ze hebben door hun leefwijze bijna alle etherische levensstof van de ziel verspild!’ [GJE.08_041,06]
‘Wie volgens Mijn leer een spoedige en volledige
wedergeboorte in de geest van zijn ziel verlangt, dient een zo kuis mogelijk
leven te leiden en zich niet te laten bekoren en verleiden door het vlees van
jonge en volwassen vrouwen; want dit trekt het leven van de ziel naar buiten en
verhindert daardoor ten zeerste het ontwaken van de geest in de ziel, zonder
welke echter geen volledige wedergeboorte van de ziel in haar geest
voorstelbaar of mogelijk is!’ [GJE.08_041,07]
‘Een goed, met verstand, wijsheid en zelfverloochening
gepaard gaand huwelijk belemmert de geestelijke wedergeboorte niet, maar geilheid en wellust maken die
onmogelijk. Mijd die dan ook meer dan de pest!’
‘Dit geldt voor alle gehuwde paren, ook wat
betreft alle homoseksuele paren! Willen homoseksuele paren de psychische en
geestelijke wedergeboorte bereiken, dan moeten ze ook de geilheid en de wellust
nog meer vermijden als de pest! Omdat ze geen kinderen kunnen produceren,
moesten zij in dagelijkse zelfverloochening ernaar streven, om absoluut kuis en seksvrij te leven,
om in alle wereldse wellustprikkels (geslachtsdrang) het tot een volkomen grote
vaardigheid te brengen!’ [GJE.08_041,08]
Wanneer in een aards huwelijk of in een leven van een homogemeenschap in psychisch opzicht de ene partner de andere te zeer lief heeft, dat wil zeggen meer dan hij Jezus liefheeft, dan maakt hij de zijn geliefde partner tot een afgod en is de Heer niet meer waard:
Matth.10:37: ‘Die vader of moeder
liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig;
en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet
waardig; 10:38: En die zijn kruis niet
op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.’
Luk.14:26,27: ‘Indien iemand tot Mij komt, en zijn vader en moeder bovenaan stelt, en vrouw en kinderen, en broeders en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn.’
De Heer: 'De pure liefde voor de vrouw is eigenliefde!, want wie zich door de liefde voor de vrouw zo ver laat meeslepen, dat hem daarnaast de naastenliefde en de daaruit voortkomende liefde tot God tot last wordt, bemint zichzelf in de persoon van de vrouw!’
‘Laat je daarom niet buitensporig meeslepen door het bekoorlijke uiterlijk van een vrouw, anders ga je ten onder in de zwakheid van de vrouw, terwijl toch de vrouw zich aan jouw kracht
moet optrekken tot één wezen met jou
en in jou! Zoals jij echter van een bepaalde eigenschap van jouw eigen wezen houdt,
hou zo ook
van de vrouw, opdat zij één mag
worden met jou! Maar heb God lief
boven alles, opdat je in zo'n machtige liefde voor eeuwig
opnieuw geboren mag worden tot een waarachtige vrije burger van Gods
zuiverste hemel en jouw vrouw als één
wezen met jou!' [Hemel
en Hel2, hfdst.157:12]
Een samenleven van twee mannen of twee vrouwen is in de ordening van God alleen mogelijk, als ze leven als goede vrienden en goede vriendinnen zonder enige geslachtsdaad, waarbij elk voor zich dan Jezus over alles meer liefhebben en de partner als zijn naaste beschouwt, zoals hij van zichzelf moest houden!
Wat zegt de Bijbel
en de Nieuwe Openbaringen
over homoseksualiteit?
Om te beginnen:
Wat zeggen de kerken? Tegenwoordig huwt de Protestantse kerk homoseksuelen.
Want ‘homoseksuele paren’ kunnen
zich in het vervolg laten huwen in de protestantse kerken. Het huwelijk van hetzelfde geslacht wordt nota bene ook in het kerkboek geregistreerd. Hoe beoordeelt de kerk homoseksualiteit? God heeft de mens als man en vrouw geschapen en lijfelijk voor elkaar bestemd. De kerk neemt zonder
voorbehoud mensen aan, die bij zich
het homoseksuele gewaarworden.
Gelijktijdig zegt de kerk van alle vormen
van gelijkgeslachtelijke seksuele
ontmoetingen, dat zij niet beantwoorden aan de scheppingsdiscipline.
‘Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke
bijligging: dat is een gruwel’ (Leviticus
18:22) - Zie ook Lev.20:13)
Daarom heeft hen God overgegeven tot oneerlijke bewegingen;
want ook hun vrouwen hebben
het natuurlijk gebruik
veranderd in het gebruik tegen de
natuur in. Insgelijks ook de mannen nalatende het gebruik van de vrouw, zijn
verhit geworden in hun lust tegen elkaar, mannen met mannen bedrijvende, en de
vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, (zo het dan ook moet zijn) in
zichzelf ontvangende. [Rom.1:26-27)
De Nieuwe Openbaringen zegt hierover:
‘…Zie, de pure
gedachte in je hoofd over dingen, die de donkere toekomst nog voor je geest
verborgen houdt, is net zo te beoordelen als wilde een man een levende vrucht
verwekken bij een man, zoals hij dat kan doen in een vrouw, hetgeen tevens ook
de grootste en zondigste hoererij zou zijn!’ [Huishouding van God-3-31-13]
‘De meest verwerpelijke seksuele daad bestaat echter uit het
schenden van knapen en in het erbij betrekken van andere ledematen en delen van
het vrouwenlichaam dan die welke God daarvoor bestemd heeft, of zelfs in het
schenden van dieren. Deze schenders moeten voor altijd geheel uit de menselijke
maatschappij gebannen worden. (GJE.03_068,09)
‘Laat het jullie daarom naar waarheid gezegd zijn, dat
hoereerders en hoeren, echtbrekers en echtbreeksters, en ontuchtigen
van allerlei soort en van ieder geslacht, moeilijk of ook helemaal nooit de
toegang tot Mijn Godsrijk zullen vinden!’ (GJE.04_230,05)
‘Zo waar er een God leeft, wiens woord door mijn mond nu tot
jullie komt, zo zal datgene wat zich nu aan jullie begeerte voordoet als een
hemel van genot en jullie harten verleidt, binnenkort voor jullie en al je
soortgenoten tot een hel worden van de afschuwelijkste soort!...De Heer gaf het
vlees deze lust niet als een behoefte, maar als een eigenschap om nuchter en
wijs te gebruiken. Wie daarvan echter een behoefte maakt, is een ellendige
zondaar. De genade van God wijkt uit zijn hart omdat hij gehoor geeft aan de
stomme wet van het vlees en zich daardoor een hemel voor bokken en honden
opbouwt volgens de wetmatigheid van dood en oordeel!‘ (Hemel en
Hel, deel 2-203:15 e.v.)
‘Het huwelijk is in de eerste plaats de eerste discipline, waarin de mensheid verwekt moet worden, daar zij ooit in staat moet komen tot een hogere orde!’
‘Het huwelijk is een vrije eenheid van twee harten, twee zielen, twee geesten, uit welke eens de grote Eenheid in Mij en met Mij Zelf voortvloeien moet als een einddoel van al het Zijn’.
‘Hoe en wanneer echter moet dat bereikt worden, als hiertoe niet eerst het zaad door een welgeordend, juist huwelijk en door de door haar teweeggebrachte verwekking gelegd moet worden?!’
‘Door ontucht, geilheid en hoererij van het lichaam, dus
door echtbreuk van elk soort, kan voor God geen vrucht verwekt worden! – Daarom
is zulk een zonde van de zonde. Want Ik, God de Heer, ben de allerhoogste en
volmaaktste Orde en kan daarom niet toegeven, dat de mens, als het einde van
geheel Mijn Schepping, als kikvorsen in stinkende plassen verwekt moet worden.
Begrijp dat, wie het bevatten kan! Amen.’
(Hemelse Geschenken 02_47.06.10,12)
‘Zo gaat het in de
verantwoording van de kerken, zoals bij ieder individuele christen, niet zozeer
om de tijdgeest op te offeren, maar veelal zich te richten naar het leven van
de richtlijnen van Jezus’ leer. Daarom zegt de Heer in het boek ‘Hemelse
Geschenken’: ‘Een kerk is slechts een
kerk, als ze Mijn wil leert en het leven predikt uit de liefde, welke aan het
kruis voor de gehele aarde, ja voor de gehele schepping bloedde.’ (Hemelse Geschenken, band 1, de ware kerk, 01:01)