De drie-eenheid en de zonde tegen de Heilige Geest
Johannes zegt immers ook: `In Christus woont de volheid van God' en
hij zegt ook: `In het begin was God; en God was het Woord en het Woord was bij God;
het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.' Jullie zeggen
weliswaar dat er geschreven staat: `In het begin was het Woord, God was het
Woord, want het Woord was
bij God en God was in het Woord.' Dat betekent hetzelfde, want God en Woord is een en hetzelfde
als Zoon en Vader. Of wanneer jullie zeggen: Woord en God, wat eveneens
hetzelfde is als Zoon en Vader, is het ene niet eerder dan het andere, want
Vader en Zoon of God en het Woord, of liefde en wijsheid zijn vanaf alle
eeuwigheid volkomen één. De Heer is Eén, zowel als Vader, als Zoon en als
Geest!
De Heer: ‘Jullie vragen
hoe men het dan moet begrijpen dat de Heer zegt, dat de zonde tegen de Vader en
de Zoon vergeeflijk is, maar
de zonde tegen de Heilige Geest niet? Dat is toch heel begrijpelijk;
wie strijdt tegen de goddelijke liefde wordt door de goddelijke liefde gegrepen
en geheeld; wie strijdt tegen de goddelijke wijsheid wordt door de goddelijke
wijsheid eender behandeld. Maar zeg zelf eens, als er een dwaas zou zijn die
werkelijk tegen de oneindige goddelijke macht en kracht in opstand zou willen
komen, wat kan hem anders te wachten staan dan dat de oneindige goddelijke
kracht hem eveneens aangrijpt, maar hem dan weg blaast de oneindigheid in, vanwaar hij een hopeloos
lange terugweg zal hebben te gaan om mogelijkerwijze weer dichter bij Gods
liefde en erbarming te komen’. [Geestelijke Zon, deel 1, hfdst. 51:23 en 24.]
In
Matth. 12:31,32 lezen we: lastering tegen de
[Heilige] Geest! Een verdere samenhang in de Bijbel vinden we o.a. bij: Hebr. 4:4-8, Hebr. 10:26-29, 1 Joh. 5:16,
Matt. 12:43-45 en 2 Petr. 2:20-22, 2 Thess.2:3 - Pluspunten: ‘God wil niet, dat sommigen
verloren gaan. 2 Petrus 3:9. 'Hij wil, dat alle mensen
behouden worden' 1 Timoth. 2:4
Iemand
die denkt de zonde tegen de Heilige Geest bedreven te hebben, draagt daarmee
het bewijs bij zich, dat hij deze zonde niet bedreven heeft. Maar iemand
die deze zonde wel begaan heeft, zal er nooit last van krijgen, maar er
in ten onder gaan.
Jezus tegen de Farizeeërs: ‘Als jullie
Mij hoe dan ook belasterd zouden hebben dan zou Ik het jullie vergeven. Maar jullie zijn hoogmoedig
geworden en hebt je bewapend tegen Mijn geest, die liefde heet en
eeuwig Mijn Vader is en deze zonde zal je niet vergeven worden, niet
hier en nog minder in het hiernamaals!’ GJE1-150:6
Alle
zonde en smaad wordt de mens vergeven, maar het smaden van de Heilige Geest
nooit! (Matth.12:31) en
GJE1-185:15.
SIMON JUDA [Petrus] zegt: "Heer toen U Zich voor mijn ogen in de rivier
de Jordaan door Johannes met water liet dopen, zagen wij terstond een vlam in de vorm van een duif
boven Uw hoofd zweven, en men zei dat dit Gods Heilige Geest was! En men
hoorde toen ook een stem, als uit de lucht, die zei: 'Zie, dit is Mijn geliefde
Zoon in wie Ik een welbehagen heb; luister naar Hem!' Wat was dat dan? Waar
kwam die heilige vlam vandaan, en wie sprak die duidelijk gehoorde woorden uit?
Hoe moeten wij dit opvatten en begrijpen?" GJE4-253:1
IK [Jezus] echter zei: "Dat was de stem van de Vader in Mij, en de vlam
ontstond uit Mijn oneindige, uitstralende levenssfeer, die de werking is van
Mijn Heilige Geest!’
Matth. 3:16,17 en GJE4-253:4.
PETRUS zei: 'Toen U Zich aan de
Jordaan door Johannes liet dopen, openden de hemelen zich, en de geest van God
zweefde in de vorm van een vurige duif boven Uw hoofd,
en uit de hemelen hoorde men met een heldere stem de volgende woorden: 'Dit is
Mijn geliefde Zoon aan Wie Ik een welbehagen heb, naar Hem moeten jullie
luisteren!' En ook bij een andere gelegenheid hoorde ik precies diezelfde
woorden, waarover wij eigenlijk tot op heden U nog niet zo precies om nadere
uitleg durfden te vragen.’ GJE6-229:1
PETRUS verder: 'Heer, daar begrijpen
we allemaal niets van, hoewel U Zelf zei, dat een mens alle zonden
vergeven kunnen worden maar nooit een zonde tegen de Heilige Geest!
U bent echter kennelijk niet de Heilige Geest, omdat U zei dat zonden tegen de
Zoon vergeven kunnen worden. De Vader is het ook niet, omdat ook zonden tegen
de Vader nog eerder vergeven zouden kunnen worden. Wel, wie en wat is dan de Heilige Geest? Wij zagen hem in de
vorm van een vurige duif. Is hij een aan alle mensen vanaf Adam verborgen
gehouden derde goddelijke persoonlijkheid, of is hij één met de Vader of één
met U? Hij kan toch niet heiliger zijn dan de Vader en U? En toch zei U, dat
zonden tegen de Heilige Geest nooit ofte nimmer vergeven worden! Hij moet dus
op een nog helemaal aan ons onbekende wijze beslist het Heiligste van alle
hemelen zijn.’ GJE6-229:7
Jezus: ‘Kijk het beeld van de duif
betekent voor jullie beperkte zintuigen ten eerste de grote zachtmoedigheid en
ten tweede de grote vliegbekwaamheid van Mijn wil, die de eigenlijke Heilige Geest
is; want waar Ik met Mijn wil iets tot stand wil brengen daar ben Ik ook
al tot in de eindeloze verte aanwezig en breng iets tot stand’. GEJ.06_231,12
‘Wat de stem betreft die van boven uit
de hemelen leek te komen, dat deed ook alleen maar Mijn geest, de uit Mij
komende en Hem geheel vervullende liefde die alom met Mijn wil net als in Mij
zo innig verbonden is. Dat
de stem uit de hemelen leek te komen, moest jullie aangeven en leren dat al het
ware en goddelijk goede eerst van boven komt, zoals ook de mens in zijn
hart pas dan goed wordt zodra het mensenhart vanuit het door God verlichte
verstand verlicht en daardoor werkelijk veredeld wordt.’ GEJ.06_231,13
‘Pas als het hart eenmaal verlicht is
en in de ware liefde ontvlamt, wordt het helemaal licht en levend in de mens. Dan
gaat ook jouw liefde spreken en zul je zeggen: 'Het licht in mij is mijn lieve
zoon, in wie ik een welbehagen heb, naar hem -dat wil zeggen, naar al mijn
wensen, begeerten en hartstochten -moet je luisteren!' GEJ.06_231,14
In een andere samenhang zei de Heer:
'Ik
ben Heer en Meester, roep en spreek Mij dus ook als zodanig aan; meer is echt
niet nodig! Maar kom Mij niet meer aan met de uitdrukking 'Heiligste! Want Ik ben hier net als jullie slechts een mens en zeg
jullie, dat niemand heilig is dan alleen Gods Geest! Weliswaar
woont Die in Mij, maar die gaat jullie voorlopig nog niets aan. Maar
wanneer jullie zelf in deze geest wedergeboren zullen zijn, zal Hij voor jullie
pas van belang worden en dan zullen jullie Zijn heiligheid begrijpen!’
[GEJ.08_205,08]
‘Wanneer de mensen in hun blindheid
'heilig, heilig, heilig' tot God zullen roepen, zal het er onder hen ellendig
uitzien! Wie zó tot God wil roepen, moet eerst zelf van deze geest vervuld
raken, anders is zijn roepen zinloos en dwaas en lijkt het op de aanroep van de
heidenen, die door het gericht van de zonden der wereld gekneveld en geboeid
zijn en zodoende onmogelijk de eeuwige, oneindige vrijheid in God, wat nu juist
die heiligheid is, kunnen vatten en begrijpen!’ [GEJ.08_205,09]
‘Daarom ben Ik nu, zolang jullie nog
in het gericht van de wereld leven, wel jullie Heer en Meester; maar wanneer
jullie zelf in Mijn geest vrij en bewust ziende geworden zullen zijn, dan pas
zullen jullie in mij God herkennen en 'Heilige Vader' tot Hem roepen. Maar dan
zullen jullie niet, zoals nu, met de mond roepen, maar in jezelf, vanuit de
levende geest; want God is in Zichzelf geest en kan daarom ook alleen maar in
de geest en de levende en lichtend vrije waarheid aangeroepen en aanbeden
worden!’ GJE8-205:10
‘Jullie begrijpen dit weliswaar nu nog
niet en je kunt het ook niet begrijpen; maar als jullie blijven in het geloof
in Mij en doen wat Mijn leer zegt, dan zullen jullie, als je geloof en je
liefde gerijpt zijn, gedoopt worden door de Heilige
Geest, die Ik aan allen zal zenden die door hun leven laten zien dat zij in Mij
geloven en in Hem, Die Mij uit Zich in het vlees als Mensenzoon in deze wereld
heeft gezonden; want het eigenlijke, waarachtige, eeuwige leven is:
dat je in Mij als de waarachtige Zoon van de Vader in de hemel gelooft en
volgens Zijn leer leeft’. [GEJ.06_013,07]
‘Wanneer echter de Geest waarover Ik
nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen,
zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar
door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam
kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen
ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de
ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan
lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld
afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke,
volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het
jullie laten zien.’ [GEJ.06_013,08]
‘Daarom moet ieder van jullie zich
inspannen om zijn ziel door haar eigen kracht te redden; want denk je dat zij als zij in het
gericht komt zich wel zal kunnen redden zonder middelen daarvoor te hebben,
terwijl zij zich hier met zoveel middelen die haar ten dienste staan, niet kan
redden als zij niet bedenkt dat zij zichzelf als een onschatbaar goed moet zien
dat, als het verloren gaat, op eigen kracht door niets weer gekocht of
verkregen kan worden?!’ [GEJ.06_013,09]
‘Laat
ieder daarom vóór alles zijn ziel proberen te redden! Want tegen allen zeg Ik, dat het aan
gene zijde zo zal zijn: Wie liefde en waarheid, en dus de juiste orde van God,
in zich heeft, zal er daar meteen nog heel veel bij gegeven worden; wie dat
echter niet heeft of veel te weinig heeft, zal ook dat wat hij eventueel nog
heeft, afgenomen worden, zodat hij dan helemaal niets zal hebben, en naakt,
zonder middelen en zodoende zonder hulp zal zijn. Wie zal zich daar over hem
ontfermen en hem vrijkopen?! Waarlijk Ik zeg jullie: Eén uur hier is
meer waard dan duizend jaar daar.’ Grif deze woorden diep in je
hart’; Zie ook: ‘de ware christelijke religie [Swedenborg],
hfdst. 3 [GEJ.06_013,10]
Naschrift
De
Alef [Alpha] bestaat in uit
3 Hebreeuwse lettertekens, namelijk 2 x het JOD-teken
= dat is 2 keer de getalwaarde 10 en 1 x de WAW = dat is 1 x de getalwaarde 6,
dus als een eenheid van 3 letters, waarbij de 6 [dus de Waw]
de bovenste en onderste Jod [dus 10 met 10] zich met
elkaar verbindt of samenvoegt; de 6 is een verbindend- of bemiddelingsteken. De
beginletter Alef heeft als eerste letterteken van het
Hebreeuwse alfabet de complete waarde van 26, dat ook de optelsom is van
10-5-6-5 [J-H-W-H] = God.
Het
woord ‘geest’ betekent in het Hebreeuws ‘roeach’, dat
overal tegelijk kan zijn. Bij Jezus daalde de Heilige Geest in de vorm van een
duif, op Zijn hoofd neer. De Alef laat een eenheid
zien die tegelijk ook een drie-eenheid is. In de letter Alef
1-30-80=111, zien we dit weer terug. De ÉÉN is tegelijk ook een DRIE-EENHEID.
Vader, Zoon en Heilige Geest zijn hoedanigheden van elkaar, en allemaal in
diezelfde EENHEID. God is DUS een EENHEID, geen DRIEHEID, wel een drie-eenheid.
Duizend [1000] wordt precies zo geschreven als de Alef.
Beiden [de Alef als eenheid] vertellen over de één op
alle niveaus. Beiden [ook de Eleph als 1000] zijn in
principe in de optelling 111. De één in de eenheden, zowel in de tientallen als
in de honderdtallen als 1+10+100
UpToDate 2023-2024