Hoe kon de oneindige God tot een eindig mens
worden?
door Wilfried
Schlätzer
Het
motto: ‘Ik en de Vader zijn één. Wie Mij ziet, ziet de vader. Maar de vader die
in Mij woont, Die doet de werken. Alle macht in de Hemel en op Aarde is Mij gegeven.
In Jezus Christus woont de gehele volheid lijfelijk van de Godheid.’ (Joh.10:30,
14: 9,10, Matth. 28:18, Kol. 2:9)
1. Inleiding
De
volgende uitspraken gaan uit van de veronderstelling dat God Zich in de
geschriften van de Oostenrijkse mysticus en profeet Jakob
Lorber (1800 - 1864) aan de tegenwoordige mensheid
opnieuw voor de mensheid heeft geopenbaard. In de gepresenteerde Christologie
(Leer van Jezus Christus), is een samenvatting van datgene, wat God Zelf over
Zich heeft in Zijn Nieuwe Openbaring heeft gezegd.
De
volgende uitspraken zijn gebaseerd op de veronderstelling dat God zich
openbaart in de geschriften van de Oostenrijkse mysticus en profeet Jakob Lorber (1800 - 1864) voor
de mensheid van vandaag. De Christologie (Leer van Jezus Christus) die hier
wordt gepresenteerd, is een samenvatting van wat God Zelf over zichzelf heeft
gezegd in Zijn Nieuwe Openbaring.
De
proloog van het Bijbelse evangelie van Johannes luidt: "In den beginne was
het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God" (Johannes 1:1).
De
HEER Zelf verklaart ons op een wonderbaarlijke heldere wijze en aan het begin
van het Grote Evangelie van Johannes: "In de oergrond, of ook wel in de
grondoorzaak (van al het zijn), was het Licht (de grote, heilige
scheppingsgedachte, het wezenlijke idee). Dit licht was niet alleen in, maar
ook in en bij God, hetgeen betekent, dat het licht zichtbaar beschouwend uit
God naar voren kwam en in zekere zin om het oergoddelijk bestaan stroomde.
Daardoor bleek voor de mens de grondbasis gelegd te zijn voor de toekomstige
menswording van God. [Gr. Ev. Joh. 1:6]
Want
op het moment toen God zijn eeuwige gedachte aan de schepping begon te uiten,
om haar te verlevendigen en haar als zelfstandig leefwezens buiten Zijn
Goddelijke Ik te plaatsen, was ook de grondreden om de menswording van God te
reserveren, die door de mysterie- en profeten in alle tijden als de eigen
uitsprekende woorden van de eeuwige Godheid vast te leggen en te laten
beschrijven. Want de hemelse Vader wilde ons niet alleen laten als Zijn
kinderen, maar Hij kwam in ons midden en schiep voor Zichzelf een geschikt
kledingstuk en vat, waardoor Hij blijvend onder Zijn kinderen is en in alle
eeuwigheden in de onzichtbare – geestelijke realiteit met hen leven kan.
2. Hoe kon de oneindige God tot een eindig mens worden?
Maar
ons verstand vraagt zich af: hoe is het mogelijk, dat de oneindige God Zijn
intrek nam in een eindig mens? En twijfelaars gebruiken als aanleiding deze
vraag nu ongeveer gedurende 2000 jaar om de goddelijkheid van Jezus Christus te
verloochenen of te ontkennen en Jezus maar als een gewoon natuurlijk menswezen
– gelijk als ieder mens - te beschouwen. Maar sinds Adams tijden en de
oerpatriarchen [Genesis 5], dus ongeveer 3300 jaar vóór de geboorte van
Christus [Redactie: toen Adam nog leefde], ontstond dezelfde twijfelvraag, die
door de Heer als volgt werd beantwoord:
"De
Liefde alleen is de maat van Mijn Goddelijkheid, en Ik ben met geen andere
maatstaf te meten, want Ik ben waarlijk een oneindige God. Wat mijn ruimtelijke
oneindigheid betreft, is deze slechts een bepalende verschijning - maar in de
geest is dit alleen de volmaaktheid van de kracht van mijn wil en van mijn
liefde en wijsheid. Maar het vormwezen is een en dezelfde, volgens welke jullie
allemaal zijn gemaakt tot Mijn wezenlijke gelijkenis!’ (Huish.
v. God, deel 2, hfdst. 138:26]
Wat
jullie de ruimte van de oneindigheid noemen, dat is de Geest van Mijn Wil, die
van eeuwigheid af deze oneindige ruimtelijkheid heeft neergezet en gevuld met
wezens van allerlei aard. Maar deze geest heeft een middelpunt gevormd waarin
alle macht en kracht van deze oneindige Geest verenigd is tot een
werkbezigheid, en dit machtscentrum van het oneindig wezen van de Goddelijke
Geest is de liefde van het leven en juist deze Geest en deze Liefde, dat ben Ik
van eeuwigheid.
Kijk,
dat is in alle waarheid het Wezen van God en dat kan alleen met het hart worden
begrepen, maar nooit met het verstand. (Huish. van
God, deel 2/139:20 & 22).
God
is dus niet te zien als een nevel of als een heilig gas, dat gelijkmatig
verdeeld is door de gehele oneindige
ruimte, maar Hij heeft een middelpunt waarin de gehele volheid van de Godheid
verenigd is tot een gefixeerd punt. De Heer laat ons dat ook in het klein op
wonderbaarlijk wijze zien in het zo specifiek diepzeggend boekwerkje: de
Vlieg’.
"Het
meest eigenlijke echte vrije leven is alleen in Mij, maar welk leven ook zo is
samengesteld en geperfectioneerd, het kan nooit door een geschapen wezen in
zijn sfeer worden begrepen! Daarom is het een heilig leven en omdat het een
heilig leven is, is dat ook een eeuwig en een oneindig leven. Stel je de gehele
oneindigheid voor met haar eindeloze stralen die alle kanten uitstromen of een
bepaalde ruimte, waarin een
middelpuntcentrum is, maar diens einde eeuwig nergens meer te vinden is. In dit
centrum bevindt zich alle levende kracht van de gehele oneindigheid verenigd en
zij gaat van dit centrum weer verder in de gehele oneindigheid. [De Vlieg, hfdst. 7: 5-7]
In
dit middelpuntcentrum van God is de gehele volheid van alle goddelijke
eigenschappen als in één centrum. verenigd Hier is de oneindige overvloed van
de liefde, de wijsheid, de macht van de wil, de orde, de ernst en bovenal het
geduld en de barmhartigheid als de wortel van deze zeven oergoddelijke
eigenschappen: namelijk de deemoed. (De Vlieg, 7:5,7)
En
dit brandpunt van de oneindige Geest van God is niet alleen een punt, maar het
heeft de menselijke vorm: "En God schiep de mens naar het beeld van Hem;
en Hij schiep hem naar de gelijkenis van God", schrijft Mozes. (Genesis
1:27) Aldus bezit het machtscentrum van God de menselijke vorm zelf, en volgens
zijn eeuwig oerbeeld schiep Hij onze vorm met een vleselijk lichaam, dus ook de
vorm van onze ziel en bovenal de vorm van onze geest. Niet de Godheid in haar
oneindige uitbreiding werd tot een mens, maar dit machtscentrum van God nam
voor blijvend haar intrek in de woning van Jezus’ ziel.
Redactionele opmerking: nota bene: God
is dus een persoon, waarover meer in het volgende bulletin!
UpToDate 2023-2024