Voedselvertering

 

Dit thema is één van de meest fundamentele methodieken in de natuurgeneeskunde. 80% van de meeste kwalen worden nota bene allemaal door darmbehandelingen genezen. Een wonderbaarlijke constatering.

 

Onze darm heeft wel een lengte van acht meter. In dit slangachtig vormsel komen de restanten van ons voedsel terecht. Eerst komt het voedsel in de mond en verdwijnt na ingespeekseld en gekauwd te zijn via de slokdarm in de maag.

 

De maag is een belangrijk centrum voor voedselopname. Vanuit hier vindt namelijk doorstroming en verbinding (assimilatie) plaats.

 

In het metafysiek kosmisch getallenstelsel, waar het kleine zich tegenover het grote verhoudt, correspondeert het orgaan ‘maag’ met de getallen 5 en 8 van de guldensnede. Deze worden ook in de Bijbel aangehaald als genezing. Salomo was de 8e en betekent, hij die volkomen is in de heelheid. Verder wijst dit getal in de richting van helende eigenschappen en dit getal correspondeert ook volgens de Chinese acupunctuurleer met het maagcentrum in de organenleer.

 

Als je het getal 8 als hiëroglyfenteken nader bekijkt, dan vind je er de eeuwige oneindige vorm in verborgen. De slang die naar twee kanten kronkelt. In het Oude testament moesten de Israëlieten naar de koperen slang kijken en het zou hen – door Mozes op zijn woord te geloven – van ziekten en kwalen genezen. Vandaag de dag gebruiken artsen en genezers de esculaap als genezingssymbool.

 

De dunne darm volgt direct na de maag en is 12 vingers lang (30 centimeter). In het Hebreeuwse alfabet heeft e 12e letter L ook de waarde 30. Bij rekenkundige verklaring leert een eenvoudige rekensom dat 2+4+6+8+10 samen 30 is. En nemen we daarvan de eerste en de laatste twee getallen, met daar tussen de 6 als Hebreeuws plusteken, want 6 wordt gerekend als het voegwoord ‘en’ of als een plusteken, dan telen we als volgt verder: 2+4 = 6 en 8+10= 18. Dan krijg je vanzelf 6 EN 18 of de visuele waarde 618, vandaar het getal van de Gulden Snede.

 

Eten is in ieder geval een fundamenteel iets. Denk aan de eettafel, het centrum van het leven. De Hebreeuwse benaming voor tafel is Sjoelcham, waarin de stam ‘zenden’ van Sjalach aanwezig is. Wij vragen omdat we niet weten. De Hebreeuwse benaming voor vragen is echter ‘Sjaal’ en dit lijkt heel sterk op de benaming van het Hebreeuwse woord ‘Sjeol’ met de betekenis Hades. De onderwereld is slechts enkel vragen naar het kwade, naar dingen die niet mogen.

 

De eerste zonde van de mens was toch precies het eten van de boom der kennis van goed en kwaad. De spijsvertering is dus het scheiden van het goede (de opname) en het kwade (het uitscheiden). De Hebreeuwse Bijbeltaal is een taal die nooit verandert en eeuwig blijft gelden. Van daaruit is het hoogst interessant te kijken naar bepaalde woorden en welke grondgedachte daar achter schuilt.

 

We nemen hier het woord ‘eten’ met de betekenis van het Hebreeuwse woord AKoL (1-20-30). Dan ziet u als lezer achter elk fonetisch Hebreeuws woord een bepaalde getallenwaarde. Het Hebreeuws kent namelijk naar de volgorde van het alfabet een structureel getallenstelsel, waarbij de letter K de waarde 20 heeft en de letter L de waarde 30, enz.

 

De optelsom van eten is hier 51. Maar zoals elk woord splitsbaar is, zo kunnen we AKoL ook hier splitsen in A-KoL als 1-50. De letter ‘A’ betekent in het Hebreeuws ‘ik’ en het woord ‘Kol’ betekent ‘alles’, ‘helemaal’ of ‘totaal’.  Het woord HELE-maal duidt naar de richting: heel het maal, of heel de maaltijd, heel het complete eten, heel de maaltijd! A-KoL betekent feitelijk, dat IK tegenover ALLES staat. Metafysisch is de stam van getal 51 in dit geval 50 – zonder het IK erbij te betrekken.

 

Een ander woord voor AKoL (51) is ‘kolen’ We hebben immers brandstof nodig voorde maag. In de 8 – zeker  het metafysische getal voor de maag, vindt de vervulling, het ‘vol-komen’ plaats. In de 7x7 = 49 vindt na de 7e cyclus ook weer de 8e plaats in de 50 zijn kern als eerste nieuwe cyclus van een andere reeks.

 

Het Hebreeuwse getal 50 uit 51 betekent naast het ‘’ik in alles’, bovendien ook STEM. Je moet in stemming zijn om te eten. Het eten moet een lust zijn voor de tong. Typerend is dat het woord SMAAK – dat in het Hebreeuws hetzelfde betekent als TOON, accent of melodie. In de fonetische Hebreeuwse taal wordt dit geschreven als TA’AM met de getallen 9-40-1 = 50.

 

Ons lichaam heeft voedsel, brandstof nodig. Deze stoffen worden in het lichaam omgezet en materialiseren zich. Een maaltijd zonder erbij te drinken, is volgens Joods gebruik geen echte maaltijd. Eten en drinken horen bij elkaar. Dit zijn twee wezenlijke aspecten bij de maaltijd.

 

In het Hebreeuwse woord voor drinken ligt vervolgens het woord ‘fundament’ opgesloten. De lezer bemerkt in twee verschillende woorden hier nagenoeg identieke getallen.

 

Drinken         = ShaTHaH             = 300-400-5

Fundament   = ShaTH                   = 300-400

Maaltijd          = MiShaThaH          = 40-300-400-5

 

Verrassend heeft het Hebreeuwse woord voor maaltijd de uitdrukking ‘drinken’ en daarom is drinken het fundamentele van het voedsel. Maaltijd betekent in feite ‘mengen’, in het Duitse Mischen. Volgens Bijbels gebruik is het normaal, dat bij de maaltijd brood en wijn hoort.

 

Drinken is stromen van de tijd. De tijd is het langdurende, het chronische. Trek maar eens door de woestijn (het veelvuldige zand), dan word je als het ware opgeslokt door de tijd – getal 40. Daar hoort drinken dus zeker bij als ‘maaltijd’. Ook in ons lichaam kennen wij de weg door de woestijn. We worden door de tijd opgeslokt. Die weg gaat via de slokdarm naar het einde van de darm )endeldarm).

 

Getal 40 staat ook in verbinding met ‘vasten’. Mozes vastte 40 dagen op de berg Sinaï. Door te vasten reinigt de mens zich, want de mens leeft niet van brood alleen.

Men zou onder begeleiding van 40 dagen kunnen vasten, maar daar leent de maatschappij zich niet voor. Bij een dergelijke vastenbehandeling is het noodzakelijk zich terug te trekken, te mediteren of te bidden.

 

Het Latijnse woord voor dikke darm is COLON. Dit woord kan gesplist worden in CoL-N of KoL-N. Vanuit de Hebreeuwse Qaballah is de betekenis hiervan letterlijk: ‘werking van het inhoudelijk omvattende’. Want het Hebreeuwse woord KoL betekent immers ALLES. Denken we in dit verband aan de TOVERKOL, dat a.h.w. veel (alles) tevoorschijn kan toveren. Een kleine woordspeling brengt ons wederom op het woord ‘kolen’, de broodnodige brandstoftoevoer in de COLON (dikke darm). Kolen als voedsel voor onze dikke darmfunctie.

 

Vanuit de Hebreeuwse taal vindt onze spijsvertering plaats in het binnenste (ingewanden) van ons maag-darmstelsel. Dit binnenste houdt in, dat de bron in beweging wordt gezet.

 

De maag en de darmen liggen in analoge verhouding ter hoogte van een boomstam. Wanneer wij van onze buik een afgod maken, leven we slechts in de schaduwzijde van onze eigen beelden, onze eigen interpretatie. Dan leven wij een slangenleven, dat kan resulteren in onze eigen ‘val’. Wanneer wij echter onze buik gebruiken in de zin van een noodzakelijke opname van voedingsstoffen, dan zal de taille, - of de lendenenafmeting de juiste verhouding weergeven via onze ruggenwervel en een positieve stempel drukken op onze ik-kracht.

 

De Hebreeuwse woorden van maag en darmen zijn:

 

Maag              = QeBaH       = 100-2-5

Graan            = QeB = 100-2

Darm              = MYaJ          = 40-70-10

Mesthoop      = YJ                = 70-10

 

De letter M (40) betekent in het Hebreeuws ‘van’’ of ‘’door’’. Daarmee betekent DARM: door of van de mesthoop. In feite nemen wij als mens de dood (mest) in ons op. Daarom is het een noodzaak dat er een uitscheiding plaatsvindt.

 

Wij herinneren u nog even aan het woord CoLoN (KoLoN) met de stam KoL.

 

Dikke darm               = Ko L o N     = 20-30-50                (als 50-50)

Alles                          = KoL             = 20-30                      (als 50)

Aardbodem               = HaDaM       = 5-1-4-40                 (als 50)

Onrein, smaak         = Taa’Ma       = 9-40-1                     (als 50)

Izebel                         = AIZBL         = 1-10-7-2-30           (als 51)

 

Onze ontlasting (mesthoop) daalt naar de aardbodem van ons fysiek gestel en dat is in dit geval onze dikke darm, waar het afval wordt afgescheiden. De Bijbelse Izebel heeft de getallenwaarde ‘51’ en haar naam betekent ‘mesthoop’.

Smaak en onrein hebben in het Hebreeuws dezelfde waarde en zijn dus identiek aan elkaar. Daarom hebben wij hier op het woord ETEN – in de Hebreeuwse context – wellicht een ander licht kunnen werpen.

 

DE LEER DER ESSENEN

We constateren dat de darm een zeer belangrijke rol speelt in ons leven. In het boek: ‘de leer van de (zuivere en goede) Essenen’ (er waren ook een soort van de verkeerde – de zwarte magiërs) uit de 2e eeuw na Chr. Lezen wij enkele citaten over de darmspoeling: ‘laat het water uit uw lichaam wegstromen, zodat het alle onreine en kwalijk riekende zaken van satan met zich kan nemen. En met uw ogen zult u zien en met uw neus zult u ruiken alle gruwelen en onreinheden die de tempel van het lichaam bezoedelen. Zelfs alle zonden die in uw lichaam huisden en u kwelden met allerlei pijn. Ik zeg u waarlijk, door u met water te dopen, bevrijdt u zich van dit alles. Herhaal uw doop met elke dag dat u vast, tot de dag, dat u ziet, dat het water, dat uit u wegstroomt, even rein is als het schuim van de rivier’.

 

Swedenborg beschrijft over onze voedselopname nog iets in zijn boek: ‘’De Redelijke Psychologie’: ‘dat de opgenomen elementen ons welzijn zodanig beïnvloeden, dat de ware geaardheid van de mens tijdelijk wordt teruggedrongen (opgeslagen), totdat er weer sprake is van een normale voedingsopname en zuivere geaardheid. Drinkt men bijvoorbeeld regelmatig veel alcohol, dan bedwelmd men zijn eigen ego en komt de krachtgesteldheid van de natuurlijke elementen naar boven, die dan tijdelijk de overhand verkrijgen. Met betrekking tot voedsel en drank is dit zeker iets om over na te denken.

 

www.zelfbeschouwing.info  

 

UpToDate 2022

 

besucherzähler kostenlos