Als een zieke aan het
herstellen is, zal hij nog lang homeopathisch begeleid moeten worden. Soms is
het nodig het ene middel na het andere middel toe te dienen. Deze afwisseling kan
veel tot stand brengen, wat elk afzonderlijk middel niet altijd even goed kan
bereiken. Het helpt de ´innerlijke bron´ aan te boren, die de zieke in staat
stelt zichzelf te genezen. Een frequente herhaling van een homeopathisch middel
kan nuttig zijn wanneer het lichaam ophoudt te reageren. Dit gebeurt soms door
middel van korrels of druppels, verdund met wat bronwater. Homeopathische
middelen mogen nooit in aanraking komen met een metalen voorwerp, want dan zou
het therapeutisch effect verloren gaan. Meestal volstaat een orale inname als
het de globuli betreft en zijn het druppels, dan met
een slok bronwater een poos in de mond houden, alvorens door te slikken.
De aard van de
ziektegesteldheid bepaalt het volume van de behandeling. De arts/genezer hoeft
zijn patiënt niet op te voeden of te veranderen, al lijkt dat soms nodig te
zijn, maar hij probeert door te dringen tot de zwakke plekken van de zieke om
die te kunnen genezen. Elk mens heeft kenmerkende symptomen, of hij nu ziek of
gezond is. De sterk werkende (homeopathische) middelen komen meestal uit
giftige stoffen, giftige planten, slangengiffen, bijengiffen of zelfs uit
synthetisch stoffen. Waar gif is, daar is ook kracht. Zulke middelen worden
verdund tot een homeopathisch medicijn en waar geen sprake meer is van giftige
bestanddelen, maar van geneeskrachtige elementen.
De beroemde homeopaat
Constantie Hering zei eens: ‘Als je vandaag misschien
een calcium carbonicumtype bent (kalktype), dan kan
het best mogelijk zijn, dat je tien jaar later een heel ander type wordt. Het
ene passende middel kan op latere leeftijd weer een ander gestelmiddel worden.
Het arsenicumtype wil het
naadje van de kous weten over de manier waarop het homeopathische middel op
zijn lichaam inwerkt. Hij is vooral gesteld op de wetenschappelijke benamingen
van de verschillende gezondheidsproblematieken. Het
is echter niet zo dat de werking van een middel direct aantoonbaar is. De
benamingen van de ziektebeelden zijn niet altijd even relevant. Daarom richt de
homeopathie zich niet zozeer op de ziekte, maar des te meer op het persoonlijke
van de zieke. Als iemand een cortisonkuur gebruikte
dan duurt de homeopathische behandeling ook weer veel langer en dient er meer
gevast te worden. De blokkades moeten worden opgeruimd. Pas als de klacht weer
acuut wordt, kan de homeopaat weer ingrijpen. Bij het ‘vasten’ hoort absoluut
weggelaten te worden: hoestbonbons, pepermunt, menthol, eucalyptus, scherpe
specerijen en koffie. Sommige complexmiddelen kunnen zelfs allerlei symptomen
oproepen, waardoor het klassieke beeld onduidelijk wordt.
UpToDate 2022