Toen de Heer levendig aan
het kruis werd genageld, toen werd deze verwonding aan Zijn stervend lichaam
etherisch meegenomen en daarmee ook in Zijn verheerlijkt lichaam. Hij liet
immers de ongelovige Thomas nadien Zijn wonden zien. Ook ieder mens zal in de
geestelijke wereld met al zijn etherische (niet fysieke maar geestelijke)
organen zichtbaar ter verschijning komen. Als deze organen, die tijdens het
sterven beschadigd raken of organen, die zelfs weggenomen worden in een
´levende toestand´, dan heeft dat verstrekkende consequenties.
Orgaantransplantatie heeft zowel gevolgen voor de gever als voor de ontvanger.
Elke mensenziel kent zielspartikelen (zielsdeeltjes). Wil iemand een orgaan
afstaan, dan staat hij ook een deel af van zijn samengestelde ziel. De
ontvanger kan deze zielsdeeltjes pas teruggeven, als ook hij gestorven is. De
ontvanger draagt daarentegen vreemde zielsmatige zieledelen van een ander in
zich, door het geïmplanteerde orgaan. Die zielsdeeltjes mengen zich met de
zijne en als ook hij eenmaal gestorven is, moet hij deze weer afstaan aan de
ander. Er mag dan wel door het nieuwe orgaan een verlenging of verbetering van
zijn aardse leven komen, maar de geestelijke ontwikkeling in het hiernamaals
wordt daardoor niet bevorderd. In het boek ´Aarde en Maan´ (40-6) van Jacob Lorber lezen we hierover uitvoerig.
Zo bestaat ook het
menselijk lichaam uit pure zielsdeeltjes, maar degenen die het lichaam vormen
(dus mede de vorm bepalen!) zijn nog grof, boosaardig en onzuiver, om welke
reden ze dan eerst weer in de Aarde komen, waar ze moeten vergaan en pas van
daaruit op de reeds bekende manier weer uit de vergane stoffen opstijgen, om
zich ter completering weer bij dat wezen te voegen, tot welks lichaam ze eens
behoorden. Dit gebeurt gewoonlijk, zoals we zagen, in de derde of hoogste Aardgeestensfeer,
waardoor dan natuurlijk elke zuivere geest weer volkomen wordt, namelijk als
hij alles wat tot hem behoorde weer opgenomen heeft. Dit opnemen is de
zogenaamde opstanding des vlezes en rechtvaardigt de
uitspraak van Paulus, die zegt: 'Ik zal in mijn vlees God zien'. (bron: Aarde en Maan 40-6)
UpToDate 2022