Onze handen metafysisch bezien

 

Dat onze handen met het dagelijkse handelen te maken heeft, dat is zo klaar als een klontje boter. Deze lezing is op diverse locaties gegeven, met name ook aan mijn cursisten. Het Hebreeuwse woord voor hand is jod. Dat is de stam van het woord joden. In Amsterdam ontstond bij de joodse bewoners, en later ook in ons taalgebruik de woorden jatten en joetje. Een joetje was een tientje. En jatten doet men met tien vingers. Het wordt nu misschien al duidelijk, dat het Hebreeuwse woord jod dus te maken heeft met onze handen. Nu kent het Hebreeuws naast medeklinkers ook een getallenstelsel, bekend in de kabbala. Dit heeft absoluut niets te maken met numerologie of met iets magisch, zoals sommige mensen denken. Het is geen abracadabra, maar gewoon een logische denkwijze met een metafysische achtergrond.  Zo betekent JoD, dat uit twee medeklinkers bestaat dus hand en deze twee letters hebben de waarde respectievelijk 10 (j) en 4(d). Klinkers kennen geen getallenwaarde in het Hebreeuws.

 

Plato wist al eenvoudig uit te leggen, dat je al met vijf vingers al tot tien kunt tellen, want 1+2+3+4=10. Gewoon dus doortellen. Hierbij valt op, dat we begonnen met 1 en eindigen met 4. Hier is dus een 1-4 verhouding. En dat is nu de duim (1) die tegenover de veelheid staat (de andere vier vingers) en dus samen een hand vormt.  En 1+4 = 5, wat ook vijf vingers weergeeft als een hand. Een heel simpele gedachte. De meest geniale dingen ontstaan niet uit hun gecompliceerdheid, maar uit hun eenvoudigheid. Daaruit ontstaan de grootste dingen. Uit de buitenkant van iets kan schijnbaar iets groots ontstaan (glitter) maar dat heeft nooit lang houvast. Het verzinkt. Uit de eenvoudigheid, dus ook uit de deemoedigheid, ontstaan – vanuit het innerlijke – de verborgen gecamoufleerde kant – grotere dingen in de mens, waarvan men zelf nog geen weet van heeft.

 

We hebben twee handen. Elke hand heeft vijf vingers. Als we naar Plato’s ideeën luisteren, dan  krijgen we naast elkaar 5 en nog een 5, samen visueel als 55. Met ook nog eens  de eindwaarde 10 van hand ´jod’. Bovendien is 10 ook de wortel van 55, want 1+2+3+4+5+6+7+8+9+10=55. Ik heb dit ook betrokken op Genesis 5 en Handelingen 27 en 28. Want samen hebben deze als 27+28 de waarde 55. En niet zomaar daar, maar met grondige redenen. Eerst weer terug naar hand. In het Hebreeuws heeft hand de waarde 14, want j=10 en D = 4, samen 14. Ook daarin zien we de 1-4 als 1-4 verhouding (duim (1) ŕ vingers (4)). Ik pendel nu terug naar Handelingen 28 (2 x 14) maar in het voorafgaande hoofdstuk in boekdeel 27:27 is namelijk sprake van de veertiende (14e) nacht. De matrozen op het schip zijn bij de 14e nacht hun richtingsgevoel kwijtgeraakt en zij meenden, dat er rond middernacht reeds land in zicht was.

 

Dat dit Bijbeldeel vastgekoppeld ligt aan het volgende wordt in het navolgende heel duidelijk. Omdat we de veertien als basis moeten nemen – (hand) gaan we ook naar de februarimaand, die als enige maand 28 dagen kent en het Bijbelboek Handelingen slechts 28 hoofdstukken. Misschien gaat er nu een lichtje branden. Want hier wordt wellicht vermoed, dat het om een schrikkeldag kan gaan. Beide hoofdstukken in Handelingen 27 en 28 (samen 55) hebben betrekking op getal veertien en beide boekdelen bezitten precies 365 telwoorden, zoals Genesis vijf dat ook in de Hebreeuwse taal heeft. De tekst verklaart wijsgerig, dat het midden van de nacht een ‘snijpunt’ heeft. Als we nu echter gaan naar een 14e Hebreeuwse letter (Het Hebreeuws kent 22 letters en 5 sluitletters!) komen we aan bij de letter N, die voor NUN staat en ook zo geschreven wordt. Dat hiermee tevens een link gelegd wordt naar de middag op onze hele aardebol en wel om exact 12.00 uur als Engelse Noon-tijd!

 

Hier is sprake van een bijzonder wisselspel tussen licht en donker. In Handelingen 27:27 22 wordt dit nog duidelijker: ‘heen en weer drijven’ of ‘de weg kwijt’ zijn. Juist in Handelingen 14:14 scheurden de apostelen hun klederen. Ook hier wordt weer een link aangeduid naar 14:14=28, terwijl in hoofdstuk 27 en 28 dit getal 14 besproken wordt als (in)deling van de tijd. Genoemde hoofdstukken zijn twee ‘gedeelde’ hoofdstukken, die feitelijk bij elkaar horen, want 27+28 = 55 als 5+ 5. Heel vaak zien we in de Hebreeuws context – met name  in het vorige hoofdstuk een tussenkoppeling (de zesde letter) dat betekent, dat het voorgaande hoofdstuk nog niet afgesloten is, maar verder weer begint in een nieuw hoofdstuk. We namen het ‘midden’ in aanschouwing en konden met betrekking tot de 14e nacht gaan ‘tellen’ op onze tien vingers.

De kalender, zoals wij die vandaag nog kennen, was reeds in de Bijbel bekend. In Genesis 1:4 is zelfs sprake van de Zon: ‘En de Schepper zag het Licht!”. In het Hebreeuws staan daar de  vier letters JHWH. In deze tekst worden de ‘lichten’ aangeduid als tekenen van tijden, dagen en jaren.

 

Twaalf uur in de middag

Nogmaals hier de herinnering, dat getal veertien met handen te maken heeft. Ook aan de Bijbelse David wordt deze waarde toegekend (DWD als D=4 W=6 en D=4, samen dus 14). Zijn naam betekent geliefde. Het is een opmerkelijk feit, dat de 14e februari ooit gekozen werd als Valentijnsdag, d.w.z. als vriendendag. En juist ook in een maand, die 28 dagen heeft als enige maand, namelijk 28 dagen – inclusief schrikkeldag. De 14e dag in deze maand is precies het midden – niet zomaar uitgekozen! De analogie van getal veertien is (onze handen), dat handen bedoelt zijn om te geven, om te handelen – ieder naar zijn geaardheid. Daarom ook om durven te nemen – om een middenpad te kiezen, om in het midden te blijven. In de oudheid werden runen als alfabetletters gebruikt, waarvan de LAF-rune nog een bekend begrip is. De Lafrune is namelijk de 14e rune. Begrijpelijk is nu ook waarom Lavendelkruid als liefdeskruid wordt toegepast.

 

Onze 14e letter in het alfabet is de letter N – synchroon met de 14e letter van het Hebreeuwse alfabet. Want dan heeft het grote licht namelijk zijn hoogste punt bereikt en straalt zomers de zon ook loodrecht naar beneden, als het in het midden van de aarde 12 uur is.

Tenslotte hebben de eerste vier hoofdstukken van de Hebreeuwse Bijbel precies 28 telwoorden. De optelsom van deze telwoorden bedragen exact 162 en dat is het getal van de gulden snede (100:62), terwijl 21-6 officieel de zomer begint.

                                                                                                                                                                         

www.zelfbeschouwing.info  

 

UpToDate 2022

 

besucherzähler kostenlos