Eigenbloed therapie
Toediening
van eigen bloed klinkt ogenblikkelijk vreemd. Toch is een blauwe plek hetzelfde
als een paar druppels bloed, geïnjecteerd in het bindweefsel. Dit kan een
gunstige invloed uitoefenen op de gezondheid en de resultaten zijn belovend.
Bij de eigenbloedtherapie wordt een beetje aderlijk
bloed afgenomen en in het spierweefsel afgegeven. Op die plek krijgt de
behandelde dan een bloeduitstorting, weliswaar niet door een val veroorzaakt
maar individueel gericht gedoseerd. Het geïnjecteerde bloed wordt op de plek
van de inspuiting later weer afgebroken. Bij de afbraak in het weefsel worden
bepaalde stoffen geactiveerd om het organisme weer tot vorming van nieuw bloed
aan te sporen. De in het bloed aanwezige eiwitten, zouten, mineralen,
urinezuren, hormonen en immune globulinen worden, als
zij in het spierweefsel terechtkomen, dan uitgesproken kleine
prikkellichaampjes. Bij deze afbraak komen ook enzymen vrij, die op het totale
zenuwstelsel inwerken. De celstofwisseling wordt versterkt en het gehele
bloedbeeld ondergaat een grote verbetering.
Na behandeling met eigenbloed kan de behandelde op de dag van de
injectie of enkele dagen erna een licht gevoel van vermoeidheid krijgen, soms
met wat lichte koorts en met de aanwijzing, dat het organisme hier positief op
reageert en waarna gezondheid volgt. Na de vermoeidheid treedt toename van meer
energie het lichaam weer in. Behandeling met eigenbloed geeft een positieve
verandering van het vegetatief zenuwstelsel. Geen enkel geneesmiddel en geen
enkele injectie kunnen zo’n diepingrijpende verandering teweegbrengen als de eigenbloedprik.
Er wordt één tot ongeveer vier ccm
aderlijk bloed afgenomen en in de huid of in een spier (subcutaan
of intramusculair) geïnjecteerd. Dikwijls op die plek, waar men al pijn of een
ziekteprobleem heeft. De overigens niet-pijnlijke injectie wordt toegepast om
het ritme van de stofwisseling gunstig te beïnvloeden. De kunst bij de
behandeling met eigenbloed bestaat voornamelijk in de ‘dosering’ en de
‘tijdsafstanden’. Als therapie moeten ten minste twaalf injecties gegeven
worden en dit in een afstand van vijf tot tien dagen, uitlopend tot eenmaal per
drie weken per keer. Aansluitend één injectie per maand gedurende een jaar om
de celstofwisseling beter onder controle te houden. Verbetering treedt
gewoonlijk op tussen de zesde en de achtste behandeling. Het is daarom
bijzonder belangrijk de eigenbloedkuur niet te
onderbreken.
De toepassing geldt als volgt afhankelijk van de gesteldheid:
krampen in de benen of op andere plaatsen;
chronische zenuwaandoeningen;
slapeloosheid;
allergie die met de stofwisseling verband houdt;
enkele vormen van hooikoorts en astma;
diverse buikklachten;
onregelmatige menstruatie;
huidaandoeningen;
reuma;
eetlustgebrek;
pijnstillend
effect.
UpToDate 2022