Neerslachtigheid
is het tegenovergestelde van blijheid. Down zijn (naar beneden getrokken)
betekent vechten tegen een hogere lotsbestemming. Vaak voelt de terneergeslagen
persoon zich onrechtmatig behandeld. In de niet-cognitieve psychologie is
bekend, dat depressie ook een bepaalde vorm van kwaadheid kan zijn. Op de
achtergrond sluimeren vaak existentiële angsten. Bang zijn om ergens uit te
stappen (exis) of zich van iets los te maken. De
oorzaak ligt meestal op een materieel vlak.
De
‘gedupeerde’ zit vast in de materie en kan zich moeilijk daaruit bevrijden.
Zijn geestesgesteldheid ligt in de ban van een aards gericht. (in de put
zitten!) Eén der karakteristieken van de neerslachtige is, dat hij zich maar
onbeduidend vindt. Hij gelooft niet, dat hij voldoende is als mens en dat hij
is zoals hij is. Een dergelijk iemand is niet echt levensblij en onderhoudt
geen goede contacten met zijn eigen innerlijk licht. Het lijkt wel of een kwade
geest in hem woont. Wanneer de depressieve het gevoel heeft, dat hem steeds
iets ontnomen wordt (blijheid), dan voelt hij zich bedrogen. Zo´n gesteldheid
bedrukt hem. Het causale in een depressie verzet zich tegen een overwinning van
overgave en vrolijkheid. Ze zijn de wortels van jaloezie en haat. In zijn
situatie kan de somber ingestelde berekenend worden, hij wil feitelijk macht,
prestatie en overwinning.
Een
typisch kenmerk van de zwaarmoedige is, dat hij zich niet afvraagt, hoelang
zijn situatie zal duren. ‘Het is maar tijdelijk, want als ik dood ben, is alles
immers voorbij!’ Maar hij bekijkt de wereld op een verkeerde manier. Hij werd
immers toch ziek van zijn mentaal gedrag. Met andere woorden: ‘hij lijdt aan
een overdosis intellect en hij wil construeren!’ Zo is hij losgekomen van de
feitelijke liefde, zijn verborgen geraakte fundament. Maar dát
heeft hij juist nodig.
Het
Bijbelse verhaal SAUL en David zijn een schitterend voorbeeld van ZON (licht,
liefde) en SCHADUW in spiegelbeeld als donkerheid. De naam Saul
luidt in het Hebreeuws SHE-OUL en kan worden gesplitst in SHE = hij dorst en
OUL = de zichzelf verlatene. De letter ‘A’ in het Hebreeuws alfabet betekent
innerlijke wijsheid en kennis (lesgeven). Het heeft de glyphe
van een piramide (wijsheidsschool), want PIRA-MI-DAI betekent: ‘geef mij
wijsheid’. In het Grieks betekent SHEOUL ‘Schole’, in
het Latijn ‘Schola’ en bij de Indiërs ‘Schehol’. Zo is ons woord voor SHE-OUL-A feitelijk SCHOOL
geworden. Dit in verband met de Bijbelse naam Saul,
wiens naam in het Hebreeuws ook geschreven wordt als She-OL,
want Saul of Sheol betekent
hel.
De
zwaarmoedige heeft in zijn leven scholing nodig, die hem weer kan ‘verlichten’
en als een ZON in zijn geestesgesteldheid kan stralen. Hij houdt zijn gevoelens
nog te veel vast en ziet hypothesen en meningen als waarheden. Hij denkt zich
wijzer dan elk ander. Hij is heftig in de aandoening waarin hij afglijdt en
vermeerdert die met zijn eigen fantasie. Graag leeft hij in de eenzaamheid of
hij heeft slechts omgang met bekende vrienden. Ten slotte haat hij
verscheidene. Dit alles typeert de tot de depressiviteit neigende
melancholicus.
Zwaar op de hand
Alle
onprettige gemoedsaandoeningen maken hem neerslachtig, in het bijzonder die,
welke niet overeenkomen met zijn geaardheid en vooral niet met zijn inwendige
gevoelswereld. De oorzaken zijn alle disharmonisch, vooral wanneer hij een
tegenslag, een ongelukkige liefde, een uitblussing van het leven of een snelle
aftakeling van zijn lichaam bemerkt. De zwaarmoedige drukt zijn cerebrum
(hersengedeelte) samen, voelt zich benauwd, geboeid en van zijn vrijheid
berooft.
Het
samensnoeren van het cerebrum en de angst verschijnen in zijn gelaatstrek en
roept tranen op. Het cerebrum verstijft en wordt zwaar. Het bloed in de
hersenen wordt belemmerd om vrij door de grotere en kleinere bloedvaten te
vloeien. Aan het zuivere bloed worden de klieren ontzegd om de vezels te
doorlopen. Daardoor ontstaat er melancholie en depressiviteit. In opperste
staat van depressiviteit worden niet alleen de hersenschorskussentjes, de
merggelaagdheden van de grote en kleine hersenen, het verlengde (rugge)merg evenals de vezelige en vatige
bloedkanaaltjes in het lichaam samengesnoerd, maar ook die van de
schedelporiën, beenderen en die van het lymfvatenstelsel. Aldus worden alle
toegangswegen van de afgestemdheid op lichaam, ziel
en geest voor een groot deel afgesloten.
Analoge vergelijkingen
Voor
depressiviteit zijn er diverse woorden volgens de leer van de getalschrift (dat
zijn gewone optelwaarden) bekend in de literatuur. Depressief is een ‘zich
afkeren’ en down ‘afkerig’. Depressie staat op gelijke voet met ‘treuren’,
‘verdriet’ of ‘opportunisme’. Neerslachtigheid is hetzelfde als
‘zwaarmoedigheid’. Zwaarmoedigheid is ‘gevangenschap’. Deze lijst kan volgens
de wet der analogie naar believen worden aangevuld zonder de rode draad uit het
oog te verliezen.
Depressie
betekent neer- of wegdrukken. Inzinking is ontmoedigen, een conflict tussen
licht en schaduw. Dit type treffen we dikwijls aan onder de melancholieke
types, dat zijn droevige introverte personen, ondergedompeld in hun eigen
fantasiewereld. Zij geven meer toe aan de inwendige zinnen, maar zijn wars van
wellusten.
Verborgen trauma’s
In
deze staat neemt de bedrukte meestal een onaangename verstijvende en
verbijsterende koude houding aan. Deze beschaduwing
verschijnt in zijn gezicht, ogen en spraak. Zijn cerebrum wordt als het ware
omwolkt en verduisterd, gemarteld, gekwetst en gesloopt. Hij raakt ten slotte
uitgeblust. Langzaam glijdt hij in een treurige ouderdom voortijdig naar zijn
dood. Omdat de hersenen onder deze depressie lijden en de afzonderlijke
bloedvatleidingen, die samengedrukt zijn, zich nog proberen te verheffen, komen
vandaar weeklagen en somberheden op.
De
kinderjaren liggen vaak ten grondslag aan dit trauma, waarin het kind te weinig
binding met de moeder heeft ervaren (moeder = Maan en vandaar manisch
depressief!) of een plots verlies van deze binding. Hierdoor is er als kind
geen vertrouwen gewekt, dat er aan zijn behoefte tegemoet gekomen zal worden.
·
De eerste graad van ontstemming is een niet tevreden zijn met zijn lot;
·
De tweede graad is een zekere latente angst;
·
De derde graad is zwaarmoedigheid en smart;
·
De vierde en de laatste graad is de uitwerking ervan;
·
hierbij gaan de spieren van het lichaam achteruit.
Wanneer
de neerslachtige het niet meer ziet zitten, is de druk in zijn ziel te laag.
Dit is gelijk aan een toestand van lage druk in de atmosfeer zoals bijvoorbeeld
in de herfst, wanneer de bladeren van de bomen beginnen te vallen.
Therapie
Veel
wijst naar een slechte bloedcirculatie in de hersenen. Chemische verbindingen
zoals tranquillers en chemische (allopathische)
middelen en onvolwaardige voeding, kunnen dit proces verder nog nadelig
beïnvloeden. De natuurgeneeskunde kent hiervoor o.a. een wonderbaarlijke plant:
Johanniskruid als HYPERICUM of ‘Sint Janskruid’. HYPER = over, AICON = licht. Met andere
woorden, het is veel meer een plant, die over het LICHT gaat. Verder verdient
de zuurstofactiviteit in de hersenen veel meer aandacht. De agressie moet eruit
komen. Veel wandelen (bewegen) kan redding betekenen. Helaas kan de depressieve
moeilijk tegen bewegen. Laat expressie van elk gevoel (ook klagen) maar naar
boven komen; laat de onderdrukte gevoelens maar vloeien en eventueel onder
begeleiding.
(deelbron:
Swedenborg (psychologie) en Jakob
Lorber (GJE)
UpToDate 2022