Zuigbeet met genezende werking

Over de bloedzuigerbehandeling is weinig bekend of geschreven. Sinds 1975 pas ik deze therapie met groot succes toe. Sommige mensen vinden het een beangstigend idee om een bloed­zuiger­behandeling te ondergaan. Reden hiervoor is vooral de onbekend­heid, hoewel dit in de geneeskunde eeuwen bekend is. Voor sommigen is een bloedzuiger een weerzinwekkende en huiverende gedachte. Helemaal al wanneer die glibberige beest­jes over een deel van de huid kruipen. De gedachte hieraan kan een aantal mensen beletten deze therapie te ondergaan. Meest­al is het de angst maar ook de onwetendheid, die hen doet aarzelen om gebruik te maken van de overigens zeer nuttige therapie. Is een bepaalde kwaal hardnek­kig of pijnlijk, dan schuwt men toch geen enkele vorm van therapie: "als het maar helpt". Ook de bloedzuigerbehandeling hoeft dan geen belemmering te zijn. Van deze zuigende "slakjes" heeft mogelijk iedereen wel eens gehoord of is ermee in aanraking geweest. Als kind speelden we vaak aan de waterkant met blote voeten, soms in modderige poelen, waarbij zomaar een bloedzuiger op het been zich vastzoog. Paniek alom. Als zo'n beestje dan niet gauw genoeg verwijderd werd, kon dat soms lastige gevolgen hebben, zoals het nabloeden, maar achteraf was het dan ook weer niet zo erg. Het was meer de angst voor het onbekende.

 

De natuurgeneeskunde legt grote nadruk op een gewenste nabloeding. Het nabloeden wordt op effectieve wijze toegepast en de bloedzuiger kent diverse therapeutische mogelijkheden. De beestjes worden op bepaalde acupunctuurpunten geplaatst waar pijn en afvalstoffen zich opgehoopt hebben. De therapie beïnvloedt in sterke mate de stofwisseling. Een verklaring hiervoor zal ongetwijfeld verwondering opwek­ken. Dit onderwerp is geschreven om de thera­pie in een ander daglicht te plaatsen. In de reguliere geneeskunde neemt deze werkwijze een steeds belang­rijkere plaats in. In de middeleeuwen gebruikten doktoren de therapie voor afvalstoffen om evenwicht te herstellen tussen de levenssappen. Een tekort of teveel ervan zou de oorzaak zijn van ziektes. Modern onderzoek heeft uitgewezen dat bloedzuigers nuttig zijn voor de bloedcirculatie en ze gaan vorming van bloedproppen tegen.



De therapie behoort tot de aloude traditionele natuurheelkundige methodieken, die toenemend aan de orde is. Bloedzuigers maken de media opnieuw aandachtig, omdat deze slakjes in de moderne chirurgie dikwijls een helpende hand bieden. In het verleden was de zwarte bloedzuiger met de grootte of lengte van bijna een duim nog een standaardbegrip. Ook vandaag bedienen artsen en chirurgen zich van dit kleine tweeslachtige hermafrodiet beestje. Ze worden gebruikt bij slecht helende wonden, spataderen, aderlijden of reumatische kwalen. Het succes is groot. De geneeskrachtige werking berust op stoffen, die het zuigende diertje in het beetwondje afgeeft. Van grote en speciale betekenis is de ontstekingsremmende- en stolremmende enzymstof hirudine.

 

Niemand hoeft bang te zijn voor deze behandelmethode, want de therapie is geheel pijnloos; de zuigbeet wordt nauwelijks gevoeld. Heeft het beestje zich eenmaal volgezogen, dan laat het vanzelf los. Het nietig kleine wondje dat het achterlaat, zal enige tijd nabloeden. Met de bloedzuigerbeet kan geen besmettelijke ziekte worden overgedragen; Bloedzuigers worden in epidemievrije vijvers gekweekt en staan onder controle van vakbekwame (dieren)artsen. Ze verblijven in quarantaine en worden slechts eenmaal gebruikt. Een andere wijze van ontgiften is cupping, zie aldaar!


 
Bloedzuigers in de dierengeneeskunde

In de geneeskunde voor dieren, vooral in Duitsland, kent men de hirudineacu­punctuur. Dieren worden aldaar met bloedzuigers behan­deld op gelokaliseerde punten. De bloedzuiger wordt precies op een plek geplaatst, waar een storing is. Hij normali­seert stoornissen om belastende afvalstoffen te verwijderen, te draineren en te reguleren. De bloedzuigers kunnen via bepaalde reflexpunten of reflexzo­nes met succes toegepast worden. In de segmen­tale zone kan men eveneens farmacologi­sche stoffen zoals vitamine B12 inspuiten, echter ook om te toniseren en of te sederen met het neuraaltherapeticumprocainum’. Tegelijkertijd kan een homeopathisch middel ingespoten worden. Deze therapie wordt acui­niatrie genoemd. Zowel bij mens als dier kan ze met succes toegepast worden, vooral bij gewrichtsklachten.

 

Het recept van succes ligt vooral in de kennis van de zonegebieden. Naast hirudine en hementine spelen ook de werkzame bestanddelen egline, bdeline en orgelase van de bloedzuiger een belangrijke rol. Dit zijn enzymen uit het speeksel van de bloedzuiger. De specifieke werking leidt tot een betere doorbloeding, vooral door opheffing van trombinewerking van de hirudinestoffen en remming van de proteasen, catepsine G, subtilisine en elastasen. De natuurlijke protease‑inhibitoren worden bij acute ontstekingen snel verbruikt. De werking van deze enzymen kunnen ongehinderd hun weg gaan. De werkzame bestanddelen van de bloedzuiger verhinderen uitbreiding van ontstekingen. Bij mens en dier maakt het niet veel uit in welke ziektetoestand het getroffen deel zich bevindt, chronisch of acuut, septisch of traumatisch, bloedzuigers helpen in de meeste gevallen. Ze zijn vrijwel nooit contra geïndiceerd. Dit was vroeger een eigenschap die zich zo graag geliefd maakte bij alternatieve medici. Bij de keuze van (acupunctuur)punten heeft de proef op de som zich in de praktijk allang bewezen. Punten die vooral drukgevoelig zijn en tot de acupunctuurpunten behoren, liggen vaak op meridianen. Indien duidelijk pijnlijke drukpunten aanwezig zijn, worden klassieke punten gekozen. Het lichaam kent vele en gevoelige drukpun­ten.


Ziektes van de wervelkolom zijn volgens hetzelfde principe te behandelen. Ook hier wordt de wer­velkolom (rug) op pijnlijke plekken afgetast, meestal in het verloop van de blaasmeridiaan (hernia). Dieren worden in acute gevallen eenmalig behandeld. Bij chronische gevallen een keer per drie weken. Een bloedzuigerbeet bij een hond kan wel tot 50 ml bloedverlies leiden. Dat is voor een zeven kilo zware hond een grote 'aderlating'. Bij dieren onder de tien kilo worden kleinere bloedzui­gers toegepast. Het wekelijkse bloedverlies bij dieren van tien kilo mag de vijftig ml aan bloedverlies niet overschrijden. Ook hier geldt dat in acute gevallen bij kleine honden een behandeling bin­nen de drie weken niet mag worden herhaald!

 
Anatomie van de bloedzuiger

De Hirudo officinales medica behoort tot de platworm (platoda) en deze is in doorsnee 2-5 cm lang en varieert in gewicht van 5-15 gram. De kleinste maat weegt 0,5 gram tot 1 gram en de kleinste middelmaat is 1 tot 3 gram. De medicinale bloedzuiger is herkenbaar aan de zwartbruin groene kleur. Dat soort heeft de beste secretie (speeksel), wat bepalend is voor de hoeveelheid nabloeding. De moeder­bloedzuiger (voortplantingsbloedzuiger) weegt circa 8‑15 gram.

De Nederlandse bloedegel is zowel mannelijk als vrouwelijk (hermafrodiet). De bevruchting vindt over en weer plaats. De eieren worden afgezet in cocons en gevormd door een clitellum. Theoretisch zou hij zichzelf kunnen bevruchten. In de praktijk is het evenwel zo, dat er bij de bevruchting er twee dier­tjes bij betrokken zijn. Het beestje verlaat het water om de cocon in een zelfgemaakte holte aan de waterkant te zetten. Op het kopje bevinden zich tien eenvoudige oogjes aan beide kanten van de zichtbare ringen, op de le, 2e, 3e, 5e en 8e ring!

 
De 'egel' bezit drie kaakjes. Elk kaakje heeft dertig tandjes, in totaal heeft hij dus negentig tandjes! Met deze tandjes laat hij een afdruk achter op het lichaam dat eruitziet als een omgekeerde Y als stervormig wondje, waaruit bloed kan sijpelen. De zuignap maakt bij elke beweging een hoek van vijfenveertig graden. In de mondholte bevinden zich ovale kaakjes. Deze gaan als cirkelzaagjes enkele millimeters door de warmbloedige huid van de te behandelen plek. Dit doet geen pijn. Soms wordt een stekende pijn ervaren die maar enkele seconden duurt. De kaakjes bewegen zich twee keer per seconde. Er is wetenschappelijk onderzoek over de bloedzuiger gedaan! De spieren in de kaakholte fungeren als een soort pompje, waarmee het bloed wordt opgezogen. De bloedzuiger zuigt ongeveer vijfmaal zijn eigen lichaamsge­wicht aan bloed.

 
Het nabloeden geeft ongeveer vijftig ccm bloed per diertje. De voortbeweging gebeurt door het beurtelings loslaten van de zuignappen. Dit is duidelijk zichtbaar tijdens het zuigen. Het lijfje bestaat uit drieëndertig segmenten. Deze zijn van buitenaf nauwelijks of niet te onderscheiden, omdat elke segment weer in ringen is verdeeld. De voorste en achterste segmenten hebben eveneens de functie van een zuignap. De bloedzuiger behoort tot de orde der hirudinea, de stam der gelede wormen (Anneli­da). Het afgeplat lijfje vormt zich trapsgewijze naar voren. De bloedzuiger is een parasiet en vertoeft de meeste tijd in het water en is erg levendig. Op de voor‑ en achterzijde bevinden zich de zuignappen, waarmee hij zich kan vasthechten.

 
De medicinale bloedzuiger (het hirudosoort) heeft het vooral gemunt op warmbloedigen. Zijn mondopening in de voorste zuignap is voorzien van scherpe microscopische tandjes, gewapend met drie ovale kaakjes. Hiermee maakt hij in de huid een zeer klein wondje, waarmee hij zijn voedsel opneemt. Dit voedsel bestaat uit dierlijk weefsel of lichaamsvocht. Hij neemt nooit plantaardige kost op. Tijdens het 'bloedzui­gen' scheidt hij uit zijn tamelijk kleine speeksel­kliertjes een stof uit (hirudine), dat bloedstolling doet verhinderen. Ook stoffen die bloedvaatverwijdend en verdovend inwerken. Het speeksel beïnvloedt de viscositeit (verdun­ningsgraad) van het bloed. Dit is belangrijk bij alle processen, die met de indik­king van bloed en gestuwde lymfbanen te maken hebben. De krachtige antistollingsstof (hirudine) bewerkstelligt een geneeskrachtige uit­werking om bloedstolsel te voorkomen. Ook geneest ze gewrichtsontsteking en be­paalde vormen van staar. Het hirudine‑enzym zorgt ervoor dat het gemaakte wondje lang blijft nabloeden.

 
De bacterieflora van dit beestje heeft bijzondere antibiotische eigenschappen, ook tegen voortschrij­dende ontstekingen, etteringen en septische proces­sen, vervetting en stuwingen. De medi­cinale bloedzuiger is opgebouwd uit ringen en seg­menten. Deze zijn in de onderhuid door tussenschot­jes van elkaar gescheiden. In ieder segment bevindt zich een stofje. Iedere afdeling van zijn lijfje is afgestemd op het geheel. Alle segmentjes bezitten een zelfstandige functie wat nodig is voor een goede stofwisseling. Niet elke bloedzuiger zuigt bloed. De medicinale bloedzuiger ademt door de huid. Hij heeft twee hartjes en hij kan maanden­lang zonder voedsel. Wanneer de `egel` het eitje verlaat, heeft hij een lengte van twee ccm. De niet‑medicinale bloedzuiger komt in rustige vijvers, poelen en sloten voor. Sommige bloedzuigers kunnen wel een jaar vasten. De bloedmaaltijd houdt de spijsvertering op gang. Wanneer de bloedzuiger het voedsel verorbert, wordt het opgenomen bloed in de maag opgenomen. Deze maag beschikt over tien aanhangsels. De bloedzuiger kan over veel voedsel beschikken en een leeftijd van twintig jaar bereiken.

 
Definitie bloedzuiger

De bloedzuiger wordt slechts één keer in de Bijbel vermeld bij Prediker 30:15. In een exegeseverklaring onder een subcodering uit de oude Statenvertaling lezen we het volgende: ‘Versta een dikke waterworm, anders ook echel (bloedzuiger) genaamd, die in poelen en moerassen is, hebbende een scherpe tong, in twee takken gekliefd, waarmede hij aan een lichaam toegevoegd zijnde, deszelfs vel doornijpt en dan zo veel bloed intrekt, dat hij vanzelf afvalt, zijnde de lust wel niet verzadigd, maar zijn lichaam is zo opgevuld, dat het niet meer vermag.’ Deze gelijkenis is wel te verstaan.

 
Diepere beschouwing

Het lijkt ons nuttig om de geestelijke achtergronden van de bloedzuiger nader onder de loep te nemen. De kleur is zwart of donkerbruin en hij leeft graag in het donker, want hij schuwt licht. Het speekselenzym (hirudine) ziet er zwart of donkerbruin uit en het diertje lijkt op een dunne slak. De bloedzuiger leeft van bloed en laadt zich op met bloed van mens of dier. Hij leeft van afvalstoffen. Dit kan menig licht opwerpen. De ochtend­schemering bereidt zich voor op daglicht. Wat helder aan het worden is kan meer duidelijkheid verschaffen. Het levert 'heelmaking'! op. De bloedzuiger neemt a.h.w. bezit van datgene waarvan de mens 'bezeten' is. Bloed verbergt een bepaalde levenskracht en kent twee aspecten, zoals licht en schaduw. De 'lichtkant' is onze feite­lijke afstemming en bestemmende geestkracht van 'bovenaf'. De 'scha­duwkant' is van 'beneden af'. De schaduwkant staat op gelijke voet wat geïnterpreteerd wordt als schemering, donker en nacht. Het Hebreeuwse woord voor nacht is ‘Lilah’ en ‘voor nachtvrouw Lilith.

 

Lijdt men aan chronisch bloedverlies dan zou dat een tijdelijke ‘ondergang’ kunnen betekenen. De bloedzuiger hoort thuis in het donker, in de nacht of de schaduwkant. Hij duldt geen fel licht en verrijkt zich liever met de afval­stoffen van iemand. Het zuignapje van de bloedzuiger reinigt verborgen processen en splitst a.h.w. kwade en goede stoffen, wat levensreddend kan zijn. Bloedzuivering geeft openheid en ruimte. De bloedzuiger zorgt ervoor, dat het bloed een vastenperiode doormaakt.

 
Wanneer op de juiste wijze het ijzergehalte in bloed wordt geregu­leerd, dan is de mens degene die hij van oor­sprong behoort te zijn: m e n s! Het oude in de mens wordt omgezet in een nieuwe mens en koppelt zich los van datgene, wat hij op onjuiste wijze verworven heeft. Het vam­pierachtige in de bloedzuiger trekt de nacht­kant uit de mens. Het Hebreeuwse woord voor bloedzuiger is Oloekah en betekent 'begeerte'. Dit verklaart de Bijbeltekst van Prediker 30:15. De stam van het woord Oloekah is Oloe en betekent overschot. De bloedzuiger leeft van overschot, van restanten en hij raakt er niet door verzadigd! Het zuignapje gaat tijdens het zoeken omhoog. In het Arabisch betekent 'Olaq' aankle­vend' of 'aanhanger'. Het zoeken naar een 'opgaan naar boven' schijnt voor dit beestje een dubieuze, donkere en twijfelachtige aangelegenheid te zijn, eigenlijk geen zuivere koffie. Wijsgerig gezien leven er ook mensen onder ons als ‘bloedzuigers’, de zogenaam­de donkere dubieuze randfiguren.

 

Rudolf Steiner, een belangrijk antroposoof, schreef in een van zijn talrijke boeken, dat de bloedzuigertherapie uitstekend kan werken bij bepaalde vormen van depressiviteit, bezetenheid en hysterie. In dit licht geplaatst zal het 'nachtgedeelte' als 'demonisch' aspect minder duister lijken dan de schaduwkant in de mens. We kunnen dit nog meer toelichten door de 'dagzijde' erbij te betrekken, dat het hoger Zelf in de mens symboliseert. De schaduw kan slechts bestaan wanneer er ook licht is. Het schaduwgedeelte in de mens is als de avondschemering, maar in een meer gevorderd stadium, dat wisselt de wacht van dag naar nacht. Is het al dag of wordt er in de nacht geleefd? Het zal geleidelijk in  ieder mens dag worden, mits hij zich op fysiek en psychisch vlak laat reinigen. Overheerst het daggedeelte in hem, dan houdt hij het schemerende schaduwgedeelte beter onder controle en zomede ook een juiste besturing.
 
Therapie met enzymwerking

Microchirurgen zijn vaak in staat om zeer nauwkeu­rig vingers, oren en andere ledematen of delen ervan weer aan het lichaam te bevestigen. Vaak brengen zij met bloedzuigers de gestagneerde bloedcirculatie op de plaats van de aanhechting weer op gang. Tijdens het zuigen scheidt de bloedzuiger een enzym af die de bloedsomloop weer kan herstellen.

 
De geneeskunde onttrekt de laatste decennia enzymen van bloed­zuigers voor medische doeleinden. De bloedzuiger heeft een bepaald afscheidingspro­duct en koppelt bloedcellen die aan elkaar klonteren, weer los.


Het geneesmiddel is nog in een experimenteel stadium en wordt toegepast bij behandeling van bepaalde oogziektes zoals glaucoom of groene staar. Een ander enzym dat aan de bloedzuiger ont­trokken wordt is het stofje hementine. Zowel hirudine als hementine zijn eiwitstoffen die bloedstolsels tegengaan.


Onderhoud en hygiëne

Als de hygiëne niet in acht wordt genomen, gaat de bloedzuiger voortijdig dood. Het zijn sensibe­le beestjes die goed verzorgd moeten worden. In 1980‑1984 verzorgden wij per kwartaal meer dan duizend bloedzuigers. Wij hielden ze in plastic emmers, ge­vuld met goed en kalkarm kraanwater. De deksels waren voorzien van geperforeerde gaatjes en hadden een doorsnee van 3 mm, wat voldoende lucht doorliet. In die tijd was het drinkwater in Assen voortreffelijk. Het kraanwater in Nederland is op dit mo­ment niet van de allerbeste kwaliteit. De bloedzuigers moeten verzorgd moeten in bron- of kalk­arm water. Ze hebben dagelijks vers water no­dig. De beestjes hebben een grote vrijheidsdrang. Hun verblijf moet een vertoeven zijn in een donkere koele en rustige plaats. Op deze wijze kunnen ze weken of maanden zonder voedsel leven, veelal om ze ‘hongerig’ te houden.

 
Bloedzuigers zijn zeer hygiënisch. Kans op besmetting is niet mogelijk. Bloedzuigers worden eenmalig gebruikt! Onderzoek heeft aangetoond dat de bloedzuiger een fijngevoelig biolo­gische mogelijkheid bezit om zijn bloed en de in hem aanwezige activerende kiemen te conserveren en onschadelijk te maken. Door de eeuwen heen is bewezen dat besmet­ting van ziekteverwekkers nooit heeft plaatsgevon­den. Over wondinfecties is niets bekend. De beestjes staan onder controle van de Duits geneeskundige veiligheidsinspectie. Bij iedere afle­vering aan arts, apotheker of therapeut is een gezondheidscertificaat noodzakelijk als goede waar­borg voor de patiënt. Daarom wordt de bloedzuiger in ziekenhuizen graag toegepast bij bepaalde operaties.

 
Bloedzuigers in de moderne geneeskunde

Omstreeks 200 na Chr. werden bloedzuigers door de reguliere geneeskunde graag toegepast en wel voorname­lijk in de chirurgiewereld. Het Dijkzigt ziekenhuis in Rotter­dam neemt al een tijdlang bloedzuigers af. De afdeling plastische chirurgie in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam is zeer te spreken over het fantastisch werk van de bloedzuiger. Zij bestel­len deze diertjes bij een speciale bloedzuigerkwekerij. Nederland zelf heeft nog geen bloedzuigerleverancier. In noodgevallen doet het AMC een beroep op de voorraad van het Dijkzigt ziekenhuis.

 
Op de afdeling plastische chirurgie van het Radboud ziekenhuis in Nijmegen wordt er ook zo nu en dan gebruik gemaakt van bloedzuigers, ook het Academisch ziekenhuis in Groningen. Voor hen is dit de normaalste zaak ter wereld. In Vietnam gebruikten de ziekenhuizen tijdens de Vietnamcrisis bloedzuigers bij oorlogsverwondingen om daarmee het genezingsproces te bevorderen. Het zijn vooral de chirurgen, die in bloedzuigers zijn geïnteresseerd. Ook in Engeland (Lister ziekenhuis te Steve­nage) hebben plastische chirurgen veel belangstelling voor bloedzuigers. Afge­knelde vingers door een draaibank of druk­pers kunnen gemakkelijk door een bloedzuiger gered worden.

 
In de bloedzuigerkwekerijen heerst er een constante temperatuur. Als voedsel krijgen ze twee keer per jaar darmen gevuld met koeienbloed, waarop de diertjes zich vasthechten. In de kwekerij in Duitsland voeden de bloedzuigers zich met specifiek biologisch afval, verwerkt tot voeding. In de kwekerijen worden strenge hygiënerichtlijnen in acht genomen. De medische bloedzuiger heeft in de afgelopen eeuwen overal ter wereld wonderen verricht voor duizenden operatiepatiënten en slachtoffers van ongevallen. De afkeer van deze beestjes is weliswaar soms groot, maar verbazingwekkend genoeg zijn ze in de moderne (natuur)ge­neeskunde helemaal ingeburgerd.

 
ZIEKTEKOSTENBESPAREND

Met de bloedzuigertherapie omzeilen we lastige en onaangename bijverschijnselen, die men in de regu­liere geneeskunde kent door chemische middelen. In zekere zin is de bloedzuigertherapie ziektekostenbe­sparend, want hierdoor bespaart men dure operaties en complicaties.

 
Techniek en het plaatsen ervan

In de praktijk neemt de behandelingskamer circa 60 minuten in beslag. Als de bloedzuiger op de gewenste plek wordt geplaatst, (precieze lokalisering is noodzakelijk), dan zal er al snel ontstuwing intreden. Een gezwollen plek neemt snel af. De bloedzuiger zal minder zuigen als de behandelde zich buitengewoon onrustig gedraagt. De beestjes worden rustig ter hand genomen. Het te behandelen lichaamsdeel mag 1 tot 2 dagen tevoren niet met zeep, parfum of een reumazalf (bijv. my­dalganzalf) bewerkt worden. Zulke stoffen dringen niet alleen diep door in de kleding, maar ook in de huid, waardoor de huidcellen op de bloedzuiger afstotend zullen uitwerken.


De therapie wordt meestal in de ochtenduren gedaan, omdat de nabloeding wel 10-12 uur kan duren. Een nabloeding in de nachtelijke uren kan zowel de patiënt als huisgenoten een onrustig gevoel geven. De patiënt neemt zelf wat theedoe­ken, rekverband of pampers mee. Per persoon worden er gemiddeld 5‑8 bloedzuigers geplaatst, afhankelijk van het fysieke gestel en probleem. Soms wordt gebruik gemaakt van een pincet zonder tandjes, een kleine laatkop, een eetle­pel, een schotel, een jampot, wat pampers, steriele thee‑ of handdoeken, wat gaas- en rekverband, celstof, bloedstelpende watten, papieren plasticonderlaag, een steriele injectienaald, alco­hol of spiritus (peper of zout). Personen met een lage bloeddruk worden voor­af behandeld met een hartversterker om de circulatie beter te doen verdelen, waarmee flauwte kan voorkomen worden.

 
Bloedzuigertherapie vereist een speciale techniek. Bloedzuigers worden nooit op grote of kleine bloedvaten ge­plaatst, altijd ernaast! Ze worden rustig op de gewenste plek geplaatst. De behandelde kijkt aanvankelijk onwennig maar belangstel­lend toe, wordt nieuwsgierig en vraagt dikwijls, wat de kop of de staart van het beestje is. De bloedzuiger zuigt zich namelijk vast met beide uiteinden om stevig op de plek te blijven en om zich af te zetten met zijn zuigspieren. We zien tijdens het zoeken, dat zijn kopje heen en weer gaat. Wil de therapeut de bloedzuiger op een precieze plek hebben, dan maakt hij gebruik van een 2 ml. spuitje. Dit spuitje snijdt hij aan één kant open, waardoor beide kanten vrijkomen. De bloedzuiger kan op deze wijze maar één richting inslaan. Hij kan zich in het spuitje niet omdraaien hoewel hij instinctmatig dit zal proberen. Een schröpfkop wil ook, maar in zo’n geval betreft het een veel groter gebied. Bijvoorbeeld op een elleboog, pols of één der kleine gewrichten. Het glas moet erg klein zijn, om de stuurrichting te kunnen manipuleren. Kort voor het gebruik worden de bloedzuigers eerst met fris water 'gewassen'. Daarna staan ze nog enige tijd in een koele rustige donkere ruimte en worden daardoor wat 'levendiger'.
 
Als de bloedzuiger slecht zuigt, wordt de procedure herhaald. Wil hij echt niet zuigen of is hij 'slap', dan wordt hij in vrij warm water gedompeld, waardoor hij 'wakker' schrikt. Is de huid van de patiënt slecht doorbloed, dan moet de plek ook eerst warm gewreven worden, waardoor een betere doorbloeding ontstaat. De therapeut mag zijn handen tevoren niet wassen met zeep, alcohol of ether. Dit zou hij op de bloedzuiger kunnen 'overge­dragen', wat het zoeken en zuigen bemoeilijkt. Wil de bloedzuiger helemaal niet zuigen, dan de locatie behandelen met warme kompressen om een betere doorbloeding te bewerkstelligen. De kans is groot dat het beestje zijn zuigplek gemakkelijk vindt. Wil het niet zuigen dan is 'geduld' een schone zaak. Soms wordt met een injectienaald in de huid van de te behandelen plek geprikt, waardoor er meestal snel een druppel bloed vrij komt. Dat maakt de bloedzuiger tevreden en hij blijft doorzuigen op deze plek. Een onvervalste huidgeur of een druppel bloed zijn de beste lokmiddelen. Een haastige of nerveuze stemming bepaalt de zuiglust. Tijdens het aanbrengen moet fel licht ver­meden worden. Als de bloedzuiger zich met bloed volzuigt is dat merk­baar aan zijn golvende ritmische bewegingen. Staakt de bloedzuiger voortijdig zijn zuigprocedure, dan wordt op die plek een nieuwe bloedzuiger geplaatst.

 
Algemene samenvatting

De arts/therapeut moet over een soort fijngevoeligheid beschikken om de bloedzuigertherapie met succes toe te passen. Veel kwalen hebben een reu­matische achtergrond en de oorspong ligt in de stofwisseling. Wanneer overtollige opeenhopingen moeilijk geloosd kunnen worden dan is deze therapie een ideale methode voor het afvoeren van de gifdepots. In hopeloze gevallen wordt in de reguliere geneeskunde verbazing­wekkend goed gereageerd op de bloedzuigertherapie. Er zijn veel therapeuti­sche effecten. Op de plaats van de ontsteking ­werkt ze ontlastend. Indien bloedzuigers in de praktijk bewaard moeten worden, dient de arts/therapeut te letten op hun levensruimte, de flora (plan­tengroei), de kwaliteit van het water en stenen, om een diervriendelijk milieu te creëren waarin de beestjes zich thuis voelen of zoals zij in de natuur leven. De bloedzuiger is bijzonder gevoelig voor de weersgesteldheid zoals onweer en drukkend weer. In zulke omstandigheden wordt zijn zuigprestatie minder. De diertjes hebben dagelijks vers en schoon bronwater nodig. Nooit leidingwater! Ze produce­ren slijmachtige deeltjes in het water, dat zijn producten van hun stofwisseling, waardoor het water troebel wordt. De bloedzuiger brengt zijn hele leven door in water, behalve in de voortplantingstijd. Dan legt hij zijn eieren in de vochtige oeveraarde. Hongerige bloedzuigers houden zich op aan de wateroppervlakte. Door geluidstrillingen gealarmeerd (net als de spin) zwemt hij op het bewegende object af. Dat bloedzui­gers sterk zijn ondervinden wij iedere keer.

 
De bloedzuiger onderzoekt zijn omgeving eerst om zich daarna te goed te doen aan bloed. Hij zuigt pas wanneer hij een goede plek gevonden heeft. Gewoonlijk laat hij niet los en blijft op de gewenste plek zuigen tot er genoeg van gezogen is. Soms laat het beestje los om toch maar elders te zuigen. De thera­peut is hierop bedacht, want de bloedzuigers kunnen alsnog op grotere bloedvaten of varicen 'toehappen'. Zulke gebiedjes worden van te voren afgeplakt. De bloedzuiger mag nooit met geweld van de zuigplek worden afgetrokken. Het gemaakte wondje zou kunnen ontsteken. Gewoonlijk valt hij er vanzelf af. Ook kruipen bloedzuigers graag in hoekjes, tussen tenen of vingers, of vlak naast elkaar bij de bijt­plek. Na het plaatsen van de bloedzuigers hoeft de therapeut er niet constant bij te zijn. Mocht een bloedzuiger 'vol zijn', dan kan de patiënt of de begeleid(st)er het beestje eventueel zelf opvangen en in de bijgevoegde afvalpot doen.


Bij het zuigen kan men af en toe wat steken of een branderig gevoel opmerken. Hoe kleiner de bloedzuiger, hoe fijner deze soms kan steken. De huid mag voor de therapie niet met bijtende stoffen of desinfecterende middelen behandeld worden, ook niet met cosmetica. De bloedzuigers worden na het consult vernietigd. Het nabloeden kan circa tien tot twaalf uren duren. Daarmee moet rekening gehou­den worden. Het is doelmatig de therapie 's morgens aan te wenden zodat de procedure in de avond sneller wordt beëindigd. Anders zou verstoring van de nachtrust de familieleden onrust aandoen. Dit dient vermeden te worden. Bloedstillend in verband met de voorbereiding zijn een azijnomslag, claude watten of een lapisstift. De stift kan enkele millimeters in de wond gedrukt worden en strak verbonden. Verder helpen drukverband en ijzer­chloride watten. Dit laatste gebruikt men slechts in noodgevallen. De dag erop kan men gewoon weer aan het werk. 

 
Veel vraag naar bloedzuigers

In de (natuur)geneeskunde is er regelmatig vraag naar medicinale bloedzuigers. De therapievorm wordt op traditionele wijze toegepast. Lange tijd was de bloedzuiger in vergetelheid geraakt omdat de methode bewerkelijk leek. Al in 1850 paste men haar toe en met veel succes bij diverse kwalen, waar anders penicilline gegeven zou zijn. Chemie in die tijd was onbekend; men was meer aangewezen op Moeder Natuur. De bloedzuiger voldeed precies aan de verwachting, vooral bij acute en chronische ontstekin­gen. Een goede geneesheer kon zich in die tijd aardig redden met plantaardi­ge middelen. In Nederland zijn een aantal ziekenhuizen bekend met deze 'vervlogen' middeleeuwse thera­pie. Men past haar nu vooral toe bij slecht helend weefsel en de therapie houdt geen verband met 'aderlaten'. Als het weefsel slecht is, worden een of meerdere bloedzuigers naast de wond of bij een zweer geplaatst.

 
In Nederland komt de bloedzuiger steeds minder voor in sloten. Dit vanwege de milieuvervuiling, want de bloedzuiger kan alleen maar in zuiver water gedijen! In Zuidoost-Azië, Hongarije, het voormalige Joegosla­vië, Griekenland, Frankrijk en Engeland zijn bloedzuigers in grote hoeveelhe­den in speciale vijvers gekweekt met vers bronwater voor medicinale doeleinden. Om de zes maanden krijgen de diertjes ‘jong dierlijk bloed’ om hen in leven te houden. Vanuit de kwekerijen worden ze naar diverse landen over de gehele wereld verzonden. Apothekers en doktoren verzorgen hen voor verdere toepassing, bedoeld voor het gebruik. In Duitse apothekers zijn ze meestal op voorraad. In Duitsland wordt de therapie dagelijks veel toegepast door natuur­artsen, Heilpraktikers en ziekenhuisartsen. In Nederland is er maar een enkele arts of therapeut bekend, die de bloed­zuiger tot zijn therapie rekent. In ons land en België zijn achttien soorten bekend, deze zijn voor medisch gebruik niet belangrijk. In de Oudegyptische geneeskunde, ook in de tijd van Hippocrates en Paracelcus, werd de medicinale bloedzuiger niet expliciet beschreven. Vermoedelijk is de bloedzuiger afkomstig uit Arabië, Indië, China en Zuid-Oost-Azië.

 
De bloedzuigers werden vroeger in de natuur verzameld. Later heeft men - ook in Nederland - kwekerijen opgericht. In ons land werden ze vooral gekweekt in vijvers en kuipen (Apeldoorn, Zutphen, Meppel en Haren bij Groningen). De beestjes werden aan apothekers geleverd. Een Duitse kwekerij leverde een halve eeuw geleden miljoenen bloedzuigers aan Nederland af. De Franse legerarts Broussais (1772-1838) was in zijn tijd een grote propagandist voor bloedzuigergebruik. De Franse vijvers raakten uitgeput, omdat er miljoenen bloedzuigers in de jaren 1820-1833 werden geïmporteerd. In het dorpje Hendy in de streek van Swansea (Zuid-Wales) bevindt zich de firma Biopharma. Engeland is ook gespeci­aliseerd in bloedzuigers. Het levert per maand liefst 150.000 bloedzuigers af aan ziekenhuizen en artsen over de gehele wereld. Engeland importeerde in 1824 vijf miljoen bloedzuigers. Ook Frankrijk had er aan het begin van de 19e eeuw een levendige handel ermee. De voorraad putte al gauw uit. Toen de moerassen van Hongarije in 1830 droogstonden, bleven Polen, Rusland, Turkije, Griekenland, Joegoslavië en Syrië over als voornaamste bloedzuiger­leveranciers. Trombose en aderverkalking en bepaalde vormen van kanker worden met het speeksel van de bloedzuiger bestreden.

 
Ook Havelte had in de 19e eeuw een medicinale bloedzuigerkwekerij aan de Trambaanweg 3. De woning zou er nog staan?! De bloedzuigervijver is een aantal jaren (2005) geleden verwijderd. Persoonlijk betrekken wij geen bloedzuigers uit Engeland, maar van de Firma Zaug Gmbh – c/o. dr. M. Roth – Talweg – D-35444 Biebertal 1.( www.blutegel.de) en uit Berlin. Ook Duitse apothekers verkopen bloedzuigers. Duitsland heeft een speciale kwekerij voor bloed­zuigers. Reeds 5000 jr. voor Chr. was de bloedzuigerbehande­ling een vast bestanddeel der geneeskunde. De heilzame kwaliteiten van de bloedzuiger is duizenden jaren be­kend. Tegenwoordig begint de bloedzuigertherapie meer erkenning te krijgen. In verschillende institu­ten en laboratoria worden experimenten uitgevoerd met gekweekte bloedzuigers. De bloedzuiger is in Duitsland een officieel geregistreerd geneesmiddel en staat onder toezicht van de inspectie van de volksgezondheid.

 

www.zelfbeschouwing.info

UpToDate 2022

 

besucherzähler kostenlos