De gezegelden

Openbaringen, het zevende hoofdstuk beschrijft de 144000 gezegelden uit elke stam van JAKOB:

´En ik hoorde het getal van degenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten van de kinderen van Israel.´ (Openb.7:4-8)

 

We trekken nu een vergelijking met de 12 zonen van Jakob en de 12 discipelen van Jezus naar de precieze en juiste volgorde.

 

De 12 zonen van Jakob                       De 12 discipelen van Jezus

1.      Juda                12000       <<<<->>>>           Simon Petrus

2.      Ruben             12000        <<<<->>>>          Andres, broer van Petrus

3.      Gad                12000        <<<<->>>>          Jakobus, zoon van Zebedeus

4.      Ascher            12000        <<<<->>>>          Johannes, broer van Jakobus

1.      Naftali            12000        <<<<->>>>          Filippus

2.      Menasse          12000        <<<<->>>>          Bartholomeus

3.      Simeon           12000        <<<<->>>>          Thomas

4.      Levi                12000        <<<<->>>>          Matheus

5.      Isaschar          12000        <<<<->>>>          Jakobus, zoon van Alfeus

6.      Zebulon          12000        <<<<->>>>          Thaddeus of Lebbeus

7.      Jozef               12000        <<<<->>>>          Simon van Kana

8.      Benjamin        12000        <<<<->>>>          Judas Iskarioth

                       144000

 

Ruben van Leah                                             Gen. 29:32                  (1e) Zien

Shimon van Leah                                      Gen. 29:33                  (2e) Horen

Levi van Leah                                                            Gen. 29:34                  (3e) Begeleiden

Judah van Leah                                                          Gen. 29:35                  (4e) Prijzen

Dan van Bilhah (Rachel)                                Gen. 30:6                    (5e) Recht, Wet

Nafthali van Bilhah (Rachel)                         Gen. 30:8                    (6e) Worstelen

Gad van Zilpah (Leah)                                              Gen. 30:11                  (7e) Hoop. Geluk.

Asher van Zilpah (Leah)                                           Gen. 30:13                  (8e) Vet, Overvloed

Issachar van Leah                                          Gen. 30:18                  (9e) Loon van de Heer

Zebulon van Leah                                      Gen. 30:20                  (10e) Gave, Gift 

Josef van Rachel                                Gen.30:24                   (11e) Er kome er nog één

Benjamin van Rachel                                    Gen. 35:18                  ( 12e) Zoon van rechterzijde

                                                                                               

Jezus is in gesprek met een Farizeeer. Deze zegt tegen Jezus: ´Maar als uit de zielen van de mensen van deze aarde uiteindelijk louter goden ontstaan, waar zullen die dan ruimte hebben om zich in hun goddelijke vrijheid, zelfstandigheid en macht te bewegen en te regeren en te heersen? Want ook een geest heeft een bepaalde ruimte en ook tijd nodig, ook al staat hij door zijn goddelijke eigenschappen boven ruimte en boven alle tijd.' ´IK zei: '0 kleingeestig en volledig verschrompeld gemoed! Zag je nog nooit een sterrenhemel? Weet je nog niet wat deze sterren zijn die in zo'n groot aantal voor jou zichtbaar zijn?! Kijk, als er uit ieder atoom van deze aarde twaalfduizend zielen zouden ontstaan - wat zo'n enorm aantal zou opleveren dat in deze tijd ook de beste rekenaar dat niet voor mogelijk zou houden -, dan kwam er nog maar nauwelijks één ziel op een zonnewereld in de grote scheppingsruimte, laat staan op het nog veel grotere aantal aarden, die zich niet zelden met vele duizenden om een enkele zonnewereld bewegen.´ (GJE6-226:1,2)

Waarom noemt Jezus hier in dit verband 12.000 zielen?

Swedenborg schrijft in zijn boek ´De Apocalyps ontvouwd´, tweede deel, band 3, sectie 428: ´Het hoedanige van hen die in het goede zijn, gescheiden van de bozen´.  Wie zijn dan hier de ´goeden´ en de ´slechten´? Dus  allen die in de ware dingen vanuit het goede zijn, en vandaar zijn in de kerk van de Heer. Eerst wordt er gesproken over de 144000, daarna uit iedere stam van Jakob 12000.

De geestelijke dingen worden niet geteld noch gemeten, maar toch komen zij hier vanuit de geestelijke wereld of vanuit de hemel. Getallen betekenen in de hemel, dus ook in de Bijbel, de hemelse dingen. Zelfs engelen spreken onder elkaar in getallen, want getallen bevatten een reeks dingen, welke zij gesproken hadden. Swedenbrg legt dit uitvoerig uit in zijn boek: ´De hemel en de hel, sectie 263, waar men dit na kan lezen.

144000 betekent: ´zij, die in de ware dingen van het goede zijn´. Israel had 12 stammen en deze 12 betekenen in de geestelijke wereld: de kerk. Israel staat dus symbool voor het ware religieuze. 144 komt uit 12x12 en twaalf betekent ´alle dingen´ en 144000 betekent: ´alle dingen en allen´, dat wil zeggen: ´van de ware dingen vanuit het goede´.

De grote getallen zijn een opsomming uit de kleinere getallen en de kleine getallen zijn een optelling van de enkelvoudige getallen. 144000 komt dus uit 12000 met 12 vermenigvuldigd. De grote getallen ontlenen hun betekenissen uit de enkelvoudige. De laatste zijn echter aanduidend en dus bepalend als het fundamentgetal. Dat lijkt heel logisch, maar de oorsprong van deze berekening is een geheel andere.

Swedenborg schrijft dus dat de grotere getallen in hun aanduiding of betekenis hun oorsprong hebben uit de getallen 2,3,5 en 7. En dat is juist en goed. Samen vormen zij in het verborgen het getal 17, waaruit het Hebreeuwse woord TOV (9-6-2) (ons woord ´tof´ ontstaat met de betekenis GOED.

Twee (2) betekent volgens Swedenborg ´het één zijn´, van het goede. Drie (3) betekent ´het volle´ (denk aan een cirkel!), de ware dingen. Vijf betekent ´veel en iets´. Zeven betekent ´het heilige´.

Uit de 2 verrijzen de volgende getallen:                   4          8          16 

                                                                       400      800      1600

                                                                       4000    8000    16000

 

Omdat zij vanuit dit enkelvoudige door vermenigvuldiging in zichzelf verrijzen en daarna met 10 (dus 4          8            16                    ontstaat als volgt:       4+4 = 8 + 8 = 16

 

Uit de 3 verrijzen de volgende getallen:       6          12        24

                                                                       72        144      1440    144000

 

Uit de 5 verrijzen de volgende getallen:                   10        50        100

                                                                       100      1000    100000

 

Uit de 7 verrijzen de volgende getallen:       14        70        700

                                                                                              7000    70000

 

Omdat 3 het volle betekent en omdat het volle ALLES is, wordt daaraan het getal 12 ontleent , want het betekent ´alle dingen en allen´. En omdat de ware dingen vanuit het goede is ontstaat dit omdat dit oprijst vanuit de 3, vermenigvuldigd met 4.

Van de drie wordt gezegd: ´van de ware dingen´,  en van de vier wordt gezegd: ´van het goede´. Twaalf betekent daarom: ALLE DINGEN.

Iedere stam van Jakob betekent het een of ander universele (er bestaan hier dus meer van!) én de essentiele kerk. De 12000 vanuit iedere stam van Israel waren allen gezegend. Het waren zij, die opgenomen waren.

Swedenborg beschrijft het zo, dat we de getallen niet letterlijk moeten opvatten, maar veelmeer symbolisch. 12000 van één stam uit Jakob betekenen 12000 figuurlijk. Daarom betekenen alle stammen van Jakob (=Israel), dus samen de 144000: ´zij die in de ware dingen vanuit het goede zijn´.

Iedereen, waar zij ook maar op aarde zijn (Redaktie: de verstrooide Joden) symboliseren de kerk van de Heer en maken deze kerk, zijn deze kerk. Want schrijft Swedenborg: ´Waar immers zijn nu die stammen en waar waren zij toen dit door Johannes werd beschreven? Zijn zij niet over een groot deel van het aarderijk verstrooid. Aan niemand is het bekend, waar zij zijn, uitgezonderd de stam van Juda

Toch wordt daarvan gezegd dat zij geregeerd moeten worden zodat zij door de Heer worden binnengeleid in de hemel en met Hem zijn.  Bekend is dat ELF van de genoemde stammen uit het land Kanaan waren verbannen vanwege de afgoderijen en andere gruwelen. Zo ook met de Joodse natie. Daarom moet onder de stammen van Jakob geen stammen worden verstaan en dat er onder 12000 niet (letterlijk) verstaan wordt de 12000. Wat dan wel? Allen die in de ware dingen vanuit het goede zijn. Allen die van de kerk van de Heer zijn. (Redactie: Dat kunnen ook wij zijn, de geestesvrienden van Lorber, dat kunnen kerken zijn, die met de Heer verbonden, dat kunnen de broeders en zusters uit de Islam zijn, die ook met ALLAH (= de Heer) verbonden zijn.)

Elke stam van Jakob of Israel staat op zichzelf met een karakteristieke universele betekenis. Er zijn oneindige verscheidenheden van de goede dingen en daaruit de ware dingen. De algehele hemel is geordend naar karakteristieke aandoeningen. Het  getal 144000 is het getal 12000 met 12 vermenigvuldigd.  Alle ware dingen vanuit het goede betekent dus ten aanzien van de geslachten en de soorten daarvan als gehele samenvatting.

In de Bijbel wordt herhaaldelijk gesproken over de maten in getallen. (Openb.21:17): ´En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, [naar] de maat eens mensen, welke des engels was.´ De maat van de muur is 144 ellen en de muur heeft 12 fundamenten en op de 12 poorten staan de 12 namen geschreven van de 12 stammen en op de 12 fundamenten de 12 namen van de apostelen. De fundamenten bestonden uit 12 kostbare stenen. ´En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de [namen] der twaalf geslachten der kinderen Israels´. (Openb.21:12) ´En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams.´ (Openb.21:14 e.v.)

 

In Openbaring 21:16 wordt gesproken over het hemelse Jeruzalem. De stad lag vierhoekig en haar lengte is zo groot als de breedte; en hij mat de stad met een rietstok op 12000 stadien, de lengte, de breedte en de hoogte waren even gelijk.

 

Omdat er een uitbeeldende kerk moest worden ingesteld werd door de Heer voorzien dat Jakob 12 zonen kreeg. NUM.1:44:´Dezen zijn de getelden, welke Mozes geteld heeft,

en Aaron, en de oversten van Israel; twaalf mannen waren zij, elk over het huis zijner vaderen

 

Twaalf vorsten van Israel waren tot in de INWIJDING van het altaar. Zo werden er ook 12 mannen uitgezonden om het land Kanaan uit te vorsen. (Kanaan betekent hier de kerk). In de Bijbel wordt zo vaak in menig samenhang over de 12 geschreven. Elke stam van Israel symboliseert een aanduiding. Zo hier bijvoorbeeld Juda: ´De liefde tot de Heer!´

 

Allen die worden aangeduid met de 12000 vanuit iedere stam of met de 144000 GEZEGELDEN op de voorhoofden. Dat zijn diegenen die de Heer erkennen en Hem liefhebben. De uitbeelding van de hemel valt volgens de orde waarin de 12 stammen worden genoemd. De Heer liefhebben is niet Hem liefhebben naar de persoon maar leven volgens Zijn leer.

 

Johannes de evangelist schrijft: ´In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader [ben], en gij in Mij, en Ik in u. Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren. Judas, niet de Iskariot, zeide tot Hem: Heere, wat is het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, en niet aan de wereld? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken. Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft. (Joh.14:20,21,23,24)

 

Nog iets over de laatste stam van Israel. (Het voert te ver alle stammen apart te beschrijven).Benjamin betekent in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal: ´zoon van de rechterhand´. Hij was geboren in Bethlehem. (Het ware wordt hier verbonden met het goede in het natuurlijke!) (Gen.35:16-19). Naast Jezus en Benjamin, was ook David in Bethlehem geboren. (1Sam.17:12, Micha 5:1)

 

UpToDate 2024-2025