De Geboorte van
Jezus
Het
gebeurde echter op het moment dat keizer Augustus het bevel gaf dat de hele
wereld zou worden gewaardeerd. En die schatting was de allereerste en gebeurde op
het moment dat Cyrenius een gouverneur was in Syrië.
En iedereen ging dat hij gewaardeerd kon worden, iedereen in zijn stad. Toen
vertrok Jozef ook vanuit Galilea, vanuit de stad
Nazareth, naar het Joodse land van de stad David, dat Bethlehem wordt genoemd,
omdat hij uit het huis en de families van David was, zodat hij zou worden
gewaardeerd met Maria, zijn vertrouwde vrouw ze was zwanger.
En
het geschiedde toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren
zou, en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde
Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg. En er waren
herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts
de wacht hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des Heren bij hen en
de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. En
de engel zei tot hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote
blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland geboren,
namelijk Christus, de Heer, in de stad van David. En dit zij u het teken: Gij
zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe. En
plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde
zeggende: "Ere zij God in den hoge en vrede op aarde en bij de mensen een
welbehagen!" Luc. 2, 1-14:
De
Heer: Dit hoofdstuk gaat over Mijn geboorte, een feest dat u ieder jaar naar
kerkelijk gebruik op 25 december viert. Heel wat woorden over dit feest heb Ik u vroeger reeds
gegeven. De bijzondere gebeurtenissen, die met Mijn geboorte gepaard gingen,
weet u deels uit de geschiedenis van Mijn geboorte (Zie ook: "De jeugd van
Jezus"), en deels uit het evangelie van Mijn apostelen; en toch is er nog
veel uit deze daad van Mijn eerste zichtbare verschijning op uw aarde, dat nog
niet opgehelderd is en waarvan u de diepere betekenis in geestelijk verband nog
niet kent.
Daarom wil Ik naar aanleiding van de
tekst uit dit hoofdstuk van Lucas de verdere onthullingen aan u en aan al Mijn
toekomstige gelovige kinderen openbaren, opdat u mag zien, dat ook het kleinste
wat op Mij en op Mijn verschijning op aarde betrekking heeft, een belangrijke
betekenis heeft en zich geestelijk zal herhalen bij Mijn wederkomst op deze
kleine ster, die ook de woonplaats is van Mijn mettertijd volgroeide kinderen.
[Predikingen van de Heer, hoofdstuk 5:1,2]
Zoals eertijds door de omstandigheden
op aarde juist dat tijdstip en dat volk bestemd was om getuige te zijn van de
grote genade - en liefdesdaad, welke Ik voor u en voor de gehele geestelijke
wereld voltrok, zo zullen ook bij
Mijn tweede zichtbare verschijnen tijd en land
zo gekozen worden,
dat ze het meest geschikt voor deze slotakte zullen Zijn.
U
hebt dit feest niet voor niets "Weihnachten" genoemd. Het was een gewijde nacht
waarin Ik, omwille van u en de gehele materiële schepping, Mijzelf tot offer
van deemoed wijdde, terwijl Ik, de oneindige Heer der Schepping, een broos en
vergankelijk kleed aantrok, dat wat het uiterlijk betreft onder miljoenen
andere levende wezens op andere werelden ver achterbleef bij de hoogste oervorm
van een mensenbeeld.
Veel bewoners zijn zodanig uitgerust,
dat de mens van deze aarde slechts als een zwakke nabootsing verschijnt van wat
Ik als evenbeeld van Mijn eigen Ik in deze vorm heb gelegd. Ofschoon de op
andere werelden levende mensen de aardbewoners in veel overtreffen, zijn deze
toch in geestelijk opzicht tot grotere dingen bestemd dan zij, die in de
paradijselijke werelden en zonnen leven.
Ook al straalt voor hen een eeuwige
lente en leven zij onder gelukkige omstandigheden, Waarvan u zich geen
voorstelling kunt maken, zo ontbreekt hun toch de heldere kennis van Mijn Ik,
Mijn geestelijke schepping en Mijn Vaderliefde.
Zij zijn goed, omdat geen enkel kwaad
hen tot het tegendeel tracht te verleiden. Zij erkennen een allerhoogste Wezen
en vallen in eerbied voor Hem neer; maar geen van hen zou er aan durven denken,
dat dit hoogste Wezen één van Zijn schepselen aan Zijn Vaderborst zou willen
drukken en hem de lieflijke naam van kind geven.
Dit is slechts voorbehouden aan
diegenen, die een dergelijke positie door strijd en overwinning moeten
verwerven, opdat zij kinderen van God kunnen worden. Waar dus de vormingsschool
voor zulke kinderen gevestigd is, daar moet naast de grootst mogelijke
geestelijke verheffing ook het tegendeel, namelijk de grootst mogelijke
vernedering, ja de afval van het goede kunnen plaatsvinden. [6]
Om u te laten zien dat tussen zulke
tegenstellingen een ontwikkeling ten goede en een overwinning over alle
hindernissen mogelijk is, trok Ik het
kleed van één der nederigste, onaanzienlijkste mensengestalten aan. Ik
daalde Zelf af naar deze duistere aardbol, die wat aankleding en grootte
in Mijn schepping betreft vergeleken kan worden met de plaats van een infusiediertje
tussen alle schoonheden en wonderen van uw Aarde.
Zoals echter in Mijn gehele schepping
alles met dezelfde zorgvuldigheid gemaakt is, en het laatste infusiediertje in
zijn vorm net zo volmaakt gebouwd is als de mens als heer der aarde, zo laat
Mijn scheppingsprincipe, dat door alle trappen van het geschapene heen loopt, u
zien, dat Ik juist in het kleinste het grootste ben en juist in het kleinste
als machtige Schepper en Heer aanwezig ben.
Dat
was de reden waarom Ik één van de kleinste hemellichamen uitkoos om daar Mijn volle grootte te tonen,
doordat Ik aan Mijn geestes- en zielenwereld bewees,
dat juist alleen in het kleinste het grootste mogelijk is en in de grootste
vernedering de grootste heerlijkheid is te verkrijgen, ja dat juist diegene die
alles weggeeft, waardig is om alles te bezitten.
Zo vond Mijn geboorte niet plaats in
een paleis of bij mensen uit hogere kringen, maar in een nederige positie. Toch
moest in al de omstandigheden die daar plaatsvonden het hoge, geestelijke van
Mijn geboorte aangetoond worden.
Zo was het voorbeschikt, dat de
volkstelling door Herodes opgelegd werd en Ik niet in
een door mensen gebouwd huis het levenslicht aanschouwde, maar in Mijn huis, hetgeen betekent onder de vrije hemel in een grot.
Keizers en koningen waren geen getuige
van Mijn geboorte, zelfs geen gewone mensen, maar slechts dieren, - schepselen,
die onbedorven dat waren, waartoe Ik ze heb geschapen.
De volkstelling moest er toe
bijdragen, dat Maria zich opmaakte om naar Bethlehem te gaan om dat te
volbrengen, wat de Koning van heel de schepping tot eer zou strekken.
Miljoenen hoge geesten zongen Mij het
loflied toe: "Ere zij God in den hoge en vrede aan de mensen op
aarde!" Deze en de dieren, zoals zij uit Mijn hand zijn voortgekomen,
waren bij Mijn geboorte aanwezig. Zulke getuigen pasten bij Mij, de in doeken
gewikkelde Heer der heerscharen.
Door de volkstelling kon Mijn geboorte
niet onopgemerkt blijven. Ook moest juist de wrede Herodes
als stadhouder en viervorst in Jeruzalem heersen om Mijn verdere opvoeding en
latere levensloop te bemoeilijken. Door de overwinning op al deze moeilijkheden
moest bewezen worden, dat hoewel Ik Mij in de nederigste positie geplaatst had,
Ik ten aanschouwe van de hele geesteswereld Mijn
opgave toch ten uitvoer zou brengen, namelijk: behalve het ten voorbeeld stellen van deemoed en zelfverloochening, uit
deze kleine aarde een opleidingsschool te maken voor Mijn kinderen, die mettertijd
bestemd zijn om voor de op de andere sterren en zonnen levende schepselen het
beeld van de grote Geest en Schepper van heel de zichtbare natuur te veranderen
in dat van een liefhebbende Vader.
Wat
Ik aeonen van tijdruimtes geleden besloot en meer dan
duizend jaar geleden ben begonnen, dat nadert nu zijn voleinding. Mijn geloofsleer, Mijn Woord, dat met geen betere
verwisseld kan worden - al peinzen en denken de mensen nog zo veel - Mijn
liefdeleer moet tot algemene geldigheid geraken.
De
liefde alleen moet regeren en alle hartstochten van het menselijke hart, die
alleen maar door Mij hierin gelegd werden om door strijd tegen hen de liefde te
verdienen en te verwerven, al deze hartstochten van het menselijke hart moeten
beheerst aan de voet van het altaar der liefde liggen. Haat, wraak, trots en
hoe ze allemaal ook mogen heten, deze machtige driften van het kwaad in de mens
moeten allen tot zwijgen gebracht worden.
Het kruis, waaraan Ik eens
vastgenageld om vergeving bad voor de verdwaalde mensheid, moet als symbool van
verzoening door iedereen geliefd, geëerd en in geval van beproeving zelfs
gedragen worden als herinnering aan de weg die Ik heb gewezen en die alleen de
mensen naar geestelijke hoogte kan voeren.
Zoals tegen het einde van Mijn levenswandel
op aarde de omstandigheden Mij schijnbaar tegenwerkten, Mijn ondergang en dood
leken te veroorzaken en toch door de opstanding uit de materie en de terugkeer
naar Mijn geestelijk rijk Mijn grootste triomf moesten bewerken, nemen ogenschijnlijk ook nu de ongelukken
en de voortekenen van angstwekkende catastrofes bij de mensen toe. De mens
zal daaruit als een Phoenix uit de tot as verbrande
wereldlijke opvattingen en vooroordelen ongedeerd als geestelijk product van
Zijn Schepper, als geestelijk kind van een nog hogere geestelijke Vader
tevoorschijn komen.
Daarin schuilt het doel van alles,
daarheen drijft de gehele mensheid als een stuurloos schip. Alle kunstmatige
omheiningen die het menselijk verstand als een ijzeren harnas rondom het voor
de liefde kloppende hart opgetrokken heeft, moeten stuk gebroken en vernietigd worden, zoals de barrières van
afkomst, rang en oppervlakkig weten. De mens moet ophouden met het verstand te
denken en met het hart leren voelen. Het warme vuur van de liefde moet in
de eerste plaats zijn hele ziel verwarmd hebben, pas dan kan de wijsheid, als
een regelende drijfveer de liefde indammen en de mensheid alles laten voelen,
waarmee Ik ze heb uitgerust en waartoe Ik ze zo en niet anders heb geschapen.
Zo dikwijls Ik als Christus op de
wereld Mijn Vader in de hemel aanriep, was
het steeds de wijsheid, die de liefde aanriep om door deze gebeden haar
onbegrensd werken te beteugelen. Zoals wijsheid en liefde slechts in combinatie
met elkaar kunnen bestaan, evenzo was Ik als Christus met Mijn Vader, die de
Liefde is, in alleen maar in de eenheid
verbonden, waardoor Ik kon zeggen: "Niemand kent Mij dan de Vader in de
hemel en Ik alleen ken Hem!" of "Ik ga heen tot de Vader!" enz... Daarmee wilde Ik zeggen: De gehele wereld is
geschapen uit liefde; maar de wijsheid heeft haar voorwaarden geregeld. De
Liefde schiep, de Wijsheid houdt in stand.
De Liefde als "Vader"
richtte het hoogste symbool van reinheid op en Ik, de Wijsheid als
"Zoon" bewees haar door de daad. En als liefde en wijsheid alleen
verenigd, het gehele Ik van Mijn Wezen uitmaken en daar in het meest volkomen
evenbeeld bestaan, zo moet ook de mens als afstammeling van Mij de uitdrukking
van liefde en wijsheid worden. Hij moet in de eerste plaats liefhebben en daarna
leren wijs te zijn om Mij, Mijn schepping en zijn taak volledig te erkennen en
te begrijpen.
Daarheen richt zich Mijn doel met u,
en alle gebeurtenissen sporen u daartoe aan, om de wedergeboorte van uw Jezus
in uw innerlijk tot stand te brengen. Hij wil u daarheen als uiting van
wijsheid en liefde willen leiden en begeleiden, tot binnenkort deze Schepper
van al het zichtbare, de Heer der heerscharen, als Vader (Liefde) gepaard
gaande met de Zoon (Wijsheid), in persoon wederom zichtbaar de aarde zal betreden
en voor de tweede en laatste maal kan uitspreken, wat Hij aan het kruis meer
dan duizend jaar geleden heeft uitgeroepen, namelijk: "Het is volbracht, -
het is volbracht, het grote werk der verzoening!"
Ik heb Mijn geesten laten zien hoe het
voor hun onmogelijke, mogelijk is geworden. Ik ben als voorbeeld voorgegaan en
heb nu Mijn schepselen op deze kleine aarde tot grote burgers van Mijn
oneindige rijk, tot Mijn enige kinderen gemaakt.
Het is volbracht, hetgeen Ik eertijds
in de wieg in een grot bij Bethlehem als onmondig kind ben begonnen, wat daar
wel door miljoenen engelengeesten werd bezongen, maar door de mensen niet
begrepen, hoogstens door enkelen vaag vermoed werd.
Ik heb het werk van verzoening, liefde
en vergeving volbracht. De wereld is
gereinigd van al het vuil van eigenbelang en ook al verwoesten kwellingen en
ongelukken het lichaam van de mensen, - de geest en zielenmens kunnen zij niet
deren.
Deze staat hoogverheven boven de
puinhopen van de wereld, zijn armen uitstrekkend naar de goddelijke Redder, die
- wals eenmaal daar - allen zal toeroepen: Kom tot Mij, gij allen die beladen zijt, opdat Ik uw last afneem en u verkwik! Kom hier, gij
strijders voor liefde en wijsheid, aan u zij de kroon des levens, voor u zijn
de versperringen naar de geestelijke wereld opgeheven, opdat u mag zien hoe de
engelenscharen wederom jubelen en lofliederen zingen voor de Heer, de Vader,
met dezelfde woorden als toen: "Ere zij God in de hoge en vrede voor de
mensen op aarde!" Want Hij kwam in Zijn eigendom en Zijn kinderen hebben
Hem niet herkend. Amen. [Predikingen van de Heer,
hoofdstuk 5.]
UpToDate 2023-2024