In welk jaar het Kind Jezus werd geboren!
Inderdaad
is het zo, dat er in de Openbaring van Jovian een Duitse
vertalingsafschrift gevonden is met een
origineel Syro-Aramees geschreven apocalypse.
De
tijdperiode van het ontstaan van dit concept vinden we in de tekst zelf terug
met een exacte datum, ze valt op de 28e
mei in het 837e Romeinse jaar [volgens het ontstaan van de stad
Rome], op welke gebeurtenis de begintijdrekening van het Romeinse wereldrijk
zich herleid.] - [Gerd Kujoth]
Het Romeinse jaar 837 zou dan
corresponderen met ons christelijk jaar 84. n. Chr. volgens de toen
geldende reguliere juliaanse tijdrekening. Nu kun je rekenen: onze
huidige tijdrekening is eigenlijk foutief, omdat Jezus volgens de Romeinse
geschriften geboren werd in 4151 n. Adam, en volgens Josephus valt dat in het
Romeinse jaar 746-747. [Jezus werd overigens geboren in de grot van Rachel, kort voor voor
Bethlehem!]
Jovian schreef [volgens Gerd Kujoth]:
‚in het derde jaar van mijn verbanning, - de Romeinen schreven het jaar
837 [in het derde jaar van de keizer Domitian), - op een achtentwingste dag van de maand Maius [28 mei] op de dag des Heren,
- was ik alleen op de rotsen en in de geest bij Hem, want het was de vierenvijftigste gedenkdag van Zijn glorierijke
Hemelvaart.
Een
kleine berekening geeft de volgende informatie:
837 min 54 = 783 min leeftijd Jezus: 33 [=33,5 leerjaren van
Jezus!] = 750 – minus 1 [vanwege het
astromische jaar 0, dat in alle berekeningen steeds wordt meegeteld!] = het
749e Romeinse jaar.
Op 5 & 6 JANUARI 6 v. Chr. [BC] was het volle Maan!
Op 7 en 8 januari was in het geboortejaar 9 v. Chr. [BC] eveneens VOLLE
MAAN. Deze data kan met meerdere astronomische en
astrologische programmatuur getest worden.
Ik heb hierbij een astronomie-
en astrologiekenner geraadpleegd, die zich daarmee tientallen jaren heeft
beziggehouden – Oene Zijda uit Nederland -, die ook eerder kort in één van onze
bulletins werd genoemd. Hij heeft mij erop gewezen – na veel recherchewerk, -
dat de volgende data wetenschappelijk ermee in verbinding geplaatst kunnen
worden en met de grootste zekerheid ook aantoonbaar is! :
Namelijk,
dat de planeet Mars op 14 februari in het 24e jaar n.
Chr. het dichtst bij de Aarde heeft gestaan! Mars stond 24 n.
Chr. ook ook leeuw van januari tot en met mei.
Bovengenoemde
datum is o.a. afgekeken uit de Eferimiden, die mij door een kundig iemand is
toegezonden. Ik ontving van dezelfde astronomiekenner ook de opposities [180 graden] van Mars tegenover de Zon. En
daar gaat het feitelijk om:
De Zon stond om 03.07 uur ’s nachts
op 10 februari 24 n. Chr. 180 graden tegenover Mars
Oene Zijda uit Groningen [Nederland] schreef:
Mars staat iedere 15,8 jaar zeven
keer opposite met de Zon. Van deze zeven keer staat hij 3 keer dicht bij de
Aarde en vier keer staat hij ver van de Aarde. Na 79 jaar begint de cyclus
weer opnieuw.
Lezers die in
deze data geïnteressseerd zijn, kunnen dit kostenloos opvragen ter eigen
inzage. Tijdens de eerste 10 jaren vóór Jezus’ geboorte, was het in 9 v. Chr.
op 7 en 8 januari volle Maan, ook op 5 januari in 6 v. Chr. De volle Maan geeft
een juiste en betrouwbare indicatie voor het geboortejaar van Jezus. De Maan en
de planeet Mars – evenals Jovian, blijven
als enige betrouwbare aanwijzingen over.
De julianische en de gregorianische kalenders verschillen precies 13 dagen
met elkaar. Zo is bijvoorbeeld 25 december volgens de jul. kalender de
feitelijke datum van 7 januari in de gregoriaanse kalender.
Filtzinger probeert de ambtelijke
tijd van Cyrenius te bewijzen. Volgens hem begon de oppermacht van Publius Sulpicius Quirinius
in Syrië in de jaren 11 v. Chr. De getuigenis over zijn ‘stadhouderschap‘ wordt
herleid naar een gevonden inscriptie in Antiochië. 2000 jaar geleden betekende
‚stadhouder‘ vorst, een zeer
hoge titel. Hij werd de ‚vorst van
Syrië‘ genoemd. Volgens Filtzinger was er zo’n
telling in 9. v. Chr.!
[JJ.01_012,03]
De Romeinse keizer Augustus liet namelijk in alle landen waarover hij regeerde
een gebod uitgaan dat alle volkeren van zijn rijk moesten worden geregistreerd
en geteld, en dat zij terwille van een juiste belastingheffing en ook voor de
rekrutering moesten worden beschreven.
Luk.2,1-14: 1. En
het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer
Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden. 2. Deze
eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrië stadhouder was. 3. En
zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
Josephus bericht over de tragische kindermoord van Herodus in zijn eigen
familie in 7 v. Chr. Hij liet namelijk zijn eigen onschuldige zonen in Sebaste
wurgen!!! [Josephus Ant. 16,11; Bell.
I,27,6]. Ook de kerkvader Tertullian
[200 n. Chr.] had al een vermoeden, dat de volkstelling in werkelijkheid onder
de stadhouder Gaius Sentius Saturninus [Cyrenius!] wird doorgevoerd, waarmee
deze dan zeer zeker tussen 9 en 7 v. Chr. had plaatsgevonden.
Alleen de Armeense kerk heeft de
geboortedatum van Jezus op 6 januari tot vandaag toe aangehouden, terwijl de
‘wereld’ op deze datum alleen maar het bezoek van de ‘drie koningen’ bij het
Jezuskind vieren. Het vieren van Jezus’ geboorte op 6 of 7 januari door de
orthodoxe kerken heeft te maken met het feit, dat 25-12 [julianische kalender]
overeenkomt met 7-1. [gregoriaanse kalender]
Beide kalenders verschuiven zich jegens elkaar van 3 dagen in 400 jaar.
Mat andere woorden, de oostelijke kerken vieren de geboorte van Jezus doorgaans
op 25 december, maar niet volgens de gregorianische kalender, maar naar de
julianische kalender!!!
Samenvattend: gezien het feit, dat
er maar enkele mogelijkheden zijn, om de volle Maan ten tijde bij de geboorte
van Jezus in 5 tot 9 v. Chr. op 5,6, 7 en 8 januari te traceren en dat de
planeet Mars zeer dicht bij de Aarde stond, die in 24 n. Chr. zichtbaar was en
erg dicht bij de Aarde stond, kunnen we herleiden, dat Jezus wellicht in 25 n. Chr. gestorven is. [en dan
spreekt het geboortejaar voor zich!] -
De hypothese en met feiten [zoals het thema Jovian!] door Gerd Kujoth
aangedragen, vind ik overigens ook zeer duidelijk en zeer acceptabel; [behalve Mars!] dat heeft ertoe
geleid om met nog meer feiten voor de dag te komen. G. Wordt vervolgd!
Werkelijke geboortejaar van Jezus
achterhaald?
Een bevriende
Jakob-Lorber-Groep uit een duitstalig land en zij wezen ons op de volgende
tekst in verband met het ware geboortejaar van Jezus. We moesten vooral het derde hoofdstuk van ‘Hemelse
Geschenken’ [blz.398:3] lezen en dat als volgt is te verstaan:
‘De Romeinen waren
dus in het bezit van alle mogelijke joodse evangeliën evenals van de oude
joodse geschriften en ook van de evangelisten van de heidenen, en stelden toen
bepaalde geleerde kerkvaders aan, die de hoofdfabrikanten van de Roomse
dogma’s waren, die vaak regelrecht in
tegenspraak waren met de Griekse evangeliën, - en wel des te gemakkelijker en
des te meer, omdat de Roomse opperherder niets naarstigers te doen had dan zijn
missionarissen ook naar de Grieken te sturen, wat na 300 jaar na Mij onder de gelovigen zo’n verwarring had doen
ontstaan, dat veel van de Grieken weer de heidense altaren en tempels begonnen
op te richten en daarin de godin Minerva, de god Apollo, Jupiter en Ceres hun
offers te brengen’.
Wat betekent het
citaat van Jezus: ‘300 jaar na Mij?’ 300 jaar na de
hemelvaart van Jezus. Maar wanneer was deze hemelvaart? Op de keeper beschouwt kunnen we hier geen
historisch jaar van Jezus achterhalen. Maar kijken we naar de originele Duitse
tekst, dan staat er bij Lorber achter 300 ook ‘[325] jaar na Mij’. Deze originele zin is uiterst belangrijk. (De Nederlandse vertaling vergat blijkbaar
het getal 325 tussen twee haakjes
erbij te plaatsen]. Dit jaartal bepaalt natuurlijk de gehele alinea. Want
tussen 300 en 325 en gerekend vanaf de officiële christelijke telling 0-1 n.
Chr. rekenen we met 25 jaren.
Dat wil niet zeggen dat Jezus in het eerste jaar van de reguliere telling
geboren is. Vroeger heeft men de feitelijke telling van het ware geboortejaar
van Jezus niet meegeteld. We weten dat
Jezus 33 jaar oud geworden is en ook nog bijna een half jaar [vijf maanden!]
extra Zijn leer heeft gepredikt in Palestina, en dat Hij in Zijn 34e
jaar is gekruisigd. Het verschil tussen 25 en 34 zijn 9 jaren!
Dan moet Jezus
toch wel geboren zijn in 9 v. Chr. en rekening houdend met het historische [9
v. Chr.] jaar van Jezus, hebben we het een en ander natuurlijk ook gecheckt.
Om zeker van de
zaak te zijn vroeg ik de Jakob-Lorber-Uitgeverij [D-74321 Bietigheim-Bissingen] in Duitsland of Lorber zelf de 325 tussen twee haakjes
heeft geplaatst, waarop ik het antwoord kreeg: ‘Die Angaben
in Klammern in diesem Text aus dem Jahr 1864 stammen vom Herausgeber. Die Jahreszahl in Klammern in Vers 3 - (325) - wurde aus
den "Supplementen" übernommen, dem früheren Anhang in GEJ Bd. 11, und
bezieht sich auf das Konzil von Nicäa, das 325 n. Chr. von Kaiser Konstantin
einberufen wurde, und von dem im weiteren Text in Vers 4 die Rede ist. Die Klammer war also schon damals
unterstützend zu der Angabe 300 gemeint, nicht etwa als Korrektur. Hier wordt dus duidelijk een bevestiging gegeven, dat de
uitgeverij dat destijds wist van Jakob Lorber [1864] en dat ook bevestigde.
In het jaar 22
n. Chr. in de late nazomer van Zijn
eerste leerjaar zei Jezus de val van Jeruzalem aan. HIJ zei letterlijk: ‘In 44
jaar en nog wat daarover heen [enkele jaren in verband met de wilsvrijheid van
de mensen!] zal de vernietiging van Jeruzalem plaatsvinden. [GJE4-251:10].
Tellen we 22 jaar en nog wat jaren erbij: 22 plus 44 = 67 [nog geen 70!!! n.
Chr.] Elders heeft de Heer in Jakob Lorber op diverse plaatsen aangegeven, dat dit kan schommelen tussen 44 en
uiterlijk tot 50 jaar. Daarom klopt dit precies. [Anderen geven de
leerjaren van Jezus 3 jaren later aan en hanteren de resterende 4 jaren met
‘maanden’ [5-6 maanden], waarbij men ook op 70 jaar n. Chr. komt. [GJE7-173:8]
Zinka [een leerling van Jezus] voorspelde en berekende 40
jaar vanaf het tijdstip, [22 n. Chr.], de complete val van Jeruzalem.: ‘Volgens mijn
berekening en volgens de berekening van Johannes zullen zij, gerekend vanaf nu,
binnen veertig jaar helemaal rijp zijn
voor de vernietiging, en u zult dan geheel Judea en geheel Jeruzalem
opnieuw moeten veroveren en hun broeinesten grondig moeten verwoesten. Maar
vóór die tijd zal er gewapenderhand weinig of niets tegen hen ondernomen kunnen
worden, behalve dat wat ik u voorheen heb aangeraden...’ GJE4:17:13 [22+40 = 62]
Hier ontbreken nog 8 jaren, maar
de Heer heeft het zo beschikt, ook vanwege de
vrije wil van de mens, om nog een aantal jaren te wachten, totdat de maat vol
is. En zoals later blijkt, was dit dus een voorspelling van Zinka en Johannes.
De Heer Zelf heeft dus in het verloop van Zijn driejarige missie die veertig
jaar! enigszins gecorrigeerd. Dit alles was dus afhankelijk van het gedrag van
de joden.
De oude Romein
Marcus sprak ook over het lot van Jeruzalem en vanKanaan, vermoedelijk in het
jaar 22 n. Chr. … Hij zei: Vóór er veertig
zomers om zijn, zal Rome de zeer betreurenswaardige eer hebben, Kanaän en
het andere Azië voor de tweede keer van a tot z te moeten veroveren! Dat is
mijn mening, die ik nu erg belangrijk vind, omdat ik de omstandigheden binnen
de tempel heel precies ken, en ze daarom ook erg verafschuw.’
In het 10e deel van de GJE komt de herhaalde
bevestiging van de duidelijke verklaring van Jezus door Hemzelf naar voren!
GJE10-148:7 en 50 jaar zou de langste periode geweest zijn!
Jezus zegt: ‘Als Jeruzalem in zijn slechtheid blijft volharden en daarin
alleen maar toeneemt, in plaats van minder te worden, zullen er van nu af aan [24 n. Chr.] gerekend geen volle vijftig jaar
meer verstrijken voor het Jeruzalem en het hele land nog slechter zal
vergaan, dan vroeger Sodom en Gomorra.' [GJE10-148:7] 46 jaar + 24 jaar n. Chr. geven 70 jaar!
GJE6-153:5, Jezus: ‘Het blijft afwachten of iemand
zich zal bekeren en zal verbeteren! Daarna zal een andere periode van ellende
worden toegestaan! Dan zijn er profeten die met machtige stemmen spreken om te
proberen de geestelijke doden op te wekken!’ ‘Deze
stad en de tempel zullen op z'n hoogst
binnen vijftig jaar zodanig worden vernietigd dat men helemaal niet meer
zal weten waar de tempel heeft gestaan; dat zal echter gebeuren door de
uiterlijke kracht van de Romeinen.’ (Dit zei Jezus in 23 n. Chr. [23+47=70] en
hier laat Jezus de mensen nog een vrije keuze in hun eigen handelwijze toe!)
Na een lange, erg
lange speurtocht van wel meer dan 6 jaar, hebben we uiteindelijk hier het
beslissende geboortejaar en kruisjaar van Jezus kunnen traceren, nota bene
genoemd in de unieke prachtige Werken van Jakob Lorber. Daarover bestaat geen
twijfel meer. We weten nu ook, dat de Wederkomst van Jezus niet meer zo lang op
zich kan laten wachten, hoogstens tot voor het voorjaar van 2025. Tot die
periode zullen we nog veel te doorstaan hebben.
Jezus is op een
ZONDAG geboren en niet op een gewone door-de-weekse-dag. Hij werd besneden op
een SABBATdag [voor ons is dat op een zaterdag!] Waarom accentueren wij
hier de ZONDAG? Jezus is onze geestelijke Zon. Swedenborg, een van de grootste ‘ingewijden in onze geschiedenis, was ook op een zondag
geboren.
De Romeinse
commissie van de volkstelling zetelde ten tijde van de geboorte van Jezus in
BETHLEHEM volgens Lukas en de ‘Jeugd van Jezus’, hoofdstuk 12:3,4. Dit was ten
tijde van Cyrenius, de vicekeizer over geheel Azië en Afrika. Keizer Augustus
heeft in 745 [9. v. Chr.] een EERSTE volkstelling gedaan. [Lucas 2:2]. Dat
Cyrenius een veel hogere rang had bevestigt Ethelbert Stauffer, dat Jakob
Lorber ook beschrijft. Een tweede telling heeft zelfs 14 jaar later
plaatsgevonden. Jakob Lorber beschrijft deze tweede telling niet, maar wel over
een eerste TELLING. De eerste volkstelling vond plaats toen Quirinius het
bewind over Syrië voerde. In dat geval zou het Griekse woord protoV, vertaald zijn als
'eerste'
Waarom begon de
leertijd in het jaar 22 n. Chr. volgens de
wereldse berekening? De leeftijd
van Jezus was aan het begin van Zijn onderwijsactiviteit met 30 jaar. Eigenlijk volgens Zijn eigen verklaring al op
29-jarige leeftijd, en bijna 30 jaar
oud. Dat zou kunnen betekenen dat het voortraject al in herfst/winter 21
begonnen was! Zijn fysieke geboorte op een door Hem [Zijn Goddelijkheid]
bepaalde datum stond natuurlijk al lang van tevoren vast. Het was een kosmische
gebeurtenis van de hoogste goddelijke categorie. De latere vernietiging van
Jeruzalem was een fluctuerende datum, afhankelijk van de geestelijke toestand
van de joden en de mogelijkheid van bekering!!!
Jezus bevestigt
het begin van Zijn leertijd in 22 n. Chr. door een exact jaartal te geven. In
de nazomer van zijn eerste leerjaar voorspelde hij de vernietiging van
Jeruzalem in 44 jaar en wat meer [een aantal jaren] volgens GJE4-251:10. [22+48
jaar = 70]
Volgens Epiphanius
[deze leefde in de 4e eeuw na Jezus] werd Jezus op 6 januari
geboren. Maar bij de joden geldt de dag van zonsopgang tot zonsondergang of van
18.00 uur tot 0600 uur. Voor de joden is Jezus dus op de 7e geboren
van de maand januari ná 18.00 uur, omdat na 18.00 uur al de volgende dag geldt.
Dan zijn de 13 dagen na de winterzonnewende van 25 december ook te verklaren
als 6-1. Zie in dit verband Jes.7:14.
Over het
Stichtingsjaar van Rome en het daaraan gekoppelde geboortejaar van Jezus,
blijft onzeker. Jezus zou dan in de 745e Olympiade geboren moeten
zijn. Anderen zeggen in de 752e olympiade in het 42e
levensjaar van keizer Augustus. Deze begon echter te regeren in het jaar 27 v. Chr.
op 36e jarige leeftijd en in zijn 42e levensjaar vierde
hij in 2 v. Chr. zijn 25e
jarige jubileum, althans zo luidt de geschiedenis over hem. De bronnen
hierover zijn moeilijk te achterhalen of te staven.
Dat Jezus eerst in
het jaar 22 n. Chr. met Zijn missie begonnen was, zou ook te maken kunnen
hebben met de telling van het volk Israël [bij de Levieten]: Er waren 22.000
eerstgeborenen en 22.000 Levieten. Dit laat zien dat de Levieten [de priesters]
een lange weg te gaan hadden, de weg door het hele Hebreeuwse alfabet, dat uit
22 letters bestaat. De weg van de ballingschap, de jaren waarbij de patriarch
en aartsvader Jakob afwezig was van zijn zoon Izaak, en ook de jaren waarbij
Jozef afwezig was van Jakob. De verbinding was verbroken en de lange weg van
het lijden moest worden voltooid en daardoor was er een ‘verlossing’ mogelijk.
Denk aan Psalm 22 !
In deel 10 van het
GJE, hfdst. 146:1 zegt Jezus bijna 33 jaar te zijn en twee en een half jaar in
Zijn leerambt, dat nog een maand of 7 zou duren. Daarom weten we ook, dat Jezus
vóór Zijn 30e jaar Zich al had voorbereid [o.a. in de woestijn van
Bethabara] maar we weten niet hoelang deze voorbereiding precies geduurd heeft.
Wel weten we dat Jezus zeker nog 5 maanden vanaf zijn 33e jaar Zijn
volk bemiddeld heeft.
Met betrekking tot
het Paasfeest zegt Jezus, dat het feest van ongezuurde broden niet in de maand
april, of mei kon plaatsvinden, maar eerst pas in juni of hoogstens eind mei.
[Exodus, hfdst.12 en GJE1-12:7]. We weten ook ongeveer de maand van de kruisiging
van Jezus. Op 1 juni in het jaar 25 was het 99% volle maan. Dat de discipelen
‘s avonds laat nog tot bijna middernacht in de heuvelstreek van Gethsemane [827
meter] sliepen, wijst op een behaaglijke temperatuur, ofschoon het in de vroege
ochtend daar nogal fris kan zijn op een hoogte van ruim 750 meter in Jeruzalem.
Jezus is op een
vrijdag gestorven en nagenoeg circa 12222 dagen oud geworden, dat overeenkomt
met de symboliek van het kruis: TseLeB = 90-30-2 = 122.
In GJE 9-131:17
heeft Jezus het over de planeet Mars. Dit speelde zich af in 24 n. Chr.
In de herfst van
het vermoedelijke jaar 22 n. Chr. wordt Pilatus al genoemd in het GJE1-150:1-3
en GJE2-163:7. We hoeven ons niet specifiek te houden aan de historische
databeschrijvingen, zoals de wereld [o.a.: Flavius Josephus] die opgetekend
heeft. Als we ons blijven vasthouden aan de tijdsbeschrijvingen uit het verre
verleden, valt dit niet altijd volledig te rijmen met de omschrijvingen bij
Jakob Lorber. We stuiten telkens weer op
nieuwe verrassingen. Ook hoeven we
Wikipedia ‘niet altijd’ geloven, als we kijken naar de vernieuwing van de
tempel, waarmee men al in 24 v. Chr. blijkbaar begonnen was.
Niet alleen keizer
Tiberius is zo’n 10 jaar eerder begonnen met zijn regering, als we die willen
aanduiden voor zijn tijd, eveneens met de regeringsperiode van Pontius Pilatus.
[GJE1-150:3] Cyrenius heeft hem overigens kort na de kruisiging van Jezus
afgezet. [Hemelse Geschenken, deel 3]
In 23 n. Chr. zegt
Jezus in GJE7-50:3, dat het joodse volk, dat nu in duisternis wandelt, met zijn
‘daden’ haar ‘vruchten’ zal oogsten en dat namelijk tussen 40 en 50 jaar
[afhankelijk van de vrije wil] haar gericht zal ondergaan, als zij zich niet
verbetert.
Berekenen we de
volle maan in de perioden van 15 v. Chr. en 7 n. Chr. dan hebben we in de maand
januari op 10 v. Chr. [dat is 9 v. Chr.], op 7 v. Chr. [dat is 6 v. Chr.] en op 1 v. Chr. [dat is 2 v. Chr.] op 7
januari de volle maan kunnen zien. Jezus hoeft niet perse op een ‘donderdag’ of
een doordeweekse dag geboren te zijn. De ZONDAG zou hier ook het meest
opvallen. Ook vanwege een achterliggende gedachte met diepere gehalte.
De feitelijk
jaartelling van alle regeringsvorsten ten tijde van Jezus moet dus wel eerder plaatsgevonden hebben, eveneens onze huidige
jaartelling al veel eerder begonnen was. Men heeft echter achteraf en met
slechts een vermoeden de jaartelling op het jaar 0 gezet, en daarmee kwam het
officiële eerste jaar n. Chr.
Soms kan een
‘terugherleiding’ van het berekenen van een datum, zoals bij de tempelbouw van
Herodes goed uitkomen en treffend zijn, maar als het ene niet klopt, hoe kan
dan het andere wel kloppen, als het berust op ‘toeval?’ Iedereen kan een
gefundeerd verhaal op Wikipedia plaatsen en we dienen we dergelijke plaatsingen
kritisch te toetsen.
Bekende
‘kerklieden’ kunnen de data van Jezus’ kruisiging op een en hetzelfde jaar brengen, ons heeft
echter het boek van Jakob Lorber ‘Hemelse Geschenken’, deel 3, 100% ervan
overtuigd, dat de kruisiging heeft plaatsgevonden op 1 juni 25 n. Chr.
Jezus zei in 22 n.
Chr., dat Jeruzalem haar einde zou vinden over ONGEVEER 50 jaar. [50+22 is circa
70 n. Chr.]
De twaalfjarige
Jezus sprak in 3 n. Chr. in de tempel dat deze tempel over ONGEVEER 70 jaar er niet meer zal zijn. [3+70 is circa 70 n. Chr.]
Jezus noemde niet
een exacte tijdsaanduiding met betrekking tot de vrije wil van de mens en de
globale tijdruimte.
Volgens Lorber is
Jezus dus in 9 v. Chr. geboren en op 7 januari bij volle maan en Hij begon met
Zijn leerambt in 22 n. Chr. Toen was er
ook sprake van de tempelbouw [Joh.2:20] en men was er 46 jaar terug in de tijd
er al mee begonnen in 24 v. Chr.
De planeet Mars
zou op 14 februari in 24 n. Chr. het dichtst bij de Aarde gestaan hebben. Mars stond toen in het teken van leeuw
van januari tot en met mei.
In de
Swedenborgliteratuur wordt de geboortedag van Swedenborg op een ZONDAG benadrukt. Ook Jezus was, zoals
eerder geschreven, op een ZONDAG
geboren volgens de Juliaanse telling in het 4151e jaar of [wereldse
jaar 4026]. Volgens de NASA was het op 7 en 8 januari 9 v. Chr. [historische
jaar!] volle maan. Een dag erna stond de ster REGULUS conjunct met de maan, die
vrij dicht bij de aarde stond op een afstand van 3577744 km. En met een
schijnbare grootte van 33’ 23’’.
Om 23.21 uur stond
de maan toen op haar hoogste punt. http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar/
In GJE6-101:13
staat: ‘Vanaf heden zal Jeruzalem geen vijftig jaar meer bestaan! Dit werd
gezegd [in het najaar–herfst] in 24 j. n. Chr. + ca. 46 jaar is 70 n. Chr. [zie verder GJE6-153:5, GJE7-49:2 en
GJE7-81:14 [‘misschien wel binnen 50
jaar!’] en in GJE20-71:5 [‘met het
Jodendom zal het met ongeveer 50 aardse jaren afgelopen zijn!’] En 24 n.
Chr. + ca. 49 jaar = ca. 73 n. Chr., dus
enkele jaren na de val van Jeruzalem in
70 n. Chr.] Over Jeruzalem zei Jezus in 24 n. Chr. : ‘Binnen 50 jaar zal het
duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de laatste steen verwoest worden!’ Zie
ook GJE10-148:7 [Zouden we het jaar 28 n. Chr. of zelfs het jaar 32 n. Chr.
aangehouden hebben, dan zijn we al ruim meer dan binnen vijftig jaar verder,
want 28+46 = 74 of 32+46 = 78!]
In Predikingen van
de Heer staat in hoofdstuk 6:16, dat het met de verwoesting van het joodse rijk
50 jaar na Zijn heengaan zal geschieden! Dit klopt, want drie jaar na Zijn
Hemelvaart werd er een klopjacht op alle joden gehouden in Palestina! Over de
val van Jeruzalem zei de Heer in Predikingen 35:5: ‘Er waren na Mijn dood nog geen 50 jaar verstreken’. [25+45=70 n.
Chr.]
Er was een
zonsverduistering in het eerste leerjaar van Jezus in 22 n. Chr. In de ‘Jeugd
van Jezus’ heeft er ook gedurende 3 uren lang een maansverduistering
plaatsgevonden in Egypte [Ostracine] gemeten vanaf de standplaats Port Said.
[JJ-175:24, op middernacht van 04.00 uur tot 06.21 uur]: zie: http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm
De zelden geziene
oppositie van Mars-Perihel [Mars stond in 24 n. Chr. destijds in het teken van
de leeuw!] wordt in de NO door Andreas [broer van Petrus] beschreven in
GJE9-139:16-18.
Pilatus moet dan
al veel eerder procureur geweest zijn. Hij wordt genoemd in GJE1-150:3,
GJE2-163:3 [en toen was het in 22 n. Chr. al najaar, herfst!]
In de beginperiode
van het eerste leerjaar van Jezus [22 n. Chr.] zegt een jood tegen Hem in
GJE1-14:3, dat de bouw van de tempel 46 jaar geduurd heeft, en moet de bouw
hiervan zeker 24 v. Chr. mee begonnen zijn. Ook de regeringsperiode van Herodus
is op een ander tijdstip te dateren!!!
Enkele maanstanden en historische gebeurtenissen
9 v. Chr. op 30
juni vanaf 10.24 uur
17 n. Chr. op 15
febr. vanaf 09.37 uur [met complete ring]
He 5e
regeringsjaar van Tiberius moet in 12 n. Chr. geweest zijn en dientengevolge
zijn 15e regeringsjaar in 22 n. Chr.
Jezus was in 12 n. Chr. 20 jaar en op 21 juni van dat jaar was er een
zonsverduistering. [GJE7-208:1,2]
In 9 v. Chr. was
er ook zo’n zonsverduistering, ook in het eerste leerjaar van Jezus.
GJE1-84:14, GJE3-81:1,2. Hier spreekt Jezus over de hoogte van de maan boven de
aarde: 98.000 loopuren van de aarde. Dat
is de gemiddelde snelheid van bijna 4 kilometer per uur x 98.000 = ca. 387.000
km verwijderd van de aarde. Dit gebeuren speelde zich overdag af. GJE3-82:9, GJE3-97:3 en GJE3-166:5.
In ‘De Jeugd van
Jezus’, hfdst.175:24 duurde de maansverduistering 3 uur. Op 9 v. Chr. op 3 juni om 23.00 uur en op 28 november van
datzelfde jaar om 18:49 uur was er ook een maansverduistering. Het Kindje Jezus
was toen ca. twee jaar, want in hoofdstuk 175 zegt Cyrenius, dat het al weer 2
jaar geleden was, dat het Kindje hem plaagde.
Op 22 n. Chr. was
er op 4 mei om 20.07 uur een maansverduistering. Ook in GJE6 is er sprake van
een maansverduistering.
Mars de rode
planeet wordt in GJE9-139:10-18 beschreven en dit was in 23 n. Chr. Zie ook
GJE9-131:17. Dit schouwspel werd gezien in de late avond. Er was een marsoppositie in 23 n. Chr. vanaf 9 oktober tot mei in 24 n. Chr.
De mogelijke
kruisdood van Jezus kan plaatsgevonden hebben op vrijdag 1 juni 25 n. Chr. [100% volle maan] Toen Jezus gevangen
werd genomen en gebonden met touwen, struikelde Hij af en toe en viel zelfs een
keer in de droog gelegen bedding van de beek Kidron. Het was toen al een droge
zomer. In 25 n. Chr. om 10.59 uur [11.00
uur!] op 1 juni heeft er even in Jeruzalem een korte zonsverduistering
plaatsgevonden volgens de astronomie.
Jezus heeft het
over: ‘De kleine tijd der reiniging’: …‘
En nog een verdere periode is geplaatst op VIER JAREN en nog een kleine tijd
erna; dan zullen er MAANDEN komen, in welk meer gebeuren zal dan in de
voorafgaande periode van zeven eeuwen!’ [Hemelse Geschenken, deel 3, blz,
360,361] [In deze fase lijkt de mensheid
zich deels al te bevinden, bijvoorbeeld de wereldwijde benoemde [kunstmatige]
‘PLANDEMIE’ en de economische instorting! Als we uitgaan van uiterlijk 2028
minus 5 jaar (de optelsom van bovenstaande gegevens!] komen we uit tussen
2023-2025]
Als we 2020 als
ankerpunt betrachten en er 4 jaar en er nog iets bij optellen [‘een kleine
tijd’], dan komen we uit in de ‘reinigingsmaand’ februari 2025. Jezus zou in juni 25 n. Chr. gekruisigd zijn. Dat staat
eigenlijk beschreven in het boek: “Geschenken uit de Hemel”, deel 3. Dan moet
Jezus gewis in het jaar 9 v. Chr. geboren zijn. Dat zou dus betekenen dat,
gelet op de TEKENEN DES TIJDEN, het niet lang meer zal duren met een ‘gezegende
periode’ te maken krijgen, voor diegenen, die de ‘reiniging’ overleefd hebben.
Jezus zegt vaak in
de Bijbel: ‘Let op de tekenen, want daaraan zul je kunnen herkennen, hoe nabij
de wederkomst van Jezus Christus komt, MAAR VOORAF GEGAAN door een groot
gericht’. [= grote REINIGING der aarde
en de mensheid!]
Vrienden van een
Jakob-Lorber-kring uit een Duitstalig land hebben ons daarop gewezen, zoals
eerder beschreven. Want na een lange speurtocht van meer dan vijf jaar, hebben
we eindelijk het beslissende geboorte- en kruisigingjaar van Jezus kunnen
achterhalen, genoemd in de Jakob-Lorber-Werken, en daarover is beslist geen
twijfel meer. We weten nu, dat de persoonlijke wederkomst van Jezus niet meer
zo lang op zich zal laten wachten, en hoogstens tot in 2025.
We kijken even
speciaal naar het jaar 9 v. Chr. Toen de twaalfjarige Jezus in de tempel sprak:
‘Over ongeveer 70 jaar zal deze
tempel er niet meer zijn!’ Jezus was in 9 v. Chr. geboren, en dan zou Hij [als
12-jarige] dit gezegd moeten hebben 3 n. Chr. en 3 + 70 = 73. Let wel, er staat
in de tekst: ONGEVEER!
In een andere
tekstgedeelte zegt Hij: ‘Jeruzalem zou haar einde vinden over ongeveer 50 jaar’. Een
eenvoudig rekensom geeft wellicht ons de volgende informatie, want Jezus zei
dit rond 22 n. Chr.: 50 + 22 = 72. Ook hier wordt ONGEVEER benadrukt. 73 of 72 wordt globaal afgerond tot 70 jaar,
met betrekking tot de vrije wil van
de mens en de globale tijdruimte.
Volgens de evangelist Johannes lijkt het, alsof
de mededelingen van Jezus, die Hij gedurende meer dan drie jaren in Zijn
leerambt uitoefende, ook aan drie Paasvieringen moet hebben
deelgenomen. In welke periode is nog niet onderzocht. In 22 n. Chr. was er
sprake van de tempelbouw, die 46 jaar geduurd heeft, omdat 46-22 hier dan 24
v. Chr. is.
Johannes 2:20 beschrijft als het ware het
tijdstip van 22 n. Chr. en 46 jaar terug, ver voor de tijd van Jezus op Aarde.
Het begin van de wederopbouw van de tempel onder Herodus de Grote, moet
plaatsgevonden hebben in 24 v. Chr.
Anderen zeggen in 20 v. Chr. [Josephus joodse historie, 15e
boek, 14e hoofdstuk 676]
Het geboortejaar 9 v. Chr. [BC] viel
op VOLLE MAAN op 7-1.
De planeet Mars zou op 14 februari in
het 24e jaar n. Chr. het dichtst bij de Aarde hebben gestaan! Mars stond 24 n. Chr. ook in leeuw
van januari tot en met mei.
Bovengenoemde
datum is afgekeken uit de Eferimiden, die mij door een kundig iemand is
toegezonden. Van dezelfde astronomiekenner ontving ik ook de opposities [180 graden] van Mars tegenover de Zon.
Filtzinger
probeert de ambtelijke tijd van Cyrenius te bewijzen. Volgens hem begon de oppermacht van Publius Sulpicius Quirinius
in Syrië al in 11 v. Chr. De getuigenis over zijn ‘stadhouderschap‘ wordt
herleid naar een gevonden inscriptie in Antiochië. 2.000 jaar geleden betekende
‚stadhouder‘ vorst, destijds
een zeer hoge titel. Hij werd de ‚vorst van Syrië‘ genoemd. Volgens Filtzinger was er zo’n telling in 9. v. Chr.!
Het is een feit, dat er maar enkele mogelijkheden zijn,
om de volle Maan ten tijde bij de geboorte van Jezus in 5 tot 9 v. Chr. op 6,7
en 8 januari te traceren. Ook de planeet Mars die toen nogal dichtbij de Aarde
stond en in 24 n. Chr. opvallend zichtbaar was, kunnen we daaruit herleiden,
dat Jezus in 25 n. Chr. gestorven is. [En het geboortejaar spreekt dan
uiteraard voor zich!]
Jezus was, zoals eerder aangegeven, op een ZONDAG geboren volgens de Juliaanse telling en wel op dag
1718142. [Als
voorbeeld berekenden we vijf jaar
geleden – in 2017 toen het volgende:
Vóór 13-01-2017 waren er nog resterende dagen van 739625:365 =
2026-2017, dat 9 jaar verschil geeft! Vandaar weten we dat Jezus in het historische jaar 9 v. Chr. minus
1 jaar [=0-jaar] in het astronomische jaar 8 geboren
is!
Volgens de NASA,
was het op 7 en 8 januari 9 v. Chr. volle Maan. Een dag erna stond de ster
REGULUS conjunct met de Maan. De MAAN stond toen nogal dicht bij de Aarde [357744 km] en haar grootte had een
schijnbare omvang van 33‘ 23“.
Op 1 juni 25 n. Chr. was het volle Maan. Op deze datum zou de kruisiging van Jezus plaatsgevonden
kunnen hebben. De volle Maan baseert zich op het vroege Pasen van de Israëliërs
in maart/april i.v.m. de uittocht van Egypte. Het joodse Pasen werd 2.000 jaar geleden, volgens
[GJE1-6:12] echter eerst drie maanden later gevierd.
7-1-9 v. Chr. Volle Maan 99,1% en topocentr. conjunctie Regulus/Maan in leeuw/kreeft [= 9 v.
Chr.]
8-1-9 v. Chr. De
volle Maan is 357744 km. verwijderd van de aarde en
haar schijnbare grootte was 33’23” [= 9 v. Chr.]
7 januari 9 v. Chr.= Maan:
95,7% - Juliaanse dag: 1718141,5 – Maan
afstand Aarde: 358625
8 januari 9 v. Chr. = Maan: 100 % - Juliaanse dag: 1718143,2 – Maan afstand Aarde: 356919
De astronomische berekening geeft 1718142e dag aan,
geboren aan het einde v.e. dag, tussen 7 en 8 januari! Jezus is waarschijnlijk
na 21.00 uur geboren, omdat middernacht [vooral in de winter] de nacht al vanaf
21.00 uur daar begint en men de volgende dag ook al weer vroeg opstond. [Het
teken kreeft stond in oppositie tegenover de steenbok!
Een uur later is
ook mogelijk. Om 23:21 uur stond de Maan toen op haar hoogste punt; Jozef zag
de Maan opkomen!!! – d.w.z. de geboorte van het Kindje Jezus kon in ieder geval
nooit ná 23.21 uur plaatsgevonden
hebben.
http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar
www.morgenster.org [Dr. Ir. C. Noorlander] – voor een deel ook in het Duits
en Engels! [aftrek -1 jaar!]
-09 v.
Chr. = 00 jaar = geboortejaar van Jezus
+22 n. Chr. = 30
jaar Jezus begon in de lente, 40 dagen
na het vasten! [maar mogelijk verliet Hij al in december 21 n. Chr. Zijn
woonstede in Nazareth!]
+23 n. Chr. = 31
jaar
+24 n. Chr. = 32
jaar
+25 n. Chr. = 33 jaar + 177 dagen = dat is op 3 juli ! [en volle Maan op 29-6]
365 x 33 = 12045 + 177 = 12222
[Jeruzalem werd ingenomen en verwoest op 5
augustus 70 n. Chr. ]
Jezus zegt in de
NO in [GEJ.06_101,13] ‘Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde
dat het over ongeveer 2.000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het
algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van
nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in
Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig
jaar meer zal bestaan?!’ Jezus
was toen 31 jaar!, dat is in het mogelijke jaar 23 n. Chr. [23 + 47 jaar = 70 n. Chr.!] [GEJ.06_153,05], [GEJ.07_049,02]
[Opm. na de vernietiging van Jeruzalem volgden ook andere
dorpen en steden!] ‘Als de maat vol
zal zijn, zal ook met Jeruzalem gebeuren wat jullie bij het tweede teken hebben
gezien, en misschien wel binnen vijftig jaar.’ - GJE7-81:14 [Dit zei Jezus al in 23 n. Chr.]
Verder in
GJE10-71:5 ‘Zoals dat nu voor onze
ogen gebeurt met het Jodendom dat nu zonder waarheid of geloof is, waardoor het
een geweldig aas geworden is, waarmee het over
ongeveer vijftig aardse jaren afgelopen zal zijn’…[24 n. Chr. + 46
jaar! – Jezus was toen 32 jaar en 7 maanden!].
….‘Want Ik ben gekomen om deze stad schoon te
vegen, opdat die, wanneer wellicht
reeds binnen vijftig jaar het duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de
laatste steen verwoest zal worden…’ [GEJ.10_034,09] [Opm.: Jezus was toen 32 jaar en
10 maanden, dus bijna 33 jaar – eind 24
n. Chr. + 46 jaar = 70 jaar! Zijn sterftejaar was 25 n. Chr.] – zie ook
[GEJ.10_148,07 en Hemelse Geschenken, deel 3]
[Predikingen van
de Heer-006,16] ‘Daarom waren Jozef en
Maria verbaasd. Zij begrepen niet wie Diegene was, die gekomen is tot val en
opstanding van de Joden, - tot "de val": en de verwoesting van het
joodse rijk vijftig jaar na Mijn heengaan… [25 n. Chr. + 45 = 70] en in
[PH.01_035,05]: ‚Er waren na Mijn
dood nog geen vijftig jaren verstreken [duurte:
45 jaren na 25 n. Chr.] en Mijn
waarschuwing ging reeds in vervulling.’[in 70 n. Chr. in augustus] Na de val van Jeruzalem
werden alle joden vervolgd!
70-46 = 24 n. Chr. [op
een leeftijd van 32 jaar] [46 jaar = ongeveer 50 jaar!]
70-45 = 25 n. Chr. [op een leeftijd van 33 jaar] + ca. 5
mnd. = 177 dagen!
Dit in vergelijking met
het juiste kruisigingsjaar 25 n. Chr. op 33,5 jarige leeftijd!
70-46= 24 minus de 32,7 leeftijdsjaren van
Jezus = -09
70-45= 25 minus de 32,7 leeftijdsjaren van
Jezus = -08
De twaalfjarige Jezus sprak in 3. n.
Chr. in de tempel: ‘over ongeveer 70 jaar zal deze
tempel er niet meer zijn!’
Uitgaande van het geboortejaar -9 v. Chr.:
-9 v. Chr. in 3 n. Chr. op 12 jarige leeftijd
= + 3 + 67 = 70 n. Chr.
70- ca. 67 jaar = + 3 n. Chr. en opgeteld met -09 v. Chr. = 12 jaar
-9 v. Chr. +33,5
[leeftijd Jezus] = 24 n. Chr. + 5 maanden erbij = 25 n. Chr.
Wanneer was er zonsverduistering
in het eerste leerjaar van Jezus, dus in
22 n. Chr. ?
Over de
maansverduistering in Egypte [standplaats
Port Said in de buurt van Ostracine] heeft er middernacht om 03.58 uur een
maansverduistering plaatsgevonden 7 v. Chr. BC, die eindigde om 06.21 uur. Het
Kindje Jezus was toen één of twee jaar oud. Deze verduistering duurde 3 uur
lang, zoals beschreven in de Jeugd van Jezus hfdst.175:24
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm
Over de planeet Mars zei de broer van Petrus in 24 n.
Chr.: [Andreas] 'Werkelijk, Heer en Meester, het sterrenbeeld waar hij in staat
ken ik wel, het is de 'leeuw', zoals dit sterrenbeeld al van oudsher wordt
genoemd - maar de ster ken ik niet. De kleur lijkt wel op die van de planeet
Mars, zoals die door de heidenen wordt genoemd; maar de grootte komt niet met
de genoemde planeet overeen. [GEJ.09_139,16]
De Heer
antwoordde: 'En toch is het de planeet die je zojuist hebt genoemd. Dat hij dit jaar veel groter lijkt
dan gewoonlijk komt doordat hij zich nu zo dicht als maar mogelijk bij de Aarde
bevindt. De veranderlijke positie van alle planeten ten opzichte van de
Zon en ook ten opzichte van elkaar is jullie al vele keren, als dat zo uitkwam,
getoond en uitgelegd, en ook is jullie getoond dat de planeten, al naargelang
ze zich in de een of andere positie bevinden, door hun baan rond de Zon elkaar
behoorlijk kunnen naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen, en nog
begrijpen jullie dergelijke geheel natuurlijke verschijnselen niet…’
[GEJ.09_139,17]
Verder: ‘Zie, deze planeet bevindt zich om de
jullie bekend gemaakte redenen nu het dichtst bij de Aarde en ook bij de Zon,
zoals al opgemerkt werd, en hij ziet er om die reden heel wat groter uit dan
wanneer hij ver van de Aarde staat, zoals ieder voorwerp, dat dichtbij is zich
ook groter manifesteert en vertoond dan van een grotere afstand.’ [GEJ.09_139,18]
[Opmerkingen: De gebruiksaanwijzing, zoals Gerd Kujoth
ons bemiddelde, kun je vinden onder:
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm [gratis te downloaden!]
Pilatus was dus veel eerder procurator in Jeruzalem. Zowel de
historische data van Tiberius, Herodes en Pontius Pilatus moet zich 10 jaar
eerder hebben afgespeeld.
Pilatus wordt in het GJE1-150:3 en GJE2-163:2 al genoemd, toen was het
herfst van het jaar 22. (GJE1-151:1]
We gaan ervan uit dat de vernieuwing van de tempel door Herodus al in
24 v. Chr. begonnen was. Als een jood in het GJE1-14:3 zegt, dat de bouw van de
tempel 46 jaar heeft geduurd, dan was dat gezegd aan het begin van de leertijd
van Jezus in het jaar 22 en heeft het 46 jaar geduurd.
De
gehele regeringsperiode van Pontius Pilatus was van een veel vroegere datum
[zoals gezegd!], omdat hij al in het eerste leerjaar van Jezus in het jaar 22
v. Chr. daarvoor al bekend stond, om met een scherp zwaard leiding te geven.
(GEJ.01_150,03) dus ook al voor het jaar 22 dus aan het regeren was.
Cyrenius
had Pilatus al spoedig na de opstanding van Jezus afgezet en hem uit het land
gezet, dat wel kort na de kruisiging van Jezus gebeurde. (Hemelse
Geschenken-3_64.04.01.c,10-16)
Toen Jezus als
twintigjarige jongen met zijn pleegvader Jozef een driedaagse reis ondernam
naar Syrië, o.a. naar Sidon, [om een huis te bouwen!], kon dit tijdens het 5e
regeringsjaar van Tiberius geweest zijn, ongeacht de ware of juiste
jaardatering n. Chr.
Jezus was 30 jaar
in het 15e regeringsjaar van keizer Tiberius. Tien jaar daarvoor was
Hij 20 jaar dus in het 5e regeringsjaar van Tiberius. Zijn 15e
regeringsjaar viel in het jaar 22 n. Chr. en het 5e regeringsjaar in
12 n. Chr. Het volgende citaat spreekt over een zonsverduistering,
astronomisch op midzomer 21 juni:
(De Heer): 'Nu
gingen we dan ook onmiddellijk op weg naar de herberg, waar de lastdieren van
de Griek op ons wachtten. We waren daar nauwelijks aangekomen of er waren al
een heleboel nieuwsgierigen die ons lastig vielen met vragen, en de eigenaar
van de herberg, een goede bekende van Jozef, zei tegen hem: 'Vriend, ik zou
vandaag niet op reis gaan; want er is een zonsverduistering geweest
en zo'n dag gold bij de ouden als een ongeluksdag!'… [GJE7-208:1,2]
In 12 n. Chr. was er een zonsverduistering !
In het eerste
leerjaar van Jezus heeft er een zonsverduistering plaatsgevonden. Dit was echter geen natuurlijke
zonsverduistering! [GJE1-84:14]
In GJE3-65:9 wordt gesproken over het vallen van de
avond – dan volgen er vele thema’s die onderling met Jezus worden besproken
en komen we aan bij hoofdstuk 81, het moment van de astronomische lessen en de
zonsverduistering. De ochtendmaaltijd duurde wel 4 uur lang. De Heer kondigt
een zonsverduistering aan: De Heer zei toen: "Vrienden, onze
lichamelijke en geestelijke maaltijd heeft dit keer zo ongeveer vier uur
geduurd, en daarom wordt het tijd om van tafel op te staan! Wij gaan
buiten naar de zee om te kijken of daar niet iets gebeurt wat ons aller
aandacht waard is! Tevens maak Ik jullie er allemaal op opmerkzaam dat wij nu
over een halfuur een totale zonsverduistering zullen beleven. Maar laat niemand
zich daar druk over maken want het is
een heel natuurlijke gebeurtenis!’ [GEJ3-81:1-2]
[In die tijd [2.000 jaar geleden] was het gebruikelijk
een half uur voor zonsopkomst op te staan. In Tiberias [Galilea] kwam de zon
ongeveer rond een uur of zes op. Het vroege ontbijt moet dus wel 4 uur geduurd
hebben inclusief de onderlinge conversaties! [tussen 07.00-11.00 uur] en 30
minuten later zou er een natuurlijke zonsverduistering zijn.
De Heer zei hierover: ‘De maan, komend uit het westen, op een hoogte
boven de aarde van 98.000 uur gaans, [gemiddelde loopsnelheid van bijna 4 kilometer] zal als een massief,
ondoorzichtig lichaam in rechte lijn voor de zon langs gaan en daardoor
verhinderen dat het zonlicht op een deel van deze aarde terecht komt. De totale
verduistering zal maar enige ogenblikken duren, daarna zal boven de rand van de
maan direct weer de zon te zien zijn en dan wordt het gaandeweg weer lichter op
aarde. Tijdens de totale verduistering zullen jullie de mooie wintersterrenbeelden
te zien krijgen die anders in de zomer nooit te zien zijn. Ik zeg dit, om alle
dwaze vrees voor dit soort gebeurtenissen bij jullie weg te nemen en om jullie
het geheel natuurlijke daarvan te laten zien. Wees dus straks niet bang als het
verschijnsel zich zal voordoen!’ [GJE3-81:1-4] (Opmerking: dit werd
in de zomer gezien!]
RAPHAËL [als redder van de stuurlui op zee] zegt tegen de
schipperslui: ‘Vraag niet, maar kijk naar de zon, die nu weldra voor
een paar ogenblikken haar lichtglans zal verliezen! Als jullie in volle zee
geweest zouden zijn, dan zou het kwade bijgeloof van de schippersknechten
jullie tezamen met je dochter over boord in zee geworpen hebben, waarna zij je
meegenomen schatten onder elkaar verdeeld zouden hebben.
Dat voorzag onze grote, goddelijke Meester en daarom zond
Hij mij om u snel te redden. Jullie zijn nu helemaal in veiligheid, maar toch
kunnen jullie nog onaangename dingen te wachten staan, en daarom moet ik
gedurende het duistere gebeuren bij jullie op het schip blijven, omdat jullie
anders nog veel ongemak van de ruwe schippersknechten zou kunnen ondervinden.’ [GJE3-82:9] – Dit gebeuren was overdag!
In verband met deze zonsverduistering zegt Mathael tegen
zijn geliefde Helena: ‘De Joodse priesters zullen het meest onder de indruk
zijn van het verschijnsel. De totale, natuurlijke zonsverduistering van
vandaag heeft ze toch al erg aangegrepen, omdat deze mensen alles
stoffelijk opvatten. Van een innerlijke, geestelijk zin hebben zij helemaal
geen vermoeden, omdat zij zelfs niet eens meer de overeenkomstige beeldspraak
begrijpen die Mozes en nog een aantal andere zieners en wijze mannen in hun
tijd hebben gebruikt.’ [GJE3-97:3]
Datzelfde thema over de zonsverduistering wordt
afgesloten met Cornelius, de broer van Cyrenius: ‘Gisteren was het in alle
opzichten spectaculaire dag: ten eerste een totale zonsverduistering, die ons
op klaarlichte dag ongeveer dertig tellen lang volkomen nacht bracht…
[GJE3-166:5]
Maansverduisteringen
In de jeugd van Jezus was er sprake van een
maansverduistering die drie uur lang duurde [hfdst. 175:24] ‘ Het Kindje
antwoordde: 'Letten jullie maar goed op: vandaag, dadelijk al, zal er een
maansverduistering plaatsvinden, die drie uren duren zal!’
Maansverduisteringen vanaf 9 v.
Chr.
-08 v. Chr. op 03-06 om 23:00 uur
-08 v. Chr. op 28-11 om 18:49 uur
[In hoofdstuk 182 van ‘de Jeugd van
Jezus’ vertelt Cyrenius, dat het al weer 2 jaar geleden is, dat de Heer hem ‘plaagde!’ In hoofdstuk 175
speelt de feitelijke maansverduistering zich hier af. Cyrenius kan de aangifte
van 1 ½ jaar of 2 ½ jaar misschien afgerond hebben tot twee jaar?
21 n. Chr. op 15 mei om 02.54 uur
21 n. Chr. op 08 november om 06.34 uur
22 n. Chr. op 04 mei om 20.07 uur
[In GJE6 is er sprake van een
maansverduistering!]
Aangenomen wordt
dat het gebruikelijke Pasen 3 maanden later was [volgens Jakob Lorber], dat wil
zeggen in onze tijd op zijn vroegst op 22 maart en ten tijde van Jezus drie
maanden later; heden bij ons op zijn laatst rond 22 april en 2.000 jaar geleden
drie maanden verder. Dit was natuurlijk afhankelijk van de maanstand. Het
joodse Pasen kon toen plaatsgevonden hebben eind mei of eind juni. Het moest volle maan en een
vrijdag geweest zijn.
Mars de rode planeet
Volgens de
laatste astronomische berekeningen vindt elke 780 dagen [d.w.z. om de 2,14 jaar
of 26 maanden], een opstelling van een marsoppositie van zon- en aarde/maan
plaats!
De Heer zegt in Lorber: ‘Toen Ik Mij zo ongeveer twee
uur lang met de twaalf vissers had beziggehouden en Mijn onderricht voor deze
dag en avond afsloot, kwam er bijna buiten adem een dienaar van het huis naar
ons toe in de zaal en zei: 'Beste heren, ik was op het terras bezig en keek
in de richting van het oosten. Daar ontdekte ik een buitengewoon grote ster,
die heel dicht bij de horizon staat. Het licht ervan is rood als bloed, maar
tevens zo sterk dat je er niet lang naar kunt kijken. Ik heb nog nooit zo'n
ster gezien. Wat zal die ster te betekenen hebben? De Heer Heiland uit
Nazareth, wiens wijsheid naar men zegt die van Salomo overtreft, zal zeker het
beste kunnen weten wat de ster betekent.'
Een enigszins verlegen dienaar zei op de vraag van Jezus,
waarom zijn ster hem zo’n grote angst bezorgd heeft: 'Ja, dan zouden de heren
even naar buiten moeten komen; want vanuit deze zaal kun je hem niet zien,
omdat de ramen zich niet aan de oostkant,
maar precies aan de andere kant bevinden.'
Ik zei: 'Dan gaan we nog even naar buiten om te zien wat
voor ster jou zo'n angst bezorgd heeft!'
‘Daarop liepen we naar buiten en zagen daar direct de
rode, grote ster in het oosten, die nu reeds hoger boven de horizon stond,
waardoor de rode kleur sterk veranderd was, hoewel het licht uitzonderlijk
sterk was.’
Nu vroeg Ik alle aanwezigen, die de ster ook met een enigszins schuwe blik
bekeken: 'Welnu, wat denken jullie van deze ster? Kennen jullie hem, of kennen
jullie hem niet? Voor jou, Mijn leerling Andreas, zou deze ster toch niet
onbekend moeten zijn, omdat jij immers een sterrenkundige bent.'
Andreas zei: 'Werkelijk, Heer en Meester, het
sterrenbeeld waar hij in staat ken ik wel het is de 'leeuw', zoals dit
sterrenbeeld al van oudsher wordt genoemd, maar de ster ken ik niet. De kleur
lijkt wel op die van de planeet Mars, zoals die door de heidenen wordt genoemd;
maar de grootte komt niet met de genoemde planeet overeen.
Ik zei: 'En toch is het de planeet die je zojuist hebt
genoemd. Dat hij dit jaar veel groter lijkt dan gewoonlijk komt doordat hij
zich nu zo dicht als maar mogelijk bij de aarde bevindt. De veranderlijke
positie van alle planeten ten opzichte van de zon en ook ten opzichte van
elkaar is jullie al vele keren, als dat zo uitkwam, getoond en uitgelegd, en
ook is jullie getoond dat de planeten, al naargelang ze zich in de een of
andere positie bevinden, door hun baan rond de zon elkaar behoorlijk kunnen
naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen…’
Zie, deze planeet bevindt zich om de jullie bekend
gemaakte redenen nu het dichtst bij de aarde en ook bij de zon, zoals al
opgemerkt werd, en ziet er om die reden heel wat groter uit dan wanneer hij ver
van de aarde staat, zoals ieder voorwerp dat dichtbij is zich ook groter
manifesteert en vertoont dan een grotere afstand.' [GJE9-139:10-18]
In 24 n. Chr.
heeft Mars dicht bij de aarde gestaan. Want de
discipelen van Jezus zagen de rode planeet MARS ’s avonds laat onder een
heldere hemel en het was toen voor 75 procent volle maan. Tot dusver
hebben we, wat Mars betreft, alle bijzondere astronomische gebeurtenissen uit
de Lorberwerken gedocumenteerd. Lorber heeft het hier over een late avond,
omdat na afloop van dit schouwspel sprake was van een voorbereiding voor de
nachtelijke rust.
Beschouwen we het
thema Mars-oppositie met Zon/aarde/maan eens van een andere kant. Het speelde
zich af in de herfst [GJE9-131:17] en de engel Raphaël doet een voorspelling
van een zachte winter, omdat de vogels zojuist verder trokken op hun reistocht
naar het zuiden. Jezus legt in de volgende hoofdstukken uit en met name hfdst.
139 bij het plaatsje Jesaïra, dat westelijk gelegen was aan het Galilese meer,
waar die rode kleur van Mars toch vandaan komt. De Marsoppositie stond destijds
in het teken van de leeuw, zoals de oorspronkelijke tekst dat duidelijk
weergeeft.
Een marsoppositie
zien we al heel lang in 23 n. Chr. vanaf 9 oktober tot het jaar 24 daarop
tot in eind mei! We kunnen dit baseren op het geboortejaar van Jezus in 9
v. Chr. Hoewel het al begin herfst begonnen was moest dit verschijnsel toch in
het begin van oktober zijn opgemerkt, daar er sprake is van bijna de hele maand
oktober met een Marsconstellatie en zou in het citaat van Lorber in het jaar 23
n. Chr. al gedateerd zijn. Dat wat de discipel
Andreas opviel, was in de maand februari 24 n. Chr. Tenslotte zei nog
gezegd dat er meer vermoedens waren die het juiste geboortejaar van Jezus
hebben bevestigd.
Op 7 januari
middernacht werd het Kindje Jezus geboren bij volle maan. [95,7 procent]. Het
was op een ZONdag. De teller van de
Juliaanse kalender stond toen precies op 1718141,5.
Jezus leefde toen
12227,6 dagen en zou gestorven zijn op 1 juni op een vrijdag bij toenemende
volle maan [99 procent]. De teller stond toen op 1730340,5 en daarmee leefde
Hij 33 jaar en bijna 5 maanden.
Terzijde willen
we hierbij nogmaals opmerken, dat het hebreeuwse woord voor kruis TseLeB
betekent met de getalswaarde 122. [uit 90-30-2]
De enige data met volle Maan, in de periode rond de geboorte van Jezus, was
op 7 januari 9 v. Chr., toen
was het voor 99,1% volle maan.
Toen het Kind Jezus in Ostracine vertoefde [in Egypte] niet ver van de
Israëlische grens, was er een volledige
maansverduistering. We geven de voorkeur aan het
tijdstip van de complete maansverduistering, toen het Kind Jezus al weer bijna
twee jaar oud was. Dit was op 18 november in 8 v. Chr. om 03.03 [middernacht].
Toen heeft er een maansverduistering plaatsgevonden, die eindigde om precies
06.37 uur en heeft ongeveer 3 uur lang geduurd! [zie Jeugd van Jezus-175
vers 24]. Ook heeft er in het jaar 25 n.
Chr. [om 10.59 uur – Jeruzalem] een totale korte zonsverduistering
plaatsgevonden.
De Heer zegt aangaande het thema astrologie in de Johannes Openbaringen:
‘Zoals gezegd, van jullie tijdsberekening zijn slechts de maankwartieren die om
de zeven dagen steeds wisselen, de daaruit voortkomende week, de periode van
een maand en de duur van het jaar waar en juist….’ [GJE6-96-12]
De echte data van de eclips
In goede onderzoeksbibliotheken bevind zich een boek met de naam “Solar and
Lunar Eclipses of the Ancient Near East from 3000 B.C. to 0 with Maps”, van
Manfred Kudlek en Erich H. Mickler. Hierin staat een lijst met alle zons- en
maansverduisteringen die in de jaren vóór de christelijke aera vanuit Jeruzalem
zichtbaar waren. De maansverduisteringen die voor onze studie interessant zijn,
zijn op pag. 156 van dat boek in kaart gebracht: 3 augustus 9 v.Chr., 28 november 9 v.Chr. en
18 november 8 v.Chr..
De
verduisterde zon
De verduisterde
zon werd ook gezien door de jodenvervolger Paulus tussen het zesde uur tot het
negende uur, d.w.z. tussen 12 en 3 uur in de middag, want de dag begint bij de
joden om 06.00 uur. Paulus zag de maan voor de zon schuiven en deze
verduisterde, hoewel het niet de tijd was van haar conjunctie. Rond 3
uur in de middag begon de conjunctie van de oostelijke kant en schreed tot de
andere kant van de zon voorwaarts, waarop zij bleef staan en op de genoemde
plek terugkeerde, vanwaar hij kwam. De zon begon in het oostelijke deel zich te
verduisteren en door de teruglopende maan in het westelijk deel om weer licht
te ontvangen. Dit moet plaatsgevonden hebben in het jaar 25 n. Chr. in het 19e
regeringsjaar van keizer Tiberius.
Apollophanus en Paulus zagen dit, toen Paulus hierover later in Athene getuigde
en tot Christen bekeerd was.
PS: Het kan zijn
dat er nog wat onduidelijkheden of misschien wat [oude] verkeerde berekeningen
zijn gemaakt, maar voor het grootste gedeelte passen alle data conform 9 v. Chr. met de daarbij behorende feiten.
Want het Eerste Concilie van Nicea was een
concile van christelijke bisschoppen die bijeengeroepen waren in Nicea in
Bithynië (het hedendaagse Iznik in Turkije) door de Romeinse keizer Constatijn
I in 325. Dit eerste
oecomenisch concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk
door middel van een vergadering die het hele christendom
vertegenwoordigde. [bron: Wikipedea]
Als Jezus zegt 300 jaar na MIJ, dan moet dit in 25 n. Chr. zijn geweest en
zomede staat vast dat Jezus in 9 v. Chr. geboren is en Zijn gericht op aarde al
bezig is [in geleidelijke fasen, maar steeds scherper en scherper en we Hem na
de gehele reiniging van de aarde, spoedig kunnen verwachten voor 2030, omdat er
nog steeds rekening gehouden wordt met de vrije wil van de mens en het aantal
zuivere mensen op aarde het grootste gericht nog tegenhouden
kan. G.
(Toch
klopt er iets niet. Gezien de huidige signalen van de tijdgeest vindt de komst
van Jezus tussen nu en 2032 plaats. Als het al plaatsgevonden zou hebben, dan
klopt bovenstaande uiteenzetting.)
Correctie geboorte- en leerjaren van Jezus in Palestina
Naar aanleiding
van de bijdrage van onze Franse vriend- en Lorberlezer George over het
mogelijke geboortejaar van Jezus en dus Zijn eerste leerjaar in het 15e
regeerjaar van keizer Tiberius, die al begonnen was in september 28 n. Chr. en
Johannes in de beginmaanden van 29 n. Chr. al enige tijd predikte in de
woestijn, zouden we het geboortejaar van Jezus kunnen plaatsen van 1 v. Chr. Er
is uitvoerig daarop gereageerd en aan de hand van data van maan- en
zonsverduistering het een en ander kunnen verbinden met de historische gegevens
van Jezus’ leven op aarde. Maar Gerd Kujoth wees mij vooral op de
Lorbertekst in GJE4-251:10 te
lezen. Ik las het aanvankelijk in de
Nederlandse vertaling, maar hierbij viel me niets op en het kenschetste nog
meer vraagtekens.
Het was echter
nog in het eerste leerjaar van Jezus en Jezus zei tegen Cyrenius: ‘met het volk zullen we
echter nog iets meer dan 24 jaar lang door allerlei boden, verschijningen van
de doden en veel grote tekenen aan de hemel laten waarschuwen! En vriend, mocht dit alles ook tevergeefs
zijn, dan pas zal jouw onmenselijke kruisteken in hoge mate en met het
scherpste zwaard over hen geslagen worden! Ik wilde dat dit te verhinderen was.
[Blijkbaar betreft het hier de val van de stad Jeruzalem in augustus, 70 n.
Chr. !] Maar in de Duitse originele versie lezen we iets anders in dezelfde
trant: ‘’Als ondanks alle leringen en waarschuwingen heeft getroffen, alleen
dan, vriend, dan zal je onmenselijke kruis met het scherpe zwaard geslagen
worden over
deze stad [Jeruzalem] en
al haar inwoners! Maar we
willen met het volk nog vierenveertig jaar geduld hebben en nog een
beetje en willen hen nog zeven
jaar waarschuwen voor de ondergang door allerlei boodschappers….
Toen ik de Duitse versie
las, veranderde heel mijn astronomisch betoog ondanks alle grote inspanningen,
tijd en moeite. We hadden de sleutel gevonden voor het passende slot. In
deze tekst [GJE4-251:10, in de Nederlandse vertaling, staat jammer genoeg iets
anders. De Heer citeert Jakob
Lorber heel precies 44 jaar. Elders wordt er in Lorber
menigmaal gesproken: ’over meer dan dertig jaren’, maar hier wordt het precieze
aantal jaren weergegeven. De Heer zegt hier niet: ‘en meer dan 40 jaren’ ‘of minder
dan 50 jaren’, enzovoort, wat we wel vaker elders in de geschriften van Lorber
tegenkomen.
Nu Jezus dat hier gezegd
heeft en Hij zou met Zijn leerambt begonnen zijn in 25 n. Chr. en dit gezegd
hebbende was het begin 26 n Chr. dan zou dat betekenen, dat de val van
Jeruzalem in 26+44 in het jaar 70 n. Chr. zich voltrekken zou.
We bevinden ons nu midden
in “harde verdrukkende tijden” en dat doet ons denken aan de woorden die de Heer aan Jakob Lorber
gaf, dat de tijdversnellende omstandigheden al aangebroken zijn en mijn inziens
precies vanaf maart 2020. We hoeven alleen maar te letten op de TIJDGEEST. De
Heer geeft een totaal aan van 5 jaar en 5 maanden. Zie één van de vorige
nummers, waarin ook Helmut N. aangeeft met de indeling van de jaren,
waarin er zoveel ongekend zal gebeuren. Wat dus de mensheid in 1000 jaar
meemaakt, dat zullen wij in een groot tempo meemaken in een paar luttele jaren.
Een rekensom geeft aan:
2020 + 5 jaar en 5 maanden = midden 2025!!! Dat de ‘reiniging’ al begonnen is,
merken we aan het gedrag van de wereld. Een uiterste datum zou dus 28 n. Chr.
kunnen zijn en als de gegevens kloppen, die we uit Lorber hebben overgenomen,
dan moet de ALLERGROOTSTE REINIGING zich dan afspelen tussen nu en 2028.
We krijgen dus te maken
met een allergrootste ZUIVERING en dat hoeft niet negatief geïnterpreteerd te
worden. Degenen die zich met de Godheid en de Heer verbinden, maar niet half en
half, zullen kracht en bijstand aangereikt krijgen. Alles zal tenslotte ten
goede eindigen! [HiG.03_49.04.06,10]
Historische Data van Herodus de Grote en Jezus
Lukas geeft een beschrijving weer, dat Jezus tijdens
een volkstelling werd geboren. De telling werd gehouden tijdens het bewind van
Cyrenius over geheel Syrië. Dit was in Palestina toentertijd ook de eerste keer
onder de keizerlijke macht van Augustinus.
De telling vond daarna nog een keer plaats – 14 jaar
later – en dit ook volgens de apostelgeschiedenis Johannes 5:37 en Josephus
Flavius! Cyrenius had in die tijd zelfs de keizerlijke toestemming gekregen te
regeren over Silicië en andere grotere delen van Azië.
Volgens de evangelist Johannes lijkt het, alsof de
mededelingen van Jezus, die Hij gedurende meer dan drie jaren in Zijn leerambt
uitoefende, ook aan drie Paasvieringen moet hebben deelgenomen. In welke
periode is nog niet onderzocht.
Is Jezus wel überhaupt op een vrijdag gekruisigd?
Daadwerkelijk beschrijft Johannes, dat de paaslammeren op een vrijdag geslacht
werden. Er moet echter – in tegenstelling tot de tijdsperiode van Jezus, dat
dit ‘Pesach’ in een andere tijd gevierd werd als paasviering, omdat het
toenmalige Pasen in het oude Testament [dus in de tijd van Mozes] in de vroege
lente [maand Nisan!] ook het paasfeest toen plaatsgevonden hebben en luidt
Jakob Lorber in de Nieuw Testamentische tijd zeker eerst 3 maanden later.
Men vindt geen 15. Nisan op een vrijdag, terwijl
Pilatus, die bewindvoerder over Jeruzalem was. Ook komen de Bijbelse data van
het 15e regeringsjaar van Tiberius niet overeen met de jaardata van Herodus
en Jezus’ ambtsperiode. Of de geschiedenisschrijver Josephus Flavius heeft de
Romeinse data foutief overgenomen [wat nagenoeg vaker voorkomt!!!] en onjuist
in de geschiedenisboeken beschreven.
De huidige astronomie is echter in staat om zeer ver
in het verleden terug te gaan en opvallende gebeurtenissen te traceren met zeer
precieze data, zoals dag, jaar en uur. Zoiets kunnen wij niet negeren.
De Evangelist Johannes 2:20 beschrijft als het ware
het tijdstip, welke tussen 25 n. Chr. en 46 jaar terug – dus ver voor de tijd
van Jezus op Aarde – en vanaf het begin van de wederopbouw van de tempel onder
Herodus de Grote, die plaatsvond in zijn 18e regeringsjaar. Dit was in 20 v.
Chr. Dit werd ook bevestigd door Flavius Josephus.
Een kleine berekening hieruit volgt, dat in de
verstreken tussentijd van 46 jaar voor en na Jezus, wij hiervan nog 20 jaren
moeten aftrekken en dan blijft nog 26 j. n. Chr. met correctie van één
astronomisch jaar er dan nog 25 jaren n. Chr. over en moet dit jaar zeker een
belangrijke periode zijn geweest met betrekking tot Jezus en Zijn leerambt.
Deze data heb ik gerechercheerd om slechts het een en ander te overwegen als
kleine impuls om zo het geboortejaar en sterftejaar van Jezus eventueel te
traceren. Wie kan deze gedachte met mij delen? G.
Visie geboortedatum
Jezus
Stel dat
de Heer geboren zou zijn in -7 v. Chr. of – 6 v. Chr. en met 32 jaar deze
voorspelling deed, dat Jeruzalem haar einde vindt over ongeveer 50 jaar, dan geeft
een eenvoudig rekensom misschien de volgende informatie [dit zei Jezus circa 25
n. Chr.]:
-06
v. Chr. = 00 jaar of -07.
v. Chr. = 00 jaar
+24 n.
Chr. = 30 jaar of +23 n. Chr. = 30 jaar
+25 n.
Chr. = 31 jaar of +24 n. Chr. = 31 jaar
+26 n.
Chr. = 32 jaar of +25 n. Chr. = 32 jaar
Dan is
26+49 [* ongeveer in 50 jaar!] =75 [ en 25+49=74] - (maar geschiedkundig weten, we dat Jeruzalem ingenomen en
verwoest werd in augustus 70 n. Chr.). Dan hebben we hier een probleem met een verschil van circa vijf of vier
jaar!
Een
andere berekening zou kunnen zijn: 70-49
[*in ongeveer 50 jaar!] = 21
n. Chr. [als Jezus dit gezegd zou hebben
in dat jaar op een leeftijd van 32 jaar in 21 n. Chr., dit in vergelijking met het vermoedelijke jaar 25 of 26 n. Chr.
op 32 jarige leeftijd. [Ook hier weer
een verschil van 4 of 5 jaar!] – Da zou Hij zelfs nog veel eerder geboren
moeten zijn, wat zeer onwaarschijnlijk is. Nog een andere mogelijkheid hiertoe:
70-47= 23 minus de 32 leeftijdsjaren van Jezus = -9
70-46= 24
minus de 32 leeftijdsjaren van Jezus = -8
70-45= 25
minus de 32 leeftijdsjaren van Jezus = -7
Het
Romeinse jaar van de geboorte van Jezus was precies 747 sinds de Stichting van Rome.
747=-7 v.Chr. = -7 v.
Chr. [
748=-6 v.Chr. = -6 v.
Chr. [juiste geboortejaar?]
749=-5
v.Chr.
750=-4
v.Chr. [Herodus sterft in maart]
751=-3
v.Chr.
752=-2
v.Chr.
753=-1
v.Chr.
754=+1n.Chr.
767=+15
n. Chr. [keizer Tiberius regeert nu officieel]
781=+30
n. Chr. [keizer Tiberius regeert nu 15 jaar!]
781-30= 751 = -3 v. Chr !
Toen de
twaalfjarige Jezus in de tempel sprak: over ongeveer 70 jaar zal deze tempel er
niet meer zijn!
Uitgaande
van het geboortejaar -6 v. Chr. in 6 n. Chr.:
-6 v.
Chr. in +6 n. Chr. op 12 jarige leeftijd = +6 + 64 = 70 n. Chr.
-7 v.
Chr. in +5 n. Chr. op 12 jarige leeftijd = +5 + 65 = 70 n. Chr.
-8 v.
Chr. in +4 n. Chr. op 12 jarige leeftijd = +4 + 66 = 70 n. Chr.
-9 v. Chr. in +3 n. Chr. op 12 jarige
leeftijd = +3 + 67 = 70 n. Chr.
Of
70-67= +3 -09 = 12 jaar
= -9 +32 = +23 n. Chr + 48 = 70 n. Chr.
70-68= +2
-10 = 12 jaar
70-69= +1
-11 = 12 jaar
Let op: 781-30
[leeftijd van Jezus], zo ontstaat enerzijds het Romeinse geboortejaar 751,
en anderzijds zien we het Romeinse geboortejaar 747 – met een verschil van 4
jaar [-3 + -7 = 4] – en Herodus stierf in 750!
Een
compleet raadsel – en hier dus samenvattend: Jezus werd geboren volgens de
Lukastekst met het Tiberiuscitaat in 751 enerzijds en anderzijds 2 ½ jaar voor
het sterftejaar van Herodus in 750- 2 ½ = 747 – Ook hier dus het verschil van vier jaar!
Blijft
tenslotte nog de vraag over, in welke jaren het volle Maan was geweest in die
jaren? Dit zijn de jaren -3, -6 en -9 v. Chr. ! [De hier genoemde data zijn
slechts gedacht als verdere aanzetting en denkprikkels!] – Een professioneel astronomisch programma kan hierover eventueel
nog meer uitsluitsel geven!
Maar iets
kan hier niet kloppen. We komen er natuurlijk op terug!
Geboortedatum
Jezus onzeker
ingezonden door
Georges uit Frankrijk
In de titel van het laatste Bulletin
2021-Lorber wordt beweerd dat Jezus werd geboren in 6 v.Chr. Maar de datum van
Jezus' geboorte is onzeker. Historici vertrouwen op het verslag van de
historicus Josephus, die zegt dat Herodes kort voor Pasen stierf en dat er kort
voor zijn dood een spectaculaire maansverduistering was. Omdat dit alleen in
maart of april kon gebeuren, concluderen ze dat Herodes in 4 voor Christus was
gestorven.
Maar ze wisten niet dat Pasen toen
veel later was, en zelden voor het einde van mei, en het Grote Evangelie
vertelt ons dit (GJE-1, hoofdstuk 13). Maar dan vinden we nog een andere totale
maansverduistering die echter beter past bij Josephus' verslag, namelijk die
van 4 mei in het jaar 3 na Christus. Jezus was toen 3 jaar oud. Dit resulteert
in het jaar 1 voor Christus als de geboortedatum van Jezus.
Als we ook kijken naar wanneer de
totale zonsverduistering, gerapporteerd in het Grote Evangelie (GJE-3,
hoofdstuk 81) had kunnen plaatsvinden, vertellen astronomische berekeningen ons
dat er slechts één totale zonsverduistering was, die op dat moment in Palestina
zichtbaar was, de zonsverduistering van 24 november 29 n.Chr. was. De verduisteringen
werden berekend door Oppolzer in de 19e eeuw en herberekend voor NASA in de 20e
eeuw door Meeus en Espenak. De door Oppolzer berekende gegevens zijn niet
gewijzigd. Zie bijgevoegde documenten. Je kunt de voorstellingen van Meeus en
Espenak vinden op: https://eclipse.gsfc.nasa.gov/SEcat5/SE0001-0100.html
(klik daar op Plate Index to Five
Millennium Canon of Solar Eclipsen - Index to the eclipsen op elke plaat (met
links naar kleurentabellen). Ik voeg ook de data van de totale
maansverduisteringen uit die tijd toe.
Als deze berekeningen juist zijn,
lijdt het geen twijfel dat het eerste jaar van Jezus' openbare leven het jaar
29 was. Dit geldt voor de geboorte in het jaar 1 voor Christus. En ook met wat
de evangelist Lucas zegt (hoofdstuk 3): "in het vijftiende regeringsjaar
van Tiberius ..." (overlijden van Augustus in het jaar 14, 14 + 15 = 29).
Deze vraag is niet fundamenteel voor
de innerlijke werking. Maar men houdt er niet van om iets verkeerd te
schrijven. En er is ook geen zekerheid (maar merk op dat astronomische
berekeningen de juiste data geven voor bekende oude verduisteringen). Zou het
dan niet beter zijn om niets bevestigend te beantwoorden?
In plaats van te schrijven: 'Deze
hemelse Vader belichaamde zichzelf 2000 jaar geleden in Jezus Christus 6 v.Chr.
En manifesteerde zich als Heiland en Leraar tussen 25-28 n.Chr.'.
Zou het niet beter zijn om te
schrijven: 'Deze hemelse Vader belichaamde zichzelf bijna 2000 jaar geleden in
Jezus Christus en manifesteerde zich pas op zijn dertigste, gedurende drie
jaar. "?
Dank je voor je werk dat al degenen
verenigt die van deze grote en glorieuze openbaring houden die de Heer ons zo
liefdevol brengt!
[George heeft
gemakshalve dit ook in het Duits, Engels en Frans vertaald!]
Antwoord
Kortgeleden dacht ik merkwaardig
genoeg nog aan dit thema en iets dreef mij dat thema weer eens aan te wakkeren
over het geboortejaar van Jezus. De stelling, 6 v. Chr. heb ik – en met de
volste overtuiging - overgenomen van goede Lorberkenners, uitgaande van de
volle maan ten tijde van Jezus geboorte. In samenhang met de sterftedatum van
Herodus. Ik liet echter die gedachte weer even los, omdat uit betrouwbare
Romeinse kalenderbronnen Herodus inderdaad toch rond 4 v. Chr. gestorven zijn.
[Het Kindje Jezus was toen al ca. twee-en-een-half jaar oud!]. Josephus was
echter niet altijd even consequent met zijn data.
Opnieuw kreeg ik de impuls deze zaak
opnieuw te bekijken. De maankalender op 7 januari 1 v. Chr. geeft volle maan
aan met 87,3%. Afnemend dus! Jezus was ruim 33 jaar bij de kruisiging. De
sterftedatum van Herodus lijkt mij een onbetwistbaar ijkpunt maar als je dit in
verband trekt met het 15e regeringsjaar van Jezus, gaat het met de
berekening al scheef.
Als ik iets [be]schrijf in het
bulletin, dan kan ik dat met een zuiver geweten verantwoorden. Mocht er iets onjuist beschreven staan, dan
zou ik dat onmiddellijk veranderen. Toch kun je – naar jouw zeggen – ‘het zekere
voor het onzekere nemen’ om dat ene regeltje in de ophef van het bulletin te
veranderen in ‘ongeveer 2.000 jaar geleden’. Ik vind jouw stelling
acceptabel.
Vervolgens heb ik Wikipedia
geraadpleegd en inderdaad zie ik tot mijn verbazing, dat volgens Josephus
Flavius de sterftedatum van Herodus 1 BC
was. In het startjaar 2015 [december] van het JBLI [Lorber-Bulletin] deed ik
hiernaar al onderzoek. Ik meende toen wat op het spoor te zijn en citeerde
destijds o.a. [ook als antwoord op een vraag van een Lorberlezer]:
‘Er zijn, zoals in de vorige uitgave
[november 2015] vermeld, ook ‘nog andere aanwijzingen, dat de Heer
evenwel in het jaar 1 vóór de officiële jaartelling vanaf Chr. geboren kan
zijn. Misschien kun of wil je de volgende data uitrekenen: -1 v. Chr., -7 v.
Chr. en –8 v. Chr. en 1 n. Chr. [wat de Maanstanden betreft! Want de Heer is
bij een opkomende volle Maan geboren!] – en hierbij niet te vergeten de
Maanstanden in het door jouw genoemde jaar rond 7 januari.
Het is de vraag
of het sterftejaar van Herodus volgens Josef Flavius wel op 4 v.Chr. viel.
Daarnaast vermeldt de Bijbel, dat Jezus begon in het 15e
regeringsjaar van keizer Tiberius [dat was in 28/29 n. Chr.!] – {Jezus was toen
ongeveer 30 jaar}. Dit laatste spreekt meer voor zichzelf, -Bijbels gezien dan
-, en meer voor -1 v. Chr.
De Romeinse
jaartelling loopt echter niet helemaal synchroon, men kan er niet uit wijs
worden -en het blijft onzeker. Erg interessant is jouw verklaring over de
regelmatige planetenomloop van Saturnus en Jupiter van 248 jaren….’ [Deze tekst was destijds gericht aan Rudy
Vercauteren in België!]’
Met ‘opkomende
volle maan ‘bedoelde ik: dat Jozef de maan achter de heuvels zag ‘opkomen’. Het
was toen geen wassende maan!
Inderdaad zijn deze feiten externe
bijzaken, maar in verband met de komende ‘eindtijd’ [we zitten er al ver
middenin, zo niet in de laatste decennia ervan] mogen en kunnen we wel ongeveer
uitrekenen, wanneer de ‘overgangsfase’ uiterlijk en innerlijk tot ons zal
komen…
De Evangelist Lucas wordt soms
afgescheept als onbetrouwbaar. In Jakob Lorber deelt de Heer ons hierover
veelzeggende informatie, en daarom ook met betrekking tot het 15e
regeringsjaar van Tiberius. Ik wil daar nog eens extra aandacht aan besteden in
het komende nummer..
In welk jaar Jezus mogelijk geboren is!
[naar
aanleiding van Gerd Kujoth]
In oudere tijden werd de geboorte
van Jezus ook volgens de juliaanse kalender geaccepteerd op 6 of 7 januari,
zoals vandaag de dag nog steeds. Op de ‚eeuwige kalender‘ vond ik de volgende
data bij 7 of 8 januari 9 v. Chr. volgens de juliaanse berekening: http://www.tagx.info/aufgangszeiten/aufgang.htm
Jezus was op een ZONDAG geboren naar de juliaanse telling en wel op dag
1718142. [Deze berekening deed ik omstreeks de tweede week van
januari 2017!] Vóór 13-01-2017 waren er nog resterende dagen van 739625:365 =
2026-2017 = 9 jaar verschil! Zomede laat zich weten, dat Jezus geboren is in
het historische jaar 9 v. Chr. minus
1 jaar [=0-jaar] = het astronomische jaar 8 !
Volgens wetenschappelijke informatie
van de NASA, waar ook het astronomische programma Redshift8-Premium zich op
baseert, was het op 7 en 8 januari 9 v. Chr. volle Maan, dat om 17:56 uur in
Jeruzalem-Bethlehem werd gemeten. Een dag erna stond de ster REGULUS conjunct
met de Maan.
De MAAN stond toen heel dicht bij de
Aarde [precies 357744 km] en
haar grootte had een schijnbare omvang van
33‘ 23“. In het jaar 6 v. Chr. op 5 januari stond de Maan veel verder af
van de Aarde. [389303 km en 30‘ 41“.]
[Op 29 juni 25 n. Chr. was het volle Maan. Of op deze datum
de kruisiging van Jezus heeft plaatsgevonden, weten we niet. De volle Maan
baseert zich op het vroege Pasen van de Israëliërs in maart/april i.v.m. de
uittocht van Egypte. Het
Joodse Pasen werd 2000 jaar geleden – volgens [GJE1-6:12] eerst drie maanden
later gevierd. Over de standen der Maan, zie ook deze nuttige link:
http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar/
De juiste jaartelling van de
stichting van Rome is moeilijk traceerbaar. De jaardata van Rome lopen uiteen
met een aantal onbekende jaren en de verleiding hierbij is, dat er met de
‘rekbaarheid’ gemakkelijk gemanoeuvreerd kan worden! Bijvoorbeeld het Romeinse
jaar van het begin der regeringsperiode van koning Herodus en keizer
Tiberius!
De voorschrijving van de volkstelling
gebeurde volgens de Bijbel, dat dit
de eerste keer was! Keizer
Augustus van Rome had gedurende de geboorte van Jezus een grote invloed over de
wereld en hij stierf in het 768ste Romeinse juliaanse kalenderjaar.
Met diverse
programma’s kunnen we de stand van de volle Maan ten tijde van Jezus berekenen:
we zetten alles globaal even op een rijtje:
Redshift8-Premium
5 -1-5 v. Chr. volle Maan 19.31 u – verwijderd v. d.
Aarde 389303 km. Grootte: 30’ 41” [= 6 v. Chr.]
7-1-5 v. Chr. volle
Maan v. 97% en topocentrische conjunctie Regulus/Maan in leeuw [= 6 v.
Chr.]
7-1-8 v. Chr. volle
Maan 99,1% en topocentr. conjunctie
Regulus/Maan in leeuw/kreeft [= 9 v. Chr.]
8-1-8 v. Chr.
volle Maan verwijderd v.d. Aarde 357744 km. en
schijnbare grootte 33’23” [= 9 v. Chr.]
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm =
eeuwige kalender [aanbevolen door Gerd Kujoth]
6-1 5 v. Chr. om 21.07 en 05.08 – 1719237 jul. dag en
738537 voor 20-1-2017 [=
6 v. Chr.]
8-1 8 v. Chr.[ om
14.11 en 17.00 uur – Jul. dag 1711841
en 739633 voor 20-1-17 [=
9 v. Chr.]
Opmerking: Volgens het programma Millennium, Tagx (Dos)
en de ‘eeuwige kalender’ moet je van een jaardatum v. Chr. rekening houden met
een extra jaar: het niet-bestaande 0-jaar! Dat is erg verwarrend!
+ 1 = 1 n. Chr. -4
= - 5 v. Chr.
- 0 = -1 v. Chr. -5 = -6 v. Chr.
-1 = -2 v.
Chr. -6
= -7 v. Chr.
-2 = -3 v.
Chr. -7
= - 8 v. Chr.
-3 = -4 v.
Chr. -8 = - 9
v. Chr.
http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar [aanbevolen door Oene Zijda]
5 januari 6 v. Chr.
Maan: 100% - Juliaanse dag: 1719236,3 – Maan afstand Aarde: 391340
6 januari 6 v. Chr.
Maan: 99,8% - Juliaanse dag: 1719236,5 – Maan afstand Aarde: 390242
7 januari 6
v. Chr. Maan: 98,2% - Juliaanse dag:1719237,5 –
Maan afstand Aarde: 386750
6 januari 9
v. Chr. = Maan: 89,4% - Juliaanse dag:
1718140,5 – Maan afstand Aarde: 362044
7 januari 9 v. Chr.= Maan:
95,7% - Juliaanse dag: 1718141,5 – Maan
afstand Aarde: 358625
8 januari 9 v. Chr. = Maan: 100 % - Juliaanse dag: 1718143,2 – Maan afstand Aarde: 356919
De astronomische horoscoop geeft 1718142e dag aan
- dus geboren aan het einde v.e. dag, tussen 7 en 8 januari! Jezus is
waarschijnlijk na 21.00 uur geboren, omdat middernacht [vooral in de winter]
daar al vanaf 21.00 uur begint en men in die tijd ook al weer vroeg opstond..
[in het teken kreeft dat in oppositie stond tegenover de steenbok! – Een uur
later is dus mogelijk. Om 23:21 uur stond de Maan destijds op haar hoogste
punt, en Jozef zag de Maan opkomen!!! – d.w.z. dat de geboorte van het Kindje
Jezus in ieder geval nooit ná 23.21 uur
kan hebben plaatsgevonden.
www.morgenster.org [Dr. Ir. C. Noorlander] – voor een deel
ook in het Duits en Engels! [aftrek -1 jaar!]
08 januari 9 v. Chr.
volle Maan = 8 v. Chr.
05 januari 6 v. Chr.
volle Maan = 5 v. Chr. – [Opmerking: deze berekening wijkt af van de andere software!]
-08 v.
Chr. = 00 jaar = geboortejaar van Jezus
+22 n. Chr. = 30
jaar Jezus begon in de lente, 40 dagen
na het vasten!
+23 n. Chr. = 31
jaar
+24 n. Chr. = 32
jaar
+25 n. Chr. = 33 jaar + 177 dagen = dat is op 3 juli ! [en volle Maan op 29-6]
365 x 33 = 12045 + 177 = 12222
[Jeruzalem werd ingenomen en verwoest in 5
augustus 70 n. Chr. ]
[GEJ.06_101,13] [13] Wat zouden
jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar
vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal
zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste
wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?! Jezus was toen 31 jaar!, dat is
in het mogelijke jaar 23 n. Chr. [23 + 47 jaar = 70 n. Chr.!]
– zie ook [GEJ.06_153,05], [GEJ.07_049,02] - . [Opm. na de
vernietiging van Jeruzalem zullen ook andere dorpen en steden volgen!] - GJE7-81:14: Als de maat vol zal zijn, zal
ook met Jeruzalem gebeuren wat jullie bij het tweede teken hebben gezien, en
misschien al wel binnen vijftig jaar. [Dit sprak Jezus mogelijk in 23 n. Chr.]
GJE10-71:5 ‘Zoals dat nu voor onze ogen gebeurt met het
Jodendom dat nu zonder waarheid of geloof is, waardoor het een geweldig aas is
geworden, waarmee het over ongeveer
vijftig aardse jaren afgelopen zal zijn’…[24 n. Chr. + 46
jaar! – Jezus was toen 32 jaar en 7 maanden!] -
[GEJ.10_034,09] ….‘want Ik ben gekomen om deze stad schoon te vegen, opdat die, wanneer wellicht reeds binnen vijftig jaar het
duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de laatste steen verwoest zal worden…’
[Opm.: Jezus was toen
32 jaar en 10 maanden, dus bijna 33 jaar
– eind 24 n. Chr. + 46 jaar = 70 jaar! Zijn sterftejaar was
vermoedelijk in 25 n. Chr.] – zie
ook [GEJ.10_148,07]
[Predikingen van
de Heer-006,16] ‘Daarom waren Jozef en
Maria verbaasd. Zij begrepen niet wie Diegene was, die gekomen is tot val en
opstanding van de Joden, - tot "val": de verwoesting van het joodse
rijk vijftig jaar na Mijn heengaan… [25 n. Chr. + 45 = 70] en in
[PH.01_035,05]: ‚Er waren na Mijn
dood nog geen vijftig jaren verstreken [duurte:
45 jaren na 25 n. Chr.] en Mijn
waarschuwing ging reeds in vervulling.’[in 70 n. Chr. in augustus]
70-46 = 24 n. Chr. [op
een leeftijd van 32 jaar] [46 jaar = ongeveer 50 jaar!]
70-45 = 25 n. Chr. [op een leeftijd van 33 jaar] + ca. 5
mnd. = 177 dagen!
Dit in vergelijking met
het vermoedelijke jaar 25 n. Chr. op 33,5 jarige leeftijd!
70-46= 24 minus de 32,7 leeftijdsjaren van
Jezus = -09
70-45= 25 minus de 32,7 leeftijdsjaren van
Jezus = -08
De twaalfjarige Jezus sprak in 4. n.
Chr. in de tempel: ‘over
ongeveer 70 jaar zal deze tempel er niet meer zijn!’ - Uitgaande van het geboortejaar -8 v. Chr.:
-8 v. Chr. in
4 n. Chr. op 12 jarige leeftijd = + 4 + 66 = 70 n. Chr.
-9 v. Chr. in 3 n. Chr. op 12 jarige leeftijd
= + 3 + 67 = 70 n. Chr.
70- ca. 66 jaar = +4 n. Chr. met opgeteld
-08 v. Chr. = 12 jaar
En -8 +33,5 [leeftijd Jezus] = 25,5 n. Chr.
Opmerking: Ik heb geen
zonsverduistering kunnen vinden zoals die aangegeven is in het eerste leerjaar
van Jezus, in het vermoedelijke jaar 22 n. Chr;
782 = het
jaar 29 v. Chr. - in september van dit
jaar begint het 15e jaar van Tibérius.
782 – 30
jaar begin leerambt van Jezus = 752 – in dat jaar 752 zou Jezus geboren moeten
zijn Dit staat echter 2 jaar in contrast met de berekening van Herodus ten tijde
van Jezus’ geboorte. Een verschil van 2 jaar! Herodus de kindermoordenaar
stierf in het jaar 750 na de stichting
van Rome volgens Flavius! Een eenvoudige
rekensom vertelt ons, dat Jezus 2 ½ jaar
daarvoor geboren moet zijn, dat is 750 – 2 ½ = 747! Waarschijnlijk ligt dit
verschil in de later astronomische
berekeningen met het extra jaar 0, dat als een jaar wordt aangemerkt.
Compenseren we deze 2 jaar met het jaar 0=1, dan kan het jaar 747 na de
Stichting van Rome in ieder geval aangemerkt worden als het jaar 746 !
Over de maansverduistering in Egypte
[standplaats Port Said in de buurt van
Ostracine] heeft er middernacht om 03.58 uur een maansverduistering
plaatsgevonden 7 v. Chr. BC, die eindigde om 06.21 uur. Het Kindje Jezus was
toen twee jaar oud. Deze verduistering duurde 3 uur lang, zoals beschreven in
de Jeugd van Jezus. (Zie Jeugd van Jezus -175:24)
Geboortejaar van Jezus
door Gerd Kujoth [Dld]
In het
geboortejaar van Jezus op 7 januari moet er niet alleen een volle Maan te zien
zijn geweest, maar gelijktijdig moet dit ook nog op een donderdag zjn, omdat 8
dagen later, toen Jezus werd besneden, het een voorsabbat was, dus op een
vrijdag.
Deze
gelijktijdigheid van 7 januari, de donderdag en de volle Maan, vond luidt de
eeuwige kalender plaats tussen het jaar -15 v. Chr. en + 5 n. Chr, en was dit
slechts in het jaar -6 v. Chr. , zonder een jaar 0 meegerekend te hebben:
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm
Daarom
moet aan het jaar – 6 v. Chr. als het geboortejaar van Jezus geen twijfel meer
bestaan, wat ook de Mars-Perihel-oppositie in 27 n. Chr. en de dood van Herodes
in het jaar – 4 v. Chr. bevestigt. Toen Jezus op 7 januari in het jaar – 6 v.
Chr. geboren werd, was Hij meer dan twee jaar oud, toen Herodes stierf. Al
naargelang in welke maand Herodes stierf, kan Jezus bijna 3 jaar oud zijn
geweest.
In de
Jeugd van Jezus 34:16. ‘Toen nu alles klaar was voor het vertrek, zei de
hoofdman tegen Jozef: 'Meest achtenswaardige van alle mannen, die ik ken, zal
ik jou met het Kindje en Diens Moeder ooit nog terugzien?'
In de
Jeugd van Jezus 34-17. Jozef gaf hem ten antwoord: 'Over nauwelijks drie jaren zal ik, zowel als het
Kind en Zijn Moeder je opnieuw begroeten, reken daar gerust op. En
nu vertrekken we. Amen.‘
Jeugd van
Jezus 260-7: ‘Ik zou zo denken dat, als dat de stad is, dat we dan beslist niet
ver van onze pachthoeve kunnen zijn.'
Jeugd van
Jezus 260-8: Jozef antwoordde: 'Beste jongen, daar heb je wel gelijk in,
Jeugd van Jezus 260-9: maar weet jij, wiens eigendom die nu - na drie jaren – is?’
Zou Jezus
in het jaar -9 v. Chr. of – 8 v. Chr. geboren zijn, dan zou Jezus bij de dood
van Herodus al 4 tot 5 jaar oud geweest zijn.
Pilatus
was ongeveer van 26 tot 36 procurator in Jeruzalem. Zou Jezus in het jaar – 9
of – 8 v. Chr. geboren zijn, en op Pasen van het jaar 25 n. Chr. gestorven
zijn, toen was Pilatus nog geen procurator.
Pilatus
wordt in het GJE1-150:3 en GJE2-163:2 al genoemd, toen was het herfst van het
jaar 25. (GJE1-151:1]
De
vernieuwing van de tempel door Herodus begon volgens Wikipedea in het jaar – 21
v. Chr. Als een Jood in het GJE1-14:3 zegt, dat de bouw van de tempel 46 jaar
heeft geduurd, dan was dat aan het begin van de leertijd van Jezus in het jaar
25 en heeft het daarom 46 jaar geduurd. Zou Jezus met Pasen in het jaar 25
gestorven zijn, dan had dat niet aan het begin van Zijn leerperiode kunnen
plaatsvinden.
Het tijdsbestek van Jezus tot en met
de opstand van de Joden tegen de Romeinen:
daarover kan geen precies tijdstip over het geboortejaar van Jezus
gezegd worden, omdat zo’n moment afhankelijk is van de vrije wil.
[GJE.07_050,03]
Wat betreft het tweede verschijnsel, dat de volle maat liet zien van de
gruwelijke zonden van dit volk, dat nu tijdens de klaarlichte dag die over hen
is opgegaan, toch in een volkomen duisternis wandelt en ook wil blijven
wandelen. En daarom zal het de vruchten oogsten volgens zijn daden, en wel
binnen de tijd die Ik jou, vriend, reeds buiten bekendgemaakt heb, namelijk
over veertig en vijftig jaar, en Ik geef daar nog een extra termijn van
hoogstens tien en zeven jaar bij, waarin Ik nog geduld zal hebben; dan zal
het echter ook voor alle tijden der tijden helemaal uit zijn met dit volk.
REACTIE Gerard:
Het was ook al te gemakkelijk uit te
gaan van een volle Maanstand bij de geboorte van Jezus, en deze mogelijkheden
bestonden slechts in de jaren 9 v. Chr., 6 v. Chr. en 3 n. Chr. Dit feit was de aanleiding voor een verder
onderzoek. Met je Marsdata? Daarover heb ik mijn twijfels! Je beschreef
de jaargetallen over Pontius Pilatus, dat deze niet passen in het kader van de
door mij aangegeven leerjaren van Jezus. Hierin heb je gelijk, en toevallig heb
ik in het meinummer daarover iets geschreven – los van jou – en hier en daar
inspelend op jouw thema aangaande Herodus en Tiberius. Misschien kun je aan de
hand van dit thema nog enige opmerkingen maken over het 15e regeringsjaar van
Tiberius, dat m.i. helemaal niet in overeenstemming is met de jaargetallen in
het ‘Nieuwe Woord’, want in dit geval waren de leertijden van Jezus rond 28 tot
32 jaar n. Chr. [leerambt van 3 jaar en vijf maanden!] toen Jezus op
dertigjarige leeftijd begonnen was. Op
deze wijze kon ook de jaardata van Pontius Pilatus wellicht ook anders zijn
geweest, dan die wij nu voor de juiste data houden. Hierover breek ik mijn
hoofd en het blijft een groot mysterie.
Reactie Gerd:
Het maakt niet uit, voor
welk jaar iemand de geboortedatum van Jezus het juiste houdt, want telkens
zullen er ook wel datums komen, die dat tegenspreken. Zo ook met -6 v. Chr. Het
15e regeringsjaar van Tiberias is door Lukas geschreven, die zijn Evangelie pas
30 jaar na Jezus’ kruisiging heeft samengesteld. Op grond daarvan is ook onze
huidige en een te late jaartelling ontstaan.
Nog later ermee en op
een nog veel meer onjuistere wijze, wordt de afzetting van Pontius Pilatus in
het jaar 36 gedateerd. Zijn gehele regeringsperiode van 10 jaar is van veel
vroegere datum, omdat hij al in het eerste leerjaar van Jezus in het jaar 25
daarvoor al bekend stond, om met een scherp zwaard leiding te geven.
(GEJ.01_150,03) dus ook al voor het jaar 25 aan het regeren was.
Cyrenius had Pilatus dus
al spoedig na de opstanding van Jezus afgezet en hem uit het land gezet, dat
wel kort na de kruisiging van Jezus in het jaar 28 n. Chr. gebeurde. (Hemelse
Geschenken-3_64.04.01.c,10-16) - Wat deze periode betreft is het jaar 36 te
laat, zelfs als Jezus in het jaar 1 geboren zou zijn.
Gelukkig zijn we in het
bezit van de eeuwigdurende kalender [Millenniumuhr], die met de grootste
waarschijnlijkheid ons het precieze geboortejaar van Jezus in het jaar -6 v.
Chr. laten zien, en die ook met de informatie in de Werken van Lorber en andere
tijdvermeldingen, zoals ik ze al genoemd heb, overeenstemt.
GEBOORTEJAAR VAN JEZUS
Ingezonden door Francis Minery uit Duitsland
Bij het thema van de ‘geboorte van
Christus’ moet men het volgende nog toevoegen:
Kijk, deze JEZUS van Nazareth, die volgens
jullie tijdrekening geboren is in
Bethlehem in het 4151ste jaar na het onttaan van Adam, en wel te
middernacht op de zevende dag van de maand januari’. [Lorber, Gr. Joh. Ev. VIII, 86, 3-6] – (Na de 8e dag!)
Het feit, dat de joodse avond om
18.00 uur begint en vanaf deze tijd de
volgende dag haar aanvang neemt, is Jezus op de 6e dag volgens onze
tijdrekening geboren. “Kort voor middernacht” is dus nog op de 6e januari,
niet op de zevende, met uitzondering dan, dat
men rekent
zoals de
toenmalige joden. De oude
datum is hiermee juist en wij moesten allemaal de drie koningen
als
Christus geboorte vieren.
Antwoord
Volgens mij werd eerst later de
geboortedatum gekoppeld aan het gedenkfeest van Jezus door de drie wijze mannen
of ‘koningen’, 8 dagen na de feitelijke geboorte. Niet dus de geboortedatum
van Jezus werd en wordt op 6 januari gevierd, maar wel het gedenkfeest van de drie wijze mannen of ‘koningen’,
die Jezus eerst na de achtste dag [de
besnijdenis van Jezus] pas op de 16e
januari bezochten. [zie Jeugd van Jezus] –
De gewilde mening is niet zoals Jakob Lorber dit beschrijft. In een aantal orthodoxe kerken, die de oude Juliaanse
kalender nog steeds volgen, wordt inderdaad het
gebruikelijke Kersfeest op 7 januari gevierd!
In de Armeense
kerk viert men het Kersfeest op de 6e januari, de oorspronkelijke datum in de
oosterse christelijke kerken.
[Misschien bedoel je hier de Gregoriaanse
kalendertijd???]. Het reguliere ‚reguliere‘ kerstfeest baseert zich op de
cijferjoden, die op de grondslag van de Hebreeuwse naam Messias [Gezalfde] diens getallen hebben opgeteld op 358 [M=40, Sh=300, I=10 en Ch=8] en de 358ste dag van het jaar is precies op
25 december.
Er worden m.i. hier twee feiten door elkaar gehaald.
[door de wereldse gedachte van de mensheid!] De gangbare mening is dus deze,
dat de drie wijzen uit het Oosten Jezus eerst een aantal dagen ná Zijn geboorte [van de vermeende 25-12]
bezochten, en dat ze eerst op 6 januari
het Kind Jezus de grootste eer gaven met veel geschenken, hoewel dit in
werkelijkheid op 16 januari geschiedde. De geboorte van Jezus vond plaats vóór
00.00 uur [middernacht] – Inderdaad gold destijds de dag vanaf 18.00 uur tot de
volgende dag 18.00 uur, en was de volgende dag Zijn geboortedag nog op 7
januari tot 18.00 uur. [tot de volgende dag] – maar volgens de Gregoriaanse
berekening was het al na 00.00 uur al 8 januari, maar we weten niet precies
hoe deze tijden met elkaar verbonden waren.
Ik kan onmogelijk er een dag eerder
van maken.
Volgens Swedenborg zijn de getallen 1 en 7 goddelijke en heilige getallen
{Koninklijke getallen!}
Redactie: Er zijn onduidelijke gegevens met betrekking
tot de jaargegevens tussen keizer Tiberius en van koning Herodus! 782 is het
jaar 29 n. Chr. In september van hetzelfde jaar begint het 15e jaar van
Tibérius. 782 minus de 30-jarige leeftijd van Jezus = 752. In dit jaar moet
Jezus dan vermoedelijk geboren zijn. Maar dit geeft een te groot verschil aan
en dit staat zelfs met twee jaar in
tegenstelling tot Herodus, de kindermoordenaar, die in 750 na de oprichting van Rome stierf, volgens de
informatie van Flavius. Ik heb alle feiten die bekend waren in het grote
Johannes Evangelie verzameld, en ze daar gedeeltelijk gepubliceerd. [zie elders
in dit bulletin] Gerard
Geboortejaar van Jezus en het jaar van het Gericht
door Gerd
Kujoth [Dld]
Over het geboortejaar van Jezus en de tijdsberekening van
het laatste gericht, hierover zou ik het volgende willen zeggen:
Toen Jezus rond middernacht op 7 januari werd geboren,
zag Jozef de volle Maan opgaan.
[JJ.01_015,09] Luistert! Toen ik daarjuist naar buiten
stapte om weg te gaan, leek het net alsof ik niet liep! Ik zag de opkomende
volle Maan en de sterren, zowel de opkomende als de ondergaande, allemaal
stilstaan! De Maan kwam niet los van de horizon en de sterren wilden er niet
achter verdwijnen! ...
De joden berekenden
in die tijd de avond mee naar de volgende dag. Volgens onze huidige
tijdsberekeningen was het nog tot middernacht de 6e januari geweest. Jezus is
rond middernacht geboren, zodat volgens onze berekening het de overgang was van
de 6e januari tot de 7e
januari.
In welk jaar werd Jezus geboren? De
eeuwige kalender en het millennium-uur geven ons informatie over de vraag, in
welk jaar het op de 6e en 7e januari het toen volle Maan
was.
De eeuwige kalender is via onderstaande link te
vinden:
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm
De betrouwbaarheid van de beide met elkaar afgestemde
kalendertijden, bevestigt het volgende onderzoek:
De volle Maan was op dinsdag, de 5e
januari van het jaar 6 v. Chr. Ongeveer meer dan een dag later was er rond
middernacht door Jozef nog steeds de volle Maan zichtbaar. Een volle Maan was
er destijds alleen maar in 25 v. Chr. op 6 en 7 januari en in het jaar 6 v.
Chr. + 14 zichtbaar. Het jaar -6 is berekend zonder het jaar 0. Gaat men uit
van het jaar 0, dan was dit het jaar -5 v. Chr. Dit was ook het jaar 748
volgens de Romeinse berekeningen. De eeuwige kalender telt een jaar 0 mee,
zodat hiervoor de 7e januari 5 v. Chr. ingegeven moet worden.
Jezus was daarna dus rond
middernacht op woensdag/donderdag, de 6e resp. de 7e januari in het
jaar 6 v. Chr. [zonder de 0 meegerekend]
geboren of volgens het GEJ.08_086,03 op donderdag, de 7e januari na de
schepping van Adam. Een bevestiging van
deze datum is ook deze, dat Jezus 8 dagen na Zijn geboorte op een voorsabbat
besneden werd. Een voorsabbat valt hier op een vrijdag. Acht dagen na
donderdag, de 7e januari in
het jaar 6 v. Chr., is het vrijdag, de
15e januari -6.
Na
6 volle jaren en 24 volle jaren en enkele maanden, toen Jezus 30 jaar
oud was, begon de leertijd van Jezus in de lente van het jaar 25.
[GEJ.02_090,09]
Maar op Zijn dertigste jaar verdween Hij opeens uit Zijn ouderlijk huis en Hij
moet Zich enige tijd in de woestenij bij Bethabara aan de kleine Jordaan, waar de
beroemde Johannes verblijf hield, hebben opgehouden en Zich door hem hebben
laten dopen. Van daar trok Hij vervolgens, zoals Hij nu is, vol Goddelijke
kracht het land in, leerde het volk over het Rijk van God, genas alle zieken en
dreef bij bezetenen de boze geesten uit. Dat is heel in het kort zo ongeveer
Zijn aardse levensgeschiedenis, die ik voor een deel zelf van Hem heb vernomen,
maar voor het grootste deel van horen zeggen te weten ben gekomen."
[GEJ.05_054,03] Op de dag echter dat hij precies dertig jaar
oud werd, legde hij al zijn gereedschap aan de kant en raakte noch zijn bijl,
noch zijn zaag meer aan.
[GEJ.05_054,04]
Zijn broers en zijn nog in leven zijnde moeder, allemaal volkomen eerlijke
mensen, vroegen hem naar de reden daarvan en hij moet hun het volgende, hoogst
mysterieus klinkende antwoord gegeven hebben: 'Het uur is gekomen, dat ik de
wil van mijn Vader in de hemel moet vervullen, waarom ik dan ook naar deze
wereld ben gekomen!
Een verdere bevestiging over de
leerjaren van Jezus vanaf de lente 25 n. Chr. tot Pasen 28 n. Chr. is de zelden
geziene oppositie van Mars-Perihel, waarbij Mars in het sterrenbeeld leeuw
stond.
[GEJ.09_139,16]
Andreas zei: 'Werkelijk, Heer en Meester, het sterrenbeeld waar hij in staat
ken ik wel, het is de 'leeuw', zoals dit sterrenbeeld al van oudsher wordt
genoemd - maar de ster ken ik niet. De kleur lijkt wel op die van de planeet
Mars, zoals die door de heidenen wordt genoemd; maar de grootte komt niet met
de genoemde planeet overeen.
[GEJ.09_139,17] Ik zei: 'En toch is
het de planeet die je zojuist hebt genoemd. Dat hij dit jaar veel groter lijkt dan gewoonlijk komt
doordat hij zich nu zo dicht als maar mogelijk bij de Aarde bevindt. De
veranderlijke positie van alle planeten ten opzichte van de Zon en ook ten
opzichte van elkaar is jullie al vele keren, als dat zo uitkwam, getoond en
uitgelegd, en ook is jullie getoond dat de planeten, al naargelang ze zich in
de een of andere positie bevinden, door hun baan rond de Zon elkaar behoorlijk
kunnen naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen, en nog begrijpen
jullie dergelijke geheel natuurlijke verschijnselen niet en wordt jullie gemoed
daarbij zelfs bang, waardoor het heel gemakkelijk ontvankelijk wordt voor
allerlei bijgeloof van de heidenen.
[GEJ.09_139,18] Zie, deze planeet bevindt zich om de
jullie bekend gemaakte redenen nu het dichtst bij de Aarde en ook bij de Zon,
zoals al opgemerkt werd, en ziet er om die reden heel wat groter uit dan
wanneer hij ver van de Aarde staat, zoals ieder voorwerp, dat dichtbij is zich
ook groter manifesteert en vertoond dan van een grotere afstand. - Begrijpen
jullie dat nu?'
Volgens mijn nasporing vond deze
gebeurtenis plaats in het jaar 27. Ervoor vond het plaats in het jaar 10 n.
Chr. en daarna eerst weer in het jaar 46 n. Chr. Volgens het GJE9-139 speelde zich dit af in
het 3e leerjaar van Jezus en dus in het jaar 27. En daarmee kunnen
de leerjaren van Jezus niet plaatsgevonden hebben van 23 tot 26.
Volgens de apocriefe openbaringen
van Jovian werd Jezus op vrijdag, 28 mei in het jaar 28 gekruisigd. Op
donderdag, de 28e mei, was het volgens de eeuwige kalender volle
Maan.
De kruisiging van Jezus en de
opstanding vond dientengevolge in het jaar 28 plaats. Dat wordt bevestigd door
Klemens von Alexandrien, Origenes, Tertullian en Eusebius. Volgens hun
geschriften is Jezus in het jaar 28 gestorven en opgestaan.
[Opmerking redactie: De gebruiksaanwijzing, zoals Gerd
Kujoth deze verklaart, kun je vinden onder:
http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm [gratis te downloaden!]
[Gerd
K.: Deze kalender
toont precies dezelfde kalenderdagen zoals bij de ‘millenniumklok’. Het is
alleen een beetje lastig bij het invoeren van jaardata in het mintekengebied,
dus alleen bij de jaren vóór Christus. Bij het ingeven van de data wordt een
jaar 0 meegerekend. Dat betekent, dat bij het jaar een -1 het jaar 0 erop
volgt, en daarop volgt dan het jaar +1. Bij de eeuwige kalender, waar trouwens
ook de maanfasen zichtbaar worden gemaakt, wordt het jaar 0 niet meegerekend.
Dat wil zeggen: op het jaar -1 volgt het jaar +1. Dat resulteert tot een
verschuiving van 1 jaar bij alle jaren v. Chr. Om de datum van 7.1.6 v. Chr.
[=7 januari 6 v. Chr] te willen verkrijgen moet men ingeven: 7.1. -5… Via de
het ingeven van de datum verschijnt dan voor het jaar -6 het jaar -7 v. Chr.]
Criteria voor het juiste geboortejaar van Jezus
De reden om dit artikel nog eens
onder de loep te nemen ontstond door een opmerking van een bulletinlezer uit
Frankrijk, die ons verwees naar de betrouwbaarheid van het 15e regeringsjaar
van keizer Tiberius. Dat gegeven spoorde ons aan om nog meer onderzoek te doen,
vooral ook vanwege het feit, dat er ten tijde van Jezus er maar één
zonsverduistering op 24 november 29 n. Chr. plaatsgevonden moet hebben. Omwille
van de eenvoud hebben we alle zonsverduisteringen voor alle zekerheid in de
periode van Jezus op aarde van 21 n.
Chr. tot en met 30 n. Chr. opgesomd.
De geboortedag en geboortemaand van
Jezus weten we voor 100 procent en deze speelt een cruciale rol in een verdere
zoektocht naar Zijn oorspronkelijke geboortejaar. Dat onderwerp heeft echter in
december 2015 en in 2016 al ruime aandacht gehad. Toen we dat artikel weer
‘herlazen’ zagen we een paar denkfoutjes in de omschreven van de zon,- en
maansverduisteringen. Er werd toentertijd geen onderscheid gemaakt tussen de zichtbare
en de onzichtbare verduisteringen.
George wijst ons erop dat Jezus,
naar aanleiding van een paar astronomische feiten, niet in 6 v. Chr. geboren
kan zijn maar in het jaar 1 v. Chr.
Nagenoeg ontstond bij ons in het afgelopen jaar 2020 de impuls dit thema
nog eens weer aan te snijden en kort erna ontvingen we wonderwel een bericht van Georges over dit
thema, dat natuurlijk koren op onze molen was. In 2015 en 2016 maakten we
eerder gewag over een mogelijke geboortejaar van 1 v. Chr. maar dit werd
nagenoeg niet meer verder onderbouwd, omdat een andere visie van Gerd uit
Zwitserland daarover al meer duidelijkheid gaf en dus voldoende was.
De Heer verwerpt het evangelie van
Lucas blijkbaar niet helemaal, ondanks de hier en daar enkele onzuiverheden
betreffende Zijn leer. Sterker nog, in de geschriften van Jakob Lorber citeert
de Heer meerdere malen uit zijn evangelie. En zoals gezegd heeft Lukas zijn
informatie van her en der verzameld. De Heer accentueert wel de grote
belangrijkheid van het Grote Johannes Evangelie. Maar één ding staat vast.
IEDEREEN kende tijdens het leven van Lukas de geschiedkundige regeringsjaren
van keizer Tiberius. Dit gegeven van Lukas kan daarom als een zeer betrouwbaar
ijkpunt geacht worden. Het ligt toch meer voor de hand dat Jezus in 29 n. Chr.
met Zijn missie begonnen was. Dat is vooralsnog gemakkelijker gezegd of
geschreven en daarom zullen we met meer betrouwbare feiten voor de dag moeten
komen, om de leerperiode van Jezus tussen 29-32 n. Chr. hier geloofwaardig te
maken.
George vindt de datumbetrouwbaarheid
van het 15e regeringsjaar van keizer Tiberius logisch in verband met
het verschijnsel van een zonsverduistering, die zich voordeed op 24 november 29
n. Chr. Gemakshalve hebben wij daarom alle zonsverduisteringen in de periode
van Jezus op een rij gezet.
Complete
ringvormige zonsverduistering in geheel Egypte en Palestina ten tijde van Jezus in:
Astronomische
ZICHTBARE zonsverduisteringdata
9 v. Chr. op 30 juni vanaf 10.24 uur
6 v. Chr. op 23 oktober vanaf 07.05
uur
2 v. Chr. op 15 februari vanaf 09.26
uur
17 n. Chr. op 15 februari vanaf
09.37 uur [complete ring]
19 n. Chr. op 21
juni vanaf 11.11 uur
20 n. Chr. op 3 december vanaf 10.56
uur [complete ring]
29 n. Chr. op 24
november vanaf 09.23 een verduistering om 11.44 uur!
Tussen 25 en 28
n. Chr. heeft er geen complete zonsverduistering plaatsgevonden, zoals die
beschreven staat in de boeken van Jakob Lorber.
Toen Jezus als twintigjarige jongen met zijn pleegvader Jozef een driedaagse
reis ondernam naar Syrië, o.a. naar Sidon, [om een huis te bouwen!] kon dit in
het 5e regeringsjaar van Tiberius geweest zijn. Want Jezus was 30 jaar in het 15e
regeringsjaar van keizer Tiberius. Tien jaar daarvoor was Hij 20 jaar, en dus
in het 5e regeringsjaar van Tiberius. Zijn 15e
regeringsjaar viel in het jaar 29 n. Chr. en van het 5e
regeringsjaar in 19 n. Chr. Het volgende citaat spreekt over een
zonsverduistering, astronomisch op midzomer 21 juni:
(De Heer): 'Nu gingen we dan ook
onmiddellijk op weg naar de herberg, waar de lastdieren van de Griek op ons
wachtten. We waren daar nauwelijks aangekomen of er waren al een heleboel
nieuwsgierigen die ons lastig vielen met vragen, en de eigenaar van de herberg,
een goede bekende van Jozef, zei tegen hem: 'Vriend, ik zou vandaag niet op
reis gaan; want er is een zonsverduistering geweest en zo'n dag gold
al bij de ouden als een ongeluksdag!'… [GJE7-208:1,2]
Let hier op het tijdstip 11.11
uur. Het liep al tegen de middag en de reizigers bezochten onderweg een
herberg om wat te eten. Het was toen geen avond, nacht of middag. Onze datum
is gebaseerd op het geboortejaar 1 v. Chr. [Als Jezus 6 v. Chr.
geboren zou zijn, dan moest er 14 jaar later in 13 n. Chr. zeker een
zonsverduistering plaatsgevonden hebben. Ook in 9 v. Chr. zou er dan ook in 10
n. Chr. zo’n verduistering geweest moeten zijn ! Want het moet allemaal op
elkaar afgestemd zijn met astronomie en historie!]
De genoemde drie varianten [9 v.
Chr., 6 v. Chr. en 1 v. Chr.] hebben weliswaar hier en daar gelijkende
parallellen, waardoor het aanvankelijk lastig leek een juiste keuze te maken.
Maar met een goede onderbouwing [historische en astronomische feiten] komen we
al een heel eind.
In het eerste leerjaar van Jezus
heeft er dus een zonsverduistering plaatsgevonden. Dit was echter geen
natuurlijke zonsverduistering! [GJE1-84:14]
Op 24-11-29 n. Chr. was er
een zonsverduistering in de middag. Als we deze verduistering baseren op het
geboortejaar 1 v. Chr. dan klopt dat astronomisch en historisch ook.
Een wetenschappelijk artikel stelt dat Herodes hoogstwaarschijnlijk
regeerde van eind 39 vGT tot begin 1 vGT. De gebeurtenissen van Herodes’ regering kan logischer verklaart worden dan
de huidige consensus dat kan. Zie bron: "When Did
Herod the Great Reign?"
en: NASA lunar eclipse catalog Lunar
Eclipses: -0099 to 0000 (100 BCE to 1 BCE).
In
GJE3-65:9 wordt gesproken over het vallen van de avond – dan volgen er
vele thema’s die onderling met Jezus worden besproken en komen we aan bij
hoofdstuk 81, het moment van de astronomische lessen en de zonsverduistering.
De ochtendmaaltijd duurde wel 4 uur lang. De Heer kondigt een zonsverduistering
aan: De Heer zei toen: "Vrienden, onze lichamelijke en geestelijke
maaltijd heeft dit keer zo ongeveer vier uur geduurd, en daarom
wordt het tijd om van tafel op te staan! Wij gaan buiten naar de zee om te
kijken of daar niet iets gebeurt wat ons aller aandacht waard is! Tevens maak
Ik jullie er allemaal op opmerkzaam dat wij nu over een halfuur een totale
zonsverduistering zullen beleven. Maar laat niemand zich daar druk over maken
want het is een heel natuurlijke gebeurtenis!’ [GEJ3-81:1-2]
[In
die tijd [2.000 jaar geleden] was het nog gebruikelijk al een half uur voor
zonsopkomst op te staan. In Tiberias [Galilea] kwam de zon ongeveer op rond een
uur of zes. Het vroege ontbijt duurde 4 uur [tussen 07.00-11.00 uur] en 30
minuten later zou er een natuurlijke zonsverduistering zijn.
De
Heer zei hierover: ‘De maan, komend
uit het westen, op een hoogte boven de aarde van 98.000 uur gaans, zal
als een massief, ondoorzichtig lichaam in rechte lijn voor de zon langs gaan en
daardoor verhinderen dat het zonlicht op een deel van deze aarde terecht komt.
De totale verduistering zal maar enige ogenblikken duren, daarna zal boven de
rand van de maan direct weer de zon te zien zijn en dan wordt het gaandeweg
weer lichter op aarde. Tijdens de totale verduistering zullen jullie de mooie wintersterrenbeelden
te zien krijgen die anders in de zomer nooit te zien zijn. Ik zeg dit, om alle dwaze
vrees voor dit soort gebeurtenissen bij jullie weg te nemen en om jullie het
geheel natuurlijke daarvan te laten zien. Wees dus straks niet bang als het
verschijnsel zich zal voordoen!’ [Opm. 24 november 29 n. Chr. kan
aangemerkt worden als het begin van een herfstachtige periode!]
[GJE3-81:1-4]
RAPHAËL
[als redder van de stuurlui op zee] zegt tegen de schipperslui: ‘Vraag niet,
maar kijk naar de zon, die nu weldra voor een paar ogenblikken haar
lichtglans zal verliezen! Als u in volle zee geweest zou zijn, dan zou het
kwade bijgeloof van de schippersknechten u tezamen met uw dochter over boord in
zee geworpen hebben, waarna zij uw meegenomen schatten onder elkaar verdeeld
zouden hebben. Dat voorzag onze grote, goddelijke Meester en daarom zond Hij mij
om u snel te redden. U bent nu helemaal in veiligheid, maar toch kunnen u nog
onaangename dingen te wachten staan, en daarom moet ik gedurende het duistere
gebeuren bij u op het schip blijven, omdat u anders nog veel ongemak van de
ruwe schippersknechten zou kunnen ondervinden.’ [GJE3-82:9] – Dit gebeuren was dus overdag!
In
verband met deze zonsverduistering zegt Mathael tegen zijn geliefde Helena: ‘De
Joodse priesters zullen het meest onder de indruk zijn van het verschijnsel. De
totale, natuurlijke zonsverduistering van vandaag heeft ze toch al erg
aangegrepen, omdat deze mensen alles stoffelijk opvatten. Van een innerlijke,
geestelijk zin hebben zij helemaal geen vermoeden, omdat zij zelfs niet eens
meer de overeenkomstige beeldspraak begrijpen die Mozes en nog een aantal
andere zieners en wijze mannen in hun tijd hebben gebruikt.’ [GJE3-97:3]
Datzelfde
thema over de zonsverduistering wordt afgesloten met onderstaande tekst,
verderop in het derde deel.
CORNELIUS:….
‘Gisteren was het een in alle opzichten spectaculaire dag: ten eerste al een
totale zonsverduistering, die ons op klaarlichte dag ongeveer dertig tellen
lang volkomen nacht bracht… [GJE3-166:5]
Maansverduisteringen
In
de jeugd van Jezus was er sprake van een maansverduistering die drie uur lang
duurde [hfdst. 175:24] ‘ Het Kindje antwoordde: 'Let u maar goed op:
vandaag, dadelijk al, zal er een maansverduistering plaatshebben, die drie
uren duren zal!’
[Note: Volgens
Josephus stierf Herodes niet lang na een maansverduistering en kort voor een
Pascha (De joodse oudheden, XVII, vi, 4; ix, 3). Aangezien er op 11 maart van
het jaar 4 v.G.T. (13 maart volgens de Juliaanse kalender) een
maansverduistering plaatsvond, hebben sommigen geconcludeerd dat Josephus deze
verduistering bedoelde.
Anderzijds deed zich ook in 1 v.G.T.,
ongeveer drie maanden voor het Pascha, een totale maansverduistering voor, terwijl die in 4 v.G.T.
slechts een gedeeltelijke verduistering was. De totale verduistering in 1
v.G.T. vond plaats op 8 januari (10 januari volgens de Juliaanse kalender),
achttien dagen voor de 2e Sjebat, de traditionele sterftedag van Herodes.
Hier een lijst van alle
maansverduisteringen vanaf 8 v. Chr. tot 32 n. Chr.
-08 v. Chr. op 03-06 om 23:00 uur
-08 v. Chr. op 28-11 om 18:49 uur
-04 v. Chr. op 15-09 om 20:10 uur
[Als Jezus 6 v. Chr. geboren zou zijn
en wel op 7 januari, dan moest Hij al ruim 2 ½ jaar oud zijn in deze
geschiedenis!] In hoofdstuk 182 van ‘de Jeugd van Jezus’ vertelt Cyrenius, dat
het al weer 2 jaar geleden is, dat de
Heer hem ‘plaagde!’ In hoofdstuk 175 speelt zich hier de feitelijke
maansverduistering af. Cyrenius kan de aangifte van 1 ½ jaar of 2 ½ jaar
misschien afgerond hebben tot twee jaar?
-0 op 09-01 om 23.08 uur = 1 v.
Chr. !!!
03 n. Chr. op 4 mei om 19.26 uur
03 n. Chr. op 28 oktober om 22.36 uur
07 n. Chr. op 20 februari om 20.08 uur
07 n. Chr. op 17 augustus om 03.03 uur
21 n. Chr. op 15 mei om 02.54 uur
21 n. Chr. op 08 november om 06.34 uur
22 n. Chr. op 04 mei om 20.07 uur
29 n. Chr. op 14 juni om 19.45 uur
Tussen 25 en 28 n. Chr. heeft er geen
maansverduistering plaatsgevonden !
[In GJE6 is er sprake van een
maansverduistering!]
Aangenomen wordt
dat het gebruikelijke Pasen 3 maanden later was [volgens Jakob Lorber], dat wil
zeggen in onze tijd op zijn vroegst op 22 maart en ten tijde van Jezus drie
maanden later; heden bij ons op zijn laatst rond 22 april en 2.000 jaar geleden
toen drie maanden verder. Dit was natuurlijk afhankelijk van de maanstand. Het
joodse Pasen kon toenmalig plaatsgevonden hebben tussen midden juni en
uiterlijk tot midden juli. Het moest volle maan en op een vrijdag geweest zijn.
Sommigen zeggen dat Jezus op vrijdag de 13e [juni] werd gekruisigd;
ook bestond het heilige avondmaal uit 13 personen en men heeft er een ‘ongeluksdatum’
van gemaakt, vooral in verbinding met vrijdag de dertiende. Tot zover de maansverduisteringen.
Mars de
rode planeet
Volgens de
laatste astronomische berekeningen vindt elke 780 dagen [d.w.z. om de 2,14 jaar
of 26 maanden], een opstelling van een marsoppositie van zon- en aarde/maan
plaats!
De Heer
zegt in Lorber: ‘Toen Ik Mij zo ongeveer twee uur lang met de twaalf vissers
had beziggehouden en Mijn onderricht voor deze dag en avond afsloot, kwam er
bijna buiten adem een dienaar van het huis naar ons toe in de zaal en zei:
'Beste heren, ik was op het terras bezig en keek in de richting van het
oosten. Daar ontdekte ik een buitengewoon grote ster, die heel dicht bij de
horizon staat. Het licht ervan is rood als bloed, maar tevens zo sterk dat je
er niet lang naar kunt kijken. Ik heb nog nooit zo'n ster gezien. Wat zal
die ster te betekenen hebben? De Heer Heiland uit Nazareth, wiens wijsheid naar
men zegt die van Salomo overtreft, zal zeker het beste kunnen weten wat de ster
betekent.'
Ik zei:
'Mijn beste vriend, jij bent nog niet zo lang als bediende in dit huis,
aangezien je de Heer Heiland uit Nazareth nog niet beter hebt leren kennen;
maar omdat je hiervoor langere tijd bediende bent geweest bij een Farizeeër in
Kapernaüm, is het ook begrijpelijk dat je jouw Heer Heiland uit Nazareth nog
niet beter kent. Maar waar is die ster van jou, die je zo'n grote angst bezorgd
heeft?'
Nu zei de
dienaar enigszins verlegen: 'Ja, dan zouden de heren even naar buiten moeten
komen; want vanuit deze zaal kun je hem niet zien, omdat de ramen zich niet aan
de oostkant, maar precies aan de andere kant bevinden.'
Ik zei:
'Dan gaan we nog even naar buiten om te zien wat voor ster jou zo'n angst
bezorgd heeft!'
Daarop
liepen we naar buiten en zagen daar direct de rode, grote ster in het oosten,
die nu reeds hoger boven de horizon stond, waardoor de rode kleur sterk
veranderd was, hoewel het licht uitzonderlijk sterk was.
Nu vroeg Ik alle aanwezigen, die de ster ook met een enigszins schuwe blik
bekeken: 'Welnu, wat denken jullie van deze ster? Kennen jullie hem, of kennen
jullie hem niet? Voor jou, Mijn leerling Andreas, zou deze ster toch niet
onbekend moeten zijn, omdat jij immers een sterrenkundige bent.'
Andreas
zei: 'Werkelijk, Heer en Meester, het sterrenbeeld waar hij in staat ken ik wel
het is de 'leeuw', zoals dit sterrenbeeld al van oudsher wordt genoemd -maar de
ster ken ik niet. De kleur lijkt wel op die van de planeet Mars, zoals die door
de heidenen wordt genoemd; maar de grootte komt niet met de genoemde planeet
overeen.
Ik zei:
'En toch is het de planeet die je zojuist hebt genoemd. Dat hij dit jaar veel
groter lijkt dan gewoonlijk komt doordat hij zich nu zo dicht als maar mogelijk
bij de aarde bevindt. De veranderlijke positie van alle planeten ten opzichte
van de zon en ook ten opzichte van elkaar is jullie al vele keren, als dat zo
uitkwam, getoond en uitgelegd, en ook is jullie getoond dat de planeten, al
naargelang ze zich in de een of andere positie bevinden, door hun baan rond de
zon elkaar behoorlijk kunnen naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen,
en nog begrijpen jullie dergelijke geheel natuurlijke verschijnselen niet en
wordt jullie gemoed daarbij zelfs bang, waardoor het heel gemakkelijk
ontvankelijk wordt voor allerlei bijgeloof van de heidenen.
Zie, deze
planeet bevindt zich om de jullie bekend gemaakte redenen nu het dichtst bij de
aarde en ook bij de zon, zoals al opgemerkt werd, en ziet er om die reden heel
wat groter uit dan wanneer hij ver van de aarde staat, zoals ieder voorwerp dat
dichtbij is zich ook groter manifesteert en vertoont dan van een grotere
afstand. - Begrijpen jullie dat nu?' [GJE9-139:10-18]
[Opmerking: volgens Oene Z. uit
Nederland stond de zon toen bijna in het teken leeuw [31 n. Chr.], maar de
planeet mars stond er niet in. Mars stond op 22-7-30 n. Chr. weliswaar het
dichtst bij de aarde, maar weer niet in het teken van leeuw. In 31 n. Chr.
stond Mars niet dicht bij de aarde en zouden we volgens Oene de
aanwijzing van Jakob Lorber moeten herbeschouwen!]
Oene Z. schreef
in het verleden: ‘Mars staat iedere 15,8
jaar zeven keer oppositie met de zon en van deze zeven keer staat hij drie
keer dicht bij de aarde en na 79 jaar begint de cyclus weer opnieuw.’
Hier zijn we
natuurlijk in geïnteresseerd, wat dat uitgangspunt is, zodat we het een en
ander kunnen vergelijken.
De Juliaanse en
Gregoriaanse kalenders verschillen precies 13 dagen met elkaar. Zo is
bijvoorbeeld 25 december de feitelijke datum van de Gregoriaanse kalender op 7
januari. In 24 v. Chr. heeft Mars wel dicht bij de aarde gestaan.
De discipelen van Jezus zagen de
rode planeet MARS ’s avonds laat onder een heldere hemel en het was
toen voor 75 procent volle maan. Tot dusver hebben we, wat Mars betreft,
alle bijzondere astronomische gebeurtenissen uit de Lorberwerken
gedocumenteerd.
Lorber heeft het
hier over een late avond, omdat na afloop van dit schouwspel er sprake
was van een voorbereiding voor de nachtelijke rust. Dit kan zich NIET
voorgedaan hebben in het jaar 27 n. Chr. Het geboortejaar van Jezus in 1 v.
Chr. loopt volledig synchroon met de zon, en maangebeurtenissen zoals
beschreven bij Jakob Lorber, behalve het verschijnsel Mars, dat ook nergens
teruggevonden kon worden , behalve in 24 n. Chr. maar dat niet voldoet aan het
perihelium.
Beschouwen we het
thema Mars-oppositie met Zon/aarde/maan
nog eens van een andere kant. Het speelde zich af in de herfst
[GJE9-131:17] en de engel Raphaël doet een voorspelling van een zachte winter,
omdat de vogels zojuist verder trokken op hun reistocht naar het zuiden. Jezus
legt in de volgende hoofdstukken uit en met name hfdst. 139 bij het westelijk
plaatsje Jesaïra, dat gelegen was aan het Galilese meer, waar die rode kleur
van mars toch vandaan komt. De mars-oppositie stond destijds in het teken van
de leeuw, zoals de oorspronkelijke tekst dat duidelijk weergeeft. Mars heeft
wel vaker dichter bij de aarde gestaan, maar stond toen in een ander
dierenriemteken.
Tussen het jaar 9
v. Chr. tot en met 32 n. Chr. is er niet echt één ‘astronomisch’ bewijs
gevonden. Zoals gezegd waren er wel opposities, maar die stonden helaas niet in
het teken van leeuw. Bovendien, zo staat
het in de Jakob Lorber boeken, moest het toen ook voor 75% volle maan zijn.
Een marsoppositie
zien we heel lang in 23 n. Chr. vanaf 9 oktober tot het jaar 24 daarop in
eind mei! Als we dit jaar nemen, dan
kunnen we dit baseren op 9 v. Chr. Hoewel het al herfst begonnen was moest dit
verschijnsel dan al in het begin van oktober zijn opgemerkt, daar er sprake is
van bijna de hele maand oktober met een marsconstellatie.
Nagenoeg had de
planeet mars op de laatste dag van oktober van jaar 27 n. Chr., een oppositie
met de zon aarde- en maan, en was het volle maan voor 74,7%. Maar ook hier geen
teken in leeuw en niet dicht bij de aarde.
Tenslotte, zoals
eerder gezegd waren er 3 opties om het juiste geboortejaar te doen vermoeden.
9 v. Chr. [BC].
Op 7 januari middernacht werd het Kindje Jezus geboren met volle maan. [95,7
procent]. Het was op een ZONdag. De teller van de Juliaanse kalender stond op
1718141,5.
Jezus leefde toen
12227,6 dagen en zou gestorven zijn op 1 juni op een vrijdag bij toenemende
volle maan [99 procent]. De teller stond toen op 1730340,5 en daarmee leefde
Hij 33 jaar en 5 maanden. Mogelijk ook nog op vrijdag 29 juni met volle maan
voor 100 procent of op vrijdag 27 juli met toenemende volle maan voor 94,8
procent.
Nemen we de
donderdag van 7 januari 6 v. Chr. [BC], toen was het een afnemende volle maan
en voor 98,2 procent. De dag daarna was het voor 94,4 procent volle maan. De
Juliaanse teller stond op stand 1719237,5. Jezus stierf op vrijdag 25 juni [in 6 v. Chr.] met volle
maan van 100 procent. Want volgens Lorber was Pasen in die tijd drie maanden
later. Toen Jezus gevangen werd genomen en gebonden met touwen, struikelde Hij
af en toe, en viel in de droog gelegen bedding van de beek Kidron, want het was
toen een droge warme zomer.
Uiteindelijk
komen we aan bij een laatste optie van het geboortejaar van Jezus: 1 v.
Chr. Op woensdag 7 januari was het
toenemende volle maan voor 87,3%. De
maan hoeft niet precies voor 100% ‘vol’ te zijn. De Juliaanse kalender stond
toen op 1721063,5. Dan zou Jezus gestorven moeten zijn in het jaar 32 n. Chr. Op vrijdag 13 juni in 32 n. Chr. was het
volle maan en toen stond de teller op
17329095 en leefde Jezus mogelijk 11846 dagen, wat een globale afronding van
12.200 dagen is. Op vrijdag 11 juli was het in 32 n. Chr. 100 procent volle
maan. Het zou natuurlijk opvallend geweest zijn, als dat precies 12222 zou
zijn, zoals bijna het geval in 9 of 6 v. Chr.
Terzijde willen
we hierbij nog opmerken, dat het hebreeuwse woord voor ‘kruis TseLeB betekent
met de getalswaarde 122. [uit 90-30-2]
Met Pasen ten tijde
van Jezus’ kruisiging was het volle Maan. Dat was een feit. De discipelen
sliepen ’s avonds zelfs buiten in de openlucht op de heuvel in de tuin
Gethsemané. De volgende ochtend, toen Jezus gevangen was genomen door het
Sandrin in Jeruzalem, was het nog koud. Deze kou verklaart de hoogte van de
stad Jeruzalem [tussen 700-800 meter] De warmte van overdag bleef ’s avonds nog
even hangen, maar ’s ochtends kan het op die hoogte behoorlijk fris zijn, als
de zon niet schijnt, anders dan in Galilea of Jericho, dat lager gelegen ligt
en de warmte in de ochtend vasthoudt. De kruisiging speelde zich af in de maand
Abib en niet in het gewoonlijke Pasen van het Oude Testament in Exodus 12 zoals
beschreven in GJE1-12:7.
Tenslotte is
astronomisch en astrologisch de beschreven mars oppositie jammer genoeg niet
volledig aantoonbaar. Dit blijft een groot raadsel. Dat wil echter niet zeggen
dat 1 v. Chr. niet het geboortejaar van Jezus is; met deze kennis [de maan- en
zonsverduisteringaspecten van de leerperiode van Jezus] ligt 1 v. Chr. toch erg voor de hand. De lezer geve daarover
zelf een mening.
De Geboorte van Jezus
Het gebeurde
echter op het moment dat keizer Augustus het bevel gaf dat de hele wereld zou
worden gewaardeerd. En die schatting was de allereerste en gebeurde op het
moment dat Cyrenius een gouverneur was in Syrië. En iedereen ging dat hij
gewaardeerd kon worden, iedereen in zijn stad. Toen vertrok Jozef ook vanuit
Galilea, vanuit de stad Nazareth, naar het Joodse land van de stad David, dat
Bethlehem wordt genoemd, omdat hij uit het huis en de families van David was,
zodat hij zou worden gewaardeerd met Maria, zijn vertrouwde vrouw ze was
zwanger.
En het
geschiedde toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou,
en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in
een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg. En er waren herders
in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht
hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des Heren bij hen en de
heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. En de
engel zei tot hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote
blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland
geboren, namelijk Christus, de Heer, in de stad van David. En dit zij u het
teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde
zeggende: "Ere zij God in den hoge en vrede op aarde en bij de mensen een
welbehagen!" Luc.
2, 1-14:
De Heer: Dit hoofdstuk gaat over Mijn geboorte, een feest
dat u ieder jaar naar kerkelijk gebruik op 25 december viert. Heel wat
woorden over dit feest heb Ik u vroeger reeds gegeven. De bijzondere
gebeurtenissen, die met Mijn geboorte gepaard gingen, weet u deels uit de
geschiedenis van Mijn geboorte (Zie ook: "De jeugd van Jezus"), en
deels uit het evangelie van Mijn apostelen; en toch is er nog veel uit deze
daad van Mijn eerste zichtbare verschijning op uw aarde, dat nog niet
opgehelderd is en waarvan u de diepere betekenis in geestelijk verband nog niet
kent.
Daarom
wil Ik naar aanleiding van de tekst uit dit hoofdstuk van Lucas de verdere
onthullingen aan u en aan al Mijn toekomstige gelovige kinderen openbaren,
opdat u mag zien, dat ook het kleinste wat op Mij en op Mijn verschijning op
aarde betrekking heeft, een belangrijke betekenis heeft en zich geestelijk zal
herhalen bij Mijn wederkomst op deze kleine ster, die ook de woonplaats is van
Mijn mettertijd volgroeide kinderen. [Predikingen van de Heer, hoofdstuk 5:1,2]
Zoals
eertijds door de omstandigheden op aarde juist dat tijdstip en dat volk bestemd
was om getuige te zijn van de grote genade - en liefdesdaad, welke Ik voor u en
voor de gehele geestelijke wereld voltrok, zo zullen ook bij Mijn tweede zichtbare verschijnen tijd
en land zo gekozen worden, dat ze het meest geschikt voor deze slotakte zullen
Zijn.
U hebt dit feest niet voor niets
"Weihnachten" genoemd. Het was een gewijde nacht waarin Ik,
omwille van u en de gehele materiële schepping, Mijzelf tot offer van deemoed
wijdde, terwijl Ik, de oneindige Heer der Schepping, een broos en vergankelijk
kleed aantrok, dat wat het uiterlijk betreft onder miljoenen andere levende
wezens op andere werelden ver achterbleef bij de hoogste oervorm van een mensenbeeld.
Veel
bewoners zijn zodanig uitgerust, dat de mens van deze aarde slechts als een
zwakke nabootsing verschijnt van wat Ik als evenbeeld van Mijn eigen Ik in deze
vorm heb gelegd. Ofschoon de op andere werelden levende mensen de aardbewoners
in veel overtreffen, zijn deze toch in geestelijk opzicht tot grotere dingen
bestemd dan zij, die in de paradijselijke werelden en zonnen leven.
Ook al
straalt voor hen een eeuwige lente en leven zij onder gelukkige omstandigheden,
Waarvan u zich geen voorstelling kunt maken, zo ontbreekt hun toch de heldere
kennis van Mijn Ik, Mijn geestelijke schepping en Mijn Vaderliefde.
Zij zijn
goed, omdat geen enkel kwaad hen tot het tegendeel tracht te verleiden. Zij
erkennen een allerhoogste Wezen en vallen in eerbied voor Hem neer; maar geen
van hen zou er aan durven denken, dat dit hoogste Wezen één van Zijn schepselen
aan Zijn Vaderborst zou willen drukken en hem de lieflijke naam van kind geven.
Dit is
slechts voorbehouden aan diegenen, die een dergelijke positie door strijd en
overwinning moeten verwerven, opdat zij kinderen van God kunnen worden. Waar
dus de vormingsschool voor zulke kinderen gevestigd is, daar moet naast de
grootst mogelijke geestelijke verheffing ook het tegendeel, namelijk de grootst
mogelijke vernedering, ja de afval van het goede kunnen plaatsvinden. [6]
Om u te
laten zien dat tussen zulke tegenstellingen een ontwikkeling ten goede en een
overwinning over alle hindernissen mogelijk is, trok Ik het kleed van één der nederigste, onaanzienlijkste
mensengestalten aan. Ik daalde Zelf af naar deze duistere aardbol,
die wat aankleding en grootte in Mijn schepping betreft vergeleken kan worden
met de plaats van een infusiediertje tussen alle schoonheden en wonderen van uw
Aarde.
Zoals
echter in Mijn gehele schepping alles met dezelfde zorgvuldigheid gemaakt is,
en het laatste infusiediertje in zijn vorm net zo volmaakt gebouwd is als de
mens als heer der aarde, zo laat Mijn scheppingsprincipe, dat door alle trappen
van het geschapene heen loopt, u zien, dat Ik juist in het kleinste het
grootste ben en juist in het kleinste als machtige Schepper en Heer aanwezig
ben.
Dat was de reden waarom Ik één van de kleinste
hemellichamen uitkoos om daar Mijn volle grootte te tonen, doordat Ik aan Mijn
geestes- en zielenwereld bewees, dat juist alleen in het kleinste het grootste
mogelijk is en in de grootste vernedering de grootste heerlijkheid is te
verkrijgen, ja dat juist diegene die alles weggeeft, waardig is om alles te bezitten.
Zo vond
Mijn geboorte niet plaats in een paleis of bij mensen uit hogere kringen, maar
in een nederige positie. Toch moest in al de omstandigheden die daar
plaatsvonden het hoge, geestelijke van Mijn geboorte aangetoond worden.
Zo was
het voorbeschikt, dat de volkstelling door Herodes opgelegd werd en Ik niet in
een door mensen gebouwd huis het levenslicht aanschouwde, maar in Mijn huis, hetgeen betekent onder de vrije hemel in een grot.
Keizers
en koningen waren geen getuige van Mijn geboorte, zelfs geen gewone mensen,
maar slechts dieren, - schepselen, die onbedorven dat waren, waartoe Ik ze heb
geschapen.
De
volkstelling moest er toe bijdragen, dat Maria zich opmaakte om naar Bethlehem
te gaan om dat te volbrengen, wat de Koning van heel de schepping tot eer zou
strekken.
Miljoenen
hoge geesten zongen Mij het loflied toe: "Ere zij God in den hoge en vrede
aan de mensen op aarde!" Deze en de dieren, zoals zij uit Mijn hand zijn
voortgekomen, waren bij Mijn geboorte aanwezig. Zulke getuigen pasten bij Mij,
de in doeken gewikkelde Heer der heerscharen.
Door de
volkstelling kon Mijn geboorte niet onopgemerkt blijven. Ook moest juist de
wrede Herodes als stadhouder en viervorst in Jeruzalem heersen om Mijn verdere
opvoeding en latere levensloop te bemoeilijken. Door de overwinning op al deze
moeilijkheden moest bewezen worden, dat hoewel Ik Mij in de nederigste positie
geplaatst had, Ik ten aanschouwe van de hele geesteswereld Mijn opgave toch ten
uitvoer zou brengen, namelijk: behalve
het ten voorbeeld stellen van deemoed en zelfverloochening, uit deze kleine
aarde een opleidingsschool te maken voor Mijn kinderen, die mettertijd bestemd
zijn om voor de op de andere sterren en zonnen levende schepselen het beeld van
de grote Geest en Schepper van heel de zichtbare natuur te veranderen in dat
van een liefhebbende Vader.
Wat Ik aeonen van tijdruimtes
geleden besloot en meer dan duizend jaar geleden ben begonnen, dat nadert nu
zijn voleinding. Mijn geloofsleer, Mijn Woord, dat met geen betere verwisseld kan worden -
al peinzen en denken de mensen nog zo veel - Mijn liefdeleer moet tot algemene
geldigheid geraken.
De liefde alleen moet regeren en
alle hartstochten van het menselijke hart, die alleen maar door Mij hierin
gelegd werden om door strijd tegen hen de liefde te verdienen en te verwerven,
al deze hartstochten van het menselijke hart moeten beheerst aan de voet van
het altaar der liefde liggen. Haat, wraak, trots en hoe ze allemaal ook mogen
heten, deze machtige driften van het kwaad in de mens moeten allen tot zwijgen
gebracht worden.
Het
kruis, waaraan Ik eens vastgenageld om vergeving bad voor de verdwaalde
mensheid, moet als symbool van verzoening door iedereen geliefd, geëerd en in
geval van beproeving zelfs gedragen worden als herinnering aan de weg die Ik
heb gewezen en die alleen de mensen naar geestelijke hoogte kan voeren.
Zoals
tegen het einde van Mijn levenswandel op aarde de omstandigheden Mij
schijnbaar tegenwerkten, Mijn ondergang en dood leken te veroorzaken en toch
door de opstanding uit de materie en de terugkeer naar Mijn geestelijk rijk
Mijn grootste triomf moesten bewerken, nemen
ogenschijnlijk ook nu de ongelukken en de voortekenen van angstwekkende
catastrofes bij de mensen toe. De mens zal daaruit als een Phoenix uit de
tot as verbrande wereldlijke opvattingen en vooroordelen ongedeerd als
geestelijk product van Zijn Schepper, als geestelijk kind van een nog hogere
geestelijke Vader tevoorschijn komen.
Daarin schuilt
het doel van alles, daarheen drijft de gehele mensheid als een stuurloos schip.
Alle kunstmatige omheiningen die het menselijk verstand als een ijzeren harnas
rondom het voor de liefde kloppende hart opgetrokken heeft, moeten stuk gebroken en vernietigd worden,
zoals de barrières van afkomst, rang en oppervlakkig weten. De mens moet
ophouden met het verstand te denken en met het hart leren voelen. Het warme
vuur van de liefde moet in de eerste plaats zijn hele ziel verwarmd hebben, pas
dan kan de wijsheid, als een regelende drijfveer de liefde indammen en de
mensheid alles laten voelen, waarmee Ik ze heb uitgerust en waartoe Ik ze zo en
niet anders heb geschapen.
Zo
dikwijls Ik als Christus op de wereld Mijn Vader in de hemel aanriep, was het steeds de wijsheid, die de
liefde aanriep om door deze gebeden haar onbegrensd werken te
beteugelen. Zoals wijsheid en liefde slechts in combinatie met elkaar kunnen
bestaan, evenzo was Ik als Christus met Mijn Vader, die de Liefde is, in alleen
maar in de eenheid verbonden,
waardoor Ik kon zeggen: "Niemand kent Mij dan de Vader in de hemel en Ik
alleen ken Hem!" of "Ik ga heen tot de Vader!" enz... Daarmee
wilde Ik zeggen: De gehele wereld is geschapen uit liefde; maar de wijsheid
heeft haar voorwaarden geregeld. De Liefde schiep, de Wijsheid houdt in stand.
De Liefde
als "Vader" richtte het hoogste symbool van reinheid op en Ik, de
Wijsheid als "Zoon" bewees haar door de daad. En als liefde en
wijsheid alleen verenigd, het gehele Ik van Mijn Wezen uitmaken en daar in het
meest volkomen evenbeeld bestaan, zo moet ook de mens als afstammeling van Mij
de uitdrukking van liefde en wijsheid worden. Hij moet in de eerste plaats
liefhebben en daarna leren wijs te zijn om Mij, Mijn schepping en zijn taak
volledig te erkennen en te begrijpen.
Daarheen
richt zich Mijn doel met u, en alle gebeurtenissen sporen u daartoe aan, om de
wedergeboorte van uw Jezus in uw innerlijk tot stand te brengen. Hij wil u
daarheen als uiting van wijsheid en liefde willen leiden en begeleiden, tot
binnenkort deze Schepper van al het zichtbare, de Heer der heerscharen, als
Vader (Liefde) gepaard gaande met de Zoon (Wijsheid), in persoon wederom
zichtbaar de aarde zal betreden en voor de tweede en laatste maal kan
uitspreken, wat Hij aan het kruis meer dan duizend jaar geleden heeft
uitgeroepen, namelijk: "Het is volbracht, - het is volbracht, het grote
werk der verzoening!"
Ik heb
Mijn geesten laten zien hoe het voor hun onmogelijke, mogelijk is geworden. Ik
ben als voorbeeld voorgegaan en heb nu Mijn schepselen op deze kleine aarde tot
grote burgers van Mijn oneindige rijk, tot Mijn enige kinderen gemaakt.
Het is
volbracht, hetgeen Ik eertijds in de wieg in een grot bij Bethlehem als
onmondig kind ben begonnen, wat daar wel door miljoenen engelengeesten werd
bezongen, maar door de mensen niet begrepen, hoogstens door enkelen vaag
vermoed werd.
Ik heb
het werk van verzoening, liefde en vergeving volbracht. De wereld is gereinigd van al het vuil van eigenbelang en ook al
verwoesten kwellingen en ongelukken het lichaam van de mensen, - de geest en
zielenmens kunnen zij niet deren.
Deze
staat hoogverheven boven de puinhopen van de wereld, zijn armen uitstrekkend
naar de goddelijke Redder, die - wals eenmaal daar - allen zal toeroepen: Kom
tot Mij, gij allen die beladen zijt, opdat Ik uw last afneem en u verkwik! Kom
hier, gij strijders voor liefde en wijsheid, aan u zij de kroon des levens,
voor u zijn de versperringen naar de geestelijke wereld opgeheven, opdat u mag
zien hoe de engelenscharen wederom jubelen en lofliederen zingen voor de Heer,
de Vader, met dezelfde woorden als toen: "Ere zij God in de hoge en vrede
voor de mensen op aarde!" Want Hij kwam in Zijn eigendom en Zijn kinderen
hebben Hem niet herkend. Amen. [Predikingen van de Heer, hoofdstuk 5.]
Uo-To-Date 2024-2025