Over
het „duizendjarige vrederijk“
[ingekorte versie]
ingezonden door Klaus Opitz
Dld
Jezus, heeft over het ‚grote
aangekondigde gericht‘*) ons veel voorspeld, dat door de mensen zelf
veroorzaakt wordt.
Jezus heeft ons ook in vele teksten laten zien, dat er na het gericht
een ‘duizendjarig rijk van vrede’ komen zal. Zijn leer zal worden aangenomen en
Hij zal een ‘herder over Zijn kudde’ zijn.
*)zie: ‘Jakob Lorber International
Bulletin’, oktober 2017, Thema: ‘het jongste of grote gericht’.
1. Over de persoonlijke
wederkomst van Jezus
2. Over het begin van het
‚duizendjarige rijk’
3. Over het getal ‚1000‘
4. Een herder en een kudde
5. Over de toekomstige kerk
6. Een volkomen vrije kerk
1.
Betreffende
de persoonlijke wederkomst van Jezus
…’Maar in dit land (Palestina), waar
Ik nu al als een misdadiger van het ene dorp naar het andere door de Joden van
de tempel achtervolgd word en dat in die tijd door duistere heidenen vertrapt
wordt, zal Ik persoonlijk niet weer het eerst optreden, onderrichten en de
zwakken troosten. Maar in de landen van een ander werelddeel (Amerika), die
nu [ten tijde van Jezus] door heidenen bewoond worden, zal Ik een nieuw
rijk stichten - een rijk van vrede, van eendracht, van liefde en van voortdurend
levend geloof; vrees voor de dood van het lichaam zal niet meer bestaan
onder de mensen die in Mijn licht wandelen en steeds in verbinding zullen staan
met de engelen van de hemel en met hen zullen omgaan.' (GEJ.09_094,09)
„Jezus zal in een stoffelijk
hulplichaam optreden zoals eens eerst Rafael, of in Noord- of in Zuid-Amerika persoonlijk zichtbaar als een man [van
ca. 33 jaren], d.w.z. de zwakken onderwijzen en troosten en een nieuw rijk
stichten, en weliswaar bij de plaatsen, waar Zijn persoonlijk, stoffelijk
zichtbaar optreden voor de gehele Aarde het aller-werkzaamst zal
zijn. En dit persoonlijk optreden van Jezus zal door alle media [televisie;
internet] over de gehele Aardeoppervlakte worden verbreid! Daarna volgt Zijn persoonlijk optreden ook in West-Europa!“ (Wilfried Schlätz,
WS-B3187))
2.
Het
begin van het „duizendjarige Rijk“
"...Maar vraag niet veel naar het begin van het `duizendjarige rijk op Aarde`!
Want zo’n rijk zou immers een Godsrijk met uiterlijke pracht en praal zijn! – Er kan nooit een [waar] Godsrijk in de
materie bestaan, maar alleen in de geest. – En zo komt het `duizendjarige Godsrijk‘ niet
ergens uiterlijk zichtbaar, maar heel
stil en zonder pralend vertoon in de harten van de mensen die van goede wil
zijn.
Vraag ook niet: wanneer en
hoe? – Want de komst van het ‚duizendjarige Godsrijk’ is van alle
tijden en steeds dezelfde als volkomen wedergeboorte van de menselijke
geest.
De `geboeide draak` zijn de beteugelde lusten van het vlees. - En de korte, eenmalige en ‚laatste
vrijlating‘ ervan is de uiteindelijke aflegging van het vlees, hetgeen voor
menige geest dan toch nog altijd datgene is, wat het verlaten is van een woning
waarvan iemand zich langere tijd bediend heeft.
De materie
(opbouwmateriaal) voor een algemeen Godsrijk op Aarde in de harten van de
mensen heb je nu al in veelvoud in je handen. [verslag van het Nieuwe Woord]
Zorg dat die spoedig in de handen van velen terechtkomt, dan zul je daarin het
ware ‚duizendjarige Godsrijk op Aarde’ aanschouwen! Amen.’
[Hemelse
gaven, deel 2, blz. 528]
3.
Over het getal „1000“
…„Het getal 1000 stelt met zijn één Mij in de menselijke
persoonlijkheid voor, en de drie op de één volgende nullen stellen Mij in de volheid van Mijn goddelijke
Drievuldigheid voor. En
dus is de uitdrukking `duizend jaar`
in die zin te verstaan, dat het getal 1000 Mijzelf in de volheid van Mijn Goddelijkheid in overeenstemming
voorstelt. (Jezus - Jehova - Zebaoth Immanuel). Het
woord `jaar` stelt de tijd voor, waarin Ik tot aan het eind aan de top van de heerschappij zal blijven en
voor een deel Zelf en voor een deel door veel van Mijn nieuw opgewekte knechten
de volkeren van deze Aarde zal geleiden en leiden. Zij [de mensen in zo’n
gezegende periode] zullen ook wel hun vrijheidslevensproef moeten doormaken, zoals nu, en zullen met de
materie veel te kampen hebben. Maar na doorstane strijd zullen ze met het kleed
van de onsterfelijkheid bekleed worden, en jullie staan dus in de grote overgangstijd. [Hemelse Gaven, deel 3,
bladzijde 278]
4. Een herder
en een kudde
…’Zoals de Joden eens slechts één
Jeruzalem kenden, net zó zal er dan ook slechts één kerk zijn. Er zal één
herder en één kudde zijn! De godsdienstsekten zullen verdwijnen,
de God, Schepper en Heer, die eens als mens op aarde wandelde, zal als
zodanig herkend worden als Hij was, is en eeuwig zijn zal, als uw leider en
vader van allen.
De gemeenschap van de geestelijke wereld zal
nog daarmee verhoogd worden, dat Ik Zelf in persoon tot Mijn
kinderen zichtbaar zal komen, om hen te troosten en daadwerkelijk te
bewijzen, dat alles wat Ik eens zei, wat Mijn apostelen schreven, en wat
Johannes in zijn openbaring zei, vervuld zal worden.
Wanneer alle geestelijke en
materiële oorlogen opgehouden zijn, dan zullen allen Mij gemakkelijk verstaan en ook
Mijn geboden gewillig onderhouden, die beginnen met naastenliefde
en eindigen met de liefde tot God.
Een heel mensengeslacht,
door banden van liefde verbonden, zal elkaar helpend onder de armen grijpen,
waar niet de heer, niet de knecht, maar de band van broeder - en zusterliefde
hele volken heeft samen geketend, waar territoriale grenzen verdwenen zijn en
machthebbers en pausen er niet meer op uit zijn om, de een de fysieke, de ander
de geestelijke krachten aan zich dienstbaar te maken.
Ook in hun binnenste door een
rationele godsdienst geleid, zullen zij naar de influisteringen
van andere geesten en zelfs naar Mijn stem eerder luisteren en er geloof aan
hechten. Zo is dan zelfs de omgang met de geestelijke wereld een
bindmiddel geworden, dat de dood met zijn verschrikkingen op deze wereld
verbant en u de andere wereld zó voorstelt, als zij werkelijk is’.
(Uit: Jakob Lorber, „De wederkomst van Christus“: „verklaring van de
Openbaringen van Johannes’, ontvangen in 1875 door Gottfried
Mayerhofer)
5.
Over de toekomstige kerken
…„Al
tijdens Mijn aardse bezoek zei Ik: ‚Ik ben een Geest, en wie Mij
aanbidden wil,
moet Mij in geest en in waarheid aanbidden!’ Wat leerde Ik Mijn
apostelen toen? Ging het om een bepaalde religiegemeenschap?
Eiste Ik van hen kerken of dergelijke gebouwen op, waar alleen
maar de Mijnen herdacht moesten worden en waar dat zo gebeurd was, de mensen
zoals nu met hun kerkgangen en hun machineachtige dingen dan geesteloze na-apers
van gebeden zouden zijn en met Mij dan geloven hiermee klaar geworden
te zijn, om hun wereldse bezigheden en genoegens weer achterna te kunnen lopen.
Hoe ik in iedere tijd de mensen enkel leerde, Mij als ook hun naasten lief te hebben,
en dan krachtens het bewustzijn steeds de goede daden innerlijk te hebben de
kerk, God en de zielenvrede, zoals Ik ook nog niet zo lang geleden in de
complete Predikingen*) het bijna op elke bladzijde
verklaarde, dat Ik een Geest ben, en de uitoefening van
Mijn leer alleen maar geestelijk opvat en vervolgens moet dat in het praktische
leven worden overgedragen, en dat zal ook de kerk van de toekomst zijn.
*) Gottfried Mayerhofer, „Predikingen van de Heer“
Geen organisatie, geen godsdienstcultus zal de mensen noch stimuleren noch dwingen, om Mijn leer te volgen,
maar de tempel of het heiligdom, waar Ik aangebeden wordt en waar Ik Mijn
verblijfplaats zal hebben, zoals steeds geweest, alleen het menselijk
hart zelf te zijn!
Als daar niet de vlam van
Mijn liefde steeds brandt, dan helpen alle heilige eeuwige lampen niet in de kerken,
moskeen of synagogen! Daar moet georganiseerd worden, dit heiligdom
moet gereinigd worden, opdat Ik daar inwoning kan doen; en wie dan Mij in het
hart draagt, voor die is Mijn natuur, Mijn gehele zichtbare schepping vanaf de
grootste centrale Zonnen begonnen tot de kleinste mosplantjes of
micro-organismen [kleine microbeestjes], een
tempel, waar hij overal met geestelijke ogen alleen Mij en slechts Mij weer kan
vinden, begrijpen en leren liefhebben!
Het
enige, wat in de toekomst wel mogelijk en ook noodzakelijk zal zijn is, dat de
beter getalenteerde de zwakkere onderwijst, leidt en kan ondersteunen, en dat
voor dit doel er samenkomsten
zullen plaatsvinden, waardoor de middelen van wederzijdse uitwisselingen,
ideeën en gedachten voor allen een gemeenschappelijke klok zal worden en deze
met ervaring na zal komen, zoals Ik de wereld eens Mijn bovenstaande twee
liefdesgeboden heb gegeven!
Dit is de hele organisatie van een zogenaamde kerk [naar
Mijn aard], want zijn de mensen eenmaal zover gekomen, dat rang-
en afkomst hebben opgehouden, dat
alle mensen zich elkaar wederzijds respecteren en als broeders en zusters eren,
wat wil je dan nog meer? Of streeft niet elke ware religie daar naar
toe, om dit te bereiken?
Ik hoop, Mijn kind, je zult nu wel begrijpen, wat Ik
zeggen wil, als Ik in de toekomst je in het vooruitzicht stel, dat er maar `een Herder en een kudde‘ zal zijn! Dus neem Mijn leer met kinderlijk gemoed op, zoals eens Mijn
leerlingen, die Ik ook niets anders zegde, dan: `Gaat in de wijde wereld en predikt mijn Evangelie!`
Daarom ontvingen jullie dit voor iedere zondag van het jaar, zodat jullie eerst
Mijn Bijbel en hun teksten op de juiste
wijze leren begrijpen, en ten tweede, zodat er bij samenkomsten Mijn Evangelie
en Mijn woorden dan zo zijn uitgelegd en begrepen, zoals Ik dat zelf zei en wat
Ik met datzelfde bedoelde.
‘Dit is de geestelijke volgorde, naar welke Ik mensenzielen tot geesten
voor Mijn rijk wil en kan opvoeden.’
(Uit:
Gottfried Mayerhofer: „Geistige und natürliche Diät-Winke“, „Lebensgarten“)
6.
Een volkomen vrije kerk
…[8] ‘Ik geef jullie nu een volkomen vrije kerk,
waarbij geen omheining nodig is dan voor ieder mens het heel persoonlijke
hart waarin de geest en de waarheid woont, en alleen daar
wil God door de echte vereerders gekend en aanbeden worden!
[9] Omdat Ik jullie het eerst Mijn geest gaf, moeten jullie niet denken
dat je een haar beter bent dan welk ander mens ook, en die gave mag ook
geen reden voor een speciale functie zijn, zoals bij de heidenen en de
tweemaal zo duistere Joden en Farizeeën, maar jullie hebben slechts één
Heer; jullie zijn als broeders en zusters allen evenveel
waard, en daarin mag onder jullie nooit een onderscheid zijn!
[10] Ook mogen er geen
voorschriften onder jullie zijn, en je moet je ook niet aan
bepaalde dagen en tijden houden alsof er betere en slechtere zouden
zijn, of alsof God bepaalde dagen vastgesteld zou hebben waarop Hij jullie
gebeden aan zou horen en jullie offers aan zou nemen. Ik zeg jullie: Bij
God zijn alle dagen gelijk, en onder al die dagen is dat de beste dag,
waarop je echt iets goeds voor je naaste gedaan hebt! En zo zal in de
toekomst de ware en God alleen welgevallige sabbatdag alleen maar bepaald
worden door jullie goede daad!
[11] Op de dag dat je
goed doet, op die dag zal het ook de ware sabbat zijn die God meetelt; maar
de gebruikelijke Joodse sabbat is een gruwel in Gods ogen!
[12] En als je al een zogenaamd Godshuis bouwen
wilt, bouw dan zieken en bejaardentehuizen voor jullie arme broeders en
zusters; geef hen daarin alles wat ze nodig hebben, dan zul je op die
manier de echte godsdienst uitoefenen waaraan de Vader in de hemel veel
genoegen zal beleven.
[13] Aan die echte
en enig ware godsdienst zal men kunnen zien, dat jullie werkelijk Mijn
leerlingen zijn.
[14] Ga dus nu naar
huis en werk op deze wijze, dan zal jullie arbeid gezegend zijn. [GJE1-202:7
e.v.]
‘…Kijk,
zo zal het ten slotte ook het geval zijn met de mensen van de Aarde: ook zij
zullen te zijner tijd allen in de geest erkennen, dat er slechts een God is,
een Heer, een Vader en dat er slechts een volmaakte wijze van leven is: in Hem!’ [Jeugd
van Jezus, hfdst. 199:18]
De complete tekst is te vinden onder www.JESUS2030.de
aan de linker zijkant: "Über die Zukunft (1)“ und „Über die Zukunft (2)“
- Klaus Opitz
UpToDate 2023-2024