Hoofdstuk 17

 

"Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?"

(Lucas 24:26)

 

17 januari 1844 's avonds

 

    1. "Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan ?"

2. In deze boven aangehaalde tekst wordt erop gewezen, dat de heerlijkheid van het eeuwige leven niet door grote belezenheid en geleerdheid, maar door de daad van liefde kan worden bereikt.

3. Men kan hier wel zeggen: Christus was toch zelf al het eeuwi­ge leven en had de heerlijkheid daarvan in zich. Waarom moest Hij dan daarna lijden om deze heerlijkheid in te gaan?

4. Ik zeg echter: Christus was maar een mens en moest Zich de heerlijkheid van God door Zijn daden geheel eigen maken, omdat Hij het eerste en fundamentele voorbeeld was. En had Hij niet zo gehandeld, dan was het met de hele schepping gedaan geweest; want pas in Hem worden Vader en Zoon, of, wat hetzelfde is, de goddelijke liefde en de goddelijke wijsheid weer één. Want daar­vóór had de liefde zich van de wijsheid gescheiden, omdat de wijsheid in haar heiligheid zich onbereikbaar hoog had opgesteld en eisen had gesteld, die onmogelijk te vervullen waren.

5. Maar de wijsheid was niets zonder de innige vereniging met haar liefde: hoe echter kon zij zich opnieuw met haar liefde ver­enigen? Zij moest in de mens Jezus de door haar gestelde ver­zoeningsvoorwaarden zelf op zich nemen: ze moest zich zo diep mogelijk verdeemoedigen en alleen daardoor werd ze weer volko­men één met haar liefde, die de 'Vader' is.

6. Daarom achtte Christus dan ook alle wijsheid en wijzen van de wereld gering, daar Hij Zelf de eeuwige, almachtige, funda­mentele wijsheid van de Vader was. Alle schriftgeleerden moesten wel een gruwel voor Hem zijn, als hun daden niet overeenstemden met datgene wat in de schrift werd geleerd.

7. Hij als de eeuwige wijsheid uit de Vader moest daden van liefde verrichten en de mensen leren, dat alleen de wet van de liefde gold; ja, Hij moest zich tenslotte laten gevangen nemen en kruisigen door de wijsheid van de geleerde priesters en moest op deze manier als het oereeuwige Licht van de Vader of van de liefde de grootste smaad ondergaan en zelf in de diepste duister­nis geraken, waarom Hij dan ook uitriep: 'Vader, waarom hebt Ge Mij verlaten?'

8. Dat Hij echter als het eeuwige oerlicht in zichzelf een totale verduistering moest ondergaan bewijst dit tot nu toe nog door niemand begrepen ogenblik, waarom na de dood van Christus aan het kruis in de oneindige schepping een volkomen duisternis optrad en niet alleen het licht van de zon, maar ook dat van alle zonnen in de gehele oneindigheid gedurende drie uren verdween.

9. En deze verduistering geschiedde op hetzelfde ogenblik als waarop de ziel van Christus na de dood in de hel neerdaalde, om daar de geesten te verlossen, die in de oude wijsheid gevangen waren en om ze naar het nieuwe licht te brengen, dat uit de her­eniging van de Zoon met de Vader alle oneindigheid begon te ver­vullen.

10. Christus moest daarom de oude wet der wijsheid in Zich Zelf tot het uiterste betrachten, om alle ontstane dwalingen daardoor voor de ogen van de Vader te verzoenen; ofwel alle wijsheid moest worden gekruisigd, opdat daardoor de liefde van de Vader gerechtvaardigd werd.

11. Dat deed dus God Zelf; wat wilt u dan doen? Denkt u misschien dat u door de rechtvaardiging van uw wijsheid in de heerlijkheid van het eeuwige leven zult ingaan?

12. Als Christus als de goddelijke wijsheid Zelf werken der lief­de moest verrichten, indringend moest prediken en al Zijn wijs­heid moest kruisigen en in de grote duisternis moest laten opgaan, om daardoor weer volkomen in te gaan in de heerlijkheid van de Vader, die de afgescheiden liefde in Christus Zelf was, dan zullen de mensen toch ook die weg moeten bewandelen, als ze met Hem in de heerlijkheid van Zijn vaderlijke liefde willen ingaan.

13. In de oerkerk van de wereld heette het: u mensen kunt slechts door de liefde van God nader komen tot de anders onbe­reikbare goddelijke wijsheid. Christus zegt echter: "Nu ben Ik als de goddelijke wijsheid Zelf, als de Weg en het Leven de deur tot de liefde of tot de Vader. Wie nu tot de Vader wil komen, die moet door Mij naar binnen gaan".

14 . Hoe dan? Misschien door de wijsheid, omdat Christus als de deur de goddelijke wijsheid Zelf is? O nee, want juist deze wijs­heid liet zich tot op de laatste atoom verdeemoedigen; zij als de onaantastbare heiligheid van god daalde diep neer te midden van de zondaren; die wijsheid die vroeger niet eens door een volkomen engel in haar diepte kon worden aanschouwd, ging nu om met zondaren, at onder hun dak en werd tenslotte door heidense sol­daten en gerechtsdienaars gekruisigd.

15. Uit deze eindeloze verdeemoediging van de goddelijke wijs­heid zelf blijkt wel zonneklaar, dat er niemand met een opgebla­zen wijsheid in de heerlijkheid van het eeuwige leven kan binnen­gaan. Niemand zal zijn studieboeken en geschriften kunnen ge­bruiken om een trap naar de hemel te bouwen; dat kan alleen maar zijn ware deemoed en zijn werkzame liefde voor de Vader.

16. In Christus ging alle oergoddelijke wijsheid over in de liefde tot de Vader; daardoor werd uit de Zoon en Vader de Ene. Dat moet ook zo gaan bij de mensen. De mens zal waarlijk niet in de heerlijkheid van de Vader binnengaan, voordat hij met zijn hoog­moedige verstand en met alle begeerten naar eer tot op de laatste druppel verdeemoedigd wordt - ja, voordat hij niet alles aan de voeten der liefde wil neerleggen en daardoor een korte duisternis van al zijn wereldse wijsheid zal ondergaan.

17. Christus moest dit lijden en doen om in de heerlijkheid van de Vader in te gaan; zo moet ook elk mens dit lijden en hij moet Christus getrouw navolgen, als hij in de heerlijkheid van de Vader wil binnengaan.

18. Christus heeft echter niet op universiteiten gestudeerd om daardoor als een hooggeleerde wijze in de heerlijkheid van de Vader in te gaan, maar Zijn school heette: deemoed en werkzame liefde. Als Christus het voorbeeld gaf, hoe is het dan mogelijk om op een andere manier in Gods Rijk binnen te gaan?

19. Ik geloof dat het niet nodig is meer hierover te zeggen, want uit de diepste wijsheid is dit zonneklaar aangetoond. Doe daarom hetzelfde, dan zult u leven! Amen.

 

verkorte tekstweergave > blbtkst.17.htm